Trappistenabdijen
De negentiende-eeuwse trappistenabdijen zijn sober te noemen, maar zijn toch schatplichtig aan het gebruik van historiserende bouwstijlen. De abdij van Westmalle bouwt na 1885 een nieuwe huisvesting. Kerk en gastenhuis werden in een neoromaanse stijl opgetrokken. De pandvleugels worden tussen 1895 en 1908 gebouwd naar een ontwerp van architect C. Fransen. In oktober 1914 wordt de kerktoren evenwel door het Belgisch leger vernietigd in de marge van het beleg van Antwerpen. Deze wordt in 1924 door een Italiaanse campaniletoren vervangen, een ontwerp van architect P. Sel.
De abdij van Achel is een perfect voorbeeld van de romantische neogotische stroming. Tussen 1885 en 1887 wordt een nieuwe abdijkerk gebouwd naar ontwerp van de Nederlandse architect Pierre Cuypers. Als toonbeeld van de neogotiek in Nederland heeft hij een eigen historiserende stijl die in zijn ontwerp van 1884 voor de kerk duidelijk aanwezig is door het gebruik van diverse metselwerkverbanden en beschilderde baksteen waarvoor hij inspiratie vond in de dertiende-eeuwse ziekenzaal van de cisterciënzerabdij van Aduard (bij Groningen). Verdere neogotische nieuwbouw wordt wel ontworpen, maar niet uitgevoerd. Uiteindelijk kan architect J. Ritzen tussen 1946 en 1950 een half kloosterpand met kapittelzaal, bibliotheek en refter bouwen. Zijn sobere en modern vormgegeven gotische baksteenarchitectuur leunt aan tegen de neogotische kerk van Cuypers en andere gebouwen die uit het midden van de negentiende eeuw dateren.
Pas na de Tweede Wereldoorlog kan de benedictijnenmonnik Hans van der Laan (1904-1991) zijn vormenspel ontwikkelen waarin zijn spirituele architectuur tot stand komt: uiterste eenvoud zonder enig detail dat de aandacht kan afleiden van het essentiële. Daarin kan het gebed
■ Ontwerpschetsen van het nieuwe kloostercomplex van de Sint-Sixtusabdij. In de negentiende-eeuwse kerk komt de abdijbibliotheek.
[architecten Lambert-Vancoppenolle]
primeren. Het is een terugkeer naar de Bernardijnse eenvoud.
In Westmalle wordt in 1964 de neoromaanse abdijkerk gemoderniseerd door architect Paul Felix. Begin jaren 1990 wordt de abdij zelf verder gemoderniseerd naar een ontwerp van ingenieur-architect Paul van Aerschot. De belangrijkste vormaanpassingen gebeuren in de gangen en in de realisatie van individuele cellen. De monialenabdij van Brecht wordt in 1950 - alhoewel nog niet volledig afgewerkt - in gebruik genomen. Het Bernardijns ideaalmodel is duidelijk afleesbaar in de normen die door de monniken van Westmalle naar voor worden geschoven. Het huis waar hun dochterstichting in Bocholt vorm krijgt, wordt voor de monastieke doeleinden aangepast door architect Luc Fornoville. Zijn vroegere medewerker, architect Frank De Roeck, actief in het architectenteam Atrio, ontwerpt het nieuwe gastenhuis en jeugdhuis dat in 2010 in gebruik wordt genomen. Het verschil tussen de strikt gesloten clausuur van Brecht en de losse - open - structuur van Bocholt kan niet beter aantonen dat er in zestig jaar heel wat aanpassingen zijn doorgevoerd.