Vlaanderen. Kunsttijdschrift. Jaargang 59
(2010)– [tijdschrift] Vlaanderen. Kunsttijdschrift– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 616]
| |
Take 1De Brusselse cineast Joachim Lafosse (Ukkel, 1975) behoort onmiskenbaar tot de grootste Belgische filmtalenten van zijn generatie. Vooral met Nue propriété (2006) en Elève libre (2008) vestigde hij zijn naam als maker van auteursfilms - films waarvan de regisseur tekst en scenario zelf geschreven heeft en waarin zijn persoonlijke stijl duidelijk merkbaar is. Lafosses films zijn niet geschoeid op de leest van de populaire publieksfilm. Daarvoor zijn ze te rauw, te hard, te complex en bevatten ze te weinig actie en humor. Het gros van de scènes speelt zich bovendien binnenskamers af, vaak aan tafel, waar de protagonisten hun conflicten met elkaar uitpraten of er nieuwe laten oplaaien. Lafosses films knopen dan ook veeleer aan bij de traditie van de Franse praatfilm zoals we die onder meer kennen van Eric Rohmer. Tegelijk sluiten ze ook aan bij de Kammerspielfilm, een sober filmgenre uit de periode van de stille film dat gekenmerkt wordt door weinig decors en een minimum aan personages, en waarin dramatische en psychologische spanning de boventoon voeren. Zelf haalt Lafosse cineasten als Jean-Pierre & Luc Dardenne, Rainer Werner Fassbinder, John Cassavetes en Orson Welles als belangrijke inspiratiebronnen aan: ‘Dat zijn mensen die altijd op zoek waren.’ Lafosse is geen beeldenstormer die met cinematografische guerillatechnieken de kijker wil overrompelen. Toch bevat elk van zijn langspeelfilms scènes die je beduusd achterlaten, alleen al door de confronterende kracht ervan. In een interview zegt hij daarover dat de inhoud van zijn films de vorm dicteert. Die inhoud laat zich nog best omschrijven als de worsteling van gekwelde personages met zowel innerlijke als uiterlijke conflicten. De personages overschrijden daarbij meer dan eens de grenzen van het toelaatbare, vaak zonder dat ze zich daar zelf van bewust zijn. ■ Jonas Bloquet en Pauline Etienne in Elève libre
[© Versus Production - Anne Van Aerschot] In essentie zijn Lafosses films vrij klassiek vormgegeven karakterstudies, waarvan de sterkte deels schuilt in de opvallende maturiteit waarmee de jonge cineast zijn soms controversiële thema's behandelt. | |
Take 2Na enkele kortfilms en een documentaire debuteerde Lafosse met de langspeelfilms Folie privée (2003) en Ça rend heureux (2006). Voor hij die films maakte had hij al het scenario klaar van wat eigenlijk zijn eerste film had moeten worden, maar uiteindelijk zijn derde werd: Nue propriété. Omdat het scenario van die film telkens op een ‘njet’ van de Filmcommissie botste en hij daardoor niet het benodigde budget bij elkaar kreeg, besloot Lafosse in afwachting van een goedkeuring alvast het vak te leren zonder overheidssteun. Met een zo goed als onbestaand budget filmde hij daarop Folie privée en Ça rend | |
[pagina 617]
| |
heureux, waarmee hij zowel bij het publiek als bij de critici krediet en vertrouwen won. Interessant aan Folie privée is dat die film alles laat zien wat Lafosse in Nue propriété suggereert. Het verhaal loopt op veel punten gelijk, en ook de personages zijn tot op zekere hoogte inwisselbaar. In beide films komen gescheiden ouders voor en een kind of kinderen die bij één van beide ouders wonen. De gescheiden ouders staan in beide films op zeer gespannen voet met elkaar. In Folie privée betrekt de Waalse Pascale (Catherine Salée) samen met haar zoontje Thomas (Mathias Wertz) opnieuw de woning in Grand-Halleux die ze vroeger bewoonde met haar Vlaamse echtgenoot Jan (Kris Cuppens). Tegen eerder gemaakte afspraken in treft ze daar een zeer labiele Jan aan die Pascale ervan tracht te overtuigen om het samen opnieuw te proberen. Maar Pascale weigert. Zij is Jans egoïstische gedrag beu en bovendien heeft ze inmiddels een nieuwe, jongere vriend, Didier (Vincent Cahay), met wie ze in het na de scheiding aan■ Jonas Bloquet, Yannick Renier, Jonathan Zaccaï en Claire Bodson in Elève libre
[© Versus Production - Anne Van Aerschot] haar toegewezen huis een nieuw leven wil beginnen. Wanneer even later ook Didier het huis betreedt, met de bedoeling bij Pascale in te trekken, is het hek van de dam. Er ontwikkelt zich een bitter, pijnlijk en schrijnend relatiedrama waarin verbaal en fysiek geweld overheersen en waarvan Thomas uiteindelijk het slachtoffer wordt. De laatste scène van de chronologisch verlopende film met een verteltijd van minder dan vierentwintig uur is ook de enige waarin muziek voorkomt: het Stabat Mater van Pergolesi. Om aan te geven dat Thomas dood is. | |
Take 3Joachim Lafosse over Folie privée: ‘We hebben deze film gemaakt omdat we het wilden hebben over een scheiding die niet wordt aanvaard. Over het gemis wanneer iemand ontbreekt in een gezin (..). We wilden het bovendien ook nog hebben over een tweestrijd die zich in het hoofd van een kind afspeelt dat zich in een crisissituatie binnen zo'n gezin bevindt. Aantonen dus dat een kind niet kan kiezen tussen vader en moeder. Dat was de voornaamste drijfveer van de film. Ik had Medea gezien in het theater en dacht dat dat stuk ons wel kon helpen. Eigenlijk gaat Medea over iets totaal anders (...), maar wat mij vooral interesseerde, was het verhaal van die vrouw die haar man met een jongere vrouw ziet vertrekken en uit wraak haar eigen kinderen vermoordt. Maar niet alleen uit wraak. (...) We zijn dus vertrokken met die Griekse tragedie als leidraad, en hoe meer we eraan werkten, des te meer leek de tragedie onafwendbaar. (...) Ik neem een standpunt in en hoop dat de kijker door mijn film nadenkt over de noodzaak om iemand uit zijn gezin weg te halen.’ | |
Take 4De tweestrijd die zich in Folie privée in het hoofd van Thomas afspeelt - voor wie te kiezen: zijn vader of zijn moeder? - krijgt in Nue propriété gestalte in de tweelingbroers Thierry en François, die elk hun eigen standpunt innemen. Samen met hun sinds tien jaar gescheiden moeder Pascale (Isabelle Huppert) wonen zij in een groot huis in Waals-Brabant. Het drietal lijkt volkomen gelukkig. Alleen met haar ex-man Luc (Patrick Descamps), die elders leeft met een jongere vrouw en hun pasgeboren kind, leeft Pascale in onmin. Ze wil niet dat hij nog langskomt om zijn zoons te zien en hen geld toe te stoppen. Na een zoveelste ruzie met hem zegt ze tegen haar zoons: ‘Als ik jullie niet had, was ik allang weg geweest. Zeker weten. (...) Als jullie worden zoals hij, pleeg ik zelfmoord.’ Op een dag, na een vrijpartij met haar alleenstaande buurman Jan (Kris Cuppens), zegt ze: ‘Ik wil iets anders doen. (...) Ik zou een eigen zaak willen beginnen.’ Wanneer ze dat aan haar zoons vertelt, hebben die daar hun bedenkingen bij. Dan zegt Pascale: ‘Ik zou het huis kunnen verkopen.’ De jongens worden kwaad. Thierry: ‘We verkopen het huis niet. Begrepen? (...) Vader gaf het ons. Zij heeft er niets mee te maken.’ | |
Take 5Lafosse: ‘Als in een huis problemen ontstaan in verband met macht, met eigen- | |
[pagina 618]
| |
dom, moet je je afvragen of het gezin niet op de verkeerde weg zit, en ziek is. (...) Ik wilde in die film een boodschap meegeven over materialisme. Ik heb al vaak gemerkt dat families waar het niet zo goed mee gaat, zich heel gemakkelijk vastklampen aan iets als een huis, aan hun eigendom. Met de film wilde ik duidelijk maken dat een gezin geen huis is.’ | |
Take 6De sfeer tussen Pascale en haar zoons wordt steeds grimmiger, vooral nadat Jan op een avond bij hen komt eten en daarbij van de gelegenheid gebruik maakt om Thierry en François de les te spellen. 's Anderendaags, bij het ontbijt, ruziet Pascale met haar zonen. Pascale: ‘Ik ga met hem mee. Zonder jullie had ik een ander leven gehad. Ik had kunnen doen wat ik wilde.’ Weg is de harmonie tussen moeder en zoons. Maar ook tussen de zoons onderling botert het hoe langer hoe minder. François neemt het op voor zijn moeder, terwijl Thierry zich steeds onredelijker tegenover haar gedraagt en haar zelfs een ‘hoer’ noemt. Pascale pakt ten slotte haar koffers en verlaat het huis om bij een vriendin te gaan uitrusten. Tijdens haar afwezigheid komt het tot een gevecht tussen beide broers, waarbij François achterover valt op de glazen salontafel en roerloos tussen de scherven blijft liggen. Thierry belt daarop in paniek zijn vader en ontvlucht het huis. Van op een afstand ziet hij zowel de ziekenwagen, zijn vader als zijn moeder aankomen. Daarmee is de conflictsituatie tot een dramatisch einde gekomen, al blijft het voor de kijker onduidelijk of François dood is of niet. | |
Take 7Ook in Elèvre libre wonen twee broers samen met hun moeder in het huis dat hun vader hen na de scheiding heeft toegewezen. Hun moeder zien ze slechts zelden. Ze verblijft meestal met vage minnaars in het zuiden van Frankrijk. Hun vader woont dan weer elders met een jongere vrouw en een kind. Het verhaal draait om de zestienjarige Jonas (Jonas Bloquet), de jongste van de twee. Jonas is voor de tweede keer gezakt voor zijn eindexamens en mag niet meer dubbelen. Hij probeert het dan te maken als tennisser, maar ook dat lukt hem niet. Tijdens de trainingen gaat alles goed, maar tijdens matches is hij veel te gespannen en faalt hij. Met zijn vriendinnetje Delphine (Pauline Etienne) lukt het op seksueel vlak ook niet zo goed. Ook daar is zijn onvermogen om zich te ontspannen de oorzaak. De tiener zit dan ook danig in de knoop met zichzelf en kan bovendien moeilijk zijn gevoelens uiten. Dan ontfermen drie vrienden van zijn moeder zich over hem: de alleenstaande Pierre (Jonathan Zaccaï) en het paar Didier (Yannick Renier) en Nathalie (Claire Bodson). Ze gaan samen met hem uit eten en uit dansen. Wanneer ze te weten komen dat Jonas problemen heeft met Delphine, wijden ze hem in de geheimen van de seksualiteit in. Eerst blijft het bij plagerige raadgevingen, maar later gaan ze verder. Zo zegt Didier op een bepaald ogenblik tegen Jonas: ‘We kunnen je van alles tonen.’ Wat eerst een onschuldig spel lijkt waar vooral Jonas' vrienden veel heimelijk plezier in hebben - de veelbetekenende blikken die ze meestal tijdens tafelscènes met elkaar uitwisselen spreken wat dat betreft boekdelen -, ontaardt na verloop van tijd echter in een niet meer zo onschuldig spel waar de emotioneel getroubleerde Jonas het slachtoffer van wordt. Vooral sinds hij bij Pierre ingetrokken is om zich onder zijn begeleiding als ‘vrije leerling’ beter te kunnen voorbereiden op de examens van de middenjury, worden de grenzen tussen wat kan en niet kan regelmatig overschreden, met als triest hoogtepunt de anale penetratie van Jonas door Pierre - een daad die Jonas nog verwarder achterlaat dan hij al is, maar tegelijk het besef in hem aanwakkert dat er een grens is overschreden. Als Jonas Pierre daarop aanspreekt door hem te zeggen dat hij hem misbruikt heeft, reageert Pierre woedend: ‘Je bent een hoertje, Jonas.’ En zet hem gelijk aan de deur. Om zich daarna weer bij hem te voegen en te zeggen: ‘Van nu af aan scheiden we het werk van de rest.’ Het resultaat is dat Jonas, die al enkele slechte tests heeft afgelegd voor de middenjury, uiteindelijk slaagt en zijn diploma in ontvangst mag nemen. | |
Take 8Tijdens één van zijn lessen aan Jonas zegt Pierre: ‘Wat zegt Camus? Dat we, geconfronteerd met een absurde wereld, zo intens mogelijk moeten leven, al wat ons gegeven wordt gebruiken, de wereld aandurven, zoveel mogelijk ervaringen beleven. Ons geen grenzen of verboden opleggen, want grenzen zijn totaal kunstmatig.’ Joachim Lafosse over Elève libre: ‘Het idee dat er geen grenzen mogen zijn om vrij te zijn, en dat het genot ons altijd gelukkig kan maken, is volgens mij een leugen. (...) Films geven je de mogelijkheid om over normen na te denken. In dit geval was het voornamelijk de bedoeling om de kijkers even stil te laten staan bij de grenzen die we moeten stellen aan het onderwijs. (...) Ik wilde ook aantonen dat iedere persoon met macht of verantwoordelijkheid duidelijke grenzen moet stellen. (...) Eigenlijk is de film een metafoor van mijn beroep. Als regisseur kom ik vaak in contact met mensen die iets willen, met acteurs die heel graag een rol in de wacht willen slepen.’ | |
Take 9Ça rend heureux, de tweede film van Lafosse, is een buitenbeentje in zijn nog prille oeuvre, al klinkt ook hier duidelijk de stem van de auteur in door. Lafosse: ‘We hadden nog altijd niet de kans gekregen om Nue propriété te maken. Daarom wilde ik een film maken over die problematiek. Hoe het was om te leven met de mensen die mij omringden.’ Lafosse past hier het beproefde procedé van de film-in-de-film toe: het verhaal gaat over een werkloze cineast, Fabrizio, die een film probeert te maken. Hij gaat op zoek naar financiering, een technische ploeg en acteurs. Omdat hij een film wil maken over zijn eigen levenservaringen, brengt dat de nodige complicaties en conflicten met zich mee, temeer omdat zijn ex-vriendin er ook in meespeelt. Tijdens zijn zoektocht ontmoet hij een meisje in | |
[pagina 619]
| |
■ Jonas Bloquet en Jonathan Zaccaï in Elève libre [© Versus Production - Anne Van Aerschot]
■ Jonas Bloquet in Elève libre [© Versus Production - Anne Van Aerschot]
een bar op wie hij verliefd wordt en die hij een rol in zijn film belooft, ook al blijkt ze nadien niet te kunnen acteren en moet hij haar om die reden de laan uitsturen. Wat er vervolgens tijdens het productieproces van de film gebeurt, verwerkt hij in het scenario en is wat de kijker uiteindelijk te zien krijgt. Alle medewerkers in de film spelen zichzelf - de acteur Kris Cuppens bijvoorbeeld heet in de film ook Kris -, behalve de regisseur (Lafosse zelf). Die blijft buiten beeld en wordt gespeeld door Fabrizio, die daarmee het enige fictieve personage in de film-in-de-film is. Ook in Ça rend heureux komen weer tal van tafelscènes voor, met personages die hun conflicten uitpraten of er nieuwe laten oplaaien. Tot op zekere hoogte kan deze film dan ook als een gezinsdrama worden opgevat, net als Folie privée, Nue propriété en, in mindere mate, Elève libre. Met dit verschil dat Ça rend heureux goed afloopt: Fabrizio slaagt er ondanks tal van psychologische en materiële verwikkelingen in zijn film te draaien en hem in de bioscoop te brengen. De acteurs hebben dan ook alle reden om gelukkig te zijn en tijdens een feestje samen Ann Christy's levenslied ‘Dat heet dan gelukkig zijn’ - vandaar de titel Ça rend heureux - aan te heffen. | |
Take 10Wat Lafosses status als auteur nog bevestigt, is dat zijn films een grote onderlinge samenhang vertonen en deels teruggrijpen op zijn eigen leven. Lafosse is zelf een kind van gescheiden ouders en heeft een broer. Het huis waarin hij na de scheiding woonde, kon niet worden verkocht zonder hun toestemming. Als pas afgestudeerde cineast was hij zelf een tijdlang werkloos. Zijn eerste films draaide hij uit geldgebrek op video. Pas toen de Filmcommissie groen licht gaf voor Nue propriété, kon hij met een groter budget aan de slag gaan en met professioneler materiaal werken. Hij werkt ook vaak samen met dezelfde medewerkers. Vooral met de Vlaamse acteur Kris Cuppens bouwde hij een intense samenwerking op. Cuppens figureert als acteur in Lafosses kortfilm Tribu (2000), speelt hoofdrollen in zowel Folie privée als Ça rend heureux en een bijrol in Nue propriété. Hij schreef samen met Lafosse ook de scenario's van Folie privée en Ça rend heureux. De personages die hij vertolkt in Folie privée en Nue propriété heten allebei Jan. Catherine Salée, het vrouwelijke hoofdpersonage in Folie privée, speelt één van de hoofdrollen in Ça rend heureux en een bijrol in Nue propriété. Lafosse beklemtoont verder in tal van interviews het belang van zijn samenwerking met Sophie Vercruysse, die al zijn langspeelfilms tot nog toe monteerde. Lafosse: de pater familias van het grote gezin dat gevormd wordt door iedereen die aan zijn films meewerkt en waarin het een voortdurend komen en gaan van dezelfde personages is. Momenteel werkt Lafosse aan zijn vijfde langspeler. Die zal Aimer à perdre la raison heten en net als Elève libre een controversieel thema behandelen. Het verhaal is gebaseerd op een gezinsdrama dat enkele jaren geleden plaatsvond in Nijvel. Een moeder sneed toen haar vijf kinderen de keel over in hun woning, waarna ze een mislukte zelfmoordpoging ondernam. Gelet op de integere werkwijze die de cineast tot nog toe in al zijn films tentoonspreidde, ligt het voor de hand dat Lafosse dit controversiële en nu al door sommigen gecontesteerde thema met de nodige omzichtigheid zal behandelen. Dat mag alleen al afgeleid worden uit de uitspraken die hij deed naar aanleiding van Elève libre. ‘Ik laat niets zien, maar laat alles over aan de verbeelding.’ En: ‘Ik kan geen film maken over grenzen terwijl ik zelf te ver ga.’ |
|