Het Park-orchest onder leiding van den Heer Stumpff, en het Paleis-orchest waarvan de Heer J.M. Coenen directeur was, zijn grootendeels inéén gesmolten, waardoor de beste musici vereenigd zijn, en waarin niet alleen de begaafde violist Willem Kes, maar ook de uitstekende solist Joseph Cramer als orchestmeester werkzaam zijn. De Heer Stumpff is leider der geheele zaak, terwijl de Heer Coenen als Kapelmeester is aangesteld. De musici die niet in dit orchest zijn opgenomen, hebben een tweede, kleiner, orchest gevormd, onder den naam van ‘de Vereenigde Toonkunstenaren;’ aan hun hoofd staat de Heer Thadewaldt uit Berlijn. Zij geven concerten in het Maison Stroucken, die als zeer verdienstelijk worden geprezen. De concerten Felix Meritis worden nog steeds in de zaal van dien naam onder leiding van Verhulst gegeven.
De Heer Gernsheim te Rotterdam, van wien we dezen winter het schoone toonwerk ‘Agrippina’ bewonderden, schonk den beminnaren van muziek de gelegenheid ten tweedemale zijn compositietalent te waardeeren.
In de concertvereenigingen Eruditio en de Voorzorg, werd namelijk de tweede symphonie van dien meester uitgevoerd, welk werk in hooge mate den bijval van het Rotterdamsche publiek verwierf en waarover de critiek zich zeer vleiend uitliet. Wij sluiten ons gaarne daarbij aan; de symphonie bevat veel schoons, in het bijzonder trok de aandacht een Tarantella, die de plaats inneemt van het Scherzo en bij de beide uitvoeringen werd gebisseerd.
Op den 24 Mei had er een concert plaats door Rotte's Mannenkoor gegeven, onder leiding van haren directeur den heer Ludwig Felix Brandts Buys. Ten derden male had deze vereeniging het Kinder-oratorium van Benoit op het programma geplaatst, en ze kon dit met gerustheid doen; de algemeene bijval was haar vooraf verzekerd, want zelden heeft eene compositie in zoo korten tijd de algemeene sympathie in Noord-Nederland verworven.
Het eigenaardig timbre der kinderstemmen als ze zoo zoetjes aanvangen: ‘'t Huis in bloemenpotjes lei’ -; het knapenkoor als het flink en fier doet hooren ‘Zeeën bevaren als arenden vrij’; de zoo teeder-schoone phrase van de maagdelijnen ‘vrouwen zalven wonden en rampen’ en eindelijk het prachtige slot waar het eerste motief terugkeert en een tweede melodie zich als het ware omheenstrengelt... alles grijpt beurtelings in 't harte en men voelt zich door deze toonschepping, zoo vol leven en poëzie, onweerstaanbaar meegesleept!
De uitvoering te Rotterdam verdiende den hoogsten lof; vooral was het klankgehalte zeer fraai. Eenige fijnere tinten en soms een niet zoo haastig tempo hadden we nog wel gaarne hier en daar waargenomen. Daverend toegejuicht moest ook nu weder de geheele cantate herhaald worden.