| |
Kunstkroniek.
Tooneel- en letterkunde.
Prijskampen. - Ter beantwoording der door de koninklijke Belgische Akademie gestelde vraag: ‘het tijdstip opzoeken, waarop de beeldhouwkunst in Nederland den italiaanschen invloed beeft ondergaan’ was slechts ééne verhandeling ingezonden, waaraan door den Jury de gouden medalie werd toegekend. De schrijver ervan s M. Aug. Schoy, professor aan de Akademie van Antwerpen.
| |
| |
- Ziehier de onderwerpen voor den prijskamp in 1875, der Belgische Akademie van Oudheidkunde: Eerste onderwerp: (prijs 500 fr.) eene oudheid- of geschiedkundige vraag, betrekkelijk het oud hertogdom Luxemburg. De keus van het onderworp is den schrijver overgelaten. - Tweede onderwerp: (prijs 500 fr.), gesticht door het Internationaal Congres van aardrijkskunde: de geschiedenis van het leven en de werken van Abraham Ortelius. - Derde onderwerp: (prijs 500 fr.), gesticht door 't zelfde korps: de geschiedenis der handelsbetrekkingen van België met Afrika in de middeleeuwen, tot de scheiding der zeventien provinciën, de voegen aanduidende die men te lande en ter zee voor den, handel volgde, de inrichting der kantoren, de voorwerpen voor den ruilhandel, enz. Behalve die prjjzen kent de Akademie aan iederen bekroonden schrijver eene vergulde medalie toe en geeft hem 50 exemplaren van zijne memorie.
De beantwoording van het eerste onderwerp mag alléén in het fransch geschieden (!) - Betrekkelijk het 2e en het 3e onderwerp mogen de memoriën in het fransch, het nederlandsch het duitsch, het engelsch of het italiaansch opgesteld zijn.
- In don tooneelletterkundigen prijskamp dor stad Antwerpen zijn voor het Drama 47 stukken ingezonden.
-de Gentsche afdeeling van het Tooneelverbond heelt in hare laatste zitting besloten twee prijzen uit te loven voor den tooneelspeler en de tooneelspeelster van den Nederlandschen schouwburg van Gent, die zich gedurende het tooneeljaar 1873-74 het meest zullen onderscheiden hebben in de goede uitspraak onzer taal. De prijzen zullen uitgereikt worden op eene der laatste vertooningen van het tooneeljaar.
- Het provinciaal Utrechtsch Genootschap van Kunsten en Wetenschappen heeft onlangs zijn 100jarig bestaan gevierd, bij welke gelegenheid door Prof. Van Oosterzee de feestrede werd uitgesproken. Tot oereleden werden benoemd Prof. Van Rees en Dr N. Beets. Aan den heer Mr S. Muller Fz. is de gouden medalie toegekend door zijne beantwoording der prijsvraag: ‘Een historisch overzicht vande ontdekkingen der Hollanders in de Noordpoolzeeën, enz.’
| |
| |
- Biographisch Woordenboek aan Noord- en Zuidnederlandsche Letterkunde. - Al de Dames en Heeren van Zuid-Nederland, die letterkundige werken hebben geschreven en uitgegeven, worden beleefd verzocht hunnen naam en voornamen, de plaats, jaar en dag van geboorte, hunne betrekkingen en de titels hunner werken op te geven aan den heer F.-Jos. Vanden Branden, te Antwerpen. (Medegedeeld.)
- Onder de nederlandsche uitgaven, die de bijzondere aandacht onzer lezers verdienen, mogen wij in de eerste plaats vermelden de by Brockhuis te Leipzich verschijnende Nederlandsche Bibliotheek, waarin binnen kort, als 1ste aflevering, een nieuwe bundel ‘Gedichten’ van onzen talentvollen medewerker Emanuël Hiel zal verschijnen. - Een ander werk, in hooge mate onzer aanbeveling waardig, wordt bij Van Campen te Amsterdam uitgegeven, onder den titel: Nederland's Schilderkunst van de XIVde tot de XVIIIde eeuw, voor het Nederlandsche volk geschetst door Dr J. Van Vloten, met ruim vijftig houtgravures en een portret van Rembrandt, op staal geëtst door J.W. Kaiser. - Verders is te Haarlem bij Krüseman het begin van een zeer belangrijk prachtwerk verschenen, namelijk: In Memoriam, tafereelen van Holland's tachtigjarigen strijd. Deze, uitgave, geïllustreerd met allerkeurigste etsen van Prof. William Unger, geschiedt met medewerking van Dr L.V. Beunen, Mevr. Bosboom-Toussaint, Dr J. Ten Brinck, Dr A.W. Bronsveld, Prof. R. Fruyn, Dr J.L. Motley, Lodewijk Mulder, Prof. J.J. Van Oosterzee en Prof. A. Pierson.
- Hare Majesteit de Koningin der Nederlanden heeft welwillend de opdracht aanvaard van ‘Voor Visschers gevangen’ bundel proza en poëzie, door de voornaamste Noordnederlandsche schrijvers uit te geven ten voordeele van het gesticht van ouden van dagen, te Egmont-aan-Zee.
- Den 23 October en volgende dagen zal te Brussel de openbare veiling plaats hebben van het tweede deel der belangrijke boekenverzameling, nagelaten door wijlen Prof. Serrure. De catalogus behelst niet minder dan 2456 nummers.
- De Noordnederlandsche dagbladen molden dat de onder den pseudoniem Glanor gekende schrijver van het tooneelspel
| |
| |
Uitgaan, het voorwerp eener welverdiende hulde is geweest. De heeren Albrecht en Ollefen, bestuurders van den Rotterdamschen schouwburg, hebben den verdienstelijken tooneeldichter een prachtigen, in zilver bewerkten beker aangeboden, omgeven door een fraai vervaardigden lauwerkrans, met een huldeopschrift.
- Te Antwerpen is een ‘Van Maerlant's kring’ gesticht, die zich ten doel stelt: 1o De verspreiding van algemeene kennissen, hoofdzakelijk door middel van Nederlandsche voordrachten; 2o De onderlinge ontwikkeling der leden, door de beoefening der uiterlijke welsprekendheid.
- Op Vrijdag 10 October jl. heeft de kring ‘De Eigenaardigen’ de reeks zijner voordrachten geopend met eene verhandeling over Granvelle door M. Fr. Steger. Ook ‘Het Vlaamsche Volk’ heeft zijne volksconferenciën met concertos hernomen, welke dit jaar in oen nieuw lokaal: den St-Sebastiaan, plaats hebben.
| |
Toonkunde.
- Wij vinden in de Zweep van Brussel met veel lof gewag gemaakt van twee nieuwe scheppingeu op Vlaamsch toonkundig gebied. Willem De Mol, van zijne kunstreis in Duitschland voor eenige dagen teruggekeerd, heeft in een dilettantenkring der hoofdstad, op het klavier eenige fragmenten voorgedragen uit zijn vroeger aangekondigd oratorio: ‘De Levenstijden’. Een andere verdienstelijke componist heeft insgelijks een oratoria afgewerkt, getiteld ‘De laatste Zonnestraal’, dat hij onlangs voor eenige zijner vrienden heeft uitgevoerd. Beide stukken - op tekst van Em. Hiel - schijnen zeer verdienstelijk te zijn.
- De Gentsche koorkring ‘Het Willemsgenootschap’ zal den 1n en 2n November in de vereeniging ‘Kunstmin’ te Dordrecht een groot zangfeest gaan geven.
- Onze gunstig gekende componist M. Jan Van den Eeden, staat een der eersten op rang voor de openstaande plaats van Bestuurder der stedelijke muziekschool van Bergen.
- Aan de zangmaatschappij ‘De Vlaamsche Jongens’ van Gent (voorzitter M. Lod. De Vriese), is een staatshulpgeld van 100 fr., ten titel van aanmoediging, toegekend.
| |
| |
- Eerlang zal het door M. Cam. Lemonier bestuurd kunstblad L'art universel als premie voor zijne inschrijvers eene onuitgegeven zangstuk van onzen vlaamschen meester Peter Benoit doen verschijnen. Het werk is getiteld ‘Ik droomde’, poëzie van Em. Hiel.
| |
Beeldende kunsten.
- De driejaarlijksche tentoonstelling is dezer dagen gesloten. Wij hebben beloofd erop terug te komen. Hoe gaarne wij ook bij de merkwaardigste werken onzer nationale artisten zouden vertoeven, laat ons echterde beperkte ruimte, die wij thans in den Kunstbode beschikbaar hebben, geene uitvoerige beoordeeling toe. Wij moeten ons derhalve bij een algemeen vluchtig overzicht bepalen, met vermelding van enkele stukken die het meest onze aandacht hebben gevestigd.
Beginnen wij met de landschapschilders. In de eerste plaats trof ons een drietal stukken van Van Luppen, waaronder een prachtige Herfst. - Van Lamorinière, kregen wij er enkel één te te zien, maar 't was een echt juweeltje. - Door zijne’ Herinring aan de Schelde’ deed zich L. Artan meer dan ooit voor als een uitstekend realist, die zich vooral door eene groote meesterschap over het coloriet onderscheidt. Meer afgewerkt zouden, meenen wij, Artan's tafereelen er des te verdiensterlijker om wezen. - Adolf Dillens,de uitmuntende schilder der Zeeuwsche boeren en boerinnen, had ditmaal, buiten zijn gewoon genre, een portugeesch landschap geleverd. - De dames Rosa Venneman en Beernaert genoten veel bijval, de eerste met een welgelukt’ Buitenzicht eener hoeve,’ de tweede met een zeer mooi ‘Zicht uit de omstreken van Scheveningen.’ - Verders mogen in dit vak nog met lof worden vermeld de werken van Hendrik en Xavier De Cock, Coosemans Alb. De Keizer, Kallenberg, Van Hove, Croegaert, enz.
Onder onze voortreffelijkste genreschilders rekent men terecht Ferd. de Braeckeleer. Zijne ‘kantwerkschool’, even als zijne twee andere stukjes, vonden veel bijval op de expositie. - De ‘Baarddag’ van D. Col, ‘de mislukte Pudding’ van Verhoeven-Ball, ‘de Dorpsbruiloft’ van Linnig en ‘de Voogd’ van Marckelbach onderscheiden zich insgelijks door zeer
| |
| |
ernstige hoedanigheden. - Een stuk dat veel gerucht maakte is Jan Stobbaert's ‘Antwerpsche slachterij.’ Hoe merkwaardig ook als uitvoering, kan zoo iets in de verste verte onze goedkeuring niet erlangen. Dergelijk onderwerp kiezen, en het op dergelijke wijze behandelen, dit achten wij eenen kunstenaar onwaardig. Een realism dat met opzet het leelijke, het terugstootende van de natuur voor oogen brengt, kunnen wij niet genoeg afkeuren. - Hendrik Bource, de geliefkoosde schepper van ‘De ledige Wieg’ en andere gemoedelijke tooneeltjes uit het visschersleven, leverde ditmaal eene zeer keurige ‘Stille Zee,’ en Felix Cogen ‘De Garnaalvisschers’. - Een der meest bewonderde tafereelen der expositie was Dyckman's ‘Boetvaardige Magdalena’. - De jeugdige Jan Van Beers (zoon des Vlaamschen dichters) heeft met zijn ‘Fiat lux’ een gelukkig debut gedaan. Ook het portret van zijnen vriend C. verraadt een ontluikend talent dat veel voor de toekomst belooft.
Godsdienstige schilderijen waren er in klein getal. Naast een overheerlijk triptiek van Verlat, verbeeldende de moeder van den Messias, vergezeld van de vier evangelisten, merkten wij o.a. een in was geschilderd tafereel van Edward Dujardin op, dat voor de St-Sulpicius kerk van Diest is bestemd.
De Beeldhouwkunst was op de antwerpsche expositie alles behalve rijk vertegenwoordigd, en evenmin kunnen hare voortbrengselen uitstekend worden genoemd. Enkele stukken nogtans getuigen, de eenen van een reeds gevormd talent, de anderen van een gelukkigen aanleg. Onder de besten noemen wij het borstbeeld van Leopold II, door Ducaju, dat van wijlen Henry Lenaerts, door Jul. Pécher, dat van M. Peteau door Colinet. De Nacht, van J. De Braeckeleer, en Het Ontwaken, van F. Dekkers, vonden wij twee allerliefste genrebeeldjes.
In zake van bouwkunde was er weinig meer dan de teekeningen der artisten die aan den prijskamp der koninklijke maatschappij van Schoone kunsten hebben deel genomen.
Stippen wij ten slotte nog aan, dat aan een zestal der verdienstelijkste schilders uit de expositie eene zeer vereerende onderscheiding is ten deele gevallen. Voor de stichting van een Museüm van moderne schilderijen is van stads- en staatswege
| |
| |
eene subsidie van 40,000 fr. verleend en strekkende om op elke tentoonstelling merkwaardige tafereelen aan te koopen. Welnu, voor de inhuldiging van dit museüm zijn thans de volgende, vrij gelukkig gekozene tafereelen door de Commissie aangekocht: C. Verlat: ‘De Moeder van den Messias,’ - P. Beaufaux: ‘Salome de onthoofding van Sint-Jan-Baptist bespiedend’; - D. Col: ‘De Baarddag’; - C. Dell'aqua: ‘De Juweelen der Bruid’; - Marinus: ‘Episode uit de overstrooming van de Maas in 1872’; - J. Van Luppen: ‘De Herfst.’
- Den 5 October heeft te Nijvel (Brabant) de opening der tentoonstelling van Schoone Kunsten plaats gehad. Zij bevat ongeveer 500 schilderstukken, waaronder werken van Leys, Wiertz, van Schendel, Madou, Cogen, Artan, Verboeckhoven, Stallaert, Impens, Venvee, enz.
- De afdeeling van schoone kunsten bij de Koninklijke Academie van België, heeft in hare zitting van 18 September den eersten prijs van 1000 frs. mot algemeene stemmen toegekend aan het ontwerp, dragende tot kenspreuk: La paix est la mère des arts, in antwoord op de kwestie: ‘Men vraagt het ontwerp van eenen praalboog, aan den vrede opterichten, bij don ingang eener groote stad, te midden eener openbare plaats.’ De vervaardiger van dit ontwerp is de heer Hendrik Blomme, bouwmeester te Antwerpen, welke ook de medalie in de Nationale tentoonstelling behaald heeft.
- In den Cercle artistique van Antwerpen is sedert een paar weken eene prachtige schilderij: de Danaë van Titiaan ten toon gesteld. Dit meesterstuk in 1530 vervaardigd, werd onlangs voor de som van 360.000 frs, door den keizer van Rusland aangekocht.
- Morgen (16 October) wordt te Amsterdam de belangrijke schilderij en verzameling van den heer Schneyders van Greiffenswerth verkocht. De meeste werken behooren tot de nieuwere school. Het zijn hoofdzakelijk landschappen onzer beroemdste moderne meesters.
- Uit Brugge wordt gemeld datde gekende beeldhouwer Pickery, de vervaardiger van Hans Memlinc's standbeeld,
| |
| |
thans de laatste hand heeft gelegd aan de plaasteren markette van Jan Van Eyck. Men zegt dat het beeld zeer goed is gelukt.
- Te Leipzig is eene biographie van onzen beroemden nationalen schilder Adriaan Brouwer verschenen. Dr W. Schmidt, betoogt daarin dat Brouwer niet in 1608 te Haarlem, maar wel in 1605 of 1606 te Oudenaarde in Vlaanderen geboren is.
- Door de zorgen van den hoer C.A.J. Geesing, zal te Amsterdam, na afloop van de Weener tentoonstelling, denkelijk eene expositie van nationale kunstnijverheid worden ingericht, die in het ‘Paleis voor Volksvlijt’ zou plaats hebben.
| |
Vlaamsche belangen.
- Door het Bestendig Comiteit van Brussel is onlangs een eerste omzendbrief uitgevaardigd, handelend over de kwestie van inrichting. Daarin wordt eene spoedige opgave gevraagd der namen van personen die als gewestelijke afgevaardigden van den Landdag moeten optreden.
Van eenen anderen kant vernemen wij dat ook de Liberale Vlaamsche Vereeniging van Gent voornemens is binnen kort in Vlaanderen's hoofdstad een grooten Landdag te beleggen. - Goed zoo! er komt meer en meer leven in onze Vlaamsche Beweging. Al wie Vlaming is, tot welke politieke denkwijze hij ook behoore, moet zich bij eene zoo rechtvaardige volksbeweging aansluiten.
- De Gemeenteraad van Aalst heeft in het belang onzer Moedertaal eene uitmuntende beslissing genomen. Voortaan zal het Nederlandsch als officiëele taal dier stad worden gebruikt voor al de stadszaken, verslagen der zittingen, briefwisseling, aankondigingen, enz. Ingevolge artikel 23 der Grondwet blijft het den leden echter vrij zich in de beraadslagingen te bedienen van de taal die zij verkiezen. - Dit besluit verdient des te moer lof, daar Aalst vroeger eene der meest verfranschte steden des lands was.
- Het Journal de Liége meldt dat te Luik een verzoekschrift in omloop is, om aan het Schepenen-collegie dier stad te vragen dat de Nederlandsche taal in de Stadsscholen ernstig zou
| |
| |
worden onderwezen. De petitie is reeds met ongeveer 300 handteekens bekleed. De onderteekenaars steunen zich o.a. op het stoffelijk belang dat de Walen bij de kennis onzer taal hebben.
- Met het oog op onze steeds veld winnende Taalbeweging, zal het gewis niet zonder belang zijn na te gaan hoe in Zwitserland het gebruik der talen geregeld is:
Art. 109 der Bondsgrondwet van 1848 stelt vast dat het duitsch, het fransch en het italiaansch de nationale talen in Zwitserland zijn. Daaruit vloeit voort, dat elken Zwitser het recht heeft om in zijne moedertaal woordelijk en schriftelijk gehoord te worden, voor de bestuurlijke overheden: het bekoort aan de bevoegde overheid om op de betamelijkste wijze over de getrouwheid der vertalingen te waken.
Wat bijzonderlijk den gang der zaken voor de rechtkanken betreft, artikel 9 der Bondswet over de wijze van strafrechtspleging van 1851, schrijft voor, dat het onderzoek en de debatten in beginsel moeten geschieden in de taal van het arrondissement waar het misdrijf gepleegd werd, en waarin over het algemeen de sessie der assisen wordt gehouden.
Wat de kantonale wetgevingen betreft, hetzelfde beginsel is over het algemeen aangenomen. Echter wordt in Walliserland, in geval van beroep, het gebruik bevolen voor de hoogere rechtbank van de taal, waarvan in eersten aanleg is gebruik gemaakt. Van eenen anderen kant machtigt, in het kanton Berne de Wet het gebruik naar verkiezing der twee talen, die in het kanton gesproken worden, het duitsch en het fransch.
De bondswetten worden in de drie ofticiëele talen gedrukt; de kantonale wetten in de voornaamste talen des lands.
| |
Necrologie.
- Edm. J.B. Tschaggeny, verdienstelijk dierenschilder, den 12 September te Brussel overleden. Hij beoefende zijne kunst een tijd lang onder de leiding van Eng. Verboekhoven en verwierf in 1848 eene gouden medalie. Zijne werken worden over het algemeen zeer gewaardeerd.
| |
| |
- N.A. Van Charante, letterkundige, overleden te Zaandam (Noordnederland). Zijne verhalen en gedichten voor de jeugd hebben hem in de literarische wereld gunstig doen kennen.
- Roderich Benedix, een van Duitschland's beroemdste tooneeldichters, overleden te Leipzich. Meestal zijne voortbrengselen bezitten eene blijvende waarde en werden, niet alleen in zijn vaderland, maar ook in den vreemde, met buitengewonen bijval opgevoerd. In het Nederlandsch werden onder anderen vertaald: Mathilde of een vrouwenhart, - de Stiefmoeder, - de Nieuwjaarsnacht, - Onze lieve Bloedverwanten, - Neef Siegel, - Neen! enz. al stukken die Roderich Benedix in Noord- en Zuidnederland hebben populair gemaakt.
- Louise Mülbach (Clara Müller), begaafde duitsche romanschrijfster, den 26 September jl. te Berlijn overleden, Hare bijzonderste werken behooren tot het historisch-romantisch vak. Verschillige zijn in onze taal overgezet en worden ook door het nederlandsch publiek met veel graagte gelezen. Louise Mülbach - of liever Clara Müller, zooals haar echte naam was - was weduwe van Prof. Th. Mundt, die den 1 December 1861 overleed.
| |
| |
| |
Verschenen werken.
- Keus uit de dicht- en prozawerken van Jan Frans Willems, verzameld door Max Rooses. 2 dln. Uitgave van het Willemsfonds te Gent. - Prijs 3 fr.
- Le Mouvement flamand, organe des intérêts de la population flamande. No 6. - Bruxelles rue de la grande Ile, 6. - Prix pour 8 numéros: 1 fr.
- Verzameling der Overblijfsels onzer nationale Kunst van de XIde tot de XVIIIde eeuw, door C. Colinet en E. Loran. 7de aflevering. Brussel bij Claassen.
- Verslag over den dubbelen prijskamp van Tooneelkunde en Tooneellitteratuur, uitgeschreven door de maatschappij de Jonge Tooneelliefhebbers te Brussel, in 1873. - Brussel drukkerij van Terneu. (Brochuur van 11 blz., opgesteld door Prof. Van Driessche).
- Nederland's Schilderkunst van de 14de iot de 18de eeuw, voor het Nederlandsche volk geschetst, door Dr J. Van Vloten. Met ruim 50 houtgravures en een portret van Rembrandt. 2de en 3de aflevering. Amsterdam bij P.N. Van Campen en zn. - Prijs per afl. 70 cents.
- In Memoriam. Tafereelen uit Holland's tachtigiarigen strijd. Met prachtige platen van Prof. W. Unger. Haarlem bij A.C. Kruseman. - Prijs per aflev. 1 gl. 90.
- Zeven Spruiten, novellen van Johan Gram. Amsterdam bij Funcke.
- De dubbele Roeping der Vrouw. Eene met goud bekroonde prijsvraag door Mevr. Elisa Van Calcar. Arnhem bij D.A. Thieme. - Prijs 75 cents.
- De AEsthetische Voordracht. Naar het hoogduitsch van Roderich Benedix. Voor Nederland bewerkt door J.A. Ankersmit W. zn. Eerste aflev. Deventer bij H.J. Ter Gunne, 64 blz. kl. 8o.
| |
Aangekondigde werken.
- Nederlandsche Bibliotheek. Uit te geven onder het bestuur van Prof. Heremans en Emanuël Hiel. Leipzich bij Brockhaus. - De eerste band zal de nieuwe ‘Gedichten van Em. Hiel’ bevatten. - Men kan inschrijven bij alle boekhandelaren ten prijze van 4 fr.
- De Geheimen van een Klooster, door Jac. Rademacher. (Compleet in ongeveer 30 afleveringen van 16 blz.) Antwerpen bij J.B. Mees. - Prijs 20 centiemen per aflevering.
- Een Dorpsbeschaver. schetsen uit het maatschappelijk leven, door Albijn Van den Abeele. Men teekent in bij den schrijver te St-Martens-Laethem. - Prijs 3 fr.
- Jaarboek van het ‘Conscience's Taalgenootschap’ te Blankenberg. Eerste jaargang.
|
|