leend: ‘'t Onoogelijke stuk is... met veel talent geschilderd; de lijdzaam kwijnende blik van 't meêdoogloos gedoode slachtoffer is roerend van waarheid, en veredelt het anders zoo stuitend onderwerp waarvan de zonderlinge keus zich alleen uit het oogpunt der dierenbescherming of afschrikking van 't vleescheten en aanmaning tot plantaardige voeding verdedigen laat.’ Ik wensch er nog een enkel woord bij te voegen, dit namelijk: dat de heer Stobbaerts, zijn onmiskenbaar talent liever op eenig ander meer aantrekkelijk onderwerp moge aanwenden. Het zal hem wel aan geene denkbeelden ontbreken doch wil hij tot het grove realisme zich blijven bepalen; dan hoede hij zich vooral tegen zulke onderwerpen, die met welk talent ook uitgevoerd ‘onooglijk’ blijven voor elken man van smaak.
Jan van Beers Jz. heeft zijn schilderstuk ‘Leven de Geuzen!’ tentoongesteld. De Nederl. Kunstbode zegt er o.a. dit van: ‘... Ons oog wordt onwillekeurig het eerst door dien vogelverschrikker getroffen, die ons met wijd uitgespreide armen en beenen, en een oranje gekleurde vaan in de vuist, als een bezetene te gemoet vliegt en ‘Leven de Geuzen!’ gilt.’
Ook bij dezen jongen schilder valt groote aanleg niet te miskennen. De figuur van den Geus is goed gepenseeld, de armen en handen toonen spierkracht, ook het gelaat, indien het niet een zeer onbehagelijken indruk door den wijd opengesperden mond maakte, verraadt een geoefende toets; vooral is aan de kleederdracht met de optooiing groote zorg besteed, die aanstonds in 't oog valt; maar het geheel is wegens belachelijke overdrijving mislukt. Er ontbreekt dezen kunstenaar o.i. vooral gematigdheid of zelf beheersching. Hij zal, zoodra hij die eigenschap heeft veroverd, niet langer ontstuimige woede, die belachelijk werkt, afbeelden in de plaats van manlijke desnoods ruwe kracht, die ontzag afdwingt. Wie een ruwen Geus uit de XVIe eeuw wil teekenen, behoeft hem nu nog niet juist te nemen op zulk een oogenblik, dat hij minder nog zijne boeven- en piratenaanleg dan wel zijne vogelverschrikkers- en dolhuisnatuur te aanschouwen geeft.
‘In de beperking ligt het meesterschap’ zei de Weimarsche Jupiter, en hij wist het wel.
F.S.K.