Poëtisch bericht
Samenstelling Carl De Strycker
Gedichten voor deze rubriek kunnen digitaal worden aangeboden via carldestrycker@hotmail.com met vermelding van postadres en bank- of postrekening. Over de inzendingen wordt niet gecorrespondeerd.
Tuinkamer
Ogentroost
Zij legt de aarde open volgens welomschreven
regels. Knielt en houdt zichzelf in evenwicht.
Beweeglijk in de vingers trekt zij bij elke
schaduw een spoor. Naar licht.
Zichtbaar opgewonden geeft zij een stek aan
kleur en geur. Ongemuilkorfd binnen perken.
Niets ontglipt haar oog aan hark of schaar:
dit werelddeel met cosmos, ereprijs en veel
ambachtelijkheid. Meerstemmig kruid schots en
scheef. Wat is hier getoonzet, wat klinkt
Bloembedden spraakloos in fuga's van licht,
Als laatste ritueel vouwt zij de aarde
dicht. Vochtig voor de groei wat morgen
Anemoon Honorine Jobert
Het ijle van de witte anemoon op
taaie stengel. De wind in verwarring
Niets nog bovenaards. Bloeien maar.
Slaapdronken uitwaaiend. Blaadjes
als vaantjes. Zijdepapier.
Ik zeg jet het zijn minnaars
in de vitrine van de tuin. Uitgestald.
Alleen zienzelf. Het hart
ontkleed. Meeldraden verknoopt.
Verraderlijk hun dood. Zonder gezichtsverlies
Roos Alain Blanchard
op een doordeweekse plek. Aroom in de lucht.
Veel tegenwind. Dat aarzelend bloeiende dat opengaan
en toe. Met hartstocht verzegeld.
Het frêle van kleur gemarmerd op het
blad tot n de diepste nerf. Een zomertijd lang
Soms gebroken in het hart
nog vóór de bijen landen. Niet te helen
de wonde van de doorn. Het zerpe van de snee.
Noem het superieur. Dat onuitsprekelijk ontembare
geuren. Behaagzucht van meiden op galante benen.
Altijd weer stuifmeel op de stamper.