Mev. Marie Verstraeten. Haar afscheid van het Antwerpsch Tooneel.
Alvorens Antwerpen te verlaten heeft Mevrouw Marie Verstraeten afscheid willen nemen van het publiek, dat getuige was geweest van haar eerste optreden, dat met toegevendheid hare eerste stappen in de tooneelwereld ondersteunde, met de meeste belangstelling hare rassche vorderingen volgde en haar ten laatste zoo menigvuldige bewijzen van genegenheid, bewondering en hoogschatting schonk.
Met dit inzicht had zij eene bijzondere vertooning ingericht, welke op 25 Mei ll. in den Nederlandschen Schouwburg gegeven werd, en die, ondanks de algemeene repetitie van het festival Liszt, welke dien zelfden avond plaats had, eene nog al wel bezette zaal had bijeengebracht. Wij betreuren alleenlijk dat, buiten een drietal Flaminganten, de anderen schitterden door hunne afwezigheid en deze gelegenheid hebben laten ontsnappen, om aan eene vrouw van wezenlijke verdiensten en een krachtigen medesteun aan ons Nederlandsch tooneel, eene laatste hulde te bewijzen.
De vertooning was samengesteld uit de Liersche Schapenkop, tooneelspel in 1 bedrijf, Blinde Valeria, tooneelspel in 3 bedrijven en De Parijsche Griset, blijspel in 1 bedrijf, drij stukken, best geschikt om de verschillende gaven als tooneelkunstenares van Mev. Marie Verstraeten te doen uitschijnen.
Inderdaad! In de Liersche Schapenkop vervulde zij eene rol van ingénue. Het ware moeielijk met meer bevalligheid, kinderlijke eenvoudigheid en schalksche naïveteit te spelen dan zij het deed; men moet waarlijk een verstokte booswicht zijn als Frederik Terbeke, om zich niet dadelijk door de lieftalligheid en bekoorlijkheid van Helena te laten innemen, en hare belangstelling in zijnen persoon met de vurigste liefde te vergelden.
In Blinde Valeria trad Mev. Marie Verstraeten op als eerste jonge rol en waarlijk met evenveel talent. Hoe goed had zij het karakter van dit ongelukkige meisje bestudeerd tot in zijne kleinste bijzonderheden; hoe wist zij door haar meesterlijk spel, de verschillende en ras op elkander volgende gedaanten met kleur en waarheid weer te geven; nu zacht, lief en beminnend, dan vol twijfel, geprikkeld door de jaloezij en woedend als eene leeuwin, die enkel op wraak is bedacht.
Haar bijval in deze rol was zeer groot en meer dan één toeschouwer betreurde, dat men in den loop van den winter niet meer voordeel had weten te trekken uit de krachten, waarover Mev. Marie Verstraeten beschikt en haar niet in die rollen heeft doen optreden (eerste jonge rollen) waaraan het Fransch repertorium, dat men dan toch bij voorkeur kiest, zoo rijk is.
Groot was de tegenstelling der rol van Augustine in de Parijsche Griset; thans was zij, als eene goede soubrette past, vroolijk, opge-