De Vlaamsche Kunstbode. Jaargang 12
(1882)– [tijdschrift] Vlaamsche Kunstbode, De– AuteursrechtvrijKroniek der Vlaamsche Nationale Muziekbeweging.Eene schier onafgebrokene opvolging van concerten en uitvoeringen heeft de zes laatste weken gekenmerkt. Wij geven er hieronder een beknopt overzicht van. Antwerpsche Muziekschool. - Op het eerste abonnementsconcert der 2e reeks werd onder andere uitgevoerd een flink en eigenaardig werk van Jan Blockx: Kermisdag, symfonie in drie deelen. Dit stuk werd op voortreffelijke wijze onder de leiding van Peter Benoit vertolkt en een hoogst beduidende bijval viel het ten deele. Eene briefwisseling, uit Antwerpen aan een Brusselsch KunstbladGa naar voetnoot(1) gericht, zegt onder andere ter gelegenheid dezer uitvoering: ‘Jan Blockx is eene nieuwe ster, die aan den Vlaamschen muzikalen kunsthemel begint te schitteren.’ Vooral het derde deel dezer symfonie scheen het uitgelezen publiek der abonnementsconcerten onzer Muziekschool het meest belang in te boezemen. Hoewel de tweede eerste deelen: Vroege morgen en Ter kerke niet van belangrijkheid ontbloot | |
[pagina 240]
| |
zijn, toch komt het ons voor dat zij niet zoo gelukkig als het derde deel uit de pen van den toondichter zijn gevloeid. Dit laatste, onderverdeeld in: a) Optocht, b) Wals, c) Drinklied, d) Volkslied blijft voor allen het bijzonderste en het karakteristiekste der symfonie. De toehoorders hebben den komponist eene warme hulde gebracht en hem onder luide toejuichingen tot tweemaal teruggeroepen. Op hetzelfde concert werden wij nog vergast op het: Inleidingsstuk der Russische opera: Het Leven voor den Czaar, van J.M. Glinka. Men weet dat Glinka voor Rusland de stichter en aanvoerder eener nationale toonkunst was. Deze prachtige ouverture, beurtelings onstuimig en zacht gevoelig, werd door het orkest op uitmuntende wijze vertokt. Een onzer uitstekendste virtuosen, de befaamde vioolcellist Adolf Fischer, bracht vervolgens het publiek in begeestering door de voordracht van een zangerig en hartroerend stuk Kol Niedrey, van Max Bruch. De Tarentelle, van eigen compositie, oogstte veel bijval in; orkest en solist versmolten zich om zoo te zeggen tot een geheel, tot eene en dezelfde uitdrukking van fijn gevoel en frischheid. Nimmer hoorden wij zulke innige overeenstemming tusschen virtuoos en begeleiders, hoewel Benoit ons sedert lang het bewijs geleverd heeft, dat hij het geheim bezit voor het verkrijgen eener echt esthetische samenwerking. Ten slotte kregen wij het Congratulations-menuet van L van Beethoven ten gehoore. Eene nota door den Bestuurder op het programa geplaatst, maakt ons met den inhoud van dit fijn humoristisch stukje bekend, of ten minste deelt ons mede, hoe Benoit zich de opvatting van dit menuet voorgesteld heeft. Een Brusselsch KunstbladGa naar voetnoot(1) schrijft dat Peter Benoit van dit stukje eene echt eigenaardige schepping, voor wat de uitvoering betreft, gemaakt heeft. Zooals men ziet is dit concert onder alle opzichten belangrijk geweest, en zal het veel bijdragen tot den luister onzer Vlaamsche muziekschool. * * * | |
[pagina 241]
| |
Franz Liszt en Peter Benoit. - Na de uitvoering van zijn oratoria Ste-Elisabeth te Brussel, is Franz Liszt te Antwerpen aangekomen, en volgens gewoonte op vorstelijke wijze door Mr en Mw Victor Lynen in hunne prachtige woning ontvangen geworden. Een bijzonder en beteekenisvol kunstfeest heeft ter gelegenheid van Liszt' tegenwoordigheid in Antwerpen plaats gehad. Wij willen spreken van de muzikale plechtigheid op Zaterdag 6e Mei den grooten Meester aangeboden door de Société de Musique, met medewerking van het orkest der Antwerpsche muziekschool en van 600 kinderen, meisjes en jongens, der stadsscholen. Niets dan werken van den leider der Vlaamsche nationale muziekbeweging werden hierbij ten gehoore gebracht, namelijk: Inleidingsstuk en balscène uit Charlotte Corday en het kinderoratorium: De wereld in! Liszt heeft onbewimpeld zijne bewondering over die werken uitgedrukt en de opvatting en orchestratie ervan bij de opvatting en het koloriet van Rubens vergeleken Wij laten hier over dit feest eenige regelen volgen, getrokken uit een merkwaardig en uitgebreid verslag van het Antwerpsch dagblad: Le Précurseur en geteekend E.L. ‘Men kan geen beteren dienst bewijzen aan machtige personaliteiten, dan dien van hen te bespreken. Uit het verschil van oordeel, over hen uitgesproken, ontwikkelt zich een algemeen gevoelen, dat ze bevestigt en ze opdringt. Peter Benoit is dit geluk ten deele gevallen, hij is zelfs in zooverre bevoorrecht geworden, dat de grootste ongerijmdheden de redetwisten hebben doen ophouden welke zijn talent verwekt heeft. Daarom is het dat men hem heden eenpariglijk beschouwd als een der groote figuren van onze nationale kunst.’ Hierna volgt de ontleding van de uitgevoerde brokstukken uit Charlotte Corday, en de bespreking van het Kinderoratorio, waarna E.L. volgenderwijze voortgaat: ‘Deze cantate (De Wereld in!) frisch en zonnig, heeft het publiek krachtig toegejuicht en ze gebisseerd; de 600 kinderstemmen onzer gemeentescholen alsmede het orkest, hebben wonderen verricht. De Société de Musique heeft volgaarne deze gelegenheid te baat genomen om haren wakkeren bestuurder | |
[pagina 242]
| |
hare dankbaarheid te betuigen. Het feest had dan ook twee helden: Franz Liszt en Peter Benoit.’
* * *
Mozes op den Nijl, zoo luidt de titel van een oratorio van Emiel Wambach, dat eenige weken geleden voor eene proppensvolle zaal werd uitgevoerd. Groot was de bijval, welken het werk van den nog jongen komponist ten deele viel. Als gewezen leerling van Peter Benoit streeft Wambach insgelijks er naartoe, om het nationaal grondbeginsel in de muziekkunst meer en meer te doen winnen. Zijn Mozes is goed opgevat, sommige koren zijn niet van belang ontbloot en onder opzicht van orkestratie is dit werk geslaagd. Het slotkoor is schoon en medeslepend. Wij vernemen dat Mozes op den Nijl weldra het licht zal zien, namelijk de partitie voor piano en zang en een driedubbele tekst: Nederlandsch, Fransch en Duitsch. Op die wijze zal aan het verlangen van vele muziekliefhebbers worden voldaan. Een andere leerling van Peter Benoit, namelijk Croegaert, heeft onlangs in den Cercle Artistique, alwaar hij muziek-bestuurder is, een symfonisch gedicht laten uitvoeren, dat, op enkele zwakke plaatsen na, heel verdienstelijk mag genoemd worden. Op 8e Mei l.l. werd. in den Nederlandschen Schouwburg alhier, onder het bestuur van Lenaerts, het groot koor met begeleiding van orkest, De Zege der Wapens van den Vlaamschen meester Hendrik Waelput ten gehoore gebracht. Dit gewrocht dat, zooals men weet, tijdens het festival in Antwerpen met den grootsten bijval werd uitgevoerd, hebben wij met veet genoegen opnieuw gehoord. Zooals men uit het bovenstaande overzicht ziet, wordt er ieverig gewerkt op het veld der nationale toonkunde. De leider Peter Benoit en zijne talrijke volgelingen, of zoo men wil medewerkers, laten geene gelegenheid voorbijgaan, om het Vlaamsch grondbeginsel krachtdadig te steunen. Zulk een verschijnsel mag men verblijdend heeten; waar zóó gewerkt wordt, daar moet de zaak vooruit.
Toon-Schilders. |
|