De Vlaamsche Kunstbode. Jaargang 3
(1873)– [tijdschrift] Vlaamsche Kunstbode, De– Auteursrechtvrij
[pagina 423]
| |
Kunstkroniek.Tooneel-en letterkunde.- Prijskampen. - Ziehier den uitslag van den wedstrijd voor Declamatie, ingericht door het Lyrisch Genootschap van Zinghem, en die op 24 Augusti jl. aldaar heeft plaats gehad: - Deftige alleenspraken: 1ste prijs, aan M.Z. Van Autrijve van Gent; - 2de prijs, M.P. Kinds, van Deinze: - eervolle melding aan MM. A. Madou van Wetteren en C. Soudan van Audenaarde. - Boertige alleenspraken: 1ste prijs, M.A. Spriet van Gent; - 2de prijs, M.M. De Maertelaere van Gent, en A. Wante van Berchem. - Boertige tweespraken, Eenige prijs, M.M. Suetens en A. Popelier van Wareghem; - eervolle meldingen aan M.M. De Vuyst en Venneman van Dickelvenne, en M.M. De Maertelare en Van Daele, van Gent. - Tijdens de aanstaande Septemberfeesten vas Brussel zullen de Jonge Tooneelliefhebbers de twee in hunnen letterkundigen prijskamp bekroonde tooneelstukken opvoeren. - Op het Tooneelfestival, dat tijdens de Gemeentefeesten te Antwerpen plaats had, zijn bijzondere toelagen verleend aan de volgende kringen: 1o De Antwerpsche liefhebbers; 2o de Antwerpsche tooneelisten; 3o Hooger zij ons doel (Antwerpen). 4o De Taalminnaren (Lier); 5o De Vlaamsche zonen (Antwerpen). 6o Oefening baart kunst (Lier). - Er zijn aanmoedigingen voor de benhaafde uitspraak toegekend aan de dames Aleidis, C.D., D. Colson E. Kramers en aan de heeren J. Dilis, J. Kramers, W. Suetens en J. Vander Voort. - Ziehier de lijst van blijspelen ontvangen voor den prijskamp, geopend door het Antwerpsch gemeentebestuur: 1. St-Thomasdag; 2. Geen roosje zonder doornen; 3. Een oude jongman; 4. De kwaal der kinderen; 5. Het ganzenbord; 6. Een goede vader; 7. Zelfzucht en bijgeloof; 8. De schoonvader of de man van den blauwen brief; 9. De dochter van den barbier; 10. De drenkeling; 11. De eerzuchtige kapper; 12. De haast van stekeblind; 13. De tweeling-broeders; 14. De mannen; 15. Tan Dyck te Saventhem; 16. Meester en dienstbode; 17. Schoenpast; 18. Een slapelooze nacht; 19. De | |
[pagina 424]
| |
rentmeester van 't dorp; 20. Victors nichtje; 21. De fortuinzoekers; 22. De gevaren eener verliefde natuur. Rechters zijn: MM. A. Bergmann, F. De Cort, J. De Geyter, J. Heremans, E. Rosseels, D. Sleeckx en J. Van Beers. - In den Tooneelletterkundigen wedstrijd, door de stad Antwerpen uitgeschreven, zijn voor het vak der Comedie, niet minder dan 36 stukken ingezonden. - Dezer dagen is, in een boekenveiling te Dixmude, een exemplaar van den dichtbundel Madelieven door Mevrouw Van Ackere-Doolaeghe, een werk dat sedert jaren niet meer in den boekhandel voorhanden is, aan eenen letterkundige van Gent voor de som van 25 frs. verkocht geworden. - Aan onzen medewerker den dichter Theophiel Coopman, gewezen Voorzitter van den Gentschen Zetternams kring, is door die letterkundige vereeniging zijn gelithographeerd portret aangeboden, verwaardigd door den heer Karel Van Loo. | |
Toonkunde.- Prijskampen. - In den wedstrijd van toonkundige compositie door de Eendracht van Meulestede (Gent) uitgeschreven, zijn de prijzen toegekend als volgt: Eerste prijs ex oequo in deeling, 1o De zang der Zee, 75 fr.; 2o Lentelied, 75 fr. - 150 fr. en eene zilveren medalie aan den heer H. Waelput te Gent. 3o de Jaargetijden, 75 fr. en eene zilveren medalie aan den heer L.F. Brandts-Buys, te Zutfen (Holland.) Er is eene eervolle melding toegekend aan Taalvrijheid, van den heer Van den Heuvel, te Gent. - De heeren H. Van Duyse en Is. De Vos van Gent, Mathieu van Leuven en Thilman van Brussel, die in den laatsten staatsprijskamp aan den Nederlandschen tekst de voorkeur gaven, hebben van het Willemsfonds eenen brief van gelukwensching en een boekengeschenk te ontvangen. - Met uitbundigen lof wordt in de Gentsche dagbladen gewag gemaakt van de cantate van M. Isidoor De Vos, Torquats Tasso's dood, zooals men weet voor den prijs van Rome medegedongen en eene eervolle melding behaald heeft. Dit muziekgewrocht is onlangs door de Melomanen van Gent met zeer veel bijval uitgevoerd. | |
[pagina 425]
| |
- De Oorlog, Benoit 's nieuw Oratorio. - Wat nog voor eenige maanden eene onmogelijkheid scheen, is chans eene daadzaak geworden. De Oorlog, dat grootsch, dat uiterst moeielijk werk, waarvoor de toondichter zelf een oogenblik vreesde dat het binst zijn leven niet zou worden uitgevoerd, dat muzikaal reuzengewrocht is nu te Antwerpen met den schitterendsten uitslag ten gehoore gebracht. Inderdaad, de zoo kunstlievende Scheldestad mag fier zijn over dien uitslag. En Benoit, ên de uitvoeringscommissie, èn de dames en heeren uitvoerders, allen die zoo bereidwillig hunne medewerking hebben verleend, bevinden zich daardoor beloond voor hunne kunde en ievervolle werkzaamheid. De Oorlog is eene beteekenisvolle verschijning, niet alleen voor onze Vlaamsche toonkundige beweging, maar voor de kunst in 't algemeen; ook is de opgang, dien Benoit's nieuwe schepping in de kunstwereld baart, onzeggelijk groot. Wij komen op het werk terug in een breedvoerig verslag, dat wij echter uit hoofde van plaatsgebrek tot ons volgend nummer moeten verschuiven. - In de algemeene vergadering van Hoofdbestuurderen en Afgevaardigden van het XIe Nederlandsch Nationaal Zangerverbond, in het gebouw voor Kunsten en Wetenschappen te Utrecht gehouden, is mededeeling gedaan dat, ingevolge besluit der Algemeene Vergadering van het letterkuudig Congres te Middelburg, het Hoofdbestuur eene bij een komst heeft gehouden met den heer J. Vuylsteke, van Gent, ten einde te beraadslagen of het wenschelijk kan geacht worden dat de Vlamingen zich bij het Nederlandsch Nationaal Zangersverbond aansluiten. Het Hoofdbestuur heeft alle mogelijke inlichtingen verstrekt en wanneer daaromtrent eenig voorstel mocht inkomen, zal dat aan de Algemeene Vergadering worden overgelegd. Er is een voorstel aangenomen tot oprichting van een maandblad, gewijd aan de belangen van het verbond, onder redactie van het Hoofdbestuur en met medewerking der Bestuurderen van de Liedertafels. (Volksbelang). | |
[pagina 426]
| |
Beeldende kunsten.- Prijskampen. - Ziehier de onderwerpen der Wedstrijden voor 1873-1874 uitgeschreven door de koninklijke maatschappij van Schoone Kunsten te Gent: 1o Het gebruik der muurschildering waardeeren in de godsdienstige en burgerlijke gestichten van Vlaanderen. - Prijs: eene gouden medalie van 200 franken. 2o De geschiedenis der landschapschildering schetsen sedert haar ontstaan, als hulpschildering der godsdienstige en wereldlijke schilderijen, tot het tijdvak dat zij een bepaald afzonderlijk vak werd: XIVde - XVIde eeuwen. De merk waardigste gewrochten beoordeelen, hetzij ten titel van vooruitstrevende proeven, hetzij als modellen van het vak, en biographische bijzonderheden geven omtrent de Belgische en Nederlandsche landschapschilders. - Prijs: eene gouden medalie van 400 franken. De mededingende werken moeten in het Nederlandsch of in Fransch zijn opgesteld. - In den grooten wedstrijd van Schilderkunst, door de Koninklijke Akademie van Brussel voor hare leerlingen en en oud-leerlingen uitgeschreven, is de prijs toegekend aan M. Herbo van Templeuve. - Ziehier den uitslag van den driedubbelen prijskamp voor Beeldende kunsten, uitgeschreven door de Gentsche Maatschappij tot bevordering van Nijverheid en Wetenschappen: Schilderkunst: 1e prijs: J.F. De Wit van Waasmunster; 2e prijs: J. Delvin van Gent. Beëldhouwkunst: 1e prijs: P. Regnier van Gent; - 2 prijs: D. Vanden Bossche, id. Versierknnde: Zonder mededinging gebleven. Buiten wedstrijd werden prijzen toegekend aan MM. De Clercq van Ninove en De Smuel van Gent. - De driejaarlijksche Tentoonstelling van Beeldende Kunsten is tegenwoordig open, in de zalen der Akademie, Venusstraat, te Antwerpen. De catalogus behelst 1,256 nummers. Ofschoon deze expositie over 't algemeen in degelijkheid verre beneden de voorgaande gebleven schijnt, toch bemerkt | |
[pagina 427]
| |
men er verschillige zeer verdienstelijke tafereelen. Plaatsgebrek belet ons ze thans te bespreken. Wij komen echter op de tentoonstelling terug en zullen er een bijzonder artikel aan toewijdeu. - Plaatsgebrek heeft ons tot heden verhinderd melding te maken van de schilderijen tentoonstelling in juli 11. te Mechelen geopend, die omstreeks 200 nummers vereenigde. Over het algemeen - wij bestatigen het met spijt - verheffen de tentoongestelde gewrochten zich niet boven het middelmatige. Ons schijnt het dat de jury, - in tegenstelling met het gewone verwijt hem toegestuurd - bij de aanneming niet de noodige strengheid heeft gebruikt: vele der stukken zijn slechts onafgewerkte schetsen, anderen verdienen niet veel meer dan den naam van knoeiwerk. Vooral de landschapschilders blinken uit, zoo door onjuist heid van kleur als van teekening. - Die heeren hebben den woud-en velddos in alle mogelijke, onmogelijke, en fantastische, - en steeds onnatuurlijke kleuren weêrgegeven. Nogthans zijn er eenige uitzonderingen: Mej. Beernaert, MM. Boulanger, Croegaert, Van Brèe, Schneider, Klinkenberg en eenige anderen hebben vrij natuurlijk, goed gepenseelde gewrochten geleverd. De Winter van M. Huberti, en een gezicht op de Botanieken hof van Mechelen van M. Van Hoey, de eenige wintereffekten der tentoonstelling, zijn niet gelukkig van toon. De genreschildering is weinig vertegenwoordigd. Buiten een niet onaardig stukje van Hammée De onbescheiden Verliefde, bemerkten wij niets der aandacht waardig. Waar toch heeft M. Van Kerckhove de modellen gezien van de Bedelaars, Monnikken en Drinkers die hij ons voorstelt? zijne personnagiën zijn echte karikaturen, zijne stukken onbeduidend van opvatting en volstrekt valsch van kleur. Als dierschildering bemerkten wij de tafereelen van MM. De Pret, Corkole, de Gesne, Moerenhout en Nieuwenhuis. Twee lieve stukjes van M. Van Severdonck zijn De zegevierende haan, en een landschap met schapen. | |
[pagina 428]
| |
Mej. Hanaise, MM. Morissens, Scheffenmeyer, Stievenaert en Dela Montagne hebben in doode natuurschildering zeer voldoende proeven geleverd. Stippen wij nog aan een gewrocht van den beeldhouwer M. Willems met het opschrift: Ruth naoogstende op het veld van Booz; eene Bachanale van denzelfde en eene schoone sterkwaterplaat van M. Dirks: Dv Krijgsgevangenen naar Lies. Ten slotte zij het ons toegelaten aan de Mechelsche Maatschappij ter aanmoediging der Schoone Kunsten, de vraag te richten, waarom bij de inrichting der Tentoonstelling alles in het fransch is toegegaan, Catalogus, opschriften, alles was fransch! dit strekt zeker gezegde Maatschappij niet tot eere. | |
Vlaamsche belangen.- De Moniteur Belge kondigt de door den Koning bekrachtigde wet af, betrekkelijk het gebruik der Nederlandsche taal voor het gerecht, en waarvan wij in ons vorig nummer den tekst hebben medegedeeld. - Het weekblad de Voorbode van Blankenberg - dat onder het bestuur van den wakkeren Vlaming, M.L. Konkelberghe, krachtdadig onze taalbelangen verdedigt - hekelt het Gemeentebestuur van Thourout, voor het fransch karakter dat zij aan de aldaar voor het bezoek des Konings ingerichte feesten hebben gegeven. Alles was er, naar het schijnt, officieel à l'instar de Paris (!) ingericht... En dat in een uitsluitelijk Vlaamsch stadje, in het hart van West-Vlaanderen gelegen! - Naar wij vernemen zal op het Onderwijzers-Congres, dat dezer dagen te Antwerpen zal worden gehouden, o.a. het belangrijk vraagpunt van het onderricht der Nederlandsche taal in het Staatsonderwijs worden besproken. - In den Provincieraad van Antwerpen heeft M. Peeters-Verellen zijn spijt uitgedrukt dat de mandaten op de Provinciale kas nog steeds uitsluitelijk in de fransche taal worden opgesteld. - ‘Wij vlaamsche raadsleden, zegde hij o.a. hebben niet in te zien of er in de bureelen der Provinciale Schatkist iemand zetelt, die de taal onzer bevolking niet machtig is, wij hebben hier enkel de belangen onzer lastgevers te verdedigen’ - Namens | |
[pagina 429]
| |
de Bestendige Deputatie heeft M. Dela Faille aan M. Peeters beloofd dat voortaan bedoelde stukken in de beide talen zullen worden opgesteld. | |
Necrologie.- Lodewijk Gerrits, Voorzitter van den Nederduitschen Bond, volksvertegen woordiger van Antwerpen, aldaar overleden den 16 Augusti 1873. in den ouderdom van 46 jaren. - De heer Gerrits was niet alleen een overtuigde en ievervolle Vlaming, die meermaals de rechten der Volkstaal met kracht in de Wetgevende Kamers verdedigde, maar ook een begaafd letterkundige.'s Mans plechtige teraardebestelling, die den 20 Augusti plaats had, werd door eene ontelbare menigte Vlamingen bijgewoond. Onder de aan wezigen bemerkte men de heeren Hendrik Conscience, Jan Van Beers, Schuermans en andere leden van het Taal- en Letterkundig Congres, verders verschillige kunstschilders en beeldhouwers, volksvertegen woordigers, leden van den Provincialen Raad, enz. en ten slotte eene onmetelijke schaar vrienden van den overledene, gevolgd door de Tooneel-maatschappij De Taalminnaars en andere Vlaamsche kringen, met hunne vaandels of kartels in rouw. Bij het sterfhuis werden op de baar twee groote lauwerkronen neergelegd, de eerste door de oude moeder van den afgestorvene, de tweede namens den kring het Vlaamsche Volk. De kist werd gedragen door vier deurwaarders van de Kamer der Volksvertegen woordigers, en de hoeken van het baarkleed werden gehouden tot aan de kerk door MM. Delcour, minister, Snoy, volksvertegen woordiger, Cogels, Burgemeester van Deurne, Schoiers, letterkundige, Van den Bergh-Elsen, oud-gemeenteraadsheer, en Edw. Dujardin, lid van den Provincieraad, - verders tot aan het kerkhof door MM. Coremans, J.A. De Laat, Van Cutsem, J. De Cleer, Schuermans en A. De Pooter. Bij het graf werden redevoeringen uitgesprokon door de heeren Victor Jacobs, J.A. De Laet, Van Hissenhoven, Schoiers en De Pooter. Vóór dat Gerrits in het politieke leven trad gaf hij verscheidene romantische werken en tooneelstukken in het licht, | |
[pagina 430]
| |
die bij het Vlaamsch publiek veel bijval vonden. Ziehier, volgens tijdsorde gerangschikt, de lijst der van hem verschenen gewrochten, die tegenwoordig meestal uitgeput, of althans in den boekhandel hoogst zeldzaam zijn:
Bogdowad. (Novelle) ‘Taelverbond’ Jaargang 1846. - De zoon des volks (geschiedkundige roman) 1847. -- De liefde eens Rijken. ‘Vlaamsche Rederijker’ Jaargang 1849. - Twee dramas: 1o Menschenliefde en Tanchelm. - Aan het Vlaamsche volk. 1850. - De Godverzaker (roman) 1852. - Levensbeschrijving van Van Bree. (Ook in het fransch verschenen) 1852. - De Oude Belgen (geschiedk. tafereelen) 1854. - Een zalig Nieuwjaar (novelle) ‘Almanack des volks.’ 1855. - Eliza De Vries (tafereelen uit onzen tijd.) 1857.
Naar wij vernemen, zal bij algemeene inschrijving, door de Vlamingen een praalgraf aan Gerrits worden opgericht. Reeds zouden verscheidene Vlaamschgezinde maatschappijen, onder anderen de Veldbloem van Brussel, daartoe hare medehulp hebben tcegezegd.
- Edm. Albr, Cnudde, onderwijzer, den 13 September jl, na eene langdurige borstziekte overleden. - Als opvoedkundig schrijver heeft de heer Cnudde zich met roem doen kennen, hoofdzakelijk door zijne uitmuntende bijdragen in ‘de Toekomst’ van Frans De Cort. Ook op belletrisch gebied heeft hij zich verdienstelijk gemaakt. Zijne eerste letterkundige proeven verschenen in ‘De Vlaamsche School’ onder den pseudoniem: Edmond Albrecht. Ook voor ons tijdschrift ‘De Vlaamsche Kunstbode,’ tot welks stichting hij veel bijdroeg, schreef hij o.a. de met graagte gelezene studie op den Heiland van Frans Willems. Het vroegtijdig afsterven van dien zoo edelhartigen als rijkbegaafden Vlaming wordt door zijne zeer talrijke vrienden innig betreurd. - Heden, 15 September, hebben wij te Gent Cnudde's teraardebestelling bijgewoond. Onder de aanwezigen bemerkten wij Prof. Heremans, met twee zijner collegas der Schoolcommissie de heeren Wagener en Andries, alsook bijna | |
[pagina 431]
| |
gansch het gentsch onderwijzerscorps. In eene echt roerende redevoering heeft de heer D. Minnaert, bestuurder der school waar Cnudde het leeraarsambt bekleedde, 's jongelings hooge verdiensten en beminnelijk karakter afgeschetst. Nooit misschien werd op een graf eene zóó volkomen verdiende lijkrede uitgesproken. Cnudde's stoffelijke overblijfsels rusten op hetzelfde kerkhof, op eenige schreden afstand van het graf van zijn en boezemvriend en ambtgenoot Pieter BoschGa naar voetnoot(1), insgelijks in den bloei der jaren aan eene borstkwaal overleden. Naast het grafmonument van Bosch, hopen wij er eerlang ook een aan Cnudde door de vrienden opgericht, en eveneens door de uitgave zijner nagelaten schriften, 's jongelings nagedachtenis gehuldigd te zien. J.F. Pluys, glasschilder, overleden te Mechelen, op 23 juni ll., in den ouderdom van 63 jaren. - Van zijne jeugd af had hij zich, onder de leiding van den scheikundige Stoffels, op het kleuren van het glast toegelegd, en was een der eersten die, in ons land, die dit vak heropbeurden. Tusschen zijne bijzonderste werken, telt men glasramen in de Finisterekerk te Brussel, St-Rombouts te Mechelen, St-Jacobs te Antwerpen, en in de kapel van het H. Bloed te Brugge. Deze laatste zijn uitgevoerd naar de teekeningen der aldaar vroeger bestapn hebbende glasramen. (Vlaamsche School.) | |
[pagina 432]
| |
Verschenen werken.Onze vaderen, hunne verdiensten onder opzicht van kunsten, letteren, wetenschappen enz. door S.C.A. Willems, Brussel bij de Gebr. Calluwaert. - Eenige bijzonderheden over de van Artevelden in de XIVde eeuw door Julius Vuylsteke (Uitgave van de Taal is gansch het Volk), Gent bij Hoste. - Prijs 1 fr. De Oorlog, gedicht van Jan Van Beers, getoonzet door Peter Benoit. Antwerpen bij L. Beerts. - Prijs 50 centiemen. - De Nacht, Cantate door Theofiel Coopman, Dendermonde, drukkerij De Schepper-Philips. (Te bekomen op het Bureel van den Kunstbode.) - Prijs 50 centiemen. - L'art universel. réd. Cam. Lemonnier. - De Nrs 12 en 13 bevatten bijdragen van P. Benoit, J. Both, M.H. De Jonge, Fortunis, C. Gounod, J. Hoepfer, C. Lemonnier, E, Thamner en A. Veelman. - Zing fransch of zwijg, bekroond vlaamsch volkslied, woorden van J. Anthoon, muziek van J. Vanden Acker. - Bij de voornaamste boekhandelaars verkrijgbaar. - Eene koningin zonder kroon, historisch roman door Catharina F. Van Rees (Celestine). 's Gravenhage bij J. Ykema. 1873. - Gedichten van W.J. Van Zeggelen. Geïllusteerde uitgave. Leiden bij D. Noothoven Van Goor. (Compleet in 8 afleveringen) - Prijs per aflev. 60 cents. - Het eiland sumatra beschreven door P.J. Veth, hoogleeraar te Leiden. Amsterdam bij P.M. Van Kampen en zoon. - Prijs 2 gl. 50 - Scaldis, maandblad 1ste Nr (voor Herfstmaand 1873.) Antwerpen drukkerij Vander Ouwera. - Prijs fr. 2.50. - Antwerpen en het XIIIde Nederlandsch Taal- en Letterkundig Congres door J.A. De Berg. 80 bladz. 's Gravenhage bij C.A. Suzan Jr. - Prijs voor Holland 70 cents. Verkrijgbaar op het bureel van den Vlaamsche Kunstbode ten prijze van 1 fr. | |
Aangekondigde werken.Gedichten van Karel August Vervier, uitgegeven door Karel Bogaerd te Wondelghem (bij Gent). - Inschrijvingsprijs, 3 fr. - Tooneelwerken door Felix Van de Sande. Tweede bundel. - Koekelberg (Brussel) bij den schrijver. - Prijs 3 fr. 20. - Nederduitsch letterkundig Jaarboekje voor 1874. 4Iste jaargang. Bijdragen in te zenden vòór 15 September e.k. aan den verzamelaar M. Fr. Rens te Gent. |
|