| |
| |
| |
Kunstkroniek
Tooneel- en letterkunde.
- Ziehier de beurtoptreding der tooneelkringen, welke deelnemen aan den prijskamp der Jonge Tooneelliefhebbers, van Brussel:
Zondag 14 Juli (opening van den prijskamp), maatschappij Braga, van Groningen. |
Maandag 15 Juli. Genootschap: Hooger zij ons doel, Amsterdam. |
Dinsdag 16 Juli. Maatschappij: De Brabantsche Leeuw, Elsene. |
Zondag 21 Juli. Maatschappij: Hoop en Liefde, Antwerpen |
Maandag 22 Juli. Maatschappij: De Dijlezonen, Mechelen. |
Dinsdag 23 Juli. Maatschappij: De Vlaamsche Taalminnaren, Lier. |
Zondag 28 Juli. Maatschappij: De Jonge Vlamingen, Antwerpen. |
Maandag 29 Juli. Maatschappij: Broedermin en Taalyver, Gent. |
Dinsdag 30 Juli. Maatschappij: De Brabantszonen, Kockelberg. |
Zondag 4 Augusti. Maatschappij: Vreugden Deugd, Geeraardsbergen |
Maandag 5 Augusti (sluiten van den prijskamp). De uitschrijvende maatschappij. |
- De gemeenteraad van Gent heeft de heeren Fauconnier en Van Doeselaer her benoemd tot bestuurders van het Nederlandsch Tooneel, voor het aanslaande jaar.
- Eene staatstoelage van fr. 800 is aan het Nederlandsch Tooneelverbond van Gent toegestaan, om de kosten te helpen bestrijden van de prijskampen voor solo-zang en declamatie, door die Vereeniging tegen 14 en 15 Juli ingericht. Men weet dat de stad een hulpgeld van fr. 1200 verleent. Het getal der ingeschreven deelnemers beloopt tot 72, waaronder verscheidene Noordnedcrlanders. Veertien dames, waaronder vier uit Holland, hebben zich als mededingsters aangegeven. De jurij voor dezen prijskamp is volgender wijze samengesteld: - Voor den Solozang: de heeren Edw-Blaes, Ed. De Vos, K. Miry, Nevejans, Samuël, Vanden Heuvel, Van Duyse, Van Gheluwe en Waelput. - Voor de Declamatie: de heeren Geiregat, Heremans, Minnaert, Rooses, Sielbo, Vuylsteke en Wagener.
- Het Bestuur van De taal is gansch het volk, herinnert de be- | |
| |
langhebbenden, dat de stukken mededingend in den prijskamp voor een historisch drama, tegen 1 Augusti aanstaande moeten worden ingezonden aan den secretaris M. Rooses, te Gent.
- Het stadsbestuur van Brussel heeft, naar het schijnt, aan het gouvernement geschreven dat het dezes voorstel aanneemt, om gezamentlijk den Cirk-Schouwburg voor het Nationaal-Tooneel aan te koopen. Aldus zullen de stad en het gouvernement elk de helft in dezen aankoop geven.
- Het Institut de France heeft den drie-jaarlijkschen prijs van fr. 1500, bestemd voor het beste werk onder opzicht van letterkunde of geschiedenis, alsook onder zedelijk oogpunt, ditmaal toegewezen aan den heer L. De Backer, voor zijne Êtudes Neérlandaises, een werk waarvan wij in onze 1e aflevering de uitgave hebben vermeld. Deze bekroning is door sommige vlaamsche bladen (wellicht zonder het bekroonde werk te kennen) toegejuicht geworden. Door het Volksbelang van Gent wordt integendeel de eraan toegekende verdienste ten stelligste betwist, en hierbij den schrijver duchtig over den hekel gehaald. Het blad haalt tot staving zijner kritiek, eenige staaltjes uit des heeren De Backer's vertaling van Tollen's Nova Zembla aan, die genoeg doen zien wat armzalig knoeiwerk hier, onder den titel van Êtudes Néerlandaises aan het fransch publiek wordt opgedischt. Inderdaad, al wie Tollens meesterstuk kent, en zich de moeite getroost deze gebrekkige proza-vertaling met don oorspronkelijken poëtieken tekst te vergelijken, zal bekennen ‘dat alleen in Parijs, bij een volk dat in de diepste domheid verkeert, aangaande alle vreemde talen en letterkunden, een schrijver opgang maken kan met een wanschepsel als zijnde Etudes Néerlandaises van den heer De Backer.’
- Ten einde de beschaafde uitspraak der nederlandsche taal onder de tooneelkringen des lands te bevorderen, heeft de heer Minister van Binnenlandsche zaken besloten aan elke dier maatschappijën een exemplaar te zenden van het werk: Uitspraakleer der Nederlandsche taal, door K.L. Ternest, uitgegeven door het Willemfonds.
- Even als verleden jaar het 25e verjaarfeest van Vader Willems afsterven, zoo zal aldaar thans ook dat van K.L. Ledeganck plech- | |
| |
tig worden gevierd. Men weet dat de talentvolle zanger der Drie Zustersteden over het vierde eener eeuw in Vlaanderen's hoofdstad overleed. Als hulde aan Ledeganck's nagedachtenis, zal er door de De Taal is gansch het volk, te Gent, op 28 Juli, (en niet 21n gelijk eerst gemeld was) een toon- en letterkundig feest worden gehouden, in de groote benedenzaal van het Stadhuis. Deze plechtige zitting wordt gegeven met medewerking van de heeren J. Van Beers, professor en letterkundige te Antwerpen, H. Warnots, professoraan het koninklijk Conservatorium te Brussel, Edw. Blaes, toondichter, Vuysteke, professor aan kkl. Conservatorium van Gent, Mejuffer Balcaen en M. Van Syngel, leerlingen van laatstgenoemde muziekschool. In den namiddag zal een stoet van vlaamsche maatschappijen een feestelijken optocht doen naar het graf van Ledeganck, op St-Amandsberg, alwaar verscheidene redevoeringen zullen worden uitgesproken. Na den optocht heeft er in het Post-Hotel een groot feestmaal plaats.
- Onder den titel: Katholische Unterhaltuugs-bibliothek verschijnt te Aken een nieuw tijdschrift, hoofdzakelijk bestaande uit overzettingen van Noord- en Zuidnederlandsche romanschrijvers. In de tot nu toe verschenen afleveringen zijn reeds een zestal verbalen opgenomen, drie van August en Renier Snieders en drie van Banning, een in Holland reeds goed gekenden schrijver.
- Op 20 Juni jl. hield de Maatschappij van nederl, letterkunde van Leiden, bare jaarlijksche algemeene vergadering, onder aanleiding van haren voorzitter baron Sloet van de Beele. Op die zitting werd o.a. het beschikbaar Fonds wederom bestemd tot voortzetting der aangevangen uitgave van het 2e deel van Maerlant's Spieghel Historiael. Ook werd een ontwerp eener nieuwe wets-bepaling ter tafel gebracht (inhoudende o.a. dat Zuidnederlanders het gewone lidmaatschap op aanvraag kunnen bekomen), het welk, na eenige wijzigingen met algemeene stemmen werd aangenomen.
De heeren K.L Ternest, taalkundige te Wetteren, en Dés. Van de Casteele, oudheidskundige te Gent, werden tot buitenlandsche leden dier Leidsche vereeniging benoemd.
- Teylers Tweede genootschap, van Haarlem, heeft ditmaal een onderwerp uit de Vaderlandsche Geschiedenis als prijsvraag uitgeschreven. Het verlangt: ‘Een overzicht van de beginselen en
| |
| |
bedoelingen der volksleiders die in 1747 en 1748 te Amsterdam de beweging der zoogenaamde Doelisten aan den gang brachten. In hoever komen zij met die van vroegere onlusten in de Vereenigde Nederlanden overeen, en hebben zij in de latere patriotsche woelingen voortgewerkt?’
De prijs voor het best en voldoend gekeurd antwoord op deze vraag bestaat in een gouden eere-penning, op den stempel des genootschaps geslagen, ter innerlijke waarde van 400 gulden.
De verhandelingen moeten in het Nederlandsch, Fransch, Engelsch of Hoogduitsch geschreven, en voor 1 April 1873 ingezonden zijn.
- De Commissie van het XIIde Taal- en Letterkundig Congres, dat op 30 en 31 Augusti en 1 September e.k. te Middelburg zal plaats hebben, heeft bij omzendbrief de verschillige punten van het programma medegedeeld. Het Congres zal toegewijd zijn aan:
a. Nederlandsche taal- en letterkunde;
b. Nederlandsche geschiedenis en oudheidkunde;
c. Nederlandsche tooneel-, zangkunst en boekhandel.
Wat tot elk dezer hoofdvakken kan gerekend worden te beho oren, is in het programma van het IXe kongres met zooveel juistheid omschreven, dat de herhaling daarvan hoogst wenschelijk geacht wordt.
‘Onder Nederlandsche taal en letterkunde moet begrepen worden:
‘Geschiedenis der Nederlandsche taal. - Spraakleer. - Stijlleer. - Spelling. - Onderwijs der Nederlandsche taal; - hare plaats in het lager middelbaar en hooger onderwijs.
‘Geschiedenis der Nedderlandsche letterkunde. - Letterkundige esthetiek. - Geschiedenis en tegenwoordige toestand der Nederduitsche taalbeoefening en letterkunde in Duitschland en Frankrijk. - Aanknooping van letterkundige betrekkingen met de nederduitsche taalbeoefenaren.
‘Onder Nederlandsche geschiedenis en oudheidkunde:
‘Nederlandsche land- en volksbeschrijving. - Nederlandsche fabelleer.
‘Geschiedenis der verschillende Nederlandsche gewesten.
‘Ontwikkeling van den Nederlandschen volksgeest in de middeleeuwen en later.
| |
| |
‘Geschiedenis der betrekkingen tusschen de Nederlandsche gewesten en de Nederduitsche volkeren langs de Noord- en Oostzee; de Hanze. - Nederlandsche volksplantingan in Noord- en Oost- Duitschland.
‘Geschiedenis der wettenschappen en kunsten in de Nederlanden, inzonderheid der schilder- en bouwkunst. - Hoofdkenmerken der Nederlandsche schilderschool in het verleden; haar tegenwoordige toestand; haar toekomst.
‘Bewaring van historie- en kunstmonumenten. - Archiefwezen. - Onderwijs in de geschiedenis des vaderlands.
‘Onder Nederlandsche tooneel- en zangkunst, en boekhandel:
‘Geschiedenis van het Nederlandsch tooneel, zijn tegenwoordige toestand. - Uitspraakleer. - Zang op het tooneel. - Koorzang. - Lied. - Volkslied.
‘Bevordering der uitvoering van gewrochten van Nederlandsche componisten op Nederlandsche tekst.
‘Geschiedenis der toonkunst in de Nederlanden.
‘Uitbreiding der boekhandels-betrekkingen tusschen Noord- en Zuid-Nederland.
‘Wetgeving op het kopierecht en den nadruk.
‘Het zal onnoodig zijn, om de strekking van zulk een kongres uitvoerig te bespreken. De herinnering aan hetgeen de oprichters zich hebben voorgesteld is voldoende. Zij poogden daardoor op te wekken belangstelling in de Nederlandsche taal; - versterking van den broederband, welke allen samensnoert die de Nederlandsche taal spreken en liefhebben; - krachtige ondersteuning der pogingen van hen die in Zuid-Nederland onvermoeid werkzaamzijn om de rechten dier taal te handhaven, en die, vooral in den laatsten tijd, getoond hebben, dat zij voor geen bezwaren, van welken aard ook, terugdeinzen.’
| |
Beeldende kunsten.
- Wij hebben met bijzonder genoegen vernomen dat de Gemeenteraad van Luik het voorstel van het Collegie aangenomen heeft- betrekkelijk den aankoop voor het Museüm dier stad, van de twee verdienstelijke tafereelen der gebroeders De Vriendt: Jacoba van Beyeren en Elisabeth van Hongarië. Die twee kunstgewrochten zijn voor de som van 20,000 frs.
| |
| |
aangekocht. Het staatsbestuur komt voor de helft in de som. - De stad Gent, de geboorteplaats der De Vriendt's, hadde zich, waar het dergelijken aankoop gold, niet door de waalsche stad moeten laten voorafgaan.
- Verkeerdelijk is door de Eendracht van Gent, De Zweep van Brussel en andere bladen gemeld geworden ‘dat te Antwerpen de verzameling van schilderijen van wijlen den heer A. Van Geertruyen voor het Museüm dier stad ten prijze van 25.000 fr. is aangekoebt.’ - Zooals wij reeds in ons vorig nummer mededeelden, is deze som slechts de koopprijs van één enkel tafereel dier verzameling, namelijk De Blinde van Dijckmans, welk stuk de eigendom van het Museüm is geworden. Een landschap van den Hollandschen schilder Koekkoek is voor 10.000 frs. toegewezen, De totale opbrengst der verkooping beliep omtrent tot de som van 140.500 fr.
- De prijs van den grooten driejaarlijkschen prijskamp van Bouwkunde in de kkl. Akademie van Schoone Kunsten te Brussel is met eenparige stemmen toegewezen aan M.J. Waegeneer, van Brussel.
- Onlangs is op het oud kerkhof te Maldeghem een marmeren grafsteen geplaatst, ter nagedachtenis van jonkheer Rom. Eug. van Maldeghem, kunstschilder, overleden te Elsene bij Brussel, den 20 Augusti 1867, en te Maldeghem begraven. Dit eenvoudig maar schoon monument, dat bij inschrijving is opgericht, is het werk van den beeldhouwer Jacquet.
De beroemde Belgische schilder L. Gallait heeft twee tafereeltjes voltooid: De Oorlog en De Vrede. Beiden waren door een Gentschen liefhebber M, K. Verbessem besteld, en zijn, naar het schijnt, aan eenen kunstkooper te Londen herverkocht voor de som van 100.000 fr.
- Men leest in de fransche dagbladen dat de groote eermedalie in de parijzer tentoonstelling van Schoone Kunsten, dit jaar is toegewezen van M. Jules Breton, oud leerling der Akademie van Gent, alwaar hij jaren lang de lessen heeft gevolgd van den gentschen kunstschilder De Vigne.
De ten voordeele van het Willemsfonds ingerichte tentoonstelling van Oudheden op het Stadhuis te Gent, is dezer dagen geopend. 't Is eene van de merkwaardigste die men in dien aard hier te
| |
| |
lande ooit gezien heeft. Wij raden aan al degenen welke in schilderkunst, archeologie en kunstgeschiedenis belang stellen deze belangwekkende verzameling te gaan bezichtigen. De tentoonstelling zal dagelijks openblijven van 9 ure voormiddag tot 6 ure 's avonds.
| |
Toonkunde.
- De beroemde gentsche koorkring De Melomanen, heeft te Brugge, met medewerking van den Kunstbond dezer stad, een groot concert gegeven, ten voordeele van het aan Breydel en De Coninck op te richten standbeeld. De verschillige stukken werden op een zeer verdienstelijke wijze uitgevoerd. Vooral de twee koren: Broedergroet en Memlinc's Cantate, door onzen jongen componist M. Waelput, hebben bij het buitengewoon talrijk publiek een vereerenden bijval gevonden. Bij het eindigen van laatstgenoemd koor werd aan den toondichter eene schitterende ovatie gebracht; onder de geestdriftigste toejuichingen werd hem eene prachtige lauwerkroon aangeboden. - De heer Waelput, wiens talent ook in den vreemde zeer gewaardeerd wordt, is dezer dagen tot orkest-bestuurder van den Opera-schouwburg te 's Gravenhage benoemd. Wij wenschen hem veel bijval in de hollandsche Residentie-stad.
- Te Leuven is een nieuw muziekgenootschap ingericht, onder den naam van Kring der XXV. Die maatschappij, waarvan de bijzonderste muziekanten dier stad deel maken, zal aldaar gedurende den zomer concerten geven in het Park van St-Donaat.
- De koormaatschappij van Lokeren, met kenspreuk: Geene kunst zonder Nijd, onder het bestuur vaa M.E. Blauwaert, professor aan de Vlaamsche muziekschool van Antwerpen, stelt zich voor eerlang te Brussel een groot concerto te gaan geven.
- De heer Karel Miry heeft thans de laatste band gelegd aan het toondichten van Conscience's lyrisch opera: De Dichter en zijn Droombeeld. De partituur van dit belangwekkend gewrocht is dezer dagen voor een vriendenkringje, in de salons van M. Conscience, gedeeltelijk uitgevoerd geworden. De componist speelde op het klavier de bijzonderste stukken voor, bijgestaan door twee voorname vlaamsche zangers, die met veel talent de verschillige arias voordroegen. De muziek schijnt over het algemeen goed gelukt en
| |
| |
heeft bij deze eerste uitvoering de aanhoorders goed bevredigd. Het is echter slechts bij eene volledige executie dat men met grond over het toonkundige gedeelte van dit gewrocht zal kunnen oordeelen. Hopen wij dat het werk van Miry het prachtig libretto van Conscience waardig zijn zal. In dit geval zal de vlaamsche kunst zich op een nieuw meesterwerk kunnen beroemen. - De Zweep van Brussel meent te weten dat dit opera bestemd is om als openingstuk van den nieuwen Vlaamsche Schouwburg van Antwerpen opgevoerd te worden. Wij meenen dat voor het oogenblik over die bestemming nog geen de minste zekerheid bestaat. In alle geval, ware zulks eene uitmuntende gelegenheid om de Vlamingen te vergasten op het nieuw gewrocht der heeren Conscience en Miry, dat, evenals het nieuw zangdicht De Oorlog, van Van Beers en Benoit, met veel verlangen wordt verwacht.
- Naar wij vernemen zal het groot oratorio ‘Venetie verlost’ van de heeren Ad. Van Soust de Borckenfeld en L. Van Gheluwe den 21 Juli e.k. te Brugge worden gevoerd. Zoo het schijnt zijn meer dan 350 zangers en instrumentisten met die taak gelast. De leiding van dit voornaam toondicht is toevertrouwd aan Graaf Molesle Bailly, bestuurder der ‘Muziekale Vereeniging.’ Deze maatschappij zal in de uitvoering worden geholpen door de koninklijke Koormaatschappij van Gent en een veertigtal Gentsche dames, die reeds verleden jaar bij de eerste uitvoering van ‘Venetie verlost’ hunne medewerking aan de koren hadden verleend. Onder de solisten heeft men o.a. Mejuffer Valentine Ledelier, onze verdienstelijke, tegenwoordig in Holland verblijvende zangeres, en M. Blauwaert, professor aan de Vlaamsche muziekschool van Antwerpen.
| |
Vlaamsche belangen.
- In ons vorig nummer hebben wij gemeld dat de heer Justitieminister den ambtenaren van 't openbaar ministerie het gebruik der moedertaal in hunne rekwisitie voor de strafrechtbanken aanbevolen had. Thans vernemen wij met genoegen dat, in een tweeden omzendbrief, ditmaal aan al de voorzitters der rechtbanken van eersten aanleg gericht, de heer Minister beveelt dat de Rechtbank zich voortaan voor al wat de tuchtpolitie betreft, van de Nederlandsche taal bedienen zal, ingeval de
| |
| |
beschuldigde deze taal maar alleen spreekt en door geenen advokaat wordt bijgestaan. - Wij wenschen den heer De Lantsheer geluk met die ministeriëele beslissing. Dank aan dien maatregel verdwijnt gedeeltelijk een onrecht waarover de Vlamingen zich steeds met reden hebben beklaagd.
- Onlangs bevatte de Moniteur eene benoeming, waarmeê de Vlaamschgezinden in geenen deele kunnen vrede hebben: wij bedoelen die van den heer De Marteau tot Inspecteur van het Middelbaar Onderwijs. De heer Demarteau is een Luikerwaal, die onze taal niet kent, en derhalve in het uitoefenen van zijn ambt niet in staat zijn kan te onderzoeken hoe het onderwijs van het Nederlandsch in de Atheneüms en middelbare scholen wordt gegeven. Tegen dergelijke taalmiskenning dient door alle verdedigers onzer vlaamsche belangen ten krachtigste te worden geprotesteerd.
- Bij het ter pers leggen vernemen wij met genoegen dat de Antwerpsche Provincie-Raad in zijne laatste zitting eene beslissing heeft genomen die voor ons, Vlamingen, niet zonder belang is. Een voorstel, door 39 leden onderteekend, was aan den Raad voorgelegd, strekkende om voortaan ‘voor alle van het Provinciaal Bestuur uitgaande stukken, die slechts in ééne taal zijn opgesteld, enkel het Nederlandsch te gebruiken.’ In eene zeer merkwaardige redevoering heeft de heer Frans Van Boghout, een der nieuwgekozen raadsleden, dit voorstel ontwikkeld, dat met algemeene stemmen, min 3 (en 4 onthoudingen) is aangenomen geworden.
| |
Wetenschappen.
- De heer L. Strauss, Belgisch Consul te Japonië, die zich reeds, door verscheidene werken over handelsgeographie, als een onzer beste publicisten heeft doen kennen, heeft onlangs in het Hooger Handels-Instituut eene onder meer dan een opzicht belangwekkende voordracht gehouden, over zijne ‘Reis rond de wereld’. Onder een keurigen en hoogst aantrekkelijken vorm heeft de redenaar met veel kunde dit veelomvattend onderwerp behandeld, dat hem ruimschoots gelegenheid bood tot voortreffelijke beschouwingen, nuttig en aangenaam beide, over land- en volkenkunde, handelsverkeer, nijverheid, kunsten, wetenschappen, enz. Deze conferencie hield gedurende bijna twee uren
| |
| |
de aandacht der toehoorders geboeid, en is herhaaldemaal met levendige toejuichingen begroet. Algemeen werd door de studenten het verlangen uitgedrukt, den verdienstelijke conferencier andermaal in hun midden tezien optreden, een wensch die door den heer Strauss, welke zelf een oud-leerling onzer Handelschool is, vriendelijk ingewilligd werd.
- Te Leiden werd den 26 Juni jl. met groote feestelijkheid het standbeeld ingehuldigd van den wereldberoemden heelkundige en professsr Dr Boerhave, overleden in 1738. Dit meer dan levensgroote bronsbeeld is het werk van den ook hier met roem gekenden beeldhouwer Strackée van Amsterdam. De Belgische koninklijke Akademie van geneeskunde was bij die plechtige onthulling door eene deputatie vertegenwoordigd.
| |
- Necrologie.
- Dr F.A. Snellaert, een onzer beste Vlaamsche schrijvers, is op 63jarigen leeftijd, te Gent, aan eene hartziekte overleden, den 3 Juli jl. Niet alleen de Nederlandsche litteratuur, ook de Vlaamsche Taalbeweging ondergaat in hem een onberekenbaar verlies. Onvermoeid stond Dr Snellaert ten allen tijde voor de verdediging onzer moedertaal op de bres. Met den heer Frans Rens bracht hij de Gentsche maatschappij ‘De Taal is gansch het volk’ tot stand, gaf te Gent gedurende drie jaren het Kunst- en Letterblad uit, dat daarna onder leiding van Conscience te Antwerpen werd voortgezet, en leende zijne medewerking aan Willems' Belgisch Museüm. Aan verschillige andere kunstbladen schonk hij uitmuntende bijdragen, o.a. aan den Middelaer, het Taalverbond, het Leesmuseüm, enz. In 1840 richtte hij met Willems en Blommaert het algemeen petitionnement in tot herstel der Vlaamsche rechten, en maakte ook deel van de gekende Vlaamsche Grieven-Commissie, tijdens het Ministerie De Decker aangesteld. Snellaert was lid van de koninklijke Akademie van België, van het Nederlandsch Instituut en van een groot getal Vlaamsche taal- en letterkundige vereenigingen.
De begrafenis van den diepbetreurden Vlaming heeft den 6 dezer plaats gehad. Een groot getal Vlamingen uit alle deelen des lands woonden de plechtigheid bij. Verscheidene treffende redevoeringen werden bij Snellaert's graf uitgesproken, o.a. door
| |
| |
MM. Hendrik Conscience, namens de koninklijke Akademie, Prof. J.F.J. Heremans, Dr. Engels, L. Jottrand vader, en K. Van Acker.
Ziehier de opgave der bijzonderste werken door D. Snellaert in het licht gegeven: Verhandeling over de Nederlandsche dichtkunst in België, enz. - Kunst- en Letterblad, - Levensschets van Frans Willems, - Schetseener geschiedenis der Nederlandsche Letterkunde. - Vlaamsche Bibliographie, - Oude Vlaamsche liederen (met J.F. Willems), - Oude en nieuwe liedjes, - Waal en Vlaming (Vlugschrift) - Alexanders Geesten (van Jacob van Maerlant), - Nederlandsche gedichten uit de XIVe eeuw (van J. Boondale, Hein van Aken, enz.) - Verslag der Grieven-Commissie, - en eene menigte zeer merkwaardige verslagen over letterkundige prijskampen door het Staatsbestuur of de kkl. Akademie uitgeschreven.
- P.J. De Deyn, een niet onverdienstelijk beoefenaar der Vlaamsche poëzie en tooneelkunst, overleden te Ninove in den ouderdom van 77 jaren. De heer De Deyn was jaren lang voorzitter van de Rhetorika-maatschappij van Ninovc, en briefwisselend lid van ‘De taal is gansch het volk’. Verschillige zijner letterkundige schriften, waarvan eenige in het Nederd. lett. jaarboekje en in de Eendracht van Gent zijn opgenomen, werden in de prijskampen bekroond. De heer De Deyn was tevens een rechtzinnig overtuigd flamingant, die als dusdanig in zijne stad veel goeds heeft verricht.
- B. Weiser, kunstschilder, professor aan de Koninklijke Akademie van Antwerpen, aldaar op 60jarigen leeftijd overleden. Zijne genre-tafereelen op de verschillige tentoonstellingen en de uitmuntendheid van zijn kunstonderzicht, hebben Weiser, als artist en als leeraar, ten gunstigste doen kennen. De heeren De heeren N. De Keyser, bestuurder der Akademie en M.J. De Braekeleer. beeldhouwer, hebben bij zijn graf het woord gevoerd. Laatstgenoemde in name van het ‘Kunstverbond.’
- H. Vande Velde, oud-voorzitter der Belgische Akademie van oudheidkunde, overleden te Veurne den 7 Juli jl.
- J.R. Thorbecke, Minister van Staat in Noord-Nederland, op 5 Juni ll. te 's Hage overleden. Niet alleen op staatkundig gebied heeft de heer Thorbecke aan zijn vaderland groote diensten bewe- | |
| |
zen, ook onder letterkundig opzicht dient zijn naambewaard te blijven.
In 1825 werd hij benoemd tot hoogleeraar in de staalkundige wetenschappen aan de hoogeschool te Gent. Bij de aanvaarding van die betrekking sprak hij eene rede uit over het ‘onderwerp der geschiedkundig- staatkundige wetenschappen.’ Ook in de hoofdstad gaf hij lessen over de staatkundige geschiedenis, de statistiek, de staathuishoudkunde en hare verschillende toepassing.
In 1829 gaf hij een geschrift uit ‘over het bestuur van het onderwijs.’ Na de gebeurtenissen in België werd hij als hoogleeraar in de rechten bij de Hoogeschool te Leiden overgeplaatst en schreef hij (in 1831) zijn beroemd werk: ‘Over de verandering van het algemeen statenstelsel van Europa’; alsook een vlugschrift over Belgies onafhankelijheid.
Hij was lange jaren lid der Tweede Kamer en werd drij malen gelast met het samenstellen van een ministerie.
In 1866 werd de heer Thorbecke tot Staats-minister benoemd. Tot aan zijn afsterven vervulde hij het ambt van Minister van Binnenlandsche Zaken.-- In gansch Holland is nu eene nationale inschrijving geopend, om den verdienstelijken man een prachtig gedenkteeken op te richten.
- Fr. Gerstacker, een van Duitschland's beroemdste romanschrijvers, overleden te Brunswijck in den ouderdom van 56 jaren. Als reisverteller vooral heeft zich Gerstäcker eene Europeesche befaamdheid verworven. Het meerendeel zijner werken zijn in bijna alle talen van Europa overgezet.
- Moritz Hartmann, duitsch dichter en romanschrijver. Hij was langen tijd gehecht aan het litterarisch tijdschrift ‘Freja.’
| |
| |
| |
Verschenen werken.
- | Jan van Beers' gedichten. Prachtuitgave in 12 afleveringen, met Portret en Facsimile in staal. 1ste aflev. Antwerpen bij Beerts. - Prijs fr. 0-90 per aflevering. |
- | Eene stem uit het graf door H. Conscience, met platen door Edw. Dujardin. Antwerpen bij Van Dieren. |
- | Zwarte oogjes, hartediefjes, bekroonde novelle door Alfred Terlaenen (Prayon). Met 2 platen door C. Tfelt. Gent bij H. Hoste. - Prijs fr. 1-75. |
- | Het Belgisch kieswetboek. Nederlandsche vertaling door J.O. De Vigne. Gent. Uitgave van het Willemfonds - Prijs fr. 0-65. |
- | XXX gezangen voor Congregatiën (met de muziek), door P. Busschaert. Brugge bij Edw. Gaillard en Cie. |
- | De geschiedenis van een kantoorklerk door Piet Vluchtig (Smit Kleine). Amsterdam, bij E.S. Witkamp. |
- | Onder vreemden. Novelle door H. Van der Sprong. Rotterdam bij J.H. Dunck. - Prijs gl. 1-25. |
- | Te laat! Uit de nagelaten papieren van een Rijksambtenaar. Schets voor Rederijkers, in één bedrijf, door J.C. Philipsen. Breda bij G.C. De Voogt. - Prijs gl. 0-35. |
- | Een jaar levens voor de dagbladpers, door S. Gorter. 2 dln. Amsterdam bij G.E. Funke en P. Van Santen. - Prijs gl. 4-50. |
- | Aan het Vaderland. Eene studie door. Th. Jorissen. Haarlem bij Erven F. Bohn. - Prijs gl. 0-90. |
- | Is het Heelal God? Een gedicht door P.Th. Hoogstraten. Utrecht bij de Wed. Van Rossem. - Prijs gl. 0-30. |
| |
Aangekondigde werken
Volledige werken van Ecrevisse. In 12 deelen, versierd met steendrukplaten. Brussel bij C.J.A. Greuse. - Inschrijvingsprijs 2 fr. per deel.
- Een nieuwe dichtbundel van Luitenant V. Van de Weghe, als vervolg op zijne Eerstelingen. Antwerpen.
|
|