De Vlaamsche Kunstbode. Jaargang 12
(1882)– [tijdschrift] Vlaamsche Kunstbode, De– Auteursrechtvrij
[pagina 137]
| |
Muzikaal overzicht.Te Gent werden onlangs eenige volksconcerten gegeven, die veel bijval genoten. Die muziekuitvoeringen schijnen derwijze ingericht te zijn, dat men zich bepaald aan iets duurzaams zal mogen verwachten. De Heer Beyer, professor bij het Gentsche Conservatorium, staat aan het hoofd dezer concerten. Het orkest, samengesteld uit de leden der Toonkunstenaarsvereeniging, voerde reeds met veel zorg menig merkwaardig muziekgewrocht uit, waaronder stukken van Hendrik Waalput, professor van harmonie bij de Antwerpsche Muziekschool. Het Openingsstuk en de Droom uit het lyrisch drama Stella, alsook het openingsstuk Hulde aan Conscience verwierven eenen grooten bijval. Eene aanmerking: Waarom worden de programma's dezer feesten in het Fransch opgesteld? Zou het comiteit der Volksconcerten bang wezen dat het Gentsche volk de taal van Artevelde niet meer verstaat, of zou dit slechts eene toegevendheid zijn aan het vooroordeel der hoogere standen, bij welke het Vlaamsch zorgvuldig schijnt gebannen te zijn? Overigens in Gent schijnen op muzikaal gebied wonderbare dingen te gebeuren. Zoo zegt men dat zekere maatschappijen, welke vroeger groote diensten aan de Vlaamsche zaak bewezen, en - laat het ons hopen - nog zullen bewijzen, tegenwoordig hun best doen om hunne leden allerhande Fransche operas en operetten te laten instudeeren en opvoeren. Is dit werkelijk zoo, dan vragen wij ons af, waar wij met zulkeen stelsel naartoe gaan? Is het dan nog niet genoeg, dat onze Vlaamsche steden grootendeels onder den invloed staan van Fransche operatheaters, en moeten onze Vlaamsche maatschappijen dien invloed nog vergrooten? Niet dat wij de opvoering van Fransche werken vijandig zijn - voor zooverre die op het gebied van het oratorio of ander concertwerken blijven - maar den tijd doorbrengen met dingen, die men in de schouwburgen zien en hooren kan, schijnt ons wat al te ver buiten het perk der werkzaamheden eener zangmaatschappij te treden. Dat de zangerskringen derhalve de gewrochten hunner Vlaamsche landgenooten ten gehoore brengen, daardoor zullen zij de nationale kunst - en terzelfdertijd de kunstenaars - aanmoedigen en doen kennen en liefhebben. Te Antwerpen is het onder menig opzicht veel beter gesteld. De Muziekschool in hare abonnementsconcerten brengt telkens een zeker getal nationale gewrochten op haar programma. Ook de muziekmaatschappij Société de Musique voldoet in ruime mate aan de eischen van den nationalen wensch. | |
[pagina 138]
| |
De muziekschool, in haar 3e abonnementconcert van Zaterdag, 11en dezer, vergastte ons op de Pastoraal-symfonie van L. van Beethoven; de gekende Vlaamsche zanger Blauwaert droeg, met begeleiding van orkest, de Philips van Artevelde van Gevaert voor, terwijl tot slot het feeststuk: Hulde aan Conscience van H. Waalput ten gehoore werd gebracht.Ga naar voetnoot(1) Groot was de bijval voor al de werken, zoowel als voor de uitvoering. Maar vraagt men zich wel af ten koste van hoeveel inspanning en opoffering Peter Benoit tot dergelijken uitslag geraakt, en hoe diep de instudeering is der stukken, welke onder zijne leiding worden uitgevoerd? Hoe jammer is het dan ook dat het orkest niet met eenige bijzondere instrumenten kan vermeerderd worden, dan voorzeker zou men de uitvoeringen der Muziekschool ideaal in den vollen zin des woords mogen noemen. Doch dat zal ook wel komen: wij willen nog wat geduld hebben; wij weten dat Benoit onvervaard zijne werkzaamheden voortzet, en wij hebben de overtuiging dat het Vlaamsche Conservatorium welhaast, indien de stad Antwerpen medewerkt, eene wezentlijkheid zal zijn. Op Maandag, 13en dezer, noodigde de Société de Musique hare leden uit op een muzikalen avondstond, waarvan het programma was: 1e Magnificat (J.S. Bach); 2e Melodie (Schumann), an der Wiege en Auf den Eise, (Golterman) drie stukjes voor vioolcel en pianoforte; 3e Gister avond, lied (Huberti); 4e Ballade (Ch. de Beriot), Wals (Stephen Heller), beide voor pianoforte; 5e Het Meiken, lied (W.F.G. Nicolaï) 6e Liebeslieder (Johannes Brahms) en 7e Slotkoor van het tweede deel uit het oratorio Bonifacius. (Nicolaï) Men ziet 't was eene puike en uitgelezene muziekkaart.Ga naar voetnoot(2) Deze avondstonden onderscheiden zich van de concerten, door dat de eerste enkel met begeleiding van pianoforte gebeuren. - Die avondstonden zijn telkens eene belangrijke optreding van het koor, dat alsdan zijne fijne kleurschakeeringen aan den dag kan brengen, iets wat moeilijk uit kan komen bij eene orkestbegeleiding, hoe passend die dan ook zij. Op het volgende concert der Société de Musique zal men onder andere: De Zweedsche Nachtegaal (Gedicht van de Geyter, muziek van Nicolaï) ten gehoore brengen. Reeds lang verwacht dit gewrocht zijne beurt, maar de opvoering der reeks opgestelde programmas maakte dit echter tot hiertoe onmogelijk. Wij zien telkens de uitvoering der gewrochten van den beroemden Noord-Nederlandschen Nicolaï met ongeduld te gemoet. Vooreerst om | |
[pagina 139]
| |
de groote waarde zijner werken; ten tweede, om de uitstekende diensten, welke hij aan onze Zuid-Nederlandsche komponisten in Noord-Nederland bewijst. Indien ons Staatsbestuur er toe besloot aan onzen Koning den heer Nicolaï tot eene benoeming in zijne orde voor te stellen, zou dit feit in Zuid en Noord eene algemeene aanerkenning en goedkeuring te gemoet mogen zien. Reeds menigmaal mochten wij deel nemen aan de vereering van Fransche en Duitsche kunstenaars; waarom nu niet eenen noorderbroeder eene onderscheiding toegekend, onderscheiding welke niet alleen Noord, maar ook Zuid Nederland vereeren zou?- Plaatsgebrek doet ons hetgeen wij te zeggen hebben over de inrichting van eenen muzikalen Verbeteringsraad in Brussel, verschuiven tot ons volgend nummer. Bepalen wij ons vooralsnog met aan te stippen, dat dergelijke inrichting eenen grooten stap aan de vaderlandsche toonkunst kan doen vooruitgaan, indien hare werkzaamheden op bepaalden nationalen grond berusten. Over het nationaal concert van het Brusselsch Conservatorium (50ste verjaardag zijner stichting) zullen wij insgelijks in onze volgende aflevering breedvoerig handelen. |
|