De Vlaamsche Kunstbode. Jaargang 10
(1880)– [tijdschrift] Vlaamsche Kunstbode, De– Auteursrechtvrij
[pagina 83]
| |||||||||||
Nederlandsch tooneel.
|
Vorig lastkohier. | Gewijzigd lastkohier. |
---|---|
ART. 6. | ART. 6. |
De proefvertooningen moeten binnen de maand na de opening van het tooneeljaar plaats hebben. | Deze vertooningen zullen binnen de maand na de opening van het tooneeljaar plaats hebben en op de progrnmma's aangekondigd worden. |
ART. 9. | ART. 9. |
De stad vergunt aan den bestuurder, voor het tooneeljaar 1878-79, eene toelage van vijftienduizend franks, welke hem door het College van Burgemeester en Schepenen maandelijks zal uitbetaald worden, voor zooveel de bestuurder de bepalingen van het tegenwoordig lastkohier stiptelijk zal volbracht hebben. | De stad bestemt, voor het tooneeljaar 1880-1881, eene som van 15,000 fr, om de goede opvoering van degelijke tooneelwerken te bevorderen. De Tooneelraad zal die werken, evenals de wijze waarop zij worden vertoond, beoordeelen, maandelijks daarover verslag indienen bij het College, en de som voorstellen, welke, naar zijn oo |
De Tooneelraad zal hierover bij het College alle maanden verslag indienen. | deel zou dienen toegekend te worden. In zijn verslag zal de Tooneelraad kennis geven van de wijze waarop de overige bepalingen van het lastkohier zijn volbracht. |
Verder wordt Art. 12 eenigszins gewijzigd, o.a. betrekkelijk de verschillige elementen waaruit het Tooneelgezelschap zal moeten bestaan, ‘een gezelschap bekwaam om Treurspelen, Drama's, Tooneel- en Blijspelen behoorlijk op te voeren.’ - In de lijst van het personeel zal de bestuurder zijne tooneelisten slechts voor ééne bepaalde rol mogen opgeven, waarin zij bij de proefvertooningen moeten beoordeeld worden.
Art. 17 stelt vast dat de keuze der stukken den bestuurder vrij staat; maar dat (evenals vroeger) ‘een derde der op te voeren bedrijven moet oorspronkelijk van nederlandsche schrijvers zijn. - De plakkaten en programma's der vertooningen zullen de namen der schrijvers van de opgevoerde stukken vermelden.’
Ziedaar, in hoofdzaak, de door den Raad bekrachtigde wijzigingen.
Het spreekt van zelfs dat wij het met den Tooneelraad zeker volkomen ééns zijn aangaande de verbeteringen die met dit nieuwe stelsel worden beoogd. Vooral van artikel 9 mag met recht veel tot opbeuring van ons Nationaal Tooneel worden verwacht, aangezien de stadssubsidie nu slechts zal worden toegestaan in zooverre de bestuurder degelijke stukken op behoorlijke wijze opvoert.
***
Eerlang moet nu, op grond van dit stelsel, het bestuur van onzen Schouwburg voor een nieuw driejarig tijdvak worden benoemd. Wij zijn dus voor 't oogenblik in een soort van tooneelcrisis, waarvan de oplossing met zeer gewettigde belangstelling wordt tegemoet gezien. - Aan wie zal het bestuur van ons Nederlandsch Tooneel worden toevertrouwd?
Buiten den heer Victor Driessens, die zich weder op de rangen stelt, wordt de directie insgelijks aangevraagd collectief door de heeren Dierckx, Lemmens en Van Kuyk, drie der beste tooneellisten van ons gezelschap.
We zullen ons wel wachten deze of gene kandidatuur aan te bevelen, overtuigd dat ons Gemeentebestuur zal weten te handelen in het belang der kunst. - We kunnen niets dan betreuren dat sommige personen in de pers het noodig geoordeeld hebben, den heer Driessens op de ongenadigste wijze aftebreken niet alleen als bestuurder, maar zelfs als tooneelist. - Welke fouten Driessens ook als bestuurder moge begaan hebben, als tooneelkunstenaar althans verdiende hij billijker behandeld te worden. Immers, wat men ook zeggen moge, hij is toch de éérste door Vlaamsch België voortgebrachte tooneelist, die als artist nog immer aan de spits staat. Aan de diensten vroeger door hem aan het opkomend Nationaal Tooneel bewezen, hoeft hier wel niet te worden herinnerd Elkeen weet dat dank aan hèm het Vlaamsch tooneel eene bezoldigde betrekking, een wezentlijk bestaan werd, zoodat zij die er zich aan wijdden voor goed hun ambacht konden vaarwel zeggen, niet meer verplicht, zooals vroeger, gedurende den zomer weer hun ouden stiel te hervatten om hun brood te verdienen.
Het ware wenschelijker geweest, in plaats van de twee belanghebbende partijen tegen elkander op te hitsen, zoo men getracht hadde, beiden te bevredigen.
Aan ons gezelschap is niets of niemand te veel; integendeel! er zouden nog best eenige goede elementen mogen bijkomen.
Welnu, wat zal er thans zeer waarschijnlijk gebeuren?
Wordt de heer Driessens benoemd, dan verlaten ons - naar het schijnt volgens hunne eigene verklaring - de heeren Dierckx, Lemmens en Van Kuyk, stellig een groot verlies voor ons Tooneel. Van den anderen kant, indien de directie aan het bedoelde driemanschap wordt toevertrouwd, dan buiten allen twijfel verlaat ons Driessens en neemt hij eenige onzer thans gevierde artisten mede.
Wààr zullen de nieuwe elementen gevonden worden om die leemten aan te vullen?
Wij weten het niet, en verklaren ronduit dat die toestand ons wel eenige vrees inboezemt: verbrokkeling van krachten is toch altoos een betreurlijk iets.
Mocht deze onze vrees echter ongegrond blijken te wezen, ziedaar onze vurigste wensch.Ga naar voetnoot(1)
***
Komen wij thans tot ons maandelijksch overzicht.
Vóor eenige jaren zagen wij door eene maatschappij van Mechelen, het drama van Willem Geets ‘Willem de Gek’ opvoeren, en dit stuk had ons zeer wèl bevredigd. Toen wij het echter voor korten tijd terugzagen op ons Nederlandsch Tooneel, dan was ons oordeel niet meer zoo gunstig. Dit stuk is stellig niet van goede hoedanigheden ontbloot, - de schilder Geets heeft ook als schrijver bewijzen van talent gegeven - maar het is niet vlug genoeg van gang. Het zou wat steviger dienen opgetimmerd te worden; minder woorden en meer handeling. - Mogelijk ook dat dit historisch drama beter zou hebben bevallen, indien het stuk wat beter gekend en ingestudeerd was geweest. Dàt liet te wenschen.
Wat ons meer of min verwonderd heeft is dat men op het programma heeft vergeten te vermelden, dat het stuk ‘Willem de Gek’ in hoofdzaak getrokken is uit eene novelle van dien naam, van Hendrik Peeters. Wij zien gaarne dat men aan iedereen geve wat hem toekomt.
Een aardig stukje, dat opperbest bevallen heeft, is Van Peene 's ‘Jellen en Mietje’, eene Gentsche volkschets in éen bedrijf. Het ware onmogelijk getrouwer naar de natuur te schilderen dan Van Peene zulks gedaan heeft. De uitvoering - aan de beste onzer tooneelisten toevertrouwd, liet niet het minste te wenschen.
Andere nieuwe stukken kregen we deze maand niet te zien. Onder de heropvoeringen vermelden wij het drama ‘De Bedelares, hoofdzakelijk om te bestatigen dat Mevr. Marie Verstraeten met het beste gevolg de rol van Margaretha heeft
op zich genomen, die vroeger door Mej. Beersmans werd vervuld, en dat de heer Ed. Hendrickx, in de rol van Jean Paul, insgelijks een wèlverdiend succès heeft behaald. - Op het oogenblik dat deze regelen verschijnen zal de eerste wederopvoering plaats hebben van ‘Een beroemd proces. Hierover toekomende maand.
IJverig worden de repetitiën voortgezet van het nieuwe drama ‘Jane Shore’, door Frans Gittens, alsook van ‘Johanna I, koningin van Napels en Siciliën,’ van Willem Lemmens. Beide stukken zullen denkelijk nog deze maand worden opgevoerd.
Z...
- voetnoot(1)
- Niet inbegrepen degenen die reeds in een vorige lijst werden opgegeven.
- voetnoot(1)
- De correspondent van de N. Rotterdamsche Courant meent te weten dat de heer Driessens zijne aanvraag bij 't Gemeentebestuur besluit met de verklaring dat: ‘hij bereid is zich te gedragen naar den geest der verlangde hervorming en voornemens is den wensch en de wenken van den Tooneelraad in 't vervolg menigmaal ter hulp te roepen’.