Te gast
André Sollie
André Sollie (1947) heeft een lange weg afgelegd. Hij werd vanaf de jaren tachtig vooral bekend als dichter. Zijn debuut Soms, dan heb ik flink de pest in (1986) werd meteen een succes. In 2008 publiceerde hij Altijd heb ik wat te vieren, een dichtbundel voor kinderen vanaf acht jaar. Zijn eerste adolescentenroman Nooit gaat dit over verscheen in 2005.
Na het maken van tal van boekomslagen en illustraties betekende de samenwerking met Ingrid Godon een nieuwe stap. Godon tekende en verzon het verhaal van Wachten op Matroos en Sollie zette er een poëtische tekst bij. Ze werden ervoor bekroond met een Gouden Griffel in 2001. Dubbel Doortje (2004) was zijn eerste eigen prentenboek. Met Een raadsel voor Roosje (2007) sleepte hij de prestigieuze driejaarlijkse Cultuurprijs Jeugdliteratuur Vlaanderen in de wacht. Het is een ontroerend kleinood over het verwerken van het verdriet om de dood van een zus.
Dit voorjaar ontving André Sollie de Boekenpauw 2010 voor zijn prentenboek De Zomerzot. De fantasieën en angsten van een kleine jongen die alleen thuis is, worden hierin subtiel verwoord en uitgebeeld. Het is volop zomer en Menno leest het briefje dat op tafel ligt. Hij wacht. Menno denkt aan zijn mama die zegt dat de Zomerzot door het land dwaalt. Zal de Zomerzot hem beschermen of moet hij bang voor hem zijn? Hoe ziet hij eruit en wat zal hij doen als hij langskomt? De angsten van Menno worden groter en er hangt onweer in de lucht. ‘Dan hoort hij het zingen van het tuinhek.’ Papa komt thuis met taart voor Menno's verjaardag. De ontknoping plaatst het hele verhaal in een nieuw perspectief. Pas op het eind weet de lezer wat op het briefje stond.
In de tekst van dit boek staat geen woord te veel. De broeierige zomerhitte, de opkomende wind en het naderende onweer worden minimalistisch en suggestief beschreven. ‘Menno kan het huis horen ademen./En in de tuin is er het zoemen van de middag./Verder niks.’ Het verhaal is qua sfeer minutieus opgebouwd naar een ontlading. Het onweer verjaagt de zinderende hitte en met de komst van papa verdwijnen de nare gedachten.
Meer nog dan de tekst geven de illustraties de zomerse sfeer en de gevoelens van Menno weer. Het uitbundige zomerse kleurenpalet maakt gaandeweg plaats voor donkere kleuren in de mogelijke gedaanten van de Zomerzot. Met de komst van papa komen de vrolijke kleuren terug. Sollie maakt gestileerde illustraties met gouache en collage. De bijgevoegde illustratie toont, tegen een helblauwe achtergrond, een gele zonnebloem. Ze lijkt de beklemming van de zomerse hitte te
■ André Sollie, De Zomerzot (2009)
symboliseren. Menno zelf is omgeven door een zwarte schaduw, symbool voor de donkere gedachten die zich in zijn hoofd nestelen. Sollie plaatst vaak losstaande objecten in een compositie. In de figuratie van de personages kiest hij nu eens voor robuuste vormen, dan weer voor lichtheid via uitgerekte vormen of uitvergrotingen. Sollie brengt geen eenduidig tekenwerk, maar een samenspel van elementen dat de verbeelding van de lezer aan het werk zet.
|ria de schepper|