Deze Triomfmarsch en ook de Nationale Trilogie: Kinder-oratorio, Volks-oratorio en Vaderlandsch oratorio - aan welk laatste werk de meester thans de laatste hand legt - zonder het principale gewicht te bezitten van de Trilogie: Lucifer, Schelde en Oorlog, die ten grondslag ligt aan de Vlaamsche muziekschool, zijn daarom niettemin werken van eene wezenlijke kunstbeteekenis. Fantazijwerken zoo men wil, maar toch rechtstreeksche en natuurlijke uitvloeisels van het princiep, dat zich met verrassende en onloochenbare kracht imposeerde in de laatstgemelde trilogie.
De Triomfmarsch (geschreven voor de open lucht en voor een drijvoudig monsterorkest, omvattende al de karakteristieke middelen die wij bezitten: de Fanfare, de Harmonie, de Symphonie en het Koor) is in drij wèl afgeteekende perioden verdeeld.
De eerste periode, voor orkest alleen, is de eigentlijke Jubelmarsch: het Nationaliteitsgevoel, leidende tot vóór den troon van België's Genius de scharen, die elk het hunne medebrengen tot verheerlijking van het Vaderland.
Een uitbundig jubelend thema opent het werk op een algemeen fortissimo der drij orkesten; dit brengt den aanhoorder met éénen slag teenemaal in de stemming waarin heel het werk is opgevat. Hierop volgt een schel en flink rythmiek motief der trompetten uit de twee orkestvleugels, op blijlachende trillen van picolos, terwijl al het basgetuig zich losschudt in onrustig trappelend contrapunt. Dit motief komt onvoorziens neer op een vurigen zet der cellos, door zijn sympathieken zwaai contrasteerend met het voorgaande.
Benoit's artistieke tuchteloosheid heeft hier een dialoog in drijstemmingen imitatie-vorm geplaatst, waarvan het motief geregeld eene maat te vroeg invalt, en dus, volgens de wet der imitatie, den vorm die vier maten beslaat verwringt tot een vorm van drij. Dit strijdt tegen al de door het gebruik gewijde traditien, die eischen dat alle pasvormen per paarmaten worden gescandeerd... Haro!... 't Is wel waar dat die tuchtloosheid dien zet doet tintelen van leven en losheid, maar... de traditien vooral, zal men zeggen, voornamelijk te Brussel! - Dit dialoog ontwikkelt zich eigenaardig en met een dartele