ietwat een effekt als een licht bad in...de Schelde, zoowel door de wending van den vorm als door dezes aanwending, ook een weinig door het koloriet. Dit is wellicht eene zwakheid van den kunstenaar; de toondichter kan daartegen niet genoeg op zijne hoede zijn.
Eene goede noot aan het orkest voor de uiterst verzorgde uitvoering, voornamelijk van het Adagio; deze was waarlijk grootsch van uitdrukking en sprekend van karakter.
Natuurlijk was, het groote succes van dit merkwaardig feest voor de symfonie van Waelput. Na het Finaal, dat herhaald werd onder de toejuichingen van publiek en orkest, is de komponist met geestdrift geacclameerd en teruggeroepen geworden, hetgeen beteekent: ‘Tot weerziens en zoohaast mogelijk.’
De Morgenlofzang voor vier vrouwenstemmen, door Edm. Michotte, zonder de minste aanspraak te maken op groote muziek, is een bevallig bloempje vol dichterlijk gevoel en zeer keurig van melodie. Het viel zoozeer in den smaak van het publiek dat het gebisseerd werd.
De Treurmarsch uit de Cantate Willem van Oranje's dood, door G. Huberti, is een fragment dat zeer veel goeds ver wachten doet van het nog onuitgevoerde geheele; zij is breedopgevat, vol statigheid en droeve ingetogenheid, en van eene sombere sonoriteit volkomen in den toestand, dat gaat tot het nare. De orkestratie van dit stuk is zeer verzorgd en vol effekt in haar vaal koloriet. De onvoorziene slag van tamtamsolo die het stuk eindigt is zeer originaal als vinding; dat grijpt in, en geeft u eene rilling; de illusie is volkomen: er is daar iets grootsch voorbijgegaan.
Kortom, een alleszins welgelukt tafereel, dat echter niet al den bijval heeft genoten dien het verdient.
Jammer dat men niet denzelfden lof geven kan aan Huberti's fantazie In den Gaard. - Niet dat het dit sujekt aan dichterlijkheid ontbreekt, of dat de muzikale opvatting ervan niet juist en eigenaardig zij, maar dit rekt en sleept, en wordt lam door te veel ontwikkeling, ondanks zijne groote verscheidenheid van modulatiën. Daarenboven wordt men