De Vlaamsche Kunstbode. Jaargang 6
(1876)– [tijdschrift] Vlaamsche Kunstbode, De– Auteursrechtvrij
[pagina 424]
| |
Plechtig, inderdaad, echt feestelijk was die ontvangst, en talrijk opgekomen de taaibroeders uit Noord- en Zuidnederland. Aan de Noorderstatie broederlijk afgehaald door de vereenigde vlaamsche maatschappijen der Hoofdstad, begaven zich de Congresleden in feestelijken optocht naar het Stadhuis, waar hen in de Gothische zaal een hartelijk woord van verwelkoming werd toegesproken door den heer J. Anspach, burgemeester der stad Brussel, een der Eerevoorzitters van dit XVde Congres. Na de gebruikelijke redevoeringen (door de heeren Anspach, namens de stad Brussel, Delcroix, namens het Belgisch Gouvernement en Jhr. de Jonge van Ellemeet, namens Noordnederland) en eene gelegenheidscantate op woorden van den dichter Th. Coopman, verspreidden zich de Congressanten in de stad. Oude lettervrienden de hand drukken, met nieuwe bekenden verbroederen, - en weldra bracht ons de avond weêr al te zamen in een hoogst gezelligen feestkring, op een door den Burgemeester aangeboden raoût (een ‘kransje’) zooals 't Congresprogramma dat aangenaam avondpartijtje noemt. Heden morgen, om 10 ure, werd het XVde Congres geopend in de groote zaal der Universiteit. Na eene redevoering van Dr Hanau, voorzitter der Regelingscommissie, mededeeling van ingekomen stukken door den alg. secretaris, M. Em. Hiel en een verslag deor den heer Scherpenseel, werd overgegaan tot de samenstelling dor Congresbureelen. De volgende heeren werden daartoe aangesteld: Algemeene voorzitter, M. De Maere-Limnander; voorzitter, M.M. Vander Auwera; leden, Jr. de Jonge-van Ellemeet, Dr Hasebroeck en Dr Hanau. Voor de Eerste afdeeling: Voorzitters: de heeren Dr Heremans, DrDe Jager, Sleeckx; Secretarissen: de heeren De Beer, Dr Hansen, Antheunis. Voor de Tweede afdeeling, Voorzitters: de heeren Franquinet, Van Even, Beynen; Secretarissen: de heeren Vorsterman, Keurvels, Dr Doorenbosch. Voor de Derde afdeeling, Voorzitters: de heeren Dr Vermeulen, Servaas van Rooijen, Bender; Secretarissen: de heeren Gittens, Hilman, Coopman. Voor de Vierde afdeeling, Voorzitters: de heeren | |
[pagina 425]
| |
Van Vloten, de Block, W. Geets; Secretarissen: de heeren Hoste, Teirlinck, Ising. Tot Commissarissen van 't Congres werden benoemd de heeren H. Conscience, Jan Verhas, Havermans, Verstraeten, Dr Ledeganck. Penningmeester: de heer Em. Van Dantzig. Morgen namiddag, eerste algemeene vergadering, 's Voormiddags zitting in de vier afdeelingen. Het officieel Congresprogramma vermeldt de volgende voordrachten, behalve nog verschillige vraagpunten, die bij gepaste gelegenheid worden besproken: Dr. Jan ten Brink van 's Hage, Waardeering op letterkundig gebied; T. H.de Beek van Goes, Dagbladen, critiek en reclame; Dr. C.J. Hansen van Antwerpen, Eenige opmerkingen betreffende het gebied der Dietsche moedertaal in de beide Nederlanden en in Platduitschland; Dr. S.R. Beynen van 's Hage, Over de unie van Brussel in 1577; A. Vorsterman van Oyen van Maastricht, Over de genealogie en heraldiek als hulpbronnen bij het beoefenen van de geschiedenis; Edmond Mertens van Antwerpen, Onze nationale Toonkunde; E. van der Ven van Antwerpen, Het geschiedkundig drama, strekking, karakter en opvatting; L. de Taye van Leuven, Over de inrichting der oude kunstgilden, en over de oorzaken van den ondergang en het verval dezer gilden; J.W. Hofdijk van Amsterdam, Eenige dichtregelen in het belang van Zuid en Noord; Vrouwe van Ackere, geb. Maria Doolaeghe van Diksmude, ‘Hoe lang nog slaapt gij Brugge's helden’, een dichtstuk voor te dragen door Felix van de Voorde; A.J. Servaas van Rooijen van Utrecht, Het dichterlijk tijdschrift ‘Braga’ en zijne critische waarde voor onze letterkunde; de Bo, pastoor te Elverdingen, De wetenschappelijke taal in 't Nederlandsch; J. Scherpenseel van Brussel, over de prijzen van boeken; Dr. J. Van Vloten, Gebruik en misbruik der oesthetiek op letterkundig gebied; cupérus van Antwerpen, Turnvakwoorden; J.M.E. Dercksen van Leiden, Prins Philips Willem van Oranje en zijn verblijf te Brussel aan het hof van Albert en Isabella, ten jare 1600; Ed. van Even van Brussel, Wegvoering van Graaf van Buren; Mr. Wm. Jacobson van 's Hage, a) Welke middelen van zoogenaamden stoffelijken aard zijn thans in Noord- en Zuid-Nederland aan te wenden tot verheffing van de tooneelspeelkunst, b) de invloed van het Nederlandsch Schouwburgpubliek op gehalte en uitvoering van tooneelvoorstellingen; August Schoy van Brussel, Bouwkunst; Arthur Coknette van Antwerpen, voorstel (te behandelen in de alg. verg.) tot uitbreiding van den werkkring der Nederlandsche congressen; Dr C.J. Hansen van Antwerpen, Aan Dietschland, gedicht voor te dragen door den dichter; Dr N.B. Donkersloot van Dordrecht, Zedelijke Parasieten, dichtstuk voor te | |
[pagina 426]
| |
dragen door den dichter; Mev. Lina Schneider van Keulen, voordracht eeniger in het Hoogduitsch vertaalde gedichten van Vlaamsche dichters; Dr W.J.A. Huberts van Zwolle, het onderwijs in de Nederlandsche taal op de middelbare scholen van Noord- Nederland; J.B. Franquinet van Maastricht, over het Limburgsche dialect; A.C. Van der Cruyssen van Thielt, over Boekentaal; Victor Van de Walle van Brussel, over onze Volksboeken; V. Dave van Brussel, over het aanleeren der Nederlandsche taal in de Waalsche provinciën van België, inrichting der studie dezer taal in de hoogere en middelbare scholen van den staat; G. Mees van Rotterdam, een Hollandsch luitenant onder koning Willem; Is. Trirlinck van Brussel, over Antoon Verhulst; Peter Benoit van Antwerpen, a) de grondbeginselen eener nationale toonkunde, b) waarom België tot nu toe geene echt nationale muziekschool bezit; Dr J. Van Vloten, Brussel in 1576 en 1876; Emanuel Hiel van Brussel, Breidel en de Coninck, Declamatorium voor te dragen door den dichter.
Heden namiddag, om drie ure, groot muziekfestival in het Hertogelijk Paleis. Uitvoering van het oratorio De Schelde van Benoit en de Artevelde-Cantate van Gevaert. Directie Henry Warnots. De Koninklijke Familie woont dit Toonfeest bij. - 's Avonds ontvangt Z.M. de Koning de Congresleden in het Paleis. Na die vorstelijke receptie wacht hun een hartelijk broederfeestje in het Kunstgenootschap. Ons verslag over de werkzaamheden van 't Congres beginnen we in 't volgend Nr. Door afwezigheid van onzen Hoofdredakteur, die zich gewoonlijk met die taak gelastte, zal thans dit verslag door een der medewerkers van ons Maandschrift worden opgesteld. |
|