Vlaanderen. Kunsttijdschrift. Jaargang 58
(2009)– [tijdschrift] Vlaanderen. Kunsttijdschrift– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 310]
| |
Sweet LordDe Lord is het fanatieke type
‘dat zijn jachtgeweer boven
het welzijn van anderen stelt.’
Hadden we dat geweten, dan
waren we hier niet gaan wonen
tussen regen en dennennaalden,
het huis doorzeefd met zonnestralen
als de morgen in de kamers blaast.
De Lord maakt zijn opwachting op
meisjesfeesten en danspartijen.
Zijn handen vinden hun weg
langs geronselde gnuifkopjes
die zich schaterend buigen over
zijn voorkeuren en fascinaties.
Sla met een klap zijn deuren in.
Ontferm u over de vleugels van
zijn zuster, als een vogel gevangen
onder de netten van welbehagen,
de snavel nog druipend van
het verboden frambozenvocht.
Neem zijn ochtendjas en breek
het water uit zijn blauwe ogen.
|EELKE VAN ES|
| |
Het verloren paradijsAardbeienjam op de muren als
we wakker worden, mijn lief!
Het bed een zingend schip.
De grond niet meer te zien,
de geverfde stoel verzopen.
Perensap in onze haren als
we opstaan - de klevende
gruwel die ons heeft toegedekt.
We staan alleen!
Grijp mijn hand en ga je
eenzame weg door het verkeer.
Breek je tanden op besuikerde
ambtenaren, voel de voeten
in je nek, ze zijn niet van mij.
Alles gratis en voor niets! En
een schreeuwend spiegelbeeld toe.
|EELKE VAN ES|
| |
VroegerEen emmer watervorst tegen zijn
linkerarm, bewerkt leer rond zijn
roodgeblazen lippen, het litteken
op zijn hals dreigend als het licht
in een blaasbalg, zijn ogen zwart.
Zijn hand die modder smijt op
lakens hangend in de bomen,
zijn voeten van zacht papier.
De hond nu eindelijk stil en
achter in de tuin op de warme
plek van de kat (hij mocht er
nooit komen). De krassen over
zijn vacht, de tanden ingestort.
|EELKE VAN ES|
|
|