de prehistorie en culturele antropologie, haar ‘animus en anima’. Of zoals ze zelf zei: ‘Mijn muziek is als een thermometer. Het toont het niveau van vrije meningsuiting’. Ze schreef vele ceremonies zoals A Ceremony for two pianists and orchestra, Sexo. A ceremony for acting vocalist, violin and orchestra en Vagina. Ceremony for voice and ensemble.
Sexo compacto is een eerste compositie voor piano. In hetzelfde jaar 1991 componeerde ze nog de diptiek De puro amor en En amor duro. María de Alvear vertrekt hier van een tabula rasa en creëert een universele ruimte. In haar niet minder dan elf lange pianostukken speelt het spirituele een grote rol. In 2006 werd Urbaum gecreëerd in Keulen door Daan Vandewalle die het ook nog uitvoerde in Zuid-Afrika en tijdens het New Music Festival in Brno. Urbaum gaat terug op de oermens. Zeer belangrijk in haar oeuvre zijn combinaties van diverse instrumenten en het gebruik van video. Zelf is ze in eigen werk vaak actief als vocaal artiest.
[www.mariadealvear.com]
Over discirminatie is Hyo-shin Na duidelijk: ‘Ik ben niet uitsluitend een vrouwelijke componist maar ook nog een Aziatische vrouwelijke componist wonende in Amerika. Soms voel ik alsof mensen vooral omwille van het Aziatische aspect interesse tonen voor mijn muziek. Als componist schenk ik hieraan geen aandacht maar werk ik verder zoals ik denk dat het zou moeten zijn’. De meeste componisten in Korea zijn vrouwen omdat jongens ontmoedigd worden om voor een beroep als professioneel musicus te kiezen. Daarentegen bestaat de meerderheid van de professoren die muziek doceren aan de universiteiten uit mannen! In Amerika zijn de componisten afhankelijk van beurzen of van een rijke gecultiveerde mecenas die dan opdrachten geeft aan componisten. De huidige economische crisis heeft volgens Hyo-shin Na een impact op de spelers en componisten van nieuwe muziek. Hoe minder beurzen, hoe sterker het competitieve speelt. In Korea sponsort de regering vooral de musici die de traditionele Koreaanse muziek uitvoeren.
De laatste jaren componeerde Hyo-shin Na meestal in opdracht. De bezetting en de lengte van het stuk worden dan vaak bepaald door de opdrachtgever. Haar oeuvre wordt gekenmerkt door haar Aziatische achtergrond en haar Amerikaanse studies. Ze schreef: ‘I am no longer trying to write Korean music; nor am I trying not to write Korean music’. De combinatie van westerse en oosterse instrumenten in haar oeuvre behoort tot de wezenskenmerken van haar oeuvre. First Light voor taegeums (bamboe fluit), kayageum (12 snaren cither), komungo (6 snaren cither) en changgu (drum)werd onlangs in het National Center for the Korean Traditional Performing Arts in Seoel gecreëerd. Voor piano schreef ze tussen 1988 en nu: The Music voor twee piano's, Variations, Piano Study I, Rain Study, Piano Study II, Piano Study III en Sleeping Muse Study, Walking, walking, A Portrait en Song of Poverty voor twee piano's in 2009. Eén van haar beste uitvoerders voor piano is haar echtgenoot Thomas Schultz. [www.hyo-shinna.com]
Twee jonge componisten uit Vlaanderen, Annelies van Parys en Gwendoyn Sommereyns, hebben een andere kijk op het feminisme. Annelies van Parys heeft een hekel aan elke vorm van discriminatie, ook positieve. Haar visie hierop formuleert ze als volgt: ‘Als men opdrachten geeft omdat ik een vrouwelijke componist ben en niet omdat men mijn werk goed vindt, waar zijn we dan mee bezig? In feite is dat contraproductief. Ik beschouw positieve discriminatie als paternalistisch. Men hoeft ons niet te betuttelen. De vrouwen van vandaag weten waarmee ze bezig zijn. Geef ons gelijke kansen en dat is meer dan voldoende.’
Ze behaalde een meestergraad piano en geeft momenteel ook pianolessen. Nochtans schreef ze weinig voor piano. Annelies van Parys: ‘Piano is voor mij een van de moeilijkste instrumenten om voor te schrijven. Wellicht omdat ik het instrument en zijn gigantische traditie door en door ken. Het is voor mij veeleer een zware opdracht in plaats van een gemakkelijkheidsoplossing. In 2001 componeerde ik 5 Short Stories als een soort studie. Na vijf jaar pianostudies aan het conservatorium moet je toch los komen van het - tegen wil en dank - vastgeroeste denkpatroon. Ik maak vaker een voorstudie op piano voor werken met een grotere bezetting. Twee jaar later schreef ik Absence een pianostuk voor een animatiefilm. Petite Pièce (2004) is een gelegenheidswerkje voor een amateur, en Deus ex machina voor vierhandig piano, een last-minute opdracht voor een concert. Ik wil graag nog een pianosonate schrijven maar daarvoor heb ik nog meer dan voldoende tijd’.
[www.anneliesvanparys.be]
Ook Gwendolyn Sommereyns is niet met het vrouw-zijn als dusdanig bezig. Ze ziet het zo: ‘Ik beschouw me als componist, los van het feit dat ik een vrouw ben. Ook mannelijke collega's zie ik als componisten, zonder onderscheid in geslacht. Er zou geen discriminatie mogen zijn, niet negatief, niet positief, niet op basis van geslacht of van leeftijd of andere mogelijke criteria, het gaat in de muziek om het werk zelf.’ Maar toch nuanceert ze haar opvatting: ‘commerciële partners maken misschien wel graag gebruik van het feit dat een artiest een vrouw is, of bijzonder jong is, of andere eigenschappen die “afwijken” van de gangbare idee over componisten’. Opdrachten en ook voorkeuren bepalen waarvoor Sommereyns schrijft. Maar als twaalfjarige componeerde ze al pianowerkjes. Met Sémira won ze in 1998 het KBC Aquarius Compositieproject voor Jongeren. Er volgden nog drie pianowerkjes voor de muziekacademie: Unexpected, Shell Suite en Mani. Variation on a theme by Diabelli is een experiment dat ze componeerde tijdens het schrijven van haar thesis In het spoor van de variatie. Haar oeuvre bestaat nu hoofdzakelijk uit kamermuziek, kooren orkestwerken. Eén van haar laatste werken is een muziektheater voor 6+ en volwassenen Hoe het varken aan zijn krulstaart kwam naar het prentenboek van Gerda Dendooven.
[www.gwendolynsommereyns.com]