| |
Kunstkroniek.
Tooneel- en letterkunde.
- Prijskampen. - In den wedstrijd voor tooneelkunde, uitgeschreven door de Maatschappij ‘Vrij en Onafhankelijk’ van Borgerhout (Antwerpen) werden de prijzen in de verschillige vakken, volgender wijze toegekend. Liefhebbers: de heeren Van Diependael (Antwerpen), J. Bollen (Mechelen), Dela Haye (Antwerpen), Berthels (id.), K. Buysen (id.), G. Dingemans (id.), Jos. Driessens (id.), B. Sommerlinck (Gent), A. Morel (id.), Verstrepen (Antwerpen), Alb. Oyen (Borgerhout). - Liefhebsters: Mej. Phil. Jonckers (Antwerpen), Mej. E. De Bolle (id.), Mevr. G. Calluy (id.). - In den wedstrijd van Uitmuntendheid, die eenige weken later plaats greep, werden bekroond: MM. Van Diependael en Jos. Driessens, voornoemd.
- De Jury van den Declamatiewedstrijd te Wetteren heeft, met 6 stemmen tegen 2, den prijs van uitmuntendheid toegekend aan Mej. Philomena Jonckers van Antwerpen. - Aan dezelfde jeugdige liefhebster viel dezer dagen dergelijke onderscheiding te beurt in Lier, waar de prijs bestond in eene door Z.M. den Koning geschonkene gouden medalie.
- De verandering aan het gouvernementeel premiënstelsel, tot aanmoediging der Tooneelliteratuur in België, bestaat hoofdzakelijk hierin: Het termijn voor het subsidierecht der geprimeerde stukken wordt van drie op vijf jaren gebracht, en voortaan zal het verslag der Provinciale Commissie na
| |
| |
de eerste vertooning rechtstreeks aan den heer Minister van Binnenlandsche zaken worden gestuurd.
| |
Toonkunde.
- Het Bestuur der Nationale Concerts te Brussel meldt dat er gedurende het winterseizoen vier groote muziekfeesten - voor symphonie en zang - zullen plaats hebben în de zaal der Philharmonie. Het orkest, 80 man sterk, is geplaatst onder de knappe leiding van den heer Hendrik Waelput. Men weet dat op deze concerts alleen werken van Belgische componisten worden uitgevoerd. Over het eerste dezer Nationale Muziekfeesten zullen wij in ons volgend nommer een verslag geven.
- Met buitengewonen bijval werd te 's Gravenhage de 2de Symphonie (Es-dur) van Hendrik Waelput uitgevoerd. Deze uitvoering is voor den talentvollen Vlaamschen toondichter een echte zegepraal geweest. Hierover nader.
- Het aandeel dat de Toonkunde aan de Feesten van 1880 nemen zal is nog niet met juistheid bekend volgens de Indépendance zullen in den Muntschouwburg een aantal op franschen tekst geschreven operas van Belgische componisten worden opgevoerd: Grétry, Grisar, Limnander, Gevaert en Radoux. - Wat meer belangstelling wekt is de inrichting van een buitengewoon Nationaal Festival, met symphonie en zangwerken van al onze voorname toondichters. Gevaert, zegt men, schrijft opzettelijk voor die omstandigheid een (Vlaamsch) oratorium op woorden van Em. Hiel. Van Benoit zouden de Rubenscantate en de Oorlog worden vertolkt; van Waelput eene Cantate of eene Symphonie; van Van Gheluwe De Wind; van Van den Eeden Brutus of Jacoba van Beijeren, van Willem de Mol het oratorio Levenstijden; van Huberti De laatste Zonnestraal, enz. - Eene vraag: Zou men, nu er kwestie is van Fransche operavoorstellingen, ook niet eene opvoering van Vlaamsche zangspelen inrichten? Men heeft stukken van Benoit, Mertens, Miry, Bosiers, Waelput, Blockx, enz. ter keuze.
| |
Hulde aan K.L. Hanssens.
- Op 15 November jl. werd te Brussel in de zaal der Groote Harmonie, door de Association des Artistes Musiciens het borstbeeld van haren betreurden
| |
| |
stichter, den Vlaamschen symphonist wijlen K.L. Hanssens ingehuldigd. Te dier gelegenheid werden verscheidene van Hanssens' bijzonderste werken uitgevoerd, met medewerking van de ‘Koninklijke Koormaatschappij’ van Gent, die er een prachtig koor van den verdienstelijken meester zong. - Het borstbeeld is het werk van den Brusselschen beeldhouwer De Haene. Op het oogenblik dat het beeld werd onthuld, sprak de heer Dumon, secretaris der Associatie, eene fransche lofrede over Hanssens uit, wier hooge verdiensten hij op merkwaardige wijze in het licht stelde. - Na hem nam de heer Peter Benoit het woord (in het Vlaamsch, natuurlijk!) om namens eene deputatie van Antwerpsche toonkunstenaars, hulde te brengen aan de nagedachtenis van K.L. Hanssens (Benoit's eersten meester). ‘Eertijds, zegde hij o.a., schenen onze toondichters tweemaal te moeten sterven: vooreerst den dood van het lichaam en daarna nog... den dood der vergetelheid! Nu echter schiet de vaderlandsche gedachte haar verwarmenden straal in elken geest, in elk gemoed. En ja, eens toch zal onze nationale toonkunst in België de plaats bekleeden, die haar toekomt. Het ontwaken uit de doodende onverschilligheid voor eigen scheppingen kenmerkt zich reeds door het vereeren onzer groote toonkunstenaars en het uitvoeren hunner werken. - Blijvende erkentenis en bewondering voor onzen thans onsterfelijken Hanssens!...’
| |
Beeldende kunsten.
- Tentoonstellingen. - Het bestuur van het genootschap Pictura te Groningen heeft bericht, dat de gewone driejaarlijksche tentoonstelling van levende Nederlansche meesters aldaar, zal plaats hebben van 8 Mei tot 19 Juni 1880.
- De Cercle Artistique van Brugge heeft dit jaar eene groote internationale tentoonstelling ingericht, die van 30 Nov. 1879 geopend blijft tot op 8 Febr. 1880. Deze expositie heeft plaats in de groote zalen der oude Halle, onder de hoogere bescherming der heeren T. Heyvaert, Gouverneur der provincie West-Vlaanderen, Generaal Kessels, militair Gouverneur, en Graaf Visart, Burgemeester der stad Brugge.
| |
| |
- Het Album door het ‘Journal des Beaux-Arts’ (Redactie A. Siret, St. Nikolaas) voor 1878-79 uitgegeven, bevat acht fraaie sterk waterplaten, geteekend Lucien Gerard, Frans Van Kuijck, J. Boutry, De Mol, Lenain, De Witte, Felix Cogen en Meganck. De twee eerstgenoemden werden in den wedstrijd van het Journal bekroond. Dit Album is niet in den handel.
| |
Vlaamsche taalbelangen.
- Het schijnt dat er verschillige maatregelen worden genomen, om, althans gedeeltelijk aan onze moedertaal in het Belgisch leger recht te laten wedervaren. - Zoo zou b.v. de leergang van Vlaamsche (Nederl.) taal bij de Militaire School, evenals bij de Krijgsschool voor elken leerling voortaan verplichtend wezen. (Als leeraar onzer taal bij de krijgsschool werd onlangs benoemd Luitenant De Bosscher.) - Van een anderen kant zien wij met genoegen dat La Belgique Militaire, het orgaan van ons leger met verdienden lof en oprechte belangstelling gewaagt van de Vlaamsche vertaling sommiger militaire reglementen en verordeningen, uitgegeven door de kapiteins Vande Weghe en Van Acker. - ‘Nous le répétons, (zegt het blad o.a.) la fusion du flamand et du wallon est nécessaire à l'armée. Il est indispensable que l'instruction de nos flamands ait lieu en faisant usage de leur idiome. L'habitude que l'on a de leur vouloir apprendre le métier (qui devient de jour en jour plus compliqué et dont l'importance individuelle s'affirme de plus en plus), au moyen des théories, des méthodes et des termes dans une langue qu'ils ne comprennent pas, a des inconvénients, n'est nullement pratique et ne peut produire aucune connaissance durable...’
- De letterkundige maatschappij De Lischbloem van Mechelen heeft aan den Gemeenteraad dier stad een verzoekschrift gericht, waarin zij er op aandringt dat in het Bestuur de rechten der volkstaal niet langer ten voordeele van het fransch zouden worden miskend. Er wordt alzoo gevraagd: Vlaamsche verslagen der Raadszittingen; gebruik onzer taal in alle bestuurzaken, de eereplaats voor het Nederlandsch in tweetalige stukken. Tevens wordt er geprotesteerd tegen
| |
| |
het benoemen van Stadsambtenaren die de taal niet machtig zijn. Wij zijn het eens met den Halletoren, om dit vertoogschrift der Mechelsche Vlaamschgezinden te ondersteunen, en verhopen ‘dat de bestuurders van het Brabantsche Mechelen niet aarzelen zullen om eigen taal en leven boven vreemden praaldwang te stellen.’
- Wij hebben het belangwekkend verslag ontvangen, door Mr, Cam. Siffer opgesteld, over de werkzaamheden der Vlaamsche Conferencie van de Balie te Gent. Met genoegen zien wij daaruit dat deze nuttige instelling voortdurend in bloei toeneemt. Wij komen op dit verslag in ons volgend nummer terug.
- Te Brussel zullen voortaan op de hoeken der voornaamste straten de straatbenamingen ook in het Nederlandsch worden geplaatst.
- De Antwerpsche stadsregeering heeft (op voorstel des heeren Van Beers, meenen wij) aan de stedelijke scholen voor jufvrouwen, een aantal uitmuntende maatregelen voorgeschreven. Vooreerst wordt vastgesteld dat onze beide landstalen, Nederlandsch en Fransch, in die gestichten op gelijken voet en even grondig moeten onderwezen worden. Het leesonderricht zal eerst in 't Nederlandsch gegeven worden; eerst als de kinderen goed in de moedertaal kunnen lezen, zal tot het leeren fransch-lezen worden overgegaan. Bij het onderricht in de beide talen zal zooveel mogelijk op spraakkundig en syntaxisch gebied eene vergelijkende studie worden gemaakt. Wat het Hoogduitsch betreft, daar deze taal in hoofdzaak met de ònze gelijk is, zoo wat spraakleer als woordenschat betreft, moet dus de Hoogduitsche taal bij middel van, en in vergelijking met de Nederlandsche worden aangeleerd.
Wij kunnen op deze wijze hervorming in het taalonderwijs niet genoeg de aandacht van andere steden inroepen. Het onderwijs onzer Vlaamsche jufvrouwen is nog al te zeer op franschen leest geschoeid. Het wordt hoog tijd zulks te veranderen.
| |
| |
| |
Necrologie.
Emile Tasset, verdienstelijk graveur, overleden te Luik. - Tasset was een gewetensvol artist. Hij bezat, zegt een zijner kunstgenoten, niet alleen de techniek maar ook de wetenschap zijner kunst. Dat hij met de geschiedenis der graveerkunst goed vertrouwd was blijkt uit de talrijke artikels die hij daarover in het licht gaf. Tasset was een der stichters van de Union des Artistes te Luik.
J. Tjasinck, gunstig bekende tooneelkundige, vroeger schouwburgbestuurder, op 70 jarigen leeftijd te Haarlem overleden den 29 October jl. - De Hollandsche bladen spreken met lof over 's mans talent en karakter: ‘Mocht Tjasinck in tragische rollen niet zoo uitmunten als in de ronde vroolijke rollen bij zijn persoon uiterlijk en karakter passend, hij bleef toch altoos een behagelijke verschijning. - Johannes Tjasinck was een joviaal gemoedelijk man die het talent in anderen herkennende en waardeerende, zich steeds wist te omringen door hen van wie hij te leeren had en veel deed om zijn stand in eere te houden.’
Pieter Lansens, letterkundige, overleden te Thourout, in den ouderdom van 78 jaren. - Kind zijner eigene werken werken (zegt de Thouroutenaar) heeft Lansens het zooverre weten te brengen dat hij eene verzameling van zoowat een dertigtal door hem geschreven werken nalaat, dat hij gedurende zijn leven lid was van twintig Academiën en letterkundige genootschappen (hier en in den vreemde) en om zijnen onvermoeibaren iever van verscheidene mogendheden onderscheidingen bekomen heeft. - Lansens schreef o.a. eene geschiedenis der stad Thourout en van het erbij behoorend slot Wijnendale.
|
|