De Vlaamsche Kunstbode. Jaargang 6
(1876)– [tijdschrift] Vlaamsche Kunstbode, De– Auteursrechtvrij
[pagina 45]
| |
Tooneel- en letterkunde.Prijskampen. - De Prijs-Tony Bergmann (200 fr. en een eermetaal) werd toegekend aan de novelle ‘Het Veerhuis aan de Lek’ door M. Aart Admiraal, van Schoonhoven (Noord-Nederland). Eervolle meldingen aan de stukken ‘Rika’ en ‘Anne-Mietje’ waarvan de schrijvers aanzocht worden zich te doen kennen. Met de inrichting van dien wedstrijd was, zooals men weet, de Liersche Afdeeling van 't Willemsfonds gelast. - Aan den driejaarlijkschen wedstrijd voor Vlaamsche Tooneelletterkunde is eenige wijziging gebracht. De mededingers blijven vrij in de keuze hunner onderwerpen, doch bij gelijke verdiensten zal de prijs worden toegekend aan het stuk, waarvan de stof aan 's lands zeden of geschiedenis is ontleend. Hetzelfde geldt den Cantaten-prijskamp (gedicht). - Wij hebben het officiëel Verslag ontvangen over den 5jaar lijkschen wedstrijd van Nederlandsche Letteren in België, voor het Vde tijdvak, waarin aan Ernest Staes van wijlen Tony Bergmann, de palm werd toegekend. Dit merkwaardig verslag werd opgesteld door Prof. Van Driessche. - Sedert Nieuwjaar is het bestuur van De Toekomst overgegaan in handen van Prof. Sleeckx, onder wiens kundige leiding dit pedagogisch tijdschrift ongetwijfeld den eervollen rang behouden moet, dien het sedert tal van jaren bekleedt. De nieuwe uitgever is M. Ad. Hoste van Gent. Ook Onze Tolk is van uitgever en redactie veranderd. Dit letterblad verschijnt thans te Gorinchem onder bestuur van den heer Vorsterman van Oijen. - De Rotterdamsche Schouwburg-vereeniging zal weer een paar nieuwe oorspronkelijke tooneelstukken opvoeren: (éen van Glanor, dar, eerlang het licht ziet, en een treurspel van M.G.H. Betz, getiteld ‘Jan. van Leiden’. - Men kondigt een bundel Nieuwe Novellen van Rosalie en Virginie Loveling aan. Een dezer gemoedelijke stukjes werd onlangs door Prof. Heremans met uitbundigen bijval voorgelezen in de Gentsche vereeniging De taal is gansch het volk. | |
[pagina 46]
| |
Toonkunde.- Prijskampen. - Amstels Mannenkoor zal dit jaar, tot viering van zijn 25jarig bestaan, een Internationalen Wedstrijd voor zangvereenigingen uitschrijven. Ook door de Liedertafel Kunst en Vriendschap, van Amsterdam, wordt een dergelijk concoers ingericht. Onder voorzitterschap van Maëstro Peter Benoit had op 25 December jl., in het Egmonts-Hotel te Gent, de tweede vergadering plaats der Vlaamsche Componisten en Voorstanders der Nationale richting in de muziek. Het projekt-Benoit werd aangenomen, en middelen beraamd om de Comiteiten op stevigen voet in te richten. Eerlang geven we daarover nadere bijzonderheden. - In 't belang eener gewenschte eenheid van diapason, heeft het Belgisch Staatsbestuur te dien einde eene Commissie van toonkundigenbenoemd. Daarvan maken deel de heeren Benoit, Gevaert, Van Gheluwe, Radoux, Staps, Mahillon en Samuel. - De Gentsche componist Waelput heelt te Brussel met medehulp der Melomanen, een groot Concert gegeven, dat H.K.H. de Graaf en de Gravin van Vlaanderen met hunne tegenwoordigheid hebben vereerd. - Met groot genoegen vernemen wij dat de jonge toondichter Is. De Vos, laureaat in den laatsten Staatsprijskamp, thans gedeeltelijk is hersteld van de ziekte die ernstig voor zijn leven had doen vreezen. - Het jaarlijksch Morgen-concert van den toondichterpianist Bosiers, te Antwerpen, was ditmaal bijzonder prachtig. Behalve een paar keurige stukken uit Beethoven en Nielsgade werden een viertal schoone compositiën van M. Bosiers zelven ten gehoore gebracht. | |
Beeldende kunsten.Prijskampen, - In den wedstrijd, door de Compagnie anonyme des Bronzes uitgeschreven, waren 14 beeldhouwwerken aan 't oordeel der Jury onderworpen. De vier volgende werden bekroond: 1o De Tijd, zittend figuur, van M. Jul. Dillens; 2o Het Geheim, groep van M. Jos. Van Rasbourgh; 3o De Lente, staande figuur, van M. Pol. Comein; 4o De Muziekles, groep van M. Lod. Van Biesbroeck. - Het Antwerpsen Stadsbestuur is van plan een luister- | |
[pagina 47]
| |
rijken prijskamp uit te schrijven voor eene Verhandeling over Rubens leven en werken, en dit wel ter gelegenheid der 300e verjaring van Rubens' geboorte, welke dit jaar met buitengewone feesten in de Scheldestad zal worden gevierd. | |
Necrologie.Mr Pieter De Baets, advokaat, lid van de Wetgevende Kamers, overleden te Gent in den ouderdom van 50 jaren. - Hij was een niet onbegaafd letterkundige en ijverig voorstander der Vlaamsche taalrechten. In 1861 werd De Baets tot Volksvertegenwoordiger van het arrondissement Gent gekozen door de katholijke partij. In den zittijd van 1861-62 bracht hij op schitterende wijze de Vlaamsche Kwestie voor de Kamer. Hij was het die voorstelde om in het antwoord op de Troonrede den wensch tot herstelling onzer taalgrieven uit te drukken, en dit voorstel werd aangenomen. Do Baets schreef verscheidene brochuren in het Nederlandsch. Zijne eerste proeven op letterkundig gebied verschenen in de Gazette van Gent. Later leverde hij tal van bijdragen in het Taalverbond, in de almanakken van het Willemsfonds, en het Leesmuseüm. Bij zijn graf werden drie Nederlandsche redevoeringen uitgesproken: Door M. Alf. Siffer, namens 't Davidsfonds, M.J. Obrie, advokaat, namens de Jonge Balie, en M. De Pauw, kantonalen schoolopziener. De heer De Baets was zeer geacht, en bemind. Zelfs door zijn staatkundige tegenstrevers wordt algemeen erkend dat hij een rondborstig karakter bezat en in Vlaanderen eene groote populariteit genoot. - Den 14n Nov. 11. werd te Mechelen op het gemeentekerkhof het grafteeken onthuld, dat door de Vlaamschgezinde dier stad en de welwillende ondersteuning van het stedelijk bestuur, aan de nagedachtenis van Jan Ruytjens is opgericht. De plaatselijke muziek-, tooneel- en letterkringen, evenals de Velbloem van Brussel waren bij den plechtigen optocht naar het graf tegenwoordig. - Ziehier eenige bijzonderheden over dien ver dienstelijken Vlaming: Jan Cornelis Ruytjens, op 2n October 1831 te Mechelen geboren, was onderwijzer aan de Middelbare school en een | |
[pagina 48]
| |
begaafd letteroefenaar, die in zijne geboortestad veel heeft bijgedragen tot den bloei der Vlaamsche Volkszaak. Hij heeft een aantal gedichten nagelaten, die eerlang zullen uitgegeven worden. Onder de voornaamste tellen wij: het Suikerspook, de zieke Maagd, (eene navolging van Jan Van Beers' ‘zieke Jongeling’) en Leopold II te Mechelen. Dit laatste is een zingdicht, door G. Van Hoey op muziek gesteld, en voor de eerste maal tijdens de laatste jubelfeesten in den Kruidtuin uitgevoerd, in tegenwoordigheid der Koninklijke Familie. Toen de Koning vernam dat de dichter dier cantate was overleden, en men voornemens was hem een gedenteeken te wijden, bij middel van eene openbare inschrijving, zond hij aan het Inrichtings-comiteit eene som van frs. 200 om daarvan de kosten te helpen bestrijden. Sedert lang arbeidde Ruytjens aan een geschiedkundig overzicht der oude gebouwen en monumenten van Mechelen, een uitgebreid werk, dat ongelukkig bij zijnen dood nog onvoltooid was. Ook als dagbladschrijver en kunstrechter had hij zich een goeden naam verworven. Sedert de stichting van ‘de Burgerij’ schreef hij in dit weekblad de verslagen over muziekfeesten, tentoonstellingen, vertooningen, enz., waarin hij blijken van grondige kennissen gaf, en steeds als onpartijdig en gewetensvol criticus optrad. Mij was een der oudste leden van de letter- en oudhiedskundige maatschappij de Peoene, medestichter der plaatselijke afdeeling van het Willemsfonds, en verdienstelid van meestal de kunst- en wetenschappelijke genootschappen van Mechelen. Hij overleed aldaar den 7 September 1874. Het monument, 't welk zich op zijn graf verheft, is bewerkt naar de teekening van M.W. Geets, bestuurder der Mechelsche Academie. Bij de plechtige onthulling werd Ruytjens herdacht door MM. Cluydts, advocaat, Hoogers, stodelijken bibliothecaris, Doms, onderwijzer, Van de Walle, letterkundige, en Verstraeten, professor aan het koninklijk Atheneum van Brussel.
N.B. - De opgave der laatst verschenen werken in ons volgend nummer. |
|