Colofon
Auteurs
Hugo Brems (1944), emeritus hoogleraar moderne Nederlandse letterkunde aan de K.U. Leuven en lid van de KANTL, publiceerde tal van opstellen, boeken en bloemlezingen over moderne en hedendaagse poëzie, o.m. het essay De dichter is een koe. In 2006 verscheen Altijd weer vogels die nesten beginnen. Geschiedenis van de Nederlandse literatuur 1945-2005.
Lut de Block (1952) is wetenschappelijk medewerker aan de UGent en schrijft momenteel een proefschrift over de Sumerische mythologie en de godin Inana. Zij publiceerde diverse dichtbundels, waaronder het meermaals bekroonde Entre deux mers. Sinds september 2007 is zij plattelandsdichter van de provincie Oost-Vlaanderen. Eind vorig jaar werd een eerste reeks gedichten gebundeld in Het holst van de lente.
Frans De Haes (1948), buitengewoon lid van de KANTL, schreef een essay over de Franstalige Belgische schrijfster Dominique Rolin, over de Franse dichter Lautréamont en publiceerde vertalingen van de klassieke Hebreeuwse poëzie. Hij is medewerker van Septentrion.
Carl De Strycker (1981) werkte vanaf 2004 aan het Institut für Nederlandistik van de Universität Wien en is sinds 2007 assistent voor moderne Nederlandse literatuur aan de Universiteit Gent waar hij een proefschrift voorbereidt over de invloed van Paul Celan op de Nederlandstalige poezie. Hij is redacteur van Poeziekrant en Kunsttijdschrift Vlaanderen en recenseert voor Leeswolf.
Stefaan Evenepoel (1958) is hoofddocent en vakgroephoofd Nederlands aan de Hogeschool Gent Vertaalkunde; geaffilieerd onderzoeker aan de Universiteit Gent. Zijn doctoraat (K.U. Leuven) handelde over de poëzie van Rutger Kopland. Hij publiceert over hedendaagse Nederlandse poëzie en het vertalen van literaire teksten. Hij is redacteur van een essaybundel over Nooteboom in vertaling.
Joris Gerits (1943), emeritus hoogleraar Nederlandse taal en letteren (Universiteit Antwerpen), is redacteur van Streven en was voorzitter van de Raad van Bestuur van het Vlaams Fonds voor de Letteren tot januari 2010. In 2007 verscheen van hem 365. Dagboek.
Dirk Hanssens osb (1962) is monnik van de benedictijnenabdij Keizersberg in Leuven en hoofdredacteur van het monastieke tijdschrift De Kovel. Hij publiceerde o.m. over religieuze en metafysische poëzie, ‘sprokendichtende’ woestijnvaders in het vroegchristelijke Egypte en contemporaine beeldende kunst. Enkele libretto's van zijn hand werden getoonzet door Vlaamse componisten.
Hilde Keteleer (1955) vertaalt proza en poëzie uit het Duits en het Frans, publiceerde twee dichtbundels bij de Wereldbibliotheek (Al wat winter is en waar en Deuren) en een roman bij Uitgeverij Vrijdag (Puinvrouw in Berlijn). Bestuurslid van PEN Vlaanderen, verantwoordelijke voor het Comité Schrijvers in Gevangenschap (WIPC).
Patrick Lateur (1949), lid van de KANTL en redacteur van Kunsttijdschrift Vlaanderen. Hij is classicus en publiceert als dichter, bloemlezer en vertaler (Oudgrieks, Latijn en Italiaans). In april verschijnt bij Athenaeum-Polak & Van Gennep zijn nieuwe vertaling van de Ilias.
[www.patricklateur.be]
Gwy Mandelinck (1937), lid van de KANTL, publiceerde zeven dichtbundels. Schemerzones verscheen in 2009. Was stichter van ‘Poëziezomers Watou’ die hij gedurende 28 jaar leidde. Is thans artistiek adviseur ‘Poëzie in dubbeltijd’ te Brugge.
Anne Marie Musschoot (1944), emeritus hoogleraar UGent en lid van de KANTL, is hoofdredacteur (samen met A.J. Gelderblom) van de Geschiedenis van de Nederlandse letterkunde, waarvan er tot dusver vijf delen verschenen. Haar belangrijkste publicaties handelen over het werk van Cyriel Buysse en Karel van de Woestijne. Zij is voorzitter van het Cyriel Buysse Genootschap.
Joris Note (1949) is schrijver. Van zijn hand verschenen bij uitgeverij De Bezige Bij zes prozaboeken, waarvan Tegen het einde (2009) het jongste is. Hij publiceerde ook vele artikelen in kranten en tijdschriften, vooral over literatuur.
Willy Spillebeen (1932), lid van de KANTL, publiceerde poëzie (o.a. Liefde, het enige) romans (o.a. Rubroeks reizen), adolescentenromans (o.a. Serge/Samuel), essays in boekvorm over o.a. Nijhoff (De geboorte van het stenen kindje) en vertalingen van o.a. Charles De Coster, Alberti, Lorca en Neruda. Van deze laatste de bundel Cien sonetos de amoren (samen met Bart Vonck) Canto general.
Yves T'Sjoen (1966) is als docent verbonden aan de Vakgroep Nederlandse Literatuur van de Universiteit Gent. Hij bezorgde leesedities van Boon, Cami, Michiels en Teirlinck. Vorig jaar verschenen de essaybundels Over grenzen/Oor grense. Een vergelijkende studie van Nederlandse, Vlaamse en Afrikaanse poëzie en Verbrande schrijvers. ‘Culturele’ collaboratie in Vlaanderen. Begin 2010 verschijnt de bundel Aansporingen. Essays en reflecties (Acco).
Anne van Herreweghen volgde lessen bij Maurits van Saene, Marc Raes en Flor Vermeiren. Zij tekent, schildert en maakt illustraties voor boeken en tijdschriften. In Dietsche Warande & Belfort en Vrij Nederland verschenen ruim honderd schrijversportretten in pen. Zij maakte zowat honderdvijftig tekeningen voor de rubriek Water en Vuur van Diny Schouten in Vrij Nederland.
[www.annevanherreweghen.be]
Geert van Istendael (1947), lid van de KANTL en voorzitter van PEN Vlaanderen, schrijver van gedichten (o.m. Taalmachine), romans (o.m. Gesprekken met mijn dode god), Vlaamse sprookjes, essays (o.m. Het Belgisch labyrint).
Herlinda Vekemans (1961), redactielid van De Brakke Hond en Digther, publiceerde de bundels Versneden en Buiging, en bijdragen in verschillende literaire tijdschriften. Ze geeft Engels voor specifieke doeleinden aan studenten en onderzoekers in de biomedische wetenschappen aan de K.U. Leuven.
[www.herlindavekemans.be]
■ Met echtgenote Bertha Botte tijdens de voorstelling van Webben & wargaren (Leuven, Abdij Keizersberg, 17 oktober 2009)
■ De debuutbundel en de jongste bundel van Hubert van Herreweghen
Het themanummer ‘Hubert van Herreweghen’ verschijnt naar aanleiding van de negentigste verjaardag van de dichter. De redactie van Kunsttijdschrift Vlaanderen wenst Hubert van Herreweghen van harte geluk.
Het nummer bevat een bibliografisch dossier en een reeks bijdragen waarin literatuurwetenschappers en collega's-dichters hun voorkeursgedicht van commentaar voorzien. Dirk de Geest en Roland Jooris hebben door omstandigheden moeten afhaken. Een reeks vertalingen van gedichten door Frans de Haes sluit het dossier af, bij wijze van omgekeerde Transit. Anne van Herreweghen tekende voor de cover een nieuw portret van haar vader.
Met dank aan de bibliothecarissen Stefaan Goossens (Poëziecentrum), Jean-Paul den Haerynck (Stadsbibliotheek Gent) en Annick Florin (Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde).
Alle foto's zijn afkomstig uit het familiearchief, tenzij anders aangegeven.