| |
Kunstkroniek.
Tooneel- en- letterkunde.
- Prijskampen. - In den internationalen wedstrijd der Jonge Tooneelliefhebbers te Brussel, zijn. voor wat de Noordnederlandsche kringen betreft, de prijzen volgenderwijzer toegekend: - 1e prijs aan het Dramatisch Genootschap van Roermond; - 2e prijs aan de vereeniging V.U.O.G. van Amsterdam, - 3e prijs aan de Pletterij-Vereeniging van 's Gravenhage.
- Voor de Zuidnederlandsche kringen is de uitslag als volgt: 1ste prijs aan de Brabansche leeuw van Elsene; - 2de prijs aans Voor Taal en Vrijheid van Aalst; - 3de prijs aan De Dijlezonen van Mechelen; - 4de prijs aan Vlamingen vooruit! van Leuven.
| |
| |
Wat de prijzen van tooneelletterkunde betreft, de 1ste werd behaald door M. Gust. Van Maurik, en de 2de door M. Felix Van de Sande.
- Ter gelegenheid der Antwerpsche gemeentefeesten zal andermaal een door de Provinciale Tooneel-commissie ingericht Tooneelfestival plaats hebben, waaraan al de maatschappijen der stad en der provincie kunnen deelnemen.
Toelagen. Voor een tooneelwerk in een bedrijf fr. 75; in twee bedrijven fr. 125; in drij bedrijven fr. 150.
Bituengewone toelagen. - Aan die kringen, welke zich door bijzondere hoedanigheden onderscheiden, kunnen buitengewone toelagen van 25 tot 100 fr. worden geschonken.
Aanmoedigingen. - Bijzondere aanmoedigingen, bestaande in eene zilveren medalie, zullen aan de dames en heeren, wier uitspraak het meest beschaafd is, worden toegekend.
Prachtgeschenken. - Aan de liefhebsters, welke door buitengewone verdiensten uitmunten, zullen prachtgeschenken ter waarde van 50 tot 100 fr. worden aangeboden.
Het Festival zal plaats hebben op den Koninklijken Schouwburg op 20, 21 en 22 Augusti.
- De klas der letteren van de Koninklijke Akademie van België heeft de volgende prijsvragen uitgeschreven:
Voor 1874: 1o Eene proef op 't leven van Septimus Severus; 2o de wijsbegeerte van St-Anselmus van Cantorbery; 3o de ekonomische leer der betrekkingen van 't kapitaal en den arbeid; 4o de geschiedenis der dietsche philologie, tot aan het einde der XVIde eeuw.
Voor 1875: 1o Het prinsdom van Luik, de zetel der propagande van de fransche encyclopedisten in de tweede helft der XVIIIe eeuw; 2o De voordeelen en ongemakken van de uitoefeningen der vrije beroepen; 3o historich betoog over 't behoud van ons nationaal karakter, door al de vreemde overheerschingen heen; 4o de geschiedenis van Jacoba van Beieren; 5o de geschiedenis der openbare financiën in België sedert 1830.
Prijs Stassart. 6o Christoffel Plantijn, zijne betrekkingen,
| |
| |
werkzaamheden, en de invloed, uitgeoefend door de drukkerij, van welke hij de stichter was.
- De driejaarlijksche staatsprijs voor fransche tooneelliteratuur (1870-72) is toegekend aan M. Ch. Potvin voor zijn in verzen geschreven drama: La Mère de Rubens.
- Onze medewerker, de dichter Dr Eug. Van Oye, geneesheer te Oostende, is door den Keizer van Duitschland gedecoreerd van de orde der Koninklijke Kroon van Pruisen, voor aan de Duitsche legers bewezene diensten, tijdens den oorlog van 1870-71.
- De bundel verhalen en gedichten van Th. Sevens, die, door on voorziene omstandigheden vòòr 1 Augusti niet verschijnen kon, zal den heeren inteekenaren eerlang toegezonden worden.
(Medegedeeld.)
| |
XIIIde nederl. taal en letterkundig congres.
- Al wie zich de moeite wil geven met aandachtigen blik het programma van het Antwerpsch Congres te doorloopen zal uit de inzage der opgegevene onderwerpen, vragen en stellingen, de zekerheid verkrijgen dat de samentreffing van al wat Noord en Zuid Nederland in geleerdheid en talent bezit dit jaar voor geene der vroegeren behoeft onder te doen.
In drie Afdeelingen gesplitst, bieden de werkzaamheden punten ter bespreking aan die niet dan de grootste belangstelling kunnen ontmoeten. Indien ongetwijfeld iedere dier afdeelingen door de specialisten met ijver zal bezocht worden, toch mogen wij van nu af aan verzekerd zijn dat de derde ditmaal voor het algemeen der Congresleden het great attraction, het brandpunt der nieuwsgierigheid, der deelneming in de stof zelve en hare bespreking, in zich zal sluiten. Inderdaad, daartoe hoeft slechts aangewezen te worden dat de redetwisten grootendeels over het voor elken Nederlander zoo sijmpathieke vraagstuk ‘Tooneel’ en de even zeer behartigde kwestie ‘Nationaliteit en Cosmopolitismus in Toonkunde’ - zullen rollen. Onnoodig te zeggen dat geen Vlaming, wien het niet onbewust is, dat daar de grond, de toekomst van zijn Tooneel:
| |
| |
zijne muziekschool gaat behandeld worden, zich daaraan onverschillig toonen kan. Onder de sprekers, vraagstellers, toetreders, enz. bemerken wij een groot aantal verdienstelijke mannen, dichters, prozaschrijvers geleerden, door het Vlaamsche Volk vereerd en hooggeschat. Het is onmogelijk door den overvloed der stoffe en bij plaatsgebrek al de merkwaardige onderwerpen op tegeven die op het XVIIIde Congres zullen besproken worden. De Kunstbode zal andermaal door een verslag der Congreshandelingen de nieuwsgierigheid der belangstellenden zoo ruim mogelijk trachten te voldoen.
| |
Toonkunde.
- Prijskampen. - In den wedstrijd van toonkundige compositie is de prijs van Rome toegewezen aan M. Servais (Halle) zoon van den beroemden violoncellist van dien naam. M. Flor. Van Duyse (Gent) heeft den tweeden prijs, en M. Is. De Vos (Gent) eene eervolle melding behaald.
- Voor den prijskamp, door den zangkring De Eendracht van Meulestede (Gent) uitgeschreven, zijn 20 koren ingezonden.
- Mej. Servais, die met zooveel bijval in de vlaamsche opera De Dichter en zijn Droombeeld de rol van Delicia zong, heeft in het Brusselsch Conservatorium met algemeene stemmen den 1sten prijs van zang behaald.
- In de maand September e.k. tijdens de Gemeentefeesten van Leuven, zal de aloude Rederijkkamer Het Kersouwken, door een muzikaal en letterkundig feest zijn 400jarig bestaan vieren. Tot die feestplechtigheid worden uitgenoodigd al de Vlamingen, de Vlaamsche Letter- en Toonkundige maatschappijen des lands. Het definitief feestprogramma is ons nog niet toegekomen.
| |
Beeldende kunsten.
- Prijskampen. - Ziehier den uitslag van een grooten Staatsprijskamp van schilderkunst, die te Antwerpen heeft plaats gehad: 1ste prijs (pr. van Rome) niet toegewezen. - 2de prijs: M. Siberdt, van Antwerpen.
De werken der zes mededingers zijn dezer dagen in de akademiezaal publiek tentoongesteld geweest. De kunstken- | |
| |
ners zijn hәt eens om het tafereel van M. Siberdt als een zeer verdienstelijk gewrocht te roemen; ook begrijpen wij waarlijk niet waarom de jury hem den eersten prijs onwaardig heeft geoordeeld. Het is, meenen wij, de eerste maal dat men den uitgeloofden prijs van Rome niet heeft toegekend, en het is te hopen dat het de laatste maal zijn zal. Trouwens. zooals de Meuse van Luik het terecht aanmerkt, wanneer men de jonge artisten eerst aan eene voorbereidende proef onderworpen heeft en ze verdienstelijk genoeg oordeelt om tot den definitieven prijskamp te worden toegelaten - waar men ze drie maanden lang in cellen opsluit - dan is het wel billijk dat men den staatsprijs aan den besten hunner toekent. De tegenwoordige uitslag is weinig van aard om onze jonge kunstenaars tot de deelneming aan dien nationalen wedstrijd aan te moedigen.
- De uitslag van den prijskamp voor gravuur, door het Journal des Beaux-Arts (St-Nicolaas) uitgeschreven, is buitengewoon schitterend geweest, zoo onder opzicht van het getal als der degelijkheid der mededingende stukken. Voor de geschiedenis en het genre zijn de prijzen behaald door MM. Clibert, Alb. Dillens en E. Baes. Voor de landschappen en binnengezichten door Mevr. Rolin-Jacquemijns en MM. De Biseau en C. De Gravesande, E. Baes en E. Puttaert. - De 8 bekroonde werken zullen in het Album van 1873 verschijnen.
- De tentoonstelling, door den Kunstenaarsbond van Brugge ten voordeele van het standbeeld Breydel en De Coninek ingericht, is dezer dagen in de groote zaal der Stadshalle geopend. Naast de voor den Tombola bestemde werken van verschillige artisten, die den oproep der Commissie hebben beantwoord, bewondert men er ook eene merkwaardige galerie van schilderijen der oude meesters.
| |
Vlaamsche belangen.
- Ondanks al de tegenkantingen van den waal Bara en andere anti-vlaamsche kamerleden is eindelijk toch het wetsontwerp-Coremans door de Wetgeving aangenomen. En het beste bewijs van de rechtvaardigheid
| |
| |
onzer zaak vindt men in den uitslag der stemming zelven. Zelfs de vijanden onzer taalbeweging hebben het niet durven wagen er tegen te stemmen. Met 92 stemmen tegen 3 en 2 onthoudingen heeft de Kamer het ontwerp tot wet verklaard.
Onze vlaamsche volksvertegenwoordigers hebben dapper hunnen plicht gekweten en gedurende de discussie ons taalrecht krachtig tegen de laffeaanvallen onzer tegenstrevers verdedigd; zij verdienen deswegen den dank aller Vlamingen. Echter moeten wij met spijt eene uitzondering maken voor M. De Baets, die zich o.i. ditmaal te toegevend heeft getoond, wat voor gevolg had dat er, sedert de eerste goedkeurende stemming, aan een paar wetsartikelen wijzigingen werden toegebracht, waardoor het der oppositie gelukte de wet, voor zekere gevallen. een deel harer kracht te benemen. Zijn wij derhalve nog niet gansch met de Walen op gelijken voet gesteld, toch zal krachtens de thans bekomen wet eene onzer schreeuwendste taalgrieven ophouden: voortaan zal in crimineele rechtszaken over 't algemeen het vlaamsch de wettelijke taal der Vlamingen zijn. Overigens, volgens eene in de Kamers gedane verklaring, zijn de Antwerpsche representanten van voornemen in den volgenden zittijd reeds een tweede wetsontwerp voor te dragen: namelijk de regeling van het taalgebruik in bestuur zaken.
Ook de Senaat heeft met algemeene stemmen zijne algemeene goedkeuring gehecht aan de Wet-Coremans, die, zooals het de senateur Solvyns terecht aanmerkte voor de Vlaamsche bevolking nog maar eene gedeeltelijke voldoening is, - een eerste stap op de baan die naar de volledige herstelling onzer zoolang miskende taalrechten geleiden moet.
Ziehier het Wetsontwerp, zooals het nu in tweede stemming definitief is aangenomen:
Art. 1. In de provinciën West- en Oostvlaanderen, Antwerpen en Limburg, en in het rechterlijk arrondissement Leuven, zal de voorbereidende proceduur in strafbare zaken, te beginnen met de eerste verschijning van den betichte voor den rechter van instruktie, in het Vlaamsch
| |
| |
geschieden en het vonnis zal in die taal uitgesproken worden behoudens de volgende uitzonderingen:
Art. 2. Wanneer een betichte zal vragen dat er gebruik gemaakt worde van de fransche taal, zal de proceduur in het Fransch plaats hebben en het vonnis zal in die taal uitgesproken worden.
De getuigen zullen ondervraagd, hunne verklaringen in het Vlaamsch ontvangen en opgeteekend worden, indien zij niet vragen om van de Fransche taal gebruik te maken.
Art. 3. Het niet in acht nemen der voorgaande schikkingen, in de Proceduur, in het gehoor of in het vonnis, zal de ongeldigheid der proceduur na zich slepen, bij aldien er, ondanks de oppositie van een de partijen is toe overgegaan.
Art.4. Als de proceduur in krimineele zaken, in het Vlaamsch gebeurt zal er bij het dossier eene vertaling worden gevoegd der processenverbaal, dor verklaringen der getuigen en van de verslagen der experten, in het Fransch opgesteld.
De onkosten dezer vertalingen blijven in alle geval ten laste der schatkist.
Art. 5. De verslagen van de experten en van deskundige mannen zullen opgesteld worden in die der twee talen in België gesproken, welke het hun zal goeddunken te gebruiken.
Het gebruik der fransche taal zal vrij blijven in al de mededeelingen van magistraat aan magistraat, welke het onderzoek zou noodzakelijk maken.
Art. 6. In krimineele zaken zal de voorzitter van het assisenhof, of door hem afgevaardigde rechter, na den beschuldigde te hebben doen verklaren, of hij eenen advokaat heeft gekozen, en alvorens hem van ambtswege eenen aan te duiden, hem vragen of hij in het Fransch of in het Vlaamsch wil verdedigd worden.
Bijaldien de beschuldigde geenen advokaat heeft zal de voorzitter er eenen van ambtswege aanduiden, bekwaam om hem te verdedigen in de taal, welke hij zal gekozen hebben.
Op straffe van ongeldigheid zal er van de vraag en van het antwoord akte gehouden worden.
Art. 7. Wanneer in dezelfde zaak betichten of beschuldigden zullen betrokken zijn, welke dezelfde taal niet verstaan, is de keus van diegene der twee gesproken talen, welke in het verhoor zal worden gebruikt, overgelaten aan het oordeel van den rechter, behalve hetgeen door art. 9 zal geregeld worden.
Art. 8. De verdediger van elken beschuldigde blijft vrij, onder de
| |
| |
eenige voorbehouding der toestemming van den beschuldigde, de verdediging in het Fransch of in het Vlaamsch voor te dragen.
De toestemming zal in het proces-verbaal der zitting worden aangeteekend.
De ambtenaar van het openbaar ministerie zal zich voor het rekwisitorium mogen bedienen, van de door den beschuldigde gekozene taal.
Art. 9. De civiele partij zal volgens verkiezing de vlaamsche of fransche taal gebruiken. De partij welke burgerlijk verantwoordelijk is voor het misdrijf, heeft hetzelfde recht.
Art. 10. Voor de korrektioneele en policie-rechtbanken van het arrondissement Brussel, zullen de Fransche en Vlaamsche talen gebruikt worden voor het onderzoek en het vonnis, volgens de noodwendigheid van elke zaak.
Indien de beschuldigde alleen de vlaamsche taal verstaat zal men deze taal gebruiken, gelijkvormig met de voorgaande schikkingen.
De schikkingen van art. 4 zijn toepasselijk op de proceduren, welke voor deze rechtbanken en voor het assisenhof van Brabant zullen plaats hebben.
Art. 11. De tegenwoordige wet is niet toepasselijk op de proceduur voorde beroepshoven van Brussel en Luik.
Nogtans indien de proceduur er in de Fransche taal plaats heeft zal er bij het dossier, door de zorgen van den prokureur des konings. eene Vlaamsche vertaling worden gevoegd:
1o Van de arresten van verzending voor de assisenhoven der provinciën Antwerpen en Limburg, alsook van de beschuldigingsakten;
2o Van de arresten van verzending voor de korrectionneele en policie. rechtbanken dezer provinciën en voor die van het arrondissement Leuven;
3o Van de arresten van verzending van het assisenhof der provincie Brabant alsook van den beschutdigingsakt, indien het voorafgaande onderzoek in het Vlaamsch heeft plaats gehad;
4o Van de arresten van verzending voor de korrectionneele rechtbank of voor de policie-rechtbanken van het arrondissement Brussel, in hetzelfde geval.
Art. 12. Binnen het verloop van een jaar zal er door de zorgen van het gouvernement eene vlaamsche vertaling van het wetboek van krimineel onderzoek worden uitgegeven.
Art. 13. De schikkingen der art. 1 en 2 zullen, voor hetgeen de debatten op de audientie betreft, slechts verplichtend zijn een jaar na de afkondiging der tegenwoordige wet.
De schikking van het alinea 2 van art. 10 zal slechts toegepast worden een jaar na deze afkondiging.
|
|