| |
Kunstkroniek.
Tooneel- en letterkunde.
- Prijskampen. - De door Thalia van Dordrecht uitgeschreven Tooneelwedstrijd heeft den volgenden uitslag opgeleverd: Treur-, Tooneelspel of Drama: 1ste prijs aan Hoop en Liefde van Antwerpen; - 2e prijs aan de Dilettanten-Club van Amsterdam; - 3e prijs aan de Jan Van Beers van Utrecht. Bijzondere medaliën aan Mev. Aleidis van Antwerpen, en den heer A.A. Petit, van Rotterdam - Blijspel: 1ste prijs aan de vereeniging V.U.O.G.
| |
| |
van Amsterdam; - 2e prijs aan Jan Van Beers van Utrecht; - 3e prijs aan Demosthenes van Deventer. Bijzondere medaliën aan Mev. Aleidis (voornoemd) en den heer J.P. Doressen van Utrecht. - Volgende buitengewone prijzen werden toegekend: Beste liefhebster: Mevr. Kokosky (Amsterdam). Zuiverste uitspraak: Vereeniging Jan Van Beers (Utrecht) en Roos en Eikel (Leuven). Best gekozen stuk: de Dilettanten-Club (Amsterdam).
- De Belgische ‘Académie d'Archéologie’ heeft voor 1877 de twee volgende prijsvragen uitgeschreven: 1o Een oudheidkundig of historisch vraagstuk betrekkelijk het oud graafschap Vlaanderen’. Prijs 500 fr. - 2o De beschrijving van het leven en de werken van Abraham Ortelius.’ Buiten deze prijzen worden door de Academie aan elken bekroonden schrijver eene medalie en 50 afdrukken van zijn werk geschonken. - De stukken moeten in de Fransche taal opgesteld zijn.
- Mevrouw weduwe Anton Bergmann, heeft de 5000 fr., haar door het Staatsbestuur ter hand gesteld als vijfjaarlijksche prijs voor ‘Ernest Staas,’ den bekroonden roman van haren echtgenoot, bestemd om door de koninklijke Academie van België alle tien jaren eenen prijs te laten toekennen, voor in het Nederlandsch geschrevene geschiedenis van eene stad of gemeente van België.
- Het pedagogisch Tijdschrift De Vereeniging van Gent, heeft andermaal een wedstrijd uitgeschreven voor 't opstellen van: 1o Een Tooneelstukje voor jongens (één of twee bedrijven); - 2o Een id. voor meisjes; - 3o Eene alleenspraak (kluchtige) voor jongens; - 4o Eene id. voor meisjes. Schoone eermetalen zijn als eerste prijzen uitgeloofd. Als 2de prijs wordt voor ieder nummer een fraai boekwerk geschonken.
- De Tooneelmaatschappij ‘Hoop in de Toekomst’ heeft voor haren internationalen festival-wedstrijd van 1876-77 de volgende prijzen uitgeloofd: In het Drama, premiën van 500 fr., 300 fr., 200 fr. en 100 fr. beneuens eermetalen en een kunstvoorwerp. - Voor het Blij- of Zangspel: premiën van 150 fr. 100 fr., 75 fr. en 50 fr. benevens eermetalen.- Bijzondere
| |
| |
prijzen voor de beste tooneelisten, alsook voor degenen die zich door de beste Nederlandsche uitspraak onderscheiden.
- Ziehier den uitslag van den Tooneelprijskamp, die onlangs te Ingelmunster plaats had: Drama: 1ste prijs, ‘De Zeegbare harten’ van Rousselare; 2e prijs, ‘Kunst en Een dracht’ van Waezeghem; 3e prijs, ‘De Vrijheidsliefde’ van Gent. Blijspelen: 1ste prijs, ‘Conscience's Genootschap’ van Blankenberge; 2e prijs, ‘Vooruit’ van Deinzo. - Beste akteurs: prijzen aan de heeren Denys, van Rousselare, en Van Konkelberge, van Blankenberge.
- De heer Aart Admiraal, schrijver der bekroonde novelle voor der, prijskamp ‘Tony Bergmann’ uitgeschreven door de Liersche afdeeling van het Willemsfonds, heeft aan deze laatste het volgende bericht gezonden:
Schoonhoven, 8 Februari 1876.
Aan de Afdeeling Lier van het Belgisch Willemsfonds.
Mijnheeren,
‘Juist op den dag dat mijne moeder bezig is 72 jaar te worden, heb ik het leedgevoel te moeten bedanken voor den mij toegekenden eersten Bergmann-prijs. Ik mag hem niet aannemen, omdat het bekroonde stuk: ‘het Veerhuis aan de Lek’ in Eigen Haard verscheen vóór de uitspraak der keurmeesters. Hebt mijn warmen dank voor de eer aan mijn werk bewezen.
Met hartelijken groet, ben ik altoos gaarne, Mijnheeren.
Uw Dw. Dienaar,
Aart Admiraal.
Dientengevolge heeft de jury den prijs toegekend, aan Mej. D.F Cool, van Amsterdam, met hare novelle ‘Rika’.
- In het Hamburger Stadstheater werd dezer dagen met veel bijval een nagelaten blijspel van Roderich Benedix ‘Der Professor als Cavalier’ opgevoerd.
- De heer T.H. De Beer, van Goes, die zich reeds door verschillige uitgaven zeer gunstig in de Nederlandsche en Duitsche letterwereld kennen deed, heeft thans, bij den uitgever Akkeringa, te Amsterdam, eene Bloemlezing doen verschijnen, onder den titel: ‘Musterlese aus der poëtischen Literatur der Deutschen.’ Onder redactie van denzelfden schrijver verschijnt bij den uitgever Van der Endt, te Maassluis,
| |
| |
eene keurige ‘Bibliotheek van Buitenlandsche Schrijvers’, waarvan het eerste nommer Goothe's ‘Götz van Berlichingen’ bevat, met aanteekeningen en toelichtingen van de hand des heeren De Beer. Op beide uitgaven komen wij in onze rubriek ‘Boekbeoordeeling’ eerlang nader terug.
- De dagbladen melden dat onze beroemde Hendrik Conscience aan een nieuw gewrocht bezig is. Onvermoeibaar aan de taak is die geliefde romanschrijver.
- Wij hebben ontvangen ‘Jacoba van Beieren’, een schoon lyrisch-dramatisch gedicht door Em. Hiel, dat als tekst dient voor Jan Van den Eeden's nieuw muziekgewrocht.
- Dezer dagen hadden we 't genoegen in eene kunstlievende familie dezer stad eene zeer aantrekkelijke ‘salonvertooning’ bij te wonen. Een jonge dilettantenkring, die zich met goed gevolg op de beoefening der dramatische kunst toelegt, speelde er voor eenige genoodigden, een paar allerliefste stukjes van Roderich Benedix en Van Goethem's gemoedelijk ‘Wiegje’. De bijval was groot en welverdiend. Die jeugdige Liefhebberskring - en niet het minst hun begaafde bestuurder, de heer E.V.B. - halen eer van hun werk. Het inrichten van dergelijke intieme avondfeestjes is een voorbeeld, dat in onze vlaamsche familiën navolging verdient.
- De Gemeenteraad van Amsterdam heeft, met 22 stemmen tegen 13, besloten, aan de vereeniging ‘Het Nederlandsch Tooneel’ voor drie jaren het bespelen van den stadsschouwburg te gunnen, tegen een jaarlijksche vergadering van 8000 frs. De tegenwoordige Direktie Albregt en Van Ollefen, werd in die zitting nog al duchtig gehekeld. Men was van gevoelen, betrekkelijk de keuze der opgevoerde stukken, dat de verheffing van het Nationaal Tooneel niet genoeg door hen werd op den voorgrond gesteld. De hoer De Koning wees ten bewijze dier stelling op het 50 à 60 maal achter elkaar vertoonde spectakelstuk ‘De reis om de wereld’ Niet de kunst, zegde hij, maar de melkgevende koe had de handelingen bestuurd.
| |
Toonkunde.
- Prijskampen. - Tegen den 24n Juni, e.k. heeft de Liedertafel ‘Kunst en Vriendschap ‘van
| |
| |
Amsterdam een groeten zang-wedstrijd uitgeschreven. Voor Nederlandsche vereenigingen zijn, behalve gouden en zilveren medaliën, premiën van 100 tot 400 gulden uitgeloofd; voor Buitenlandsche: premiën van 150 tot 500 gl. De Eereprijs bestaat in een kostbaar kunstvoorwerp en een gouden medalie, en de Prijs van Uitmuntendheid bedraagt niet minder dan 1000 gl. met een gouden medalie.
- Onlangs werd in het Vlaamsch Kunstgenootschap te Brussel een muzikaal avondfeest gegeven, dat uitsluitelijk uit werken van Gevaert was samengesteld. De bijval was groot; doch niet zonder bevreemding werd de afwezigheid van den maëstro opgemerkt.
- In de noordnederlandsche pers wordt met uitbundigen lof gesproken over de twee bekroonde liederen van onzen jongen toondichter Jan Blockx, nl. Vaderlandslied en Visschersliedeken. Onze voortreffelijke baryton Blauwaart heeft te Rotterdam met beide stukjes zulken buitengewonen bijval genoten, dat men hem tot driemaal toe heeft teruggeroepen. Dit strekt toondichter en zanger beiden ter eere.
- Het Antwerpsch Comiteit van den Bond tot bevordering der Nationale Toonkunde, hield op 20 Februari jl. zijne eerste zitting in de oude Archievonzaal van het Stadhuis. In afwezigheid van den Voorzitter M. Peter Benoit (door ongesteldheid weêrhouden), werd het voorzitterschap waargenomen door den heer A.J. Cosyn, onzen hoofdredacteur. In eene korte openingsrede schetste hij het doel en de strekking van den Bond af: het bestrijden van zekere verfranschende of cosmopolitieke richtingen, die het eigenaardig karakter onzer Vlaamsche Muziekkunst bedreigen. Daar het hier in de eerste plaats eene kwestie van princiep betreft, spreekt het van zelfs dat niet alleen de toonkundigen zei ven, maar àlle voorstanders onzer Vlaamsche Kunstbeweging van den Bond kunnen deel maken. Verders werd nog over de te beginnen werkzaamheden, het woord gevoerd door de heeren Bosiers, Moreel, Van den Bosch, Van de Ven, Mertens, Hendrickx en Kennis. Ten slotte werden voor de werkende ledon van 't Comiteit afdeelingen ingericht, om middelen te beramen tot
| |
| |
bevordering van het Vlaamsen Princiep in de verschillige vakken der Toonkunde. In Antwerpen, evenals te Gent en te Brussel, telt de Bond reeds talrijke bijtreders: De leden van ons Comiteit betalen eene jaarlijksche bijdrage van 2 fr. - Zooals men weet zullen al de Bondsleden zich in een soort van Nationaal Congres vereenigen om bij het Staatsbestuur op eenige hoogst wenschelijke hervormingen aan te dringen.
| |
Beeldende kunsten.
- Prijskampen. - Thans is officieel het programma vastgesteld van den door ons reeds vermelden Wedstrijd, die ter gelegenheid der Rubensfeesten door de stad Antwerpen wordt uitgeschreven. Onderwerp: Geschiedenis der Antwerpsche Schilderschool. Het werk moet, in de Nederlandsche taal, en zooveel mogelijk in den volkstrant geschreven, vooral een Leer- en Leesboek voor het volk wezen. Dat boek welk minstens 400 blz. druks moet beslaan, zal bevatten: 1o levensbijzonderheden over de voornaamste kunstenaars; 2o beschouwingen over de verheffing, den voorspoed en 't verval der kunst in de verschillige tijdstippen van haar bestaan. - De bron der in het werk gebruikte citaten moet zorgvuldig worden aangeduid. - Voorwaarden: Een prijs van 3000 fr, wordt aan 't bekroonde opstel toegekend. Dit werk blijft de eigendom der stad, die 't op hare kosten mag uitgeven, met of zonder platen. - De mededingende gewrochten moeten vóor 15 Mei 1877 op het adres van den heer stads secretaris worden ingezonden.
- Te Reinis zal dit jaar een groote expositie van Beeldende Kunsten plaats hebben en wel van 17 April tot 1 Juni. Het vervoer eer tentoon te stellen kunstwerken is, wat Frankrijk betreft, kosteloos.
- Met tusschenkomst van het Gouvernement, heeft de stedelijke regeering van Antwerpen, voor het Museum van moderne kunstwerken, twee belangrijke historische tafereelen aangekocht: Philips II bij 't lijk van Don Juan van Oostenrijk door Karel Ooms (7000 fr.) en Philips van Artevelde, die 't Ruwaardschap aanvaardt door P. Vander Oudera (5000 fr.)
- De koning der Nederlanden heeft op het Loo, het vorstelijk zomerverblijf, eene merkwaardige kunstzaal, waarover
| |
| |
de dagbladen met bijzonderen lof gewagen. Dit gebouw, waarin de werken der grootste Nederlandsche meesters eene waardige plaats erlangen, doet eer aan den bouwmeester Eberson, en den decoratieschilder Joh. Stortenbeker. In de kroonlijst der zaal prijken de medaillon-portretten van Marnix van St-Aldegomle, Van Lennep, Tollens, Wilms, Pieneman, Rochussen, H. Ten Kate en L.H. Eberson, afgewisseld door een honderdtal namen van onze beroemdste kunstenaars en geleerden.
- Onze uitstekende Vlaamsche schilder Karel Verlat, heeft ons uit Jerusalem een zestal schilderijen gezonden, die in den Cercle werden tentoongesteld. Deze tafereelen uit Palestina zijn het buitengewoon talent van den uitstekenden meester ten volle waardig Onnoodig erbij te voegen dat ook de naar de natuur behandelde onderwerpen in hooge mate belangstelling wekten.
Over de Tentoonstelling, door de leden van den Cercle (Afd. Beeldende Kunsten) ingericht, spreken wij in ons volgend nummer.
| |
Necrologie.
Jos. Van Lerius, kunstschilder, overleden te Mecholen. - De heer Van Lerius, die zich sinds lang een schitterenden naam in de kunstwereld verworven had, was leeraar aan de koninklijke Akademie van Beeldende Kunsten te Antwerpen, ridder der Leopoldsorde en der koninklijke Verdienst-orde van St-Michiel van Beieren. Van Lerius werd in 1823, te Boom, van Antwerpsche ouders geboren. Zijn eerste opleiding bekwam hij de akademie van Brussel, vervolgens in die van Antwerpen en werkte daarna een drietal jaren in het atelier van Wappers. De eerste tentoonstelling waaraan hij deel nam was die van Brussel in 1848. Zijne twee tafereelen Esmeralda en Adam en Eva, vonden een zeer gunstig onthaal. En sedert dit debuut is zijn roem trapsgewijze tot eene merkwaardige hoogte gestegen. Onder zijne meestgekende tafereelen rekent men
| |
| |
Wellust en verknochtheid, De gouden leeftijd, De zegepraal der deugd, De Maagd van Orleans, Lady Godiva, Asschepoester, enz. Enkele zijner laatste voortbrengselen - o.a. De Brug der Zuchten te Venetië en De Liefdebode (Salon van Gent in 1870) zijn echter niet op de hoogte van 's meesters kunstroem.
- P.A. Van Hamme, kunstschilder, overleden te Brussel, aan de gevolgen eener hartziekte. - Leerling van De Keyser en van Leys, wist Van Hamme zich spoedig als historieschilder roem te verwerven. Een zijner bijzonderste tafereelen werd in 1852 op de Brusselsche Tentoonstelling door Leopold I aangekocht. Het Staatsmuseum bezit van hem een uitstekend genrestuk, getiteld: de Oude Kantwerkster.
- Dr J.P. Heye, de geniale Nederlandsche Volksdichter, overleden te Amsterdam in den ouderdom van 67 jaren. - Die verdienstvolle man (zegt het Volksbelang,) door Dr Van Vloten te recht ‘de zangerigste onzer dichters’ geheeten, was niet alleen groot als schrijver, ook als warme volksvriend heeft hij zich steeds onderscheiden. Met Potgieter en andere vrienden richtte Heye in 1834 de Muzen op, na reeds twee jaren den Vriend des Vaderlands te hebben opgesteld, en nam later een werkzaam deel aan de Gids. Ook aan Zuid-Nederlandsche uitgaven, o.a. aan de Zweep en den Kunstbode verleende hij van tijd tot tijd zijne vereerende medewerking. Een drietal jaren geleden word in Holland eene volkseditie van Dr Heye's Volksdichten bezorgd. Als hoofdbestuurder en secretaris der Maatschappij van Toonkunst, heeft hij aan deze voortreffelijke vereeniging uitstekende diensten bewezen. - Wat Heye als huisvader was straalt door uit elken regel uit elk woord van zyne lieve kinderdichtjes, die als een onsterflijke kroon de nagedachtenis des genialen mans zullen sieren.
|
|