| |
Kroniek.
Tooneel- en letterkunde.
- Prijskampen. - De Vlaamsche Broederbond van Brugge heeft eene prijsvraag uitgeschreven, voor het opstellen van ‘een Vlaamsch lied, kunnende dienen tot ‘Maatschappelijk lied’ van genoemde vereeniging. Hoofdpunten in het gedicht: Vlaamsche taal en taalrechten, Verbroedering, Vlaamsche zeden, gehechtheid aan Vaderland en Vorst. (Vier koepletten, ieder van 8 verzen, en goed voor de muziek geschikt). - Prijs: een vergulde medalie en eene premie van 50 franken. - Stukken voor 31 Mei in te zenden.
- De Koninklijke prijs, uitgeloofd om in 1884 te worden toegekend, en waaraan alleen Belgen kunnen deelnemen, betreft De hedendaagsche Belgische Landbouwkunst in verband met staathuishoudkunde, handel en nijverheid beschouwd. Hierbij zal vooral worden rekening gehouden van de natuurlijke hulpmiddelen des gronds, van den toestand der gemeenschapswegen, de belangrijkheid van den in- of uitvoer, even als van de nabijheid der groote buitenlandsche steden, vooral van Londen, - ten einde verbeteringsmiddelen op te zoeken, waardoor de landbouwnijverheid in Belgie meer winstgevend zou kunnen gemaakt worden. - De tot dezen wedstrijd bestemde werken moeten vóór 1 Januari 1884 bij 't Ministerie van Binnenlansche zaken worden ingezonden.
- Het Internationaal Litterarisch Congres, dat in de maand Augusti e.k. te Brussel plaats grijpt, bevat de volgende afdeelingen: I. De rechten van den Schrijver. (Vertaling. Navolging. Tooneelvoorstellingen. Rechten der erfgenamen. Internationale overeenkomst). II. Maatschappelijke toestand der Schrijvers. (Lettterbonden. Wedstrijden. Aanmoedigings- en verspreidingsmiddelen. Pensioenkas. - III. De rol der
| |
| |
letterkunde in de verstandelijke ontvoogding, (Letterkundig onderwijs. Conferenciën. Lezingen. Volksbibliotheken. Letterkundige critiek. Kunst- en Tooneelcritiek). - IV. De Litteratuur als kunst beschouwd. (Classisism. Romantism. Materialism). - De Voorzitter der Regelingscommissie is de heer Eug. Van Bemmel.
- In de Gazette van Gent wordt de wensch uitgedrukt dat, ter gelegenheid der aanstaande Nationale Feesten, een Nederlandsche Schouwburg in Vlaanderen's hoofdstad zou worden opgericht. Moge 't geen ‘vrome wensch’ blijven!
- Men meldt dat ‘Jane Shore,’ het hier met zooveel bijval vertoonde drama van Frans Gittens, thans in 't Engelsch wordt vertaald, met het oog op eene eventueele opvoering in Engeland. - Dezelfde Vlaamsche schrijver werkt thans aan een nieuw drama, waarvan het onderwerp aan de geschiedenis van Nederland is ontleend.
- Eerlang verschijnt het zoo belangwekkende boek van Dr. A. Willems ‘Les Elseviers. Annales et Biographie.’ Voor de letterkundige geschiedenis der XVIIe eeuw is dit werk van groot gewicht.
- Door den dichter Edward Michels is eene keurig verzorgde vertaling uitgegeven van Roderich Benedix' lieve comedie ‘De Nieuwjaarsnacht.’ Men weet dat dit stukje ook door Van Goethem werd overgezet, en destijds te Antwerpen en te Gent vertoond.
- Dr. S. Bormans, rijksarchivaris te Namen heeft aan de Bibliotheek der Universiteit van Leiden enkele handschriften geschonken, o.a. betrekking hebbende op de St-Servaas legende.
- Prof. Paul Fredericq, hoogleeraar te Luik, is tot eerlid van het Historisch Genootschap te Utrecht benoemd.
- Een onzer vlaamsche schrijvers, de heer Jos. Staes, zet als zijne meening vooruit: dat Multatuli's Vorstenschool, althans wat de opvatting betreft, niet op oorspronkelijkheid aanspraak maken kan. ‘Er bestaat, zoo schrijft hij in een “open brief,” eene tastbare overeenkomst tusschen Vorstenschool en een verhaal getiteld Le grain de sable, voorkomend in Les contes de l'atelier van den franschen tooneel- en romanschrijver Michel Masson, een boek dat reeds van 1833 dagteekent en nadien nog dikwijls werd heruitgegeven.’
| |
| |
Daarop volgt eene korte vergelijkende opgave van den inhoud der beide stukken, ten bewijze dat Masson's verhaal aan Multatuli blijkbaar de hoofdgedachte van zijn drama heeft verschaft, ja dat deze laatste daaraan zelfs verscheidene tooneelen heeft ontleend. - De heer Staes wijst er echter op dat er een merkelijk verschil bestaat tusschen letterdieven en navolgers. Tot de laatste soort behoort volgens hem de schrijver van Vorstenschool, alhoewel dit stuk verdienstelijker behandeld is dan de bron waaraan het werd ontleend.’ Corneille, Racine, Molière, enz. hebben eveneens nagevolgd, doch dit werd door hen ronduit bekend, en de geniale schrijver van Vorstenschool ‘had ongelijk dit zijnerzijds te verwaarloozen.’
- Schimmel's nieuw drama ‘De kat van den Tower,’ (bewerkt naar zijn historischen roman Lady Calisle) is te 's Gravenhage voor het voetlicht gekomen. Het stuk heeft slechts een zeer twijfelachtig succès behaald. Het lijdt vooral aan onduidelijkheid en echt dramatische werking. Men moest, zegt een verslaggever, in de geschiedenis van Engeland op 't einde der XVIIde eeuw beter t'huis zijn dan aan de meesten gegeven is, of men moest Schimmel verdienstelijken roman tamelijk goed kennen om dit drama te kunnen verstaan. Mevr. Kleine en Mej. Josephina De Groot traden in dit stuk op, alsook de heer Louis Bouwmeester.
- Door de heeren Didier-Jacquet en J, Philipsen te Breda werd eene fransche vertaling bewerkt van Multatuli's bekend tooneelspel ‘De bruid daarboven.’ Verder hebben genoemde heeren voor de pers gereed vertalingen uit Nic. Beets, Tollens, Bilderdijk, Feyth, Hooft, den ouden heer Smits (Dr Lindo), prof. Harting, enz.
- Met veel bijval werd te Amsterdam eene door Alberdingck Thijm bewerkte vertaling Van Molière's Tartuffe opgevoerd. Eerlang komt ook The Merchant of Venise van Shakspeare aan de beurt, vertaald door Prof. Burgerdijk.
- In de Universal-Bibliothek zal eene Duitsche vertaling van Conscience's bekenden roman De Gierigaard verschijnen.
- De Duitsche Rijksdag heeft eene wetsbepaling gestemd, volgens welke de vergunning tot het uitoefenen eener tooneel-onderneming moet worden geweigerd wanneer het
| |
| |
blijkt dat deze, in een zedelijk, artistiek en financieël opzicht, de noodige vertrouwbaarheid mist.
- Het zoo gunstig bekende Hoftheater van Meiningen geeft thans te Amsterdam eene reeks voorstellingen, vooral bestaande uit stukken van Schiller, Shakespere, Lessing, Von Kleist en andere meesters der dramatische literatuur.
- Van Victor Hugo is een nieuw werk verschenen, getiteld Religion et Religions.
- Te Vlissingen zal in het huis waar Bellamy geboren werd, een marmeren gedenksteen met 's dichters beeltenis worden geplaatst.
- In de vereeniging ‘Doctrine’ zijn de jufvrouwen Josephine en Jeanne De Groot met de voordracht eeniger declamatorische stukken opgetreden. De beide zusters behaalden veel bijval; doch de Rott. Courant vraagt niet ten onrechte: ‘waarom twee Nederlandsche kunstenaressen 4 fransche stukken, 1 vertaald, en slechts één zuiver Nederlandsch stuk (Het Kerkportaal van Van Beers) voordroegen?’
- Van de hand van Dom Luiz I, koning van Portugal is te Lisabon eene vertaling van Shakspere's Merchant of Venise verschenen.
- Te Biberach in Wurtemberg, Wieland's geboorteplaats, zal aan dien beroemden Duitschen dichter een gedenkteeken worden opgericht.
- De beroemde treurspeelster Sarah Bernhardt heeft onlangs te Amsterdam, met eenige andere leden der Comédie Française, een paar galavoorstellingen gegeven. Voor elke dezer kostte eene plaats in stalles of balcon niet minder dan 15 gulden. Men speelde o.a. Phèdre en Hernani.
- De Amerikaansche romanschrijver Bret Harte is door den president der Vereenigde Staten tot consul te Glasgow aangesteld.
| |
Toonkunde.
- Prijskampen. - In den wedstrijd tot het in muziek brengen der cantate: Hulde aan het Onderwijs (van wijlen Frans De Meyere), wedstrijd uitgeschreven door de Nieuwpoortsche afdeeling van 't Willemsfonds, heeft de jury dezer dagen uitspraak gedaan. Er waren 13 parti- | |
| |
turen ter mededinging ingezonden; doch verscheidene dier stukken beantwoordden niet aan de technische voorwaarden der prijsvraag en moesten derhalve buiten wedstrijd worden gesteld. De uitgeloofde prijs werd toegekend aan de cantate nr 4. De opening van het naambriefje deed als bekroonde componist kennen den heer Brandts-Buys van Rotterdam. - Rechters waren de heeren Peter Benoit, W.G.F. Nicolaï, Richard Hol, Leo Van Gheluwe en W. Meynne.
- De koninklijke zangvereeniging Cecilia van den Haag viert op 14 en 15 Augusti e.k. de 50ste verjaring van haar bestaan, door een grooten wedstrijd van nationaal en internationaal koorgezang. Al de maatschappijen van ons land worden daarop uitgenoodigd. Diegenen welke nog geenen uitnoodigingsbrief hebben ontvangen, worden aanzocht zich te wenden tot den heer S. Lankhout, secretaris der feestcommissie te 's-Gravenhage.
- Op 1 Mei jl. werd door de Emulation van Luik Huberti's cantate ‘Oranje's Dood’ uitgevoerd, met medewerking van Blauwaert. Dit werk werd in het fransch gezongen; doch de vertaling is goed gelukt en geeft den geest van Hiel's poëma zeer getrouw weer. Huberti's muziek werd, onder zijne leiding, recht keurig uitgevoerd. Aan componist en dichter werd eene prachtige ovatie gebracht.
- Vanden Eeden werkt aan eene komische opera, getiteld Les Noces de Barberine. De tekst (ontleend aan Musset) is van twee Brusselsche schrijvers MM. Picard en Robert.
- De Zweep meent te weten dat de heer J.W. Coenen, kapelmeester aan het Paleis voor Volksvlijt te Amsterdam, te Brussel met zijn orkest eenige concerten geven zal, en wel tijdens de Nationale Tentoonstelling.
- Het programma voor het jaarlijksch Examen der Nederlandsche toonkunstenaarsvereeniging, dat in de maand Augusti e.k. te Utrecht plaats heeft, betreft de volgende vakken: I. Onderwijskunst, (instrumentaal), II. Onderwijskunst met virtuositeit (instrumentaal), III. Onderwijs in de theorie der muziek; IV. Onderwijs in de compositie; V. Onderwijs in den zang. - Zij die aan dit Examen wenschen deel te nemen, moeten zich vóór 1 Augusti schriftelijk
| |
| |
aanmelden bij den secretaris der Ned. Toonkunstenaars-vereeniging, den heer W.F.G. Nicolaï, te 's Hage.
- Van Richard Hol's oratorium David (poëzie van Hofdijk) is te Amsterdam eene door den componist bezorgde bewerking voor klavier verschenen.
| |
Beeldende kunsten.
- Prijskampen. - Aan den voorbereidenden wedstrijd voor den Prijs van Rome (schilderkunst) die op 24 April jl. te Antwerpen plaats had, hebben achttien mededingers deel genomen. De jury heeft de volgende zes tot den definitieven Prijskamp toegelaten: R. Cogghe, van Maasschroen; C.J. Van Landuit van Brussel; H. Houben, van Antwerpen; F. Charlet van Brussel; L. Van Engelen, van Lier, en E. Verbrugge van Brugge.
- De Koninklijke Academie van België schrijft eenen wedstrijd van Beeldhouwkunst uit. - Prijs: 1,000 fr. - Onderwerp: een plaatsteren standbeeld, De Lente voorstellend, en hebbende eene hoogte van 1m25 boven het voetstuk. De werken moeten bij het Secretariaat der Academie ingekomen zijn vóór 1 September 1880.
- Karel Verlat heeft zich gelast met het schilderen van het groot Nationaal Panorama, dat eerlang te Antwerpen zal worden ingericht. De Maatschappij die deze onderneming op zich neemt, heeft daartoe eene openbare actiën-inschrijving geopend.
- De Braeckeleer heeft een marmeren groep vervaardigd, getiteld: Paul en Virginie.
- De dichter Julius De Geyter is, door erfenis, in bezit gekomen van eene belangwekkende verzameling kunstvoorwerpen en schilderijen van oude meesters. Onder deze laatsten bevindt zich een heerlijk tryptiek der Vlaamsche school, vermoedelijk van Van Eyck. Dit kunstwerk stelt voor tafereelen uit het leven van Ste-Godelieve, de te Ghistel in Westvlaanderen gevierde martelares, wier legende door onze Vlaamsche dichteres Mevr. Van Ackere tot een dichtverhaal werd bewerkt.
- Sarah Bernhard heeft te Parijs eene nieuwe schilderij geexposeerd, waarvan het onderwerp - poëtisch en excentriek zooals de Rott. Courant het noemt - denken doet aan
| |
| |
een bekend tafereel van onzen Wiertz: ‘Een jong meisje bekoorlijk en schoon, ligt op eene rustbank uitgestrekt; de Dood staat achter haar en werpt over haar zijnen sluier.’
- Door de Syndicale kamer voor Kunstnijverheid te Gent wordt tegen 1 September e.k. eene internationale Tentoonstelling van Photographie ingericht, die in het Paleis der Hoogeschool plaats hebben zal. Zij omvat al de vertakkingen der Lichtteekenkunst: portretten, groepen, tafereelen, gezichten, reproductiën, photolithographies, lichtdrukken, photographie op doek, op porcelein, op glas, op ivoor, enz., toepassing der photographie op kunst, nijverheid en wetenschap, photographische toestellen, enz., enz. - Voor deze verschillige vakken worden wedstrijden, met premiën en eeremetalen, ingericht. De mededingende stukken moeten vòòr 20 Augusti worden ingezonden. Adres: M. Emile Varenbergh, Secretaris.
- Wij vernemen met belangstelling, dat er ook te Antwerpen eene Maatschappij van Sterkwatergraveerders (Aquafortistes) wordt tot stand gebracht. Onder de inrichters behooren de heeren Michiels, Verlat, Lamoriniëre, Neuckens, Cap. Verhaert, Abry, enz.
- Tot leden der Jury voor den staatswedstrijd van Schilderkunst (Prijs van Rome) werden benoemd: MM. Ballat (Brussel), Portaels (id.), Stallaert (id.). Verlat (Antwerpen), Lagye (id.), De Taeye (Leuven), Cluysenaer (Brussel), Vinçotte (id.) Th. Canneel (Gent). Tot bijgevoegde leden: MM. Bourlard (Bergen) en E. Devaux (Brussel).
| |
Vlaamsche taalbelangen.
- Een drietal Vlaamsche vertegenwoordigers hebben andermaal in de Kamers onze taalgrieven ter bespreking gebracht, ditmaal vooral op bestuurlijk gebied. De heer Van Wambeke heeft erop gewezen, hoe te midden van het Vlaamsche land er nog steeds statie- en treinoversten worden aangetroffen, die geen woord van de taal der bevolking kennen! - In de daarop volgende zitting heeft de heer De Vigne, die hierin door den heer De Laet werd ondersteund, zeer gegronde klachten uitgebracht aangaande de onvoldoende wijze, waarop doorgaans de taalwet van 1878 wordt toegepast. Wel erkende hij terecht dat M. Sainctelette, de huidige Minister van
| |
| |
Openbare werken, ofschoon een Waal, reeds verscheidene loffelijke maatregelen heeft genomen in het belang onzer taalrechten; doch de ambtenaren, die den minister omringen, schijnen niet met dezelfde goede inzichten bezield te zijn. Het ware wenschelijk, zegde de heer De Vigne, dat de Regeering berichten en bevelen uitzond, om van de ambtenaren in het Vlaamsche land de stipte uitvoering der taalwet te eischen. Verder zou in het Middenbestuur iemand bepaaldelijk moeten aangesteld worden; om over de uitvoering der wet te waken, en wel onder eigen verantwoordelijkheid. Ten bewijze dat dit laatste inderdaad zeer noodig is, haalde de heer De Vigne verschillende voorbeelden aan, waaruit bleek dat de maatregelen door de administratie soms worden verminkt of gedeeltelijk teruggetrokken. - Wat aangaat de benoemingen in de Vlaamsche gewesten, door de fransche examens, welke zij moeten ondergaan worden de Vlamingen om zoo te zeggen stelselmatig uit het Bestuur gesloten. Immers, de Walen die een lager onderwijs in 't Fransch genoten hebben kunnen het exaam afleggen: de Vlamingen die dezelfde kennissen in 't Vlaamsch hebben opgedaan, worden onbekwaam geacht. Ziedaar een onrecht, dat krachtdadig dient bestreden te worden. Behalve op het laatste punt, waarop de heer minister het antwoord is schuldig gebleven, heeft de heer Sainctelette beloofd zooveel mogelijk den toestand te verbeteren.
- De Liberale Vlaamsche Bond van Antwerpen heeft aan het Ministerie en aan de Wetgevende Kamers een verzoekschrift gezonden, waarin op ernstige verbetering in den toestand van ons Middelbaar Onderwijs op het gebied der moedertaal aangedrongen wordt. Het rekwest is in denzelfden aard opgesteld als de voortreffelijke brochuur van Jan Van Beers ‘Het hoofdgebrek van ons Middelbaar Onderwijs’ en stelt dus nagenoeg dezelfde maatregelen voor als die welke de Antwerpsche afgevaardigden in de Algemeene Vergadering van 't Willemsfonds hadden verdedigd.
- De Onderrichtsbond van Brussel heeft zich onlangs ook met de taalkwestie bezig gehouden, betrekkelijk de ontworpen hervorming van het Middelbaar Onderwijs. Naar aanleiding eener reeks voorstellen van den heer Arthur Cornette, van
| |
| |
Antwerpen, heeft de Bond eene reeks voortreffelijke en tevens praktische maatregelen gestemd, die, bij de bespreking van dit gewichtig onderwerp in de Kamers, verdienen door onze taalverdedigers in ernstige aandacht te worden genomen.
- Het Westvlaamsche weekblad Rond den Heerd, bevat een paar niet ongegronde artikeltjes. Wij laten die, met behoud der oorspronkelijke spelling, hier letterlijk volgen:
‘Men vertelt in de dagbladen dat onze princesse Stephanie nu gaat Hongaarsch leeren. Haar professor, die het Hongaarsch in het ‘Theresianum’ van Weenen onderwijst, was reeds verledene weke te Brussel verwacht.
‘'t Is de aartshertog Rodolf die hem aangeduid heeft, en de Keizer heeft dien keus goedgekeurd.
Dat is loffelijk voor prinses Stephanie, dat zij de taal kenne van eenen volksstam die omtrent het vierde deel van haar toekomende rijk uitmaakt.
Maar - wat billijk en rechtveerdig is in Oostenrijk, zou het somtijds wat anders wezen in Belgenland?
Is het Vlaamsche gedeelte ten opzichte van het Koninkrijk België min belangrijk dan het Hongaarsch gedeelte ten opzichte van Oostenrijk?
Wij Vlamingen tellen in de bevolking van Belgenland voor de twee derden; en heeft men het noodig gevonden aan de kinders van den koning de tale van die meerderheid der Belgen te leeren?
En kent onze koning zelf wel de taal van de meerderheid der Belgen?
En, als onze koning eene Oostenrijksche vorstin ten huwelijk nam, peisde men hier er wel op om aan de koningin te wege eenen professor te bezorgen, die haar de taal harer aanstaande onderdanen zou onderwijzen?...’
***
‘Wie zal er nu nog durven van Vlaamsche Beweging spreken? Wie zal er durven zeggen dat de Vlamingen te klagen hebben dat het gedeelte der bevolking van 't land dat uitsluitelijk Vlaamsch spreekt door het franschsprekende gedeelte verpletterd wordt?
't Is integendeel de franschsprekende bevolking die onder de Vlaamschprekende in de verdrukking ligt.
Ziehier hoe dit verrassend nieuws door la Gazette van Brussel wordt bekend gemaakt:
‘Een brusselsch grondeigenaar heeft een bericht gekregen van den ontvanger der belastingen; dit bericht is heel en gansch in 't
| |
| |
Vlaamsch gedrukt. Nu, de man kent geen woord vlaamsch. Hij daartoe ook niet verplicht.
Daar drie kwart ten minste der grondeigenaars van Brabant eerder fransch dan vlaamsch spreken, vragen wij of het Gouvernemen er geen zorg zou kunnen voor dragen dat de officieele berichten in eene taal die voor deze belastingbetalers verstaanbaar is, zouden kunnen gedrukt worden?
En zeggen dat de Flaminganten klagen dat zij verdrukt worden!’
Zóó staat het letterlijk.
Dus, er kan voortaan geene spraak meer van Vlaamsche Beweging zijn; integendeel mag men verwachten dat er eerstdaags eene Waalsche Beweging zal tot stand komen om te protesteeren tegen de hatelijke verdrukking welke de Vlamingen op hunne waalsche broeders doen wegen... En 't zal komen ook. Die leven zal, zal 't zien.’ (!)
| |
Necrologie.
Karel Dumon, inspecteur-generaal bij den Waterstaat, in 70jarigen ouderdom overleden te Brussel, op 28 Maart, 1880. De heer Dumon nam, in zijne ledige uren, ook deel aan de beoefening der Vlaamsche Letterkunde. In het laatst verschenen nummer van de Toekomst deelt Dr Nolet de Brauwere over dien verdienstelijken Westvlaming (Dumon werd te Ghistel geboren) eenige lezenswaardige bijzonderheden mee. In 1835 werd Dumon in de Koninklijke maatschappij van Schoone kunsten bekroond met een heerlijk landgedicht; Lof van den landbouw en der plantenkweekerij in Vlaanderen. Prof. De Vries noemt het gedicht ‘allermerkwaardigst, zoo zuiver en zoo echt Nederlandsch. Wel een voorbeeld om de Westvlaamsche particularisten mede te beschamen.’
Frans-Jozef Blieck, letterkundige, (de Nestor onzer Vlaamsche dichters) op 74jarigen leeftijd overleden, te Wervick, in Westvlaanderen. De heer Blieck heeft zich reeds vroeg als een verdienstelijk dichter doen kennen. Zijne poëzie verscheen in verschillige dichtbundels onder den titel Mengelpoezij, later gevolgd door Lentetuiltje, welk laatste enkel voor de vrienden des dichters op een beperkt getal exemplaren werd gedrukt. Vroeger was hij een ijverig medewerker van Rens' Nederduitsch Letterkundig Jaarboekje; doch in den laatsten tijd heeft zijne muze niet veel meer voortgebracht. Alleen de lezers van ons tijdschrift kregen nog
| |
| |
van tijd tot tijd iets van zijne dichterpen te lezen. Blieck was een meester in de versificatie en in dat opzicht een gelukkig navolger van Bilderdijk. Hij was ridder van de Leopoldsorde en eerevoorzitter van de letterkundige maatschappij De Vriendschap. Dichter Blieck's afsterven zal in Vlaanderen zeer betreurd worden. - Hij was een edel hart en een diep overtuigde vlaming.
- Dr. Eelco Verwijs, geleerd taal- en letterkundige, overleden te Arnhem, den 28n Maart, jl. - Men heeft van hem een aantal voortreffelijke studiën over onze Middel-Nederlandsche letterkunde. Ook op het gebied der Nederlandsche taal- en letteren was hij zeer verdienstelijk werkzaam. In de ‘Nederlandsche Klassieken’ gaf hij met aanteekeningen werken uit van Vondel, Huijgens, Brandts, Bredero en anderen. Sedert 1868 was dr. Eelco Verwijs mederedakteur van het groot Nederlandsch Woordenboek.
Cluijsenaar, bouwkundige, overleden te Brussel in den ouderdom van 68 jaren. - Onder andere merkwaardige gebouwen in de hoofdstad heeft men van Cluysenaar de de Galerie St-Hubert, de overdekte markt, het Conservatorium, enz. Hij was onder-voorzitter van de Koninklijke Commissie der monumenten en officier van de Leopoldsorde. De heer Cluysenaar was Hollander van geboorte, maar bewoonde Belgie sedert zijne kinderjaren.
- E.M. Callisch, letterkundige, overleden te Amsterdam (74 jaren). - In 1839 verscheen van hem een bundel Gedichten; in 1847 een nog al uitvoerig gedicht, getiteld: De poëzie onzer dagen, waarna hij een tijd lang als hoofdredakteur der Kunstkroniek werkzaam was. De Maatschappij van Nederlandsche Letterkunde had hem met het lidmaatschap vereerd.
- R. Craeyvanger, kunstschilder, overleden te Amsterdam, in den ouderdom van ongeveer 68 jaren.
| |
| |
| |
Nieuwe uitgaven.
- | Uit het dagelijksch Leven. Novellen, door Ern. Van der Ven. Gent, bij Jul. Vuylsteke. Prijs 2 fr. |
- | De Nederlandsche Rechtstaal. Voordracht gehouden in de Vlaamsche Conferencie der Balie van Gent, door Mr Julius Obrie. Gent, drukkerij van Dullé-Plus. |
- | Jaarboek van het Willemsfonds voor 1880. Gent, bij Jul. Vuylsteke. Prijs 2 fr. |
- | Reymond de Schrijnwerrer. Novelle in gesprekken, door Mevr. Bosboom-Toussaint. (Premie van het Nieuws van den Dag.) Amsterdam, bij Funke. 1880. |
- | Gedichten door Fr. S. Daems. Brugge, drukkerij van St-Augustijn. 1879. |
- | Frederik Chopin. Historisch romantische levensschets, door Catharina F. Van Rees. Amsterdam, bij Van Kampen & zoon. |
- | Een Koningsdroom door Jan Holland. Deventer, bij W Hulscher. 1880. |
| Un Poëte du XIXe Siècle (Ad. Mathieu). Notice biographique par A. Wouters. Bruxelles. Prix fr. 1.50. |
- | Onze Dichters. Eene halve eeuw Vlaamsche poëzie, door Th. Coopman en V.A. Dela Montagne. 3de aflevering. Bevattende o.a. gedichten van Ledeganck, Rens, Dautzenberg, Vleeschhouwer, enz. alsook het portret van Ledeganck en het facsimile van een onuitgegeven gedicht. Antwerpen, drukkerij van L. Dela Montagne. - Prijs per afl. 1 fr. |
| |
Aangekondigd.
- | Kunstdroomnen. Een nieuwe dichtbundel van Adolf Beernaert. Gent, bij Jul. Vuylsteke. |
- | In den Kievit. Oorspronkelijk verhaal door L. Van Rucklingen. Antwerpen, bij Sermon. |
- | De Volksbanken of coöperatieve kredietvereenigingen (naar het fransch van J. Schaar), door C. Van den Berghe. Thielt, drukkerij Horta-Herreboudt. |
- | Een bundel Gedichten door Wazenaar, schrijver van Een Vlaamsche Jongen. Gent. |
- | Woordenboek van nederlandsche synoniemen, door J. Hendrickx, met medewerking van A.A. Wilkman, Deventer, bij Tergunne. |
|
|