Het kamp.
- Eene schets uit Hachländer's ‘Kriegspiele’. -
Wanneer iemand eenigen tijd geleden de streken aan beide oevers van den Onderrijn nòg zoo nauwkeurig kende, zoo wist hij wellicht toch niet waar Grimlingshausen ligt, een dorpje uit weinige slechte huizen bestaande, dat, door het Kamp van het zevende pruisische legerkorps, op eenmaal eene zij het ook snelvoorbijgaande beteekenis verkregen heeft. Vroeger was hier nauwelijks eene bootenstatie, waar de stoombooten de gaande en komende passagiers in- en uitlaadden, en indien niet toevallig achter het dorp de groote steenweg van Keulen naar Holland daar voorbij liep, ware de weg daarheen te land niet praticabel geweest. Dat alles heeft zich sedert kort aanmerkelijk veranderd. Aan den Rijn verheft zich eene landingsbrug, waar stoombooten vier tot zesmaal per dag aanleggen: want Grimlingshausen is een dorp geworden, naar het welk uit de gansche Rijnstreek duizenden toeschouwers stroomen, om het groote Kamp te bezichtigen. Aan gene zijde de landingsbrug der stoombooten hebben de pioniers eene scheepsbrug over den Rijn geworpen, om de gemeenschap met den anderen oever te vergemakkelijken. Daar houden talrijke omnibussen stil, die den reiziger naar Düsseldorf brengen, van waar hij te water, te land en te ijzer de wereld door gaan kan.
Een kwart uurs van den Rijn af, waar de groote vlakten van het land van Jülich beginnen, is het Kamp opgeslagen. Ik zag het voor de eerste maal den 31 Augusti 1842. 's Morgens was 't Maneuver van het gansche legerkorps, met gemarkeerde vijanden, en reeds van in Düsseldorf hoorde men duidelijk het knetteren van het geweervuur en het rollen der geschutsalvo's.
Zonder zeer uitvoerig, ja, voor menigen lezer langdradig te worden, is het niet mogelijk het afloopen van een maneuver te vertellen, ook was ik geenszins tot strategieke studiën gestemd. Ik vermaakte mij naïef weg met het in massa optreden