Brieven uit Zuid-Nederland.
Ik herinner mij dat ik u nog een woordje schuldig ben over het laatste Concert van het Gentsch Conservatorium.
Het programma was hoofdzakelijk uit instrumentale muziek samengesteld, terwijl de zang (tot algemeene teleurstelling) er eene onbeduidende plaats innam.
In het eerste gedeelte een koor uit het opera ‘Echo en Narcissus’ van Gluck, dat werd opgevoerd in 1779 en het laatste werk is van dien beroemden toondichter.
Het symphoniek gedeelte bestond uit de volgende stukken:
1o Eene ouverture van Mendelssohn; 2o Een concerto voor piano van Beethoven; 3o Eene marsch van Moszkowski. En in het tweede gedeelte: 1o Eene symphonie van Beethoven; 2o Stukken voor piano door Moszkowski.
De heer Moszkowski, die eigenlijk de ‘great attraction’ van het Concert was, is een van de knapste pianisten die wij ooit in Gent gehoord hebben. Ofschoon nog jong, mag hij reeds een groot kunstenaar heeten, een man waarop de muziekschool van Dresden en Berlin, waar hij leerling is geweest, fier mag om zijn. Overgroot is hier zijn bijval geweest, en aan eerbewijzen van allen aard heeft het hem niet ontbroken.
***
Het reeds lang aangekondigd Concert van het Willemsmannenkoor had verleden maand, in de groote zaal van den Casino, plaats.
Mejuffer Blanche Descamps en de heeren Soulacroix en Massard, drie artisten van den Muntschouwburg van Brussel, verleenden hunne gewaardeerde medewerking. Verder had men den heer Buysse, een talentvolle flutist, en de fanfarenmaatschappij ‘Le Progrès,’ benevens een 150 tal kinderen onzer stadsscholen, die gezamentlijk met de leden van het Willemsmannenkoor en de fantaren, eene cantate van Ed. Blaes uitvoerden. Dit laatste gedeelte van het concert. Hymne aan de toekomst, gedicht van onzen vriend en stadsgenoot Th. Coopman, was het éénige vlaamsche stuk van geheel het programma.
Eene zoo machtige koormaatschappij, die zich het ‘Willemsmannenkoor’ noemt en een totaal fransch concert geeft en dan nog met eenen door en door vlaamschen bestuurder als de componist Blaes, ziedaar iets dat ons pijnlijk heeft verwonderd! Maar zijn wij, Vlamingen, nu toch niet te veel-eischend? Waren de groote plakbrieven en de programma's niet in de Nederlandsche taal? Dàt heeft meester Blaes toch kunnen verkrijgen, en is 't al niet veel?!...