| |
| |
| |
Kroniek.
Tooneel- en letterkunde.
- Ons Staatsbestuur heeft, uit het fonds ter aanmoediging der nationale letterkunde, jaarlijks eene som toegestaan van frs. 4000, ten voordeele der uitgave van het groot Woordenboek der Nederlandsche Taal. De heer Prof. Heremans is tot secretaris der commissie benoemd.
- Op de jaarlijksche algemeene vergadering van het Willemsfonds, dezer dagen te Gent gehouden, werd beslist dat de zetel van het hoofdbestuur in Gent blijven zal. Aan de dagorde stond o.a. de verkiezing van zes bestuurleden. Werden gekozen: de heeren L. Van Aalbroeck, Ern. De Bast, Van Wilder, Retsin, Imbroeck en Dr. Am. De Vos. Met leedwezen vernam men echter dat de heer Julius Vuylsteke, die aan het Fonds zulke gewichtige diensten bewees, wegens ongunstigen gezondheidstoestand zijn ontslag als algemeene secretaris heeft gegeven. Prof. Gondry werd tot zijn opvolger gekozen.
- Met innig genoegen vernemen wij, door een bericht in Het Volksbelang van Gent, dat de raad van beheer der vrije Hoogeschool van Brussel, den leeraarstoel van Nederlandsche taal- en letterkunde aan Dr Alfons Willems opgedragen heeft. Betere keus kon zeker niet gedaan worden. De heer Alf. Willems is een uitstekend philoloog, en als schrijver van zijn prachtig werk over de Elzeviers is hij in de geleerde wereld van gansch Europa hooggeschat.
- Een comiteit is tot stand gekomen, om een monument aan Van Duyse op te richten, en wel te Dendermonde, 's dichters geboorteplaats. - Men hoopt dat deze laattijdige hulde aan Van Duyse, vergezeld zal gaan van de uitgave eener keuze uit 's mans dichterlijke werken.
- Het nieuw drama der heeren Hendrickx en de Tière ‘Roosje van den Veldwachter’ werd te Brussel en te Gent met bijval opgevoerd.
| |
| |
- In vervanging van het Letterkundig Jaarboekje, dat met den dood van Vader Rens onderbleef, wordt thans door een westvlaamschen uitgever, den heer De Seyn-Verhougstate van Rousselare een Letterkundig Album gesticht, waarvan de eerste bundel met Nieuwjaar 1881 verschijnen zal. Naast bijdragen van ‘onze voornaamste dichters en prozaschrijvers’ zal het werk ook een portret in koperets bevatten.
- In de Bibliothèque Universelle et Revue Suisse verscheen eene fransche, en in de Deutsche Rundschau eene Duitsche novelle-vertaling naar Mej. Loveling.
- Het Atheneum meldt dat een bundel gedichten van Robert Burns, in eigen manuscript van den dichter, is aangeboden voor het Burns-monument te Ayr.
- De heer Ch. de la Mar heeft Cremer's roman ‘Tooneel- spelers’ tot een drama omgewerkt, waarin de schrijver zelf de hoofdrol zal vervullen.
- Op 16 Maart 1881 zal in Nederland de 300sten verjaring van Hooft's geboortedag plechtig worden gevierd. De commissie heeft besloten te Amsterdam in het huis waar de beroemde dichter woonde, eenen gedenksteen te plaatsen. Alsdan zou ook Hooft's blijspel Warenar worden opgevoerd, en een fragment uit zijn Granida. - De groote zaal van het slot te Muiden zal te dezer gelegenheid geheel worden gerestaureerd.
- De heer Gerard Keller, lid der ‘Cremer-Commissie’ heeft aan al de vrienden en vereerders van den diepbetreurden volksschrijver eenen oproep gericht, om het werk der oprichting van een gedenkteeken aan Cremer te ondersteunen.
- Richard Wagner heeft eene brochuur geschreven, getiteld ‘Religion und Kunst.’
- Sarah Bernhardt, die tegenwoordig in America furor maakt, zal dezen winter nog eene reeks voorstellingen in Belgie geven. - Men spreekt ook van een bezoek der wereldberoemde Mevr. Ristori, die, zegt men, eerlang eene kunstreis door Holland en Belgie maakt.
- Mej. Jeanne De Groot zal te Rotterdam debuteeren in
| |
| |
Kabaal en Liefde. Naar men zegt, is ook eene opvoering van Mina von Barnhelm in uitzicht.
- De Meiningers zullen in Mei 1881 eene reeks van gastvoorstellingen te Londen gaan geven; zij hebben met de directie van Drury Lane een contract gesloten.
- Aan Alexander Dumas père zal een standbeeld worden opgericht, dat door Chapu wordt vervaardigd.
- Een nieuw tooneelwerk van Erckmann-Chatrian, getiteld Les Fiancés, zal denkelijk voor hen eerst te Brussel het voetlicht zien. De directie van den Parkschouwburg is reeds in onderhandeling met de schrijvers.
- Emile Zola heeft in zijn ‘Figaro-artikel’ Victor Hugo's nieuw dichtwerk - dat ten leste toch l'Ane blijkt te heeten - deerlijk afgetakeld. ‘Nooit, in de slechtste tijden onzer letterkunde, zoo schrijft hij o.a., nooit werd een barokker werk te voorschijn gebracht. De dichter spreidt eene overweldigende geleerdheid ten toon, eene geleerdheid, die bestaat in het opdelven van namen en feiten, aan het publiek onbekend. Zijn ezel heeft alles gelezen en gestudeerd; het denk beeld van een ezel tot hoofdpersoon te kiezen is niet bijzonder oorsponkelijk of verheven, maar dat is den schrijver geoorloofd. La Fontaine zou er een mooie fabel, Voltaire een keurige “conte” van hebben gemaakt. Maar Victor Hugo vult daarmede tweeduizend regels. Stel u voor alle gemeenplaatsen, die sedert eeuwen slingeren, over de nietigheid der wetenschap en de zwakheid des menschen, rijg die aaneen op goed geluk, voeg er de dwaasste uitwijdingen tusschen, herhaal dezelfde oude gedachten drie bladzijden in de meest verbazingwekkende verzen, en gij zult u een denkbeeld kunnen maken van dezen “comble” van dwaasheid en banaliteit. Hier en daar treedt de dichter op, dan wordt het herkauwen zelfs verheven. Men heeft dan tegelijk Calino en Jesaja. Maar soms wordt het onleesbaar. Geene vrouw zal het gedicht tot het einde toe lezen. Wat mij aangaat, ik meende “Malbrough s'ed va-t-en guerre” te hooren, gesteld op de bazuinen van het laatste oordeel?...’
- In den loop dezer maand zal bij de firma C. Kegan Paul
| |
| |
and Co. te Londen een nieuwe bundel balladen en andere gedichten van Tennyson verschijnen. Er zullen, zegt men' verscheidene ‘English Idylles’ en gedichten in het (Englesch) Moordsche dialect, in het genre van The Northern farmer, in voorkomen.
- De Grieksche gezant aan het hof te Berlijn, Alexander Riza Raugabé. een der voornaamste der hedendaagsche Grieksche dichters, heeft een treurspel in 5 bedrijven, getiteld Dukas, geschreven. Dit gedicht, waarvan de handeling in het begin der 1de eeuw te Konstantinopel speelt, is in de Duitsche taal overgebracht door O.A. Ellissen, er zal eerstdaags verschijnen bij S. Schotländer te Breslau. (M. 4.)
- Julius W. Braun zal uitgeven eene verzameling der kritieken, welke in de Duitsche tijdschriften van 1770-1834 verschenen over de dramatische werken van Goethe en Schiller. De verzameling zal zeer belangrijk zijn, maar minder vermakelijk om te lezen: twee dikke boekdeelen met oude kritieken van werken, over welke ieder ontwikkeld mensch leerde oordeelen. Zelf hetgeen 't opmerkelijkst schijnen kon in sommige van die kritieken, is het beschaafd publiek niet onbekend. Dit weet, dat er groot verschil van richting en smaak bestond b.v. tusschen Voss en Schiller, en dat de werken van het laatste hevig werden aangevallen in de courant van den eerste. Of het publiek er nu ook vermaak zal instellen, die aanvallen zelve te lezen - dat is de quaestie.
| |
Toonkunde.
- Een zoo omvangrijk als belangwekkend programma bood ons op haar tweede Concert de reeds zoo eervol bekende toonkunstenaars-vereeniging ‘Antwerpen's Muzikale kring’: Het eerste deel van Beethoven's heerlijke Vde Symfonie; - eene Suite voor orkest (wat al te fransch van stijl) door Ed. Croegaert, en van denzelfden veelbelovenden componist eene verdienstelijke Ouverture, die veel meer den vlaamschen stempel draagt. Verder een paar operafragmenten, niet onverdienstelijk gezongen door Mej. Potel; een knap concerto voor violoncel van onzen landgenoot Julius De Swert, en voorgedragen door een uitmuntenden kunstenaar,
| |
| |
den heer Jacobs, violoncel-solo bij het Théâtre de la Monnaîe te Brussel, en eindelijk de Ouverture alsook het grootste gedeelte der muziek van Benoit's lyrisch drama Charlotte Corday. Zooals gewoonlijk oefende deze echt dramatische muziek haren veroverenden invloed uît, dank aan eene uitstekend verzorgde uitvoering. De bestuurder M. Constant Lenaerts - een oud leerling van Benoit - heeft zich op onberispelijke wijze van zijne gewichtige taak gekweten. 't Is een knap dirigent.
- Door de Nederlandsche Toonkunstenaars-vereeniging werd onlangs te Dordrecht met veel bijval Benoit's Charlotte Corday-Ouverture, alsook De Kathelyne tengehoore gebracht. Het belangwekkend programma bevatte verder een Concertstuk van Vieuxtemps en twee pereltjes uit Berlioz' Damnation de Faust, fragmenten uit Sylvia van Delibes, eenige keurige liederen van Brandts Buys en de Hartog, en eene Suite voor orkest, door een veelbelovenden leerling van Nicolaï.
De Dordrechtsche Courant stipt op bijzondere wijze den overgrooten bijval aan, dien onze gevierde kunstzangeres Mevr. de Give Ledelier op dat Concert heeft behaald. Niet alleen trad zij op met de titelpartij van Joncfrou Kathelyne, maar zij was het die in de even vermelde liederen haar gekend talent deed schitteren. ‘Zij was, zegt het blad, eigentlijk de held van den avond.’ - De violoncellist die Vieuxtemps' stuk vertolkte, de heer Vosmar uit Utrecht, kweet zich goed van zijne moeielijke taak. Het is bekend dat dit Concerto voor vioolcel ofschoon zeer muzikaal opgevat, vrij ondankbaar geschreven is voor dit instrument. Het talent van den cellist wist zich nogtans flink te doen gelden. - Het Stumpff-Orkest uit Amsterdam ‘fungeerde’ als Symphonie-massa. De heer Stumpff dirigeerde met veel talent de stukken van Berlioz en Delibes, terwijl de heer Vanderlinden, de knappe kapelmeester van Dordrecht, enkel de begeleidende instrumentale muziek voor zich gehouden had.
- Op 1 December e.k. zal in den Haag de eerste uitvoering van ‘De Zweedsche Muze’ van de Geyter en Nicolaï plaats hebben, en wel op het feest dat door de
| |
| |
Toekomst ter eere harer stichteres de beroemde Jenny Lind wordt gevierd. Daarbij komt ook (2de uitvoering in den Haag) het Kinder-Oratoriem van de Geyter en Benoit, dat in den loop van den winter, onder directie van Brandts-Buijs, ook in Rotterdam zal worden heruitgevoerd.
| |
Beeldende kunsten.
- Op de tentoonstelling, die verleden maand (van 17 tot 19 october) in den Cercle plaats had, werden vooral opgemerkt de tafereelen van Dijckmans, Van der Ouderaa, Stobbaerts, P. Neuckens, L. Van Haevermaet, Th. Verstraeten, Abry, Van den Bergh, enz. Als beeldhouwers behaalden de heeren Joris en Van Beurden, vooral de eerstgenoemde, een vleienden bijval. Verder zag men met genoegen eene reeks akwarellen van H. Segers en enkele gravuren van M. Vermeiren. Doch wat vooral de belangstelling der vrij talrijke bezoekers opwekte, was het prachtig album sterkwaterplaten, door den Kring der Antwerpsche Aquafortisten tentoongesteld. Daarin munten bijzonder uit de stukken van Verlat, Lamorinière, Elsen, Schaefels en anderen.
- De professors der Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten te Antwerpen hebben aan den heer Nic. De Keyser zijn door Michiels gegraveerd portret aangeboden, als herinnering aan de 24 jaren, die de meester als bestuurder der Academie heeft doorgebracht. Het portret schijnt een meesterstuk van gravuur te wezen.
- De Duitsche dagbladen melden, dat eene schilderij van Titiaan gevonden is, en wel een levensgroot portret van de gemalin van Keizer Karel den Vijfde. De schilderij hing in een gang van het slot Ambras en was door niemand opgemerkt, tot het de aandacht trok van dr. Ilg, die het met andere voor het museum in Belvedere naar Weenen zond. De gelukkige vinder zou afdoende bewijzen hebben voor de echtheid der schilderij.
| |
Vlaamsche taalbelangen.
- Het Volksbelang van Gent, sprekend over eene merkwaardige redevoering door Minister Rolin-Jacquemyns, onlangs te Dixmude, in het Nederlandsch, de taal der bevolking, gehouden, voegt er de volgende zeer gegronde bemerkingen bij: ‘Ofschoon in elk
| |
| |
ander land zoo iets niets anders dan geheel natuurlijk zou schijnen, moeten wij evenwel onzen geachten stadgenoot prijzen, omdat hij met eene voor ons Vlamingen vernederende gewoonte in het openbaar afgebroken heeft. Wij weten wel dat het verstooten onzer taal door hoogere en lagere beambten meestal niet aan minachting, maar eerder aan onbekwaamheid te wijten is; niettemin is het bedroevend. In hoogere kringen schijnt men nog niet genoeg te begrijpen dat de openbare overheden het Vlaamsch volk veel inniger aan de regeering zouden verbinden, indien zij bij elke gelegenheid dat volk in zijne eigene en niet in eene vreemde taal aanspraken.
‘Een vorst, die deze waarheid volkomen begrijpt, is de Keizer van Oostenrijk. Ook is er geen in Europa, die zoo bemind wordt; zijn persoon is de band, waardoor de verschillende staten van dat uitgebreid en bont rijk samengehouden worden.
‘Dezer dagen bezocht hij Gallicië, eene provincie, die bij de deeling van Polen aan Maria-Theresia toeviel. Overal sprak Frans-Jozef de landstaal, het Poolsch, eene zeer moeielijke spraak, vooral voor iemand die in eene andere streek geboren is. Daardoor won hij zoodanig de genegenheid der inwoners, dat zij voortaan met hart en ziel aan het Habsburgsch stamhuis verkleefd zullen zijn en van geene scheuring zullen willen hooren.’
- De heer L. Van der Kinderen, de gevierde schrijver van Le siècle des Artevelde, heeft in zijne openingsrede als rector der Vrije Hoogeschool te Brussel, met kracht en overtuiging de Vlaamsche Taalbelangen verdedigd.
- 's Konings Troonrede is in den Moniteur Belge ook in 't Nederlandsch verschenen, en wel op de eerste bladzijde, gelijktijdig met den franschen tekst.
- Door het Willemsfonds, zal nogmaals bij het ministerie worden aangedrongen om in middelbare scholen, athenaea en colleges niet alleen het Nederlandsch als leervak in zijn volle recht te herstellen, maar het ook in te voeren als taal van het onderwijs. Eene Commissie van bevoegde personen werd door de Algemeene Vergadering benoemd, en belast om bepaald
| |
| |
aan te duiden, welke leervakken, in dezen tegenwoordigen staat van zaken, of binnen den korst mogelijken tijd, bij middel der moedertaal zouden kunnen onderwezen worden.
- In de Revue politique et littéraire van Parijs verscheen onlangs over de scheiding der Nederlanden een artikel, dat, naast enkele meerendeels gegronde beschouwingen op staatkundig gebied, de volgende schier ongelooflijke conclusie bevat:
‘Al wat wij wenschen is dat Holland, de fransche elementen verloren hebbende die het bevatte ten gevolge van de vereeniging met België, niet te veel uitsluitend germaansch worde en dat België zelf, min jaloersch over zijnen franschen oorsprong (sic!) sedert dat het gescheiden is van zijne geburen van germaanschen oorsprong, zich niet te veel late beheerschen door zijne vlaamsche binnenlandsche bestanddeelen. De overdrevene uitbreiding der vlaamsche taal en cultuur zou België, langs eenen anderen weg, terug leiden naar het germanism dat het verworpen heeft in 1830; het zou een germanism zijn meer uitsluitend en minder verdragelijk van dat, welk, vóór 1830, bij Belgiè vertegenwoordigd was door de Hollanders en het huis van Nassauwen.’
Daarop antwoorden wij met het Volksbelang:
‘Neen, waarde vriend, wij willen België niet germaniseeren: maar wij vragen dat men ons niet verfransche. Wij betreuren de scheiding van 1830, niet omdat wij belet zijn de Walen te germaniseeren, maar omdat de Walen ons verfranschen en dat het gevoel onzer nationaliteit, het belang en het bestaan van het vlaamsche volk krachtdadig eischen dat, in Vlaanderen het Vlaamsch element, niet de uiterst kleine franschgezinde minderheid, heersche, hetgeen samengevat is in die zinrijke woorden: In Vlaanderen Vlaamsch.’
| |
Nécrologie.
Bart. Joh. Van Hove, beroemde decoratie-schilder, de Nestor der nederlandsche schilders, overleden te 's Hage, in den ouderdom van ruim 90 jaren. Talrijk zijn de decors, die hij voor het tooneel leverde, en allen getuigen van zeer veel talent, vooral in het opzicht der perspectief. Hij bekwam een groot getal eermetalen o.a. in Felix Meritis te Amsterdam, in Pictura te Dordrecht, voorts te Gent, te Douai, en onlangs bij de Rubensfeesten te Antwerpen. Van Hove heeft talrijke leerlingen gevormd, die sedert lang zich met roem hebben doen kennen, zooals o.a. Bosboom en Verveer. Hij was ridder der Eikenkroon en van den gouden leeuw van Nassau.
| |
| |
| |
Nieuwe uitgaven.
Een welopgevoede Dochter, door Hendrik Conscience Antwerpen bij Van Dieren. |
De Werkstaking. Geprimeerd drama in 4 bedrijven, door Edm De Geest. Lokeren, drukkerij van de Wed. De Smet-Themon. |
Jaarboek van het Willemsfonds voor 1881. Gent bij J. Vuylsteke. |
Alleen in de wereld. Roman door Aug. Snieders Uitgave van het Davidfonds. Prijs 3 fr. |
Onze Helden van 1302, door Ad. Duclos Pbr. Eene studie over hunne daden en hunnen geest in verband met de voortijden. Brugge, drukkerij van De Zuttere-Van Kersschaver. Uitgave van het Davidsfonds. |
Hendrik Groenlandt. Historische schets door P.P. Denys. Nieuwe vermeerderde uitgave. Roeselare, bij Jul. De Meester. |
Romantische werken van Mevrouw A.L.G. Bosboom-Toussaint. Nieuwe uitgave in circa 30 afleveringen van minstens 96 bladz. aan 75 cent. per aflevering. Men schrijft in bij De Seyn-Verhougstraten, te Roeselare. |
Nemesis. Eene kerstvertelling door Dr C.E. Van Koetsveld. Schoonhoven bij Van Nooten en Zoon. |
De Zoon van Kaper, door F.H. Van Leent. Arnhem bij Stenfert Kroese. |
Pourquoi un Conservatoire flamand? A propos des Fêtes de 1880, par Emile Lefèvre, membre de l'Academie de Reims. Anvers Mees et Cie, 1880. |
| |
Aangekondigd.
Vlaamsch Letterkundig Album. Jaarboek voor 1881. Roeselare bij De Seyn-Verhougstrate. Prijs 3 fr. |
Ochtendliederen en Middagzangen. Een nieuwe dichtbundel van Mej. Louise Stratenus. |
Italie. Reisherinneringen door Max Rooses. |
Van Peene's Tooneelwerken. Nieuwe uitgaaf in reeksen van zes tooneelstukken. Gent bij Snoeck en Cie. |
Mijmeringen. Gedichten van Gust. Rens. Gent. |
Lentesotternijen. Gedichten van Pol De Mont. Met een portret (van den schrijver?) door Em. Claus. Gent bij Ad. Hoste. |
Het lied van Hiawatha van Longfellow. Vertaald door G. Gezelle en E. Lauwers. |
|
|