Die, welke door het volk gezongen worden, bezitten meesttijds geen de minste waarde, het zijn holklinkende woorden, soms met wat sentimentaliteit of fransch chauvinism doorkruid, dat alles met eene brok muziek uit de eene of andere opera samengeklotst, en ook de strekking ziet er maar al te dikwijls hoogst bedenkelijk uit. En zóó iets wordt ons gewoonlijk gezongen in een fransch dat door den zanger op de erbarmelijkste wijze wordt geradbraakt!
Een heilzaam middel dan om heel dien vreemden romancenrommel zooveel mogelijk te weren en ons volk liefde in te boezemen, voor het beginsel ‘Geen rijker kroon dan eigen schoon’, zooals ik zei, dat is: het verspreiden van degelijke vlaamsche volksgezangen. Het is tevens een bekwaam middel om bewijzen te geven van de zangerigheid onzer schoone moedertaal. En dit doel kan ontegensprekelijk door de lagere school krachtig worden bevorderd.
Hierop dus willen wij bijzonderlijk de aandacht in roepen.
Den onderwijzer is de taak beschoren, de hem toevertrouwde kinderen tot deugdzame, weldenkende burgers op te leiden. Hij heeft het toekomende geslacht daar voor zich zitten; - ja, de maatschappij zal wezen, zooals hij ze vormen zal.
De choralen en volksliederen hebben een alleszins veredelenden invloed op het menschenhart. Zij doen hunnen invloed gevoelen op onze stemming in bosch en veld, in huis en kerk; kortom, die gezangen dragen ruimschoots het hunne bij tot opleiding, tot zedelijke ontwikkeling van den mensch.
Vlaamsche onderwijzers en opvoeders, die het met onze volkszaak, met beschaving en verlichting goed meent, maakt dan van het Zangonderricht het voorwerp eener bijzondere belangstelling. Weest echter in uw zangonderwijs meer practisch dan theoretisch. Leert den kinderen zingen, dat is: leert hun gevoelvolle, doch tevens eenvoudige poëzie op gemakkelijke wèlluidende zangwijzen stemmen. Zòò moget gij er allengskens in gelukken de zedelooze straatliedjes te verbannen, medehelpen om bij de kinderen