De collecties
Wie vertrouwd is met de kunststromingen die elkaar sinds het ontstaan van de moderne kunst in België opvolgden en soms overlapten, komt in Mu. ZEE ruimschoots aan zijn trekken. Een greep uit het aanbod.
■ Jan Fabre, De Schelde. Hé, wat een plezierige zottigbeid, uit de collectie Mu. ZEE. [© Steven Decroos]
■ Installatie van Luc Peire en het schilderij Gris et noir van Jo Delahaut uit de collectie Mu. ZEE. [© Steven Decroos]
Uit de collectie van het vroegere MSK is er werk te zien uit de periode van de romantiek tot het postimpressionisme. Daarna komt de collectie van het voormalige PMMK in beeld. De Vlaamse expressionisten uit de opeenvolgende Latemse scholen zijn erin vertegenwoordigd met werk van onder meer Albert Servaes, Constant Permeke, Frits Van den Berghe en Gust De Smet. Bij de vroege abstracte kunstenaars uit de jaren 1910, '20 en '30 vinden we namen terug als Jules Schmalzigaug, Joseph Lacasse, Felix De Boeck, Jozef Peeters, Victor Servranckx en Georges Vantongerloo. De surrealisten zijn vertegenwoordigd door René Magritte, Paul Delvaux en Marcel Mariën. Henri-Victor Wolvens, Paul Maas en Armand Vanderlick behoren tot het postexpressionisme. De kunstenaarsvereniging La Jeune Peinture Belge, die een kortstondig bestaan leidde tussen 1945 en 1948, bracht namen voort als de al eerder genoemde Brusselmans, Louis Van Lint, Gaston Bertrand en Marc Mendelson. Sommigen onder hen zouden later evolueren naar de lyrische abstractie. Bij de Cobra-beweging, die officieel ook slechts drie jaar bestaan heeft - van 1948 tot 1951 -, ontdekt de bezoeker werk van onder meer Christian Dotremont, Maurice Wyckaert, Pierre Alechinsky en Wout Hoeboer. In de jaren zestig ontstond de Nieuwe Visie - een naam bedacht door dichter-criticus Roland Jooris, die later de eerste conservator van het Raveelmuseum in Machelen-aan-de-Leie zou worden -, met werk van Roger Raveel, Etienne Elias, Raoul De Keyser en Reinier Lucassen. Marcel Broodthaers staat borg voor conceptuele kunst. Reacties daarop vinden we terug bij onder anderen Fred Bervoets, Wilfried Pas en Pjeroo Roobjee. Begin jaren '80 duiken de Nieuwe Wilden op, met werk van Philippe Vandenberg, Fik Van Gestel, Philippe Bouttens, Frans Gentils en Robert Devriendt. Die laatste hanteert vandaag een verfijnde schildertechniek waarmee hij
kleine schilderijen maakt die, naast elkaar opgehangen, gezien kunnen worden als filmsequenties. Ook videokunst van onder meer Marie-Jo Lafontaine ontbreekt niet in de collectie. Daarnaast zijn er nog tal van andere Belgische kunstenaars van wie in Mu. ZEE werk te ontdekken valt, onder wie - om ons te beperken tot enkele namen van na de Tweede Wereldoorlog - Paul Van Hoeydonck, Jef Verheyen, Pol Bury, Walter Leblanc, Amédée Cortier, Jan Burssens, Evelyne Axell, Jan Fabre, Luc Tuymans, Panamarenko, Gery De Smet, Guy Van Bossche en Wim Delvoye.
Het kunstpatrimonium van de Provincie West-Vlaanderen en van de Stad Oostende beperkt zich niet tot Mu. ZEE alleen. Zo zijn het Provinciaal Museum Constant Permeke (PMCP) in Jabbeke - tegenwoordig kortweg ‘Permekemuseum’