en chaos, in een verwoeste wereld zonder normen of waarden.
■ Oscar Hijuelos [© Dario Alosta]
■ T.C. Boyle [© Arizona State University]
■ Bret Easton Ellis [© Gawker]
Michael Cunningham, A Home at the End of the World, 1990. N.: Huis aan het einde van de wereld. Debuutroman. Nadat een jongeman zijn familie verloren heeft, trekt hij in bij een jeugdvriend en diens ‘roommate’ in New York. Deze situatie evolueert naar een alternatief gezinsleven: twee mannen, een vrouw en een baby.
Oscar Hijuelos, The Mambo Kings Play Songs of Love, 1990. N.: De Mambo Kings met songs of love. Een Cubaanse immigrant in New York blikt terug op zijn leven als muzikant en op dat van zijn broer en hun families. Allusies op de wereld van de Mambo-muziek.
Bret Easton Ellis, American Psycho, 1991. N.: American Psycho. Achter de façade van een topjob verbergt een makelaar uit Wall Street een sadistisch dubbelleven. De excessen van de consumptiemaatschappij worden gekoppeld aan extreme seksscènes, morbide geweldpleging en de meest uitgesproken horror.
Toni Morrison, Jazz, 1992. N.: Jazz. Harlem, Manhattan, 1926: Violet Trace kwam met de Great Migration mee uit het Zuiden en vestigde zich in Harlem. De titel verwijst naar de improviserende stijl waarmee verschillende vertellers een huwelijksleven beschrijven.
Joseph Heller, Closing Time, 1994. Vervolg op het beroemde Catch-22 waarin dezelfde personages en parallelle thema's verwerkt zijn. De roman werd echter vrij kritisch onthaald.
Steven Millhauser, Martin Dressler: The Tale of an American Dreamer, 1997. N.: Dressler, een Amerikaanse dromer. Omstreeks de eeuwwisseling brengt een aannemer het tot opmerkelijke voorspoed en wil steeds maar grotere hotels bouwen. De mythe van de groeiende stad en de imposante skyline worden hier echter op een alternatieve wijze belicht.
Don DeLillo, Underworld, 1997. N.: Onderwereld. Postmoderne roman die een beeld ophangt van de periode 1950-1990. In een niet-lineaire plot met diverse historische referenties en de meest uiteenlopende figuren wordt het gevaar van begraven radioactief afval reeds door de titel gesuggereerd.
Jay McInerney, Model Behavior, 1998. N.: Modelgedrag. Gesitueerd in het tijdschriftenwereldje van New York City waar de ‘celebrity cult’ een dominante rol speelt.
Alice McDermott, Charming Billy, 1998. N.: Billy's Charme. De roman opent met het overlijden van Billy Lynch, een Ierse migrant in New York. Een jeugdliefde op Long Island en een alcoholverslaving worden gecombineerd tot een verrassende ontknoping. Scherpe milieutekening met knappe dialogen.
Michael Cunningham, The Hours, 1999. N.: De uren. Verhaal vrij geïnspireerd op Virginia Woolf en haar roman Mrs Dalloway. Drie vrouwen, Virgina Woolf in Engeland, een moderne ‘Mrs. Dalloway’ in New York en een dame uit Los Angeles die de roman van V. Woolf wil lezen worden in één intrige samengebracht.
Michael Chabon, The Amazing Adventures by Kavalier & Clay, 2001. N.: De wonderlijke avonturen van Kavalier en Clay. Fictief verhaal over twee neven die in het Brooklyn van de jaren veertig een plaats veroveren in de wereld van de Amerikaanse strip.
Alice McDermott, Child of my Heart, 2002. N.: Kind naar mijn hart. Een meisje kan haar kinderrijke Ierse familie verlaten om op Long Island babysitter te worden in de zomerhuizen van de New Yorkse elite.
Lydia Davis, The Collected Stories of Lydia Davis, 2009. Auteur die hoofdzakelijk bekend is voor haar knappe kortverhalen.