| |
| |
| |
Kunstkroniek.
Tooneel- en letterkunde.
- Prijskampen. - In den wedstrijd door het Staatsbestuur uitgeschreven voor het opstellen van een Fransch en een Nederlandsch gedicht, - dat als tekst dienen moet voor den muziekalen cantatenprijskamp is den Jury volgenderwijze samengesteld: MM. H. Conscience, De Decker, F.A. Gevaert, Prof. Heremans, Prof. Willems en Ad. Siret.
Er zijn niet minder dan 54 fransche en 31 vlaamsche stukken ingezonden. De uitspraak zal eerlang plaats hebben.
- De vijfjaarlijksche Staatsprijs voor de fransche letterkunde in België is toegekend aan Ed. Fetis, voor zijn werk: Les Artistes Belges à l'étranger. Naast dit zijn bij de Jury de twee volgende werken het meest in aanmerking genomen: ‘L'Allemagne dans sa littérature nationale’ van M. Ferd. Loise, en ‘De la Corruption littéraire’ van M. Ch. Potvin.
- In den prijskamp door de Belgische Akademie van Oudheidskunde uitgeschreven, is de memorie bekroond getiteld: Histoire du Grand Conseil de Malines, door M. Alb. Mathieu van Brussel.
- In den internationalen wedstrijd van Gorinchem (Holland) heeft de kring Hoop en Liefde van Antwerpen den 1sten prijs voor het Blijspel behaald en d∂ Wijngaard van Brussel don 2n voor het Drama.
- De aanstaande tooneel- letterkundige prijskamp der stad Antwerpen belooft zeer belangrijk te zullen zijn. Volgens hetgeen wij van onderscheidene kanten vernemen, houden verschillige onzer voornaamste tooneeldichters zich met een stuk ter mededinging onledig, zoodat de uitgeloofde prijzen zeer ernstig zullen worden betwist. - Wij herinneren den heeren mededingers dat de stukken voor 1 Juli e.k. moeten worden ingezonden.
- Onder de wijzigingen aan den groeten prijskamp van toonkunde, bemerken wij de volgende bepaling betrekkelijk
| |
| |
de algemeene Letterkunde: - Vòòr dat de primus toegelaten wordt het pensioen te genieten, aan den prijs gehecht, zal hij door de Jury worden ondervraagd over den Bijbel, alsook over de gedichten van Homerus en van Dante, over de dramas van Eschyles, van Sophoeles, van Euripides, van Shakespeare, van Corneille, van Goethe en van Schiller; hij zal eene beknopte gedachte geven van die werken, van de hulpbronnen, die zijne kunst er kan in vinden, en van de voornaamste personages die erin voorkomen. - Van Vondel is er geen spraak!...
- Het taal- en letterkundig ‘Conscience's Genootschap’ van Blankenberg heeft onder zijne leden eenen prijskamp geopend voor het opstellen eener boertige alleenspraak. De uitgeloofde prijs bestaat in de twee eerste tooneelbundels van Felix Van de Sande.
- Door ‘de Dylezonen’ van Mechelen werd op Zondag 30 Maart jl. een declamatie-prijskamp voor eerstbeginnenden gegeven. De prijzen werden toegewezen aan de hoeren Gillabel, Bollen, De Lantsheer, Van der Auwera on Arthur De Wechter.
Voor de zuiverste uitspraak was door den letterkring ‘de Pioene’ eenen eereprijs uitgeloofd, die door den heer Gillabel werd behaald.
- Er is een groote internationale Letter- en Tooneekundige Prijskamp uitgeschreven door de Maatschappij de Jonge Tooneelliefhebbers, van Brussel.
Alle tooneelschrijvers en tooneelgezelschappen van Noorden Zuid-Nederland worden tot dezen dubbelen prijskamp uitgenoodigd (de maatschappijen van Brussel uitgezonderd).
De wedstrijd voor tooneelopvoering zal plaats hebben in den Cirkschouwburg (Alhambra), op Zondag 20, Maandag 21 Juli aanstaande en de daaropvolgende Zon- en Maandagen, naar gelang der ingeschrevene mededingende genootschappen.
Tooneelletterkunde: 1ste prijs fr. 500; 2de prijs fr. 200.
Er worden verlangd oorspronkelijke nederlandsche blijspelen. Wat het onderwerp en de uitgebreidheid betreft, zijn de schrijvers in hunne keuze volkomen vrij. De twee bekroonde
| |
| |
stukken zullen, door de uitschrijvende maatschappij, tijdens de aanstaande septemberfeesten, ten tooneele worden gevoerd. De mededingende stukken moeten voor 1 juli 1873 ingezonden worden aan den voorzitter der maatschappij, M.F. De Mol, Katharinaplaats, 30.
Tooneelkunde: Noord-Nederland: 1ste prijs: fr. 600; 2de prijs fr. 400; 3de prijs fr. 200. - Zuid-Nederland: 1ste prijs fr. 600; 2de prijs, fr. 400; 3de prijs, fr. 200; 4de prijs, fr. 100.
Ieder in dezen wedstrijd tredend tooneelgezelschap zal gehouden zijn een oorspronkelijk blijspel in één of twee bedrijven op te voeren. De tooneelschappen, aan den prijskamp willende deelnemen, moeten, voor 1 Juni, daarvan kennis geven aan den voorzitter der Jonge Tooneelliefhebbers; tevens moeten zij een afdruk of afschrift van het door hen te vertoonen stuk en eene waarborg van 50 fr. opsturen; deze som zal worden teruggegeven na afloop der tooneelvoorstelling en verbeurd zijn in geval van niet-optreding. De uitreiking der prijzen voor de beide kunstvakken zal geschieden bij gelegenheid der opvoering van de twee bekroonde blijspelen.
- De sinds ettelijke maanden onderbrokene uitgave van Nos Poêtes ftamands, eene reeks keurig bewerkte vertalingen van onze vlaamsche dichters, door M. Aug. Claus, gaat eerlang te Antwerpen worden hernomen. De 3de aflevering is ter pers. Bedoeld werk zal in 20 afleveringen volledig zijn.
- Door onvoorziene omstandigheden is het letterkundig jaarboekje van Zetternam's kring te Gent, even als dat van de Brusselsche Veldbloem, niet op het aangekondigde tijdstip kunnen verschijnen. Beiden zullen thans eerlang hetlicht zien.
- De Taal- en Letterkundige Studentenkring ‘'t Zal wel gaan!’ van Gent heeft onlangs de XXIste verjaring van zijn bestaan op plechtige wijze gevierd. Behalve de tegenwoordige leden, namen verscheidene oud-leden der vereeniging aan dit jubelfeest deel, onder anderen de heeren Jul. Vuylsteke en Em. De Clereq van Gent, Jul. Sabbe van Brugge en Anton Bergmann van Lier.
- De gevierde platduitsche dichter Klaus Groth doet tegen- | |
| |
woordig eene kunstreis in Holland, alwaar hij in deverschillige groote steden verhandelingen geeft: over de ontwikkeling der Hoogduitsche Taal en Poëzie sinds 1625 en over de splitsing dier taal in Duitsch en Dietsch.’
- Het Duitsch tijdschrift: ‘Magazin für die Literatur des Auslandes’ bevat, eene door Hoftnann van Fallersleben bewerkte vertaling van ‘Holland's en Vlaanderen's roem’ het in ‘de Zweep’ verschenen gelegenheidsdicht van onzen jeugdigen medewerker M.V.A. Dela Montagne.
- De directie van het Nederlandsch Tooneel te Gent, voor het jaar 1873-1874, is open. - De aanvragen moeten voor 1e Mei 1873 aan het Stedelijk Bestuur toegezonden worden. - Behalve het kosteloos gebruik der tooneelzaal, wordt door de Stad aan den Bestuurder eene toelage verleend van 7000 frank. - De Bestuurder is gehouden een volledig tooneelgezelschap samen te stellen tot het behoorlijk opvoeren van het drama, het tooneel- en blijspel.
- Men meldt uit Amsterdam dat onze verdienstelijke landgenoot de heer Victor Driessens aldaar met algemeene stemmen tot Bestuurder van den grooten Nederlandschen Stadsschouwburg is benoemd geworden. Deze benoeming zal hier te lande, door de talrijke vereerders van M. Driessens' talent, met genoegen worden vernomen. Het is een bewijs dat degevierde vlaamsche tooneelist in Holland even als in België hoog wordt geschat.
- Onlangs heeft de beroemde Duitsche schrijfster Mevrouw Lina Schneider, professor van Hoogduitsche letterkunde aan het Conservatorium van Keulen, alhier in den Cercle Artistique eene merkwaardige Conferencie gegeven.
Dat deze voordracht een talrijk en uitgelezen publiek had uitgelokt zal gewis niemand bevreemden, die weet dat Mevrouw Schneider niet alleen in Duitschland maar ook in Nederland om hare literarisch-dramatische voordrachten ten gunstigste is gekend. Te recht heeft zij zich bovendien de toegenegenheid der Nederlanders verworven, door hare belangstelling in onze Taal- en Letterkunde, op welker studie
| |
| |
zij zich sinds lang met voorliefde heeft toegelegd. Dit blijkt o.a. uit hare voortreffelijke Hoogduitsche overzetting van Jonckbloet's ‘Geschiedenis der Nederlandsche Letterkunde’, die zij onder den pseudoniem ‘Willem Berg’ met veel bijval heeft in 't licht gegeven. Als erkenning van bewezene diensten werd haar op hare laatste kunstreis in Holland, door Z.M. den Koning der Nederlanden, een prachtig gouden eermetaal van hooge waarde geschonken.
Hare Hoogduitsche verhandeling in den Cercle had hoofdzakelijk den Faust van Goethe tot onderwerp. Met haar gewoon talent droeg Mevr. Schneider eenige fragmenten uit dit meesterstuk dramatischer poëzie voor, en daarna nog een paar andere treffende gedichten: Franz Kügler's beroemd monadrama ‘Fornarina’ (vertaald door Em. Hiel) en ‘Das Glöckchen von Innisfäre,’ een der keurigste dichtperelen der moderne Duitsche kunst.
Dat het publiek, voor het kunstgenot dat hare voortreffelijke voordracht in zoo hooge mate had geschonken, der begaafde dame zijne toejuichingen niet heeft gespaard, hoeft niet gezegd. Ook namens het Bestuur van den Cercle werd baar een prachtige bloemtuil aangeboden.
Zeer waarschijnlijk zal Mevr. Schneider toekomend jaar andermaal in ons midden optreden, en wel met een voor ons Vlamingen hoogst belangwekkend onderwerp: Vondel en zijne werken.
Op verzoek der Redactie van den Kunstbode is de gevierde Duitsche schrijfster zoo vriendelijk geweest ons, als bijdrage voor het Tijdschrift, hare inleidende beschouwingen over de historiek van Goethe's Faust te zenden. Dit stuk, dat wij in onze volgende aflevering zullen mededeelen, was vergezeld van den volgenden Nederlandschen brief, waaruit eens te meer hare sympathieke gevoelens voorde Vlamingen doorstralen:
| |
Keulen, 3 Maart 1873.
Waarde Heer!
‘Dankend ontving ik uwen brief en uwe hartelijke woorden verplaatsten mij nog eens terug naar Antwerpen, waar ik mij in
| |
| |
uw midden zeer gelukkig heb gevoeld. Vorgaarne denk ik aan een terngkomen in het volgend seizoen en hond mij zeer in uwe welwillendheid aanbevolen.
Hierneven heb ik de eer u voor het voortreffelijk tijdschrift De Vlaamsche Kunstbode het gevraagde stuk te zenden...
Hartelijk dank voor uwe toezending der vertaling van “Fornarina,” Ik vind die overzetting van Emanuël Hiel bijzonder gelukkig. Doch, mag ik u vragen of het ook Vlaamsch is wat de vertolker op enkele plaatsen gebruikt: Du bist. Gij zoudt mij door een antwoord daarontrent zeer verplichten.
Mijne bloemen van Antwerpen staan nog voor mij, als duurbare herinnering aan een mij hoogst aangenamen avond. Ik wensch dat die herinnering ook in uwe harten althans zoolang moge leven als de kleur dier mooie bloemen. Ze schitteren en geuren nog heden als of ze eerst gisteren geplukt waren.
Toekomende maand zal ik hier in Keulen eene openbare voordracht houden over Vondel, den Vorst der Nederlandsche dichtkunst. Vergun mij u later daarover te vertellen.
Ik groet de Vlamingen met den besten groet. Kent u die schoone afscheidswoorden van Iphigenie:
Bringt der Geringste Eures Stammes je den Ton der Sprache mir von Euch zurück, den ich von Euch gewohnt zu hören war: empfangen will ich ihn wie einen Gott. - So denke ich an alle Ihres Stammes Brüder! Ich habe bewiesen dass dies nicht nur leere Worte sind.’
‘En nu, gegroet! in slecht nederlandsch schrift, maar met een goed nederlandschgezind hart.’
Lina Schneider.
- Verleden maand hebben wij de verschillige dit jaar in Antwerpen gehoudene volks voordrachten medegedeeld. Ziehier thans, volgens ontvangen inlichtingen, de opgave der Nederlandsche verhandelingen, die in bijzondere maatschappijen plaats hadden:
Vrije Woord: De strekking der huidige letterhunde, door M.G. Schoiers. - De taal als behoedmiddel der nationaliteit, door M. Lod. Van der Schoepen. - Marnix van St.-Aldegonde en de hervorming, door M. Alfr. De Pooter. - De Internationale werkersvereeniging, door M. Jul. Van Herendael. - Het menschdom verlost, heldendicht door
| |
| |
M.L. De Koninck. - Het verplichtend onderwijs, door M. Climan. - Egmont en, Hoorne, door M. Claes. - Willem de Zwijger, door M. Frans Caris. - Over de rechten van bestuurders en bestuurden, door M. Jerotka. - Over Granvelle, door M. Fr. Steger.
(Na elke voordracht algemeene bespreking van het verhandelde onderwerp).
Nederduitsche Bond: - Marnix van St.-Aldegonde als Staatsman beschouwd, (twee voordrachten). - De strijd tusschen het leven en de dood op de oppervlakte der aarde door M. Cl. Ommeganck. - Falck, zijn leven en streven, door M. Sermon. - De reizen van Dr Livingstone, door M. Lod. Delgeur. -Voorlezing van Gedichten door Dr Eug. Van Oye. - De Dichter Tollens, door F. Van den Dunghe.
Cercle artistique: (Afd. Nederl. Letterkunde). - Het Tooneel, eene school voor het volk, door Dr Picardt (van Goes). - Vader Cats en zijn invloed op Zuid-Nederland, door Sleeckx. - De Taal in verhouding met het verstand, door M.J. Blockhuys.
| |
Toonkunde.
- In zitting van den Antwerpschen Gemeenteraad heeft de heer Gits, namens de daartoe aangestelde Commissie, verslag uitgebracht over de kwestie der Muziekschool. Ziehier de voorgestelde wijzigingen, welke door den Raad zijn goedgekeurd:
‘1o Er zal door den Gemeenteraad eene Bestieringscommissie van de Muziekschool benoemd worden, samengesteld zooals in het tegenwoordig verslag vermeld staat, met een mandaat voor drie jaren.
‘Die Commissie zal in werking treden na de vakantie van Paschen; de aftredende leden zijn herkiesbaar. De eerste hernieuwing zal plaats hebben voor de heropening van October 1876.
2o Gezegde Bestieringscommissie bepaalt het programma der studiën, waakt op den goeden voortgang der school, gelast zich met inrichten van concerten en openbare uitvoeringen, stelt het ontwerp van begrooting op, en regelt in een woord alles wat het bestieren der school betreft.
De Commissie wordt geraadpleegd voor alle benoemingen, opschorsingen of afzettiugen van leeraars door het Schepencollegie aan den Gemeenteraad voorgedragen.
| |
| |
3o Al de beslissingen der Commissie behalve degene die uitsluitelijk op de innerlijke orde zijn toegepast, worden aan het Schepencollegie voorgelegd, het welk afdoende zal besluiten.
4o De veranderingen toe te brengen aan het inrichtend reglement worden door de Bestieringscommissie voorgesteld en aan den Gemeenteraad voorgedragen.
5o Er zullen zoo spoedig mogelijk vrije lessen van Fransche en Italiaansche lyrische voordrachten worden ingericht, zoowel als de Fransche en Italiaansche zang. Die lessen zullen op andere uren gegeven worden dan degenen van dezelfden aard in de vlaamsche taal.
6o De uitvoeringen in het openbaar, voorzien in het reglement van 1870, zullen hernomen worden, en er zal aan dezelve zooveel luister als mogelijk gegeven worden, deze uitvoeringen zullen ingericht worden. derwijze dat het publiek kan bekend worden met al wat er in de school onderwezen wordt. Men zal er ook de verdienstelijke stukken uitvoeren, die de jonge toonzetters, in de school gevormd, in het licht zullen geven.
7o De Muziekschool gedraagt zich aan de voorwaarden door het gouvernement bepaald, voor het verkrijgen der jaarlijksche subsidie. Het Schepencollegie is verzocht de noodige slappen te doen om van het Staatsbestuur een hulpgeld te verkrijgen in verhouding tot hetgene dat aan het conservatorium van Gent wordt toegestaan.’
Thans blijft de vraag in hoeverre deze wijzigingen vereenigbaar zijn met de strekkingen door Benoit aan de tot nu toe uitsluitelijk Vlaamsche Muziekschool gegeven.
Het verslag door M. Benoit op last van den Gemeenteraad opgesteld, zal denkelijk eerlang het licht zien. Wij komen hierop nader terug.
- De Vlamingen zullen met genoegen vernemen dat de Regelingscommissie van het aanstaande Antwerpsch Congres besloten heeft te zorgen dat het nieuw oratorio De Oorlog van Benoit en Van Beers tijdens de Congresfeesten uitgevoerd worde. - Tot deze grootsche opvoering zullen zóóvele muzikale elementen benoodigd zijn dat de onkosten, zegt men, op vele duizenden frs. worden beraamd.
- Op een der laatste Concertos van de Antwerpsche Muziekmaatschappij is, onder leiding van Benoit voor de eerste maal een gedeelte der Cantate De Zee van Edward Blaes uitgevoerd. Moeilijk is het bij eene eerste, en dan nog slechts gedeeltelijke uitvoering, een grondig oordeel over dit zangdicht te vellen.
| |
| |
Echter kunnen wij bestatigen dat het breed en grootsch van opvatting, en over het algemeen vrij gelukkig bewerkt is en van een ernstig streven naar oorspronkelijkheid getuigt.
Enkele plaatsen nogtans verraden wellicht nog van wege den jongen toondichter nog eenige onbedrevenheid in het juist vertolken zijner overigens schoone dichterlijke gedachten.
Het gebrek aan orkest deed zich bij de uitvoering dezer fragmenten opmerken. Eene degelijke orkest-begeleiding zou de uitvoering van De Zee gewis veel in kracht doen winnen.
De poëzie van de Zee is mede zeer verdienstelijk. De dichter Jan Boucherij schijnt zich aan het schrijven van gedichten voor muziek bijzonder goed te verstaan.
- De 17e groote muzikale prijskamp (prijs van Rome) zal op 7 Juni e.k. geopend worden. De HH. A. Gevaert, Ch. Bosselet en L. de Burbure zijn tot leden van den bestendigen jury benoemd. De volgende wijzigingen zijn aan het reglement toegebracht: bij de fugue die de mededingers moeten componeeren, heelt men een weinig omwikkeld koor met orkest gevoegd; zoodat de duur van den voorbereidenden prijskamp van twee op drie dagen zal gebracht worden. Worden die wijzigingen aangenomen dan zal elke mededinger de voorafgaande proef moeten ondergaan en niemand zal aan meer dan drie verschillige prijskampen mogen deelnemen. De laureaat zal aan examen onderworpen worden, tot onderzoek of hij de noodige kennissen bezit om de verhoopte vruchten uit zijne door den Staat bekostigde reizen te trekken.
- De symphonie ‘De Oorlog’ eene nieuwe kunstschepping van Willem Demol, werd onlangs te Brussel met veel bijval uitgevoerd.
- Op Woensdag, Donderdag en Vrijdag der Goede Week werden in onze Hoofdkerk verscheidene meesterwerken der oude Godsdienstige toonkunde uitgevoerd, o.a. de Lamentatiën van Palestrina, den grootsten toondichter der 16e eeuw.
- Naar wij vernemen, zou de Gentsche Afdeeling van het Tooneelverbond voornemens zijn de voornaamste gedeelten uit het Opera van de heeren Conscience en Miry - De Dichter en
| |
| |
zijn Droombeeld’, tijdens de gentsche kermis op den grooten schouwburg te doen uitvoeren.
| |
Beeldende kunsten.
-Prijskampen.-Voor 1873-1874 is in het Kristalpaleis te Sydenham, voor de kunstoefenaren, vreemd aan Engeland, een groote wedstrijd uitgeschreven, waarin de volgende prijzen zullen worden uitgeloofd:
A. -Voor de historieschilderijen, geschiedkundig genre, en alle andere onderworpen waarde figuren voorheerschen:
1 gouden, 4 zilveren en 3 bronzen medaliën, groot moduul met eere-diploma.
B. -Voor de beste tafereelen, in alle andere vakken: landschappen,
zeezichten, dieren, doode natuur, bloemen enz.
1 gouden, 4 zilveren en 3 bronzen medalien, groot moduul met eere-diploma.
De waarde van elke gouden medalie zal ten minste van 25 guinjes (650 fr. zijn.)
Als bijzondere prijs, zal een gouden eerepenning ter waarde van 62 fr. (of dezes waarde in geld) worden toegekend aan den tentoonsteller van het beste in olieverw geschilderde tafereel, tot welke school of genre het behoore, mits het sedert 1867 door een thans nog levenden kunstoefenaar vervaardigd zij.
Voor het overige zullen deze schilderijen op dezelfde voorwaarden als die der gewone wedstrijden worden aangenomen.
- Na de voorbereidende proef voor den Beeldhouwkundigen prijskamp tot oprichten van een denkmaal aan de Vrijmaking van de Schelde, zijn vijf kunstenaars ter mededinging toegelaten, waar onder drie der Antwerpsche School: MM. Winders, Ducaju en Julius Pécher.
- De voorloopige wedstrijd voor het groot concoers van Schilderkunst (Prijs van Rome) is over oen paar weken in de Academie van Antwerpen begonnen en zal dezer dagen eindigen. 14 mededingers nemen er deel aan, waarvan 5 van de school van Antwerpen en de overigen van Brussel en Luik.
- Onze Nationale Kunst belooft op de aanstaande wereldtentoonstelling van Weenen op schitterende wijze vertegenwoordigd te zuilen zijn. Talrijker nog dan op de voorgaande
| |
| |
expositiën zijn ditmaal de werken van uitstekende Belgische schilders en beeldhouwers, die er zich hebben op toegelegd om in den vreemde onzen alouden vaderlandschen kunstroem staande te houden.
Dit ten bewijze zal het voldoende wezen hier namen te vermelden als die van Gallait, De Keyser, Dillens, Verboeckhoven, Verwee, Lamorinière, Slingeneyer, Portaels, Robert, Stevens, Madou, Mej. Collart, Mej. Beernaert, Bource, Van Hove, Coosemans, Hennebicq, Wauters, Stallaert, Robie, Stobbaerts, Meunier, Claeys, Van Moer, Hermans, Willems, Agneessens, - kortom onze bijzonderste kunstenaars. -
- Van wijlen Anthoon Wierz zal de Val der En gelen, een der beste tafereelen van dien betreurden kunstenaar worden tentoongesteld. Men heeft aan het uiteinde der Tentoonstelling eene hoogte gevonden waar deze schilderij een voortreffelijk effekt maken zal. - Voor de Belgische Schilderschool alleen is eene wandruimte van 750 vierkante meters beschik baar gesteld.
Een onzer medewerkers die de Weener expositie bezoekt, zal in den Kunstbode een bijzonder verslag geven van alles wat er op het gebied van Kunsten en Wetenschappen belangrijks voorkomt.
- Onze gevierde schilder N. De Keyser heeft onlangs - in de groote Akademiezaal van Antwerpen - zijn voor de Weener-tentoonstelling bestemd tafereel: ‘Keizer Karel die de kristene slaven te Tunis verlost’ geëxposeerd. Ofschoon men in dit nieuwe werk ontegenzeggelijk hoedanigheden bewondert die de hand diens meesters verraden, toch zijn vele kunstkenners van gevoelen dat de heer De Keyser betere werken dan dit heelt geleverd.
- Den 2 April jl. had te Brussel in de St.-Lucas-galerij de openbare verkooping plaats der rijke verzameling moderne schilderijen van M. Ch. Verbessem van Gent.
- Een andere veilidg van nog veel belangrijker kunstwerken zal den 24 april e.k. te Utrecht werden gehouden, namelijk de collectie tafereelen van hedendaagsche meesters,
| |
| |
voortskomende uit de nalatenschap van M. De Heus van Nyenrode, ridder van den Nederlandschen Leeuw. - Deze kostbare verzameling behelst een honderdtal werken, waaronder meesterstukken van Gallait, Rosa Bonheur, B.C. en H. Koekkoek, Ary Scheffer, H. Vernet, Van Hove, Verboeckhoven, Robie, Willems, Van Schendel, Springer, Robert-Fleury, Ommeganck. enz. - De geïllustreerde catalogus dezer verkooping is ten prijze van 5 gl. verkrijgbaar gesteld bij M.J.C. Van Pappelendam, te Amsterdam.
- De noordnederlandsche kunstschilder Portielje, sinds eenige jaren te Antwerpen gevestigd, legt tegenwoordig de laatste hand aan een portret van den Koning der Belgen, hem door Z.M. besteld.
- Een tafereel van den nederlandschen meester Fr. Hals, dat eenigen tijd geleden, tusschen kooplieden voor 15 gl. verkocht werd, is thans door den gelukkigen kooper aan een kunstliefhebber weder afgestaan voor gl. 2500.
- Op 29 juni e.k. wordt te Mechelen eene tentoonstelling van schilderijen geopend. Alle kunstvoortbrengselen van belgische en vreemde schilders zullen aangenomen worden, met uitsluiting echter der werken die reeds te Mechelen zijn tentoongesteld geworden.
- Er zal te Mechelen een oudheidskundig Museüm gesticht werden, bestaande uit oude kunstwerken, geschikt om den smaak en den stijl der verschillige tijdvakken te leeren kennen.
- In het jaar 1874 zal te Brussel eene groote internationale tentoonstelling van oude vaderlandsche kunst plaats hebben, bevattende kunstwerken van de XVde tot de XVIIIde eeuw. - Verschillige vakken der schilderkunst zullen er volledig worden vertegenwoordigd. Vooral zal men er zich op toeleggen eene schitterende verzameling van de werken der gebroeders Van Eyck ten toon te stellen.
- De maatschappij Arti et Amicitia te Amsterdam, is voornemens in hare lokalen eene tentoonstelling te geven van voorwerpen van kunst en nijverheid uit vroegere eeuwen. Zij bedoelt voortbrengselen van de beeldhouwkunst van voorheen
| |
| |
en tevens die voorwerpen, welke, ofschoon voor gebruik geschikt en vervaardigd voor een of ander dadelijk nuttig doel, en als zoodanig voortbrengselen van nijverheid, echter door vorm en versiering op den naam van kunstwerken aanspraak maken.
De tentoonstelling zal geopend worden in de eerste dagen der maand April en minstens zes weken duren.
- Den 15 Juni eerstkomende wordt te Rotterdam in het lokaal der Akademie van Beeldende Kunsten de driejaarlijksche Tentoonstelling van Schilderijen en Kunstvoorwerpen van levende kunstenaars geopend. De Regelingscommissie is samengesteld uit leden van het Bestuur der Akademie, nl. de hoeren: Hugo Rochussen, A. Ellerman, A. Van Stolek, Cz. C.M.C. Obreen, C. Rochussen en W.H. 's Jacob.
- Standbeelden en Gedenkteekenen. - Behalve het bij nationale inschrijving op te richten standbeeld aan Breydel en De Coninck, zal denkelijk de stad Brugge ook nog het bronzen beeld der Gebroeders Van Eyck binnen hare muren zien oprijzen. De Gemeenteraad heeft deze oprichting in grondbegin besloten en het Gouvernement zou voor een ruim aandeel in de onkosten tusschen komen.
- Te Sotteghem heeft op 14 April de plechtige onthulling plaats van het door 't Staatsbestuur geschonken standbeeld des Graven Van Egmont. Te dier gelegenheid grepen in deze gemeente verschillige feestelijkheden plaats.
- Te Antwerpen zal het standbeeld Loos, binnen kort worden opgericht.
- Er is ook sprake van een gedenkteeken dat te Austruweel (bij Antwerpen) door eenige Noord-Nederlanders zou worden geplaatst, ter eere van Marnix van St.-Aldegonde.
- In Holland zijn twee hoogst belangwekkende monumenten ontworpen, namelijk: te Alkmaar, een beeld, ter herinnering aan het ontzet dier stad in 1573, waarvan Alkmaar dus dit jaar het derde eeuwfeest vieren zal, - en te Leiden een standbeeld van Pieter Adriaansz Van der Werf. Dit laatste gedenkteeken hoopt men op 3 October 1874 te kunnen inhuldi- | |
| |
gen. Dit is, zooals men weet, de verjaardag van het ontzet van Leiden, Nederland's bevrijding, die men aan Van der Werf te danken had.
| |
Vlaamsche belangen.
- Het Beroepshof van Brussel heeft het vonnis door de Correctioneele rechtbank tegen Schoep uitgesproken bekrachtigd; met dit verschil nogtans dat het in zijne besluitselen de kwestie van het gebruik der taal zoo maar kortweg ter zijde schuift. ‘Het Beroepshof (zoo luidt o.a. de uitspraak) heeft niet vast te stellen of de verklaring der geboorte-aangift in het Vlaamsch of in het Fransch geschieden moet; de beschuldigde aan de voorschriften der Wet niet voldaan hebbende, enz.
Zoodus het Beroepshof loochent wat in het eerste rechtsgeding door de getuigen klaar bevestigd en ook door de Rechtbank herkend is geworden; namelijk dat Schoep, met twee getuigen, volgens de bepalingen der Wet, de geboorte van zijn kind in het Vlaamsch heeft gedaan!...
De waarheid is dat op den Burgerlijken Stand te Molenbeek, na Schoep's eerste verklaring, hem door eenen Waalschen beambte zijn trouwboekje naar het hoofd is geworpen, met de spottende woorden: ‘Allez! dat gebeurt hier in 't Fransch! Ga daarmeé op een ander!’
De kwestie is thans voor het verbrekingshof gebracht.
Hoe men de zaak ook tracht te verdraaien, om de Taalkwestie buiten zaak te stellen, - voor de publieke meening is en blijft het een onloochenbaar feit dat aan de Zaak Schoep een der ernstige grieven der Vlaamsche bevolking ten grondslag ligt.
Ook is door deze tweede rechterlijke uitspraak (!) de verontwaardiging in het vlaamsche land nog gestegen. Te Brussel en te Antwerpen werden andermaal meetings belegd, waarop de grootste geestdrift heerschte, en het getal der verzoekschriften die naar de Wetgevende kamers worden gezonden, om eene regeling van het taalgebruik te vragen, wordt dagelijks grooter. Bijna al de vlaamsche maatschappijen, onverschillig van welke kleur of strekking, hebben ten krachtigste
| |
| |
tegen de veroordeeling van Schoep geprotesteerd en van de Wetgeving de volkomene gelijkstelling van Waal en Vlaming gevraagd. Wij zullen in ons volgend nummer de opgave doen van de verschillige vertoogschriften reeds door maatschappijen of bijzonderen naar de Kamers gestuurd.
Intusschen kunnen wij niet nalaten onze stem hij die van gansch de Vlaamsche pers te voegen om tevens krachtdadig te protesteeren, tegen een feit dat zich tijdens de beraadslaging der Zaak-Schoep in het beroepshof heeft voorgedaan. De Voorzitter van dit Tribunaal, M. De Prelle de la Nieppe - een overmoedige waal - na zooveel mogelijk de in 't Vlaamsch voorgedragene verdediging te hebben verlamd, door bij elke zinsnede de vertaling der pleidooi te eischen, heeft zich daarenboven veroorlofd het wettelijk gebruik onzer taal un enfantillage te noemen, en aldus de Vlamingen in het uitoefevan een hunner heiligste rechten te beleedigen.
| |
Necrologie.
- Cornelius Verhulst, begaafde vlaamsche Letterkundige, overleden te Contich den 31 Maart jl. in den weinig gevorderden ouderdom van 36 jaren. - Behalve eenige in tijdschriften verspreide stukjes, heeft men van hem een paar verdienstelijke dichtbundels: Mijmeringen (Antwerpen 1859) en Echos der Gedachten (Utrecht 1861), alsmede een prozastukje, getiteld: Hoe de zending der vrouw miskend wordt. Deze schriften verraden een rijke verbeeldingskracht en een diep dichterlijk gevoel. Zij verdienen stellig door ons letterminnend publiek meer gekend te zijn.
De melankolie is de hoofdtoon van 's dichters echt gemoedelijke poëzie. Ziehier hoe de dichter zich in het stukje ‘Aan Haar,’ uit laatst genoemden bundel, uitdrukte:
Wat men - leven - noemt, is sterven,
Wat men - tijd - noemt, is de dood -
En wij, arme droomers, zwerven
Haastig naar der graven schoot.
Verhuist 's vroegtijdig afsterven is voor de Vlaamsche letteren een wezentlijk verlies.
| |
| |
- M. Van Geert, gewezen Luitenant-Kolonel van het Leger, en tooneeldichter van aanmerkelijke verdienste, overleden te Gent de 6 April 1873. - Hij was geboren den 3 Mei 1786. - Na zijn ontslag van den krijgsdienst genomen te hebben, had Kolonel Van Geert zich met bijzonderen iever op de tooneelletterkunde toegelegd, die hij dan ook met zeer veel bijval beoefende. Een zijner historische dramas, getiteld: Jacob Van Artevelde (vrij bewerkt naar Conscience's roman) bekwam den driejaarlijkschen prijs van het Staatsbestuur. Behalve dit stuk laat hij nog verscheidene zeer geachte tooneelwerken achter, zooals: De Kinderen van Edward; Montigny; De Boekhouder van Lieven Bouwens; De Buschkanters en De Protestanten in Vlaanderen, waaronder de twee laatstgenoemde het meest gekend zijn. Men heeft ook van hem goed bewerkte vertalingen van Duitsche meesterwerken, b.v. Don Carlos en Kabale und Liebe van Schiller, Egmont van Goethe, enz.
Tot in zijnen hoogen ouderdom - zegt het Journal de Gand - was de heer Van Geert nog steeds vol geestdrift voor de Schoone Kunsten en Letteren. Alle diegenen die hem hebben gekend zullen - niet slechts als schrijver maar ook als mensch, zijn verlies ten zeerste betreuren.
- A.C. Camauer, Voorzitter der Tooneelafdeeling van de Koninklijke Maatschappij ‘De Wijngaard’, en zelf een zeer verdienstelijk beoefenaar der tooneelkunde, overleden te Brussel in nauwelijks 40jarigen leeftijd.
Aan Camauer's kundige leiding, even als zijn aanhoudenden iever, is het te danken dat de Wijngaard zich ook als tooneelkring in de hoofdstad tot den eersten rang heeft weten te verheffen. Overigens, hij zelf stelde immer zijn talent ten dienste, vooral daar waar het de mededinging in de prijskampen gold. Hij vervulde de hoofdrollen, en niet alleen hielp hij zijne maatschappij meermaals de zegepraal behalen; maar hem zelf werd in verschillige wedstrijden, o.a. te Brussel, te Antwerpen en te Gent den eersten prijs voor het keurigste spel of voor de zuiverste nederlandsche uitspraak toegekend.
| |
| |
De meeste vlaamsche kringen van Brussel, waren bij 's mans begrafenis aanwezig, waarbij verscheidene redevoeringen, aan zijne nagedachtenis welverdienden lof werd gebracht. Vooral diep ontroerend was de lijkrede, door M. Eug. Stroobant, Voorzitter van den Wijngaard, namens deze maatschappij uitgesproken.
- Jacob Thienpont (vader), liefhebber-toonellist, overleden te St.-Jans-Molenbeek, in den gevorderden ouderdom van 77 jaren. Vader Thienpont was een overtuigde Vlaming, met hart en ziel aan zijne kunst verkleefd, en die gedurende eene halve eeuw het Vlaamsch Tooneel in Brussel krachtdadig heeft helpen ondersteunen.
- Adolf Fétis, componist, tweede zoon van wijlen den beroemden bestuurder der Brusselsche Muziekschool. De heer Adolf Fétis heeft eenige operas getoonzet, die echter weinig gekend en meestal onuitgegeven zijn.
Adriaan Wulfaert, kunstschilder, op 27 februari jl. in 68jarigen ouderdom te Gent. Vooral in Engeland worden 's mans werken zeer gezocht.
- Joseph Lehmann, bestuurder van het te Berlijn verschijnende: Magasin für die Literatur des Auslandes, op 19 Maart, in 72jarigen ouderdom overleden. Het verlies van dezen verdienstelijken schrijver, die zóóveel heeft bijgebracht om onze Vlaamsche Beweging ook in Duitschland te doen kennen en waardeeren, zal door elken Vlaming diep worden betreurd.
- J. Godinau, kunstschilder, dezer dagen te Gent overleden in den ouderdom van 62 jaren. Hij had zijne studiën in de Akademie van Gent gedaan, en in 1835 den tweeden prijs in den wedstrijd van schilderkunde behaald. In 1842 werd hij tot professor bij gemelde akademie benoemd.
| |
| |
| |
Verschenen werken.
Geschiedenis der Stad Lier, door Anton Bergmaan, advokaat. Met platen naar teekeningen van J.B. De Weerdt, bestuurder der Academie van Lier. 676 bladz. Antwerpen bij J.E. Buschmann. 1873. Prijs 7 fr.
- Frans Wouters, kunstschilder (1612-1659) door F. Joz. Vanden Branden. Antwerpen, bij Buschmann.
- L'Allemagne dans sa littérature nationale, depuis les origines jusqu'aux Temps modernes. par Ferdinand Loise. (Première patie d'un ouvrage intitulé: Histoire de la poésie). Bruxelles, chez Alfred Vromant. - Prix: 3.50.
- Schiller's Lied van de klok, uit het hoogduitsch vertaald door J. Brouwers. Leuven bij de wed. Fonteyn, 1873.
- Nederduitsch letterkundig jaarboekje voor 1873. Veertigste jaargang. Gent. Boekhandel van Willem Rogghé. Prijs: 1 fr.
- Wat het is klerk te zijn, volksverhaal door Lod. De Vriese. Gent, bij den Schrijver.
- De Eendracht, orgaan der Noord- en Zuidnederlanders te Luik, weekblad onder redaktie van H. Van den Spiegel, - 1ste en 2de nummer. Bureel van redaktie: St.-Walpurgisberg 84, te Luik - Prijs per jaar, 5 fr.
De Genestet's Dichtwerken. Volksuitgave in 10 afleveringen. Amsterdam, bij de Gebr. De Kraay. - Prijs per aflev. 25 Cts.
L'art Universel, paraissant deux fois par mois. Bruxelles. Directeur Cam. Lemonnier. Peinture, -Gravure - Iconographie -Architecture - Sculpture -Ceramique- Numismatique - Littérature - Bibliographie - Musiqtie - Théátre - Arts industriels - Travaux publics. - Prix 15 frs. par an. Avec dix primes consistant en cinq eaux-fortes et cinq publications musicales.
(De eerste 4 nummers van dit Kunstblad behelzen bijdragen van Robert, V. Hugo, P. Benoit, Ch. Gounod, L. Jorez, Rousseau, G. Dubosch, G. Prédérix, Era. Leclercq, M.H. De Jonge. H. Liesse. P. Martin. E. Thamner, G. Sand, A. Samuel, enz.
| |
Aangekondigde werken.
Twee Werklieden, bekroond volksverhaal door Lodewijk De Vriese. - De inschrijvers ontvangen gratis het onlangs verschenen volksver haal Wat het is klerkte zijn. Gent bij den schrijver. - Inteekenprijs 1 fr.
- Onze vaderen, door Seraphien Willems. Met platen. Brussel bij de Geb. Callewaert.
- Een bundel Liederen door Th. Coopman. Gent.
|
|