artisten van onzen tijd met meer vrijheid, meer waarheid en gevoel, vooral in het landschap zooveel verschillende natuur-indrukken op het doek brengen. Nu blijve hun toch de raad gegeven: zich voor overdrijving te hoeden.
Het spijt mij dat ik slechts oppervlakkig de Tentoonstelling in den Cercle gezien heb en ook door plaatsgebrek kort moet wezen.
In de eerste plaats moet ik met lof spreken van den heer Th. Verstraeten, die het grootste getal schilderijen heeft ingezonden. Het Gezicht op Luik is vol waarheid en schoon van kleur. Ook zijn Zomeravond, Herfst, Sneeuwgezicht en het Gezicht te Scheveningen, dit alles zijn verdienstelijke indrukken.
Het Koewachtstertje van den heer E. Claus is schoon van uitdrukking en flink geschilderd; zijn Landschap met water te Namen is juist van toon, de massa's van het mastenbosch zijn waar van kleur; evenzoo is zijn Zeegezicht met waarheid teruggegeven.
De morgen op de Schelde van den heer Hens is een verdienstelijk schilderstuk. De heer Guiette heeft verschillende landschappen tentoongesteld, die goed van opvatting en lijnen zijn. Men kan zien dat Guiette onder de leiding van Verstraeten gewerkt heeft. Ik geloof dat men dezen jongen schilder (M. Guiette) mag aanraden om meer zijne eigene indrukken te volgen.
Verder moeten nog genoemd worden: een Landschap van den heer Janssens dat vele goede qualiteiten heeft, een Avond van den heer Vangeneijen, eene Heide van den heer Verdonck, een binnenhuis van den heer Lambeaux en de maanlichten van de heeren Moerenhout en Simons. Ten slotte moet ik met lof spreken van de aquarellen door den heer Seghers. Gaarne hadden wij ook aquarellen van den heer Claus gezien, die onlangs eervol benoemd is tot lid der ‘Koninklijke Maatschappij van Aquarellisten’ te Brussel, ter vervanging van den talentvollen en diep betreurenden kunstschilder Huberti.
Moderatus.