Voorwoord.
Met dit nummer gaat de Vlaamsche Kunstbode zijn vierden jaargang in. - Een verblijdend feit voorwaar, als wij op de vele en velerlei moeielijkheden terugzien, waarmede eene uitgave als de onze had te kampen; doch aanstonds laten wij er op volgen: een verblijdend feit voornamelijk, omdat, dank zij onzen krachtigen medewerkers, de meeste dezer bezwaren weldra tot het verleden zullen behooren.
Wanneer wij, met het oog op den inhoud, de drie reeds verschenen jaargangen in vergelijkend overzicht nemen, dan meenen wij ons over merkelijken vooruitgang te mogen verheugen. Mannen met roem in de kunst-en letterwereld bekend, leenen thans den Kunstbode hunne pen. Zoo b.v. treedt in deze aflevering, naast onzen, maëstro M. Peter Benoit, die zijne merkwaardige artikelen over de Nationale Toonkunde voortzet, nu een ander talentvol voorstander van het Nationalism in de kunst, op, M. Jul. De Vriendt, de vertegenwoordiger der echt vlaamsche richting in onze schilderkunst. Ook van Noordnederlandsche zijde zijn ons, o.a. door Prof. Van Vloten en Mr C. Vosmaer, hoogst vereerende bijdragen beloofd. Verders zullen wij, te beginnen het de volgende aflevering. door eene regelmatige correspondencie onze lezers op de