Het verhaal van een passie
Een exlibrisverzamelaar vertelt...
Gil Beumont
De liefde voor de literatuur en het boek is bepalend geweest in mijn leven: als kind reeds was ik een verwoed lezer en verzamelaar van boeken. In 1992 kocht ik in een antiquariaat te Breda de eerste druk van Louis Couperus ‘Schimmen van Schoonheid’. Op de eerste bladzijde van het boek was een houtgravure-exlibris gekleefd op naam van een mij onbekende vrouw. De mooie grafische vormgeving en mijn nieuwsgierigheid naar de vroegere eigenaar legden de kiem voor mijn interesse: wie was deze vrouw die, net zoals ik, zo van boeken hield dat ze er een eigendomsmerk liet voor maken? Een volgende stap was mijn bezoek aan de jaarlijkse boekenbeurs te Antwerpen; de stand van de Belgische exlibrisvereniging Graphia trok mijn aandacht met verscheidene exlibrissen op literaire thema's en prachtige portretten van schrijvers gemaakt door de Vlaamse graficus Hedwig Pauwels. Kort daarna ging ik een kijkje nemen op de herfstruildag van Graphia in Hasselt. Ik kwam er terecht in een bonte, internationale verzameling van prettig gestoorde, enthousiaste mensen met wie ik op eenzelfde golflengte zat en de liefde voor het boek, kunst en muziek deelde. Zij haalden de mooiste grafische meesterwerkjes op klein formaat te voorschijn en vertelden bij elke prent een boeiend verhaal: wat het thema van het exlibris was, waarom ze dit thema hadden gekozen, welke kunstenaar het had gecreëerd en waarom ze die specifieke kunstenaar en die grafische techniek voor hun exlibris hadden gekozen. Toen werd ik pas goed door het exlibrisvirus besmet en sindsdien is het virus virulent en voor altijd in mij aanwezig. Ik besloot een verzameling uit te bouwen rond thema's uit de wereldliteratuur, mythologie, beeldende kunst en muziek en werd lid van Graphia, Exlibriswereld in Nederland en de DEG (Deutsche Exlibris Gesellschaft).
De opdrachten voor mijn eerste exlibrissen gingen naar Vlaamse kunstenaars: Frank-Ivo Van Damme, Martin R. Baeyens, Guido Mariman. Toen ik beter thuis werd in de wereld van het exlibris waagde ik me wat verder van huis en gaf opdrachten aan kunstenaars uit Oost-Europa (afb. 60), waar een lange traditie van hoogstaande graveerkunst bestond. Maar ook in Nederland, Duitsland, Frankrijk en België werden prachtige boekmerken op mijn naam gemaakt in de meest uiteenlopende technieken van houtgravure, over ets, kopergravure, lithografie, zeefdruk tot hedendaagse technieken als CGD (Computer Generated Design). Ik heb geen voorliefde voor een techniek en sta open voor alles wat getuigt van artistiek kunnen op vlak van harmonie tussen inhoud, vormgeving en beheersing van de techniek.
Ik ben een groot bewonderaar van de traditionele technieken, maar ben ook overtuigd van de noodzaak aan permanente vernieuwing zoals de grote Catalaanse kunstenaar Antoni Tàpies het formuleert: ‘Depuis le Romantisme, le tronc principal de la pensée, de l'art et de la poésie a finalement été formé par les indisciplinés, les rebelles, les hétérodoxes, les hérétiques... Et l'idée qu'il faut tuer le père pour survivre est devenue, pour ce qui touche à la créativité, un fait esthétique naturel et reconnu.’ (‘L'art contre l'esthétique’, Eds. Galilée, 1978). Daarom wekt vernieuwing in het exlibris mijn enthousiasme en heb ik een bijzondere affiniteit met de wondere wereld van de Duitse kunstenaar Josef Werner, die voor mij het exlibris ‘Traumgarten’ (ets) (afb. 61) maakte, met de gevoelswereld van het jonge Poolse talent Viola Tycz en met de mij bijzonder dierbare reeks van vier hedendaagse CGD-exlibris (met verwijzing ook naar Cy Twombly) (afb. 62-65) die Martin R. Baeyens voor mij ontwierp als hommage aan de grote Argentijnse schrijver en Nobelprijswinnaar Jorge Luis Borges (thema: Tijd, Verbeelding, het Boek/het Universum, Tekens) en waarover we lange gesprekken voerden.
Een van de prettigste aspecten van het verzamelen van exlibris is het nauwe contact dat je met de kunstenaar hebt. Als verzamelaar kies je een kunstenaar wiens werk je hebt leren kennen via andere verzamelaars en waarmee je een sterke affiniteit voelt. Eenmaal de keuze gemaakt, voer je per brief, e-mail of tijdens ruildagen gesprekken over de inhoud van het nieuwe exlibris. Je maakt afspraken over het thema (al dan niet vrije keuze van de kunstenaar), de techniek, de proefdruk, de vermoedelijke leveringstermijn (grote flexibiliteit is een vereiste), de oplage en de prijs (waak over je budget!). Een goede vuistregel: bevestig al de details van de opdracht per brief of e-mail. Vaak leer je ook het andere werk van de kunstenaar kennen: vrije grafiek, schilderijen of sculpturen. Een nieuwe wereld gaat open en naast boeiende artistieke ontdekkingen is er ook het plezier en de stimulans van interculturele contacten. Het exlibris ligt dikwijls aan de basis van jarenlange hechte vriendschappen. Negatieve ervaringen zijn er vrij weinig; tijdens ruildagen vaart soms de geest van de hebzucht wel eens in een enkele verzamelaar en is de ruil niet altijd evenwichtig, maar meestal is de sfeer uitermate hartelijk en vriendschappelijk.
En dan natuurlijk: hét ‘moment suprême’ waarop je het langverwachte nieuwe exlibris ontvangt en je heel voorzichtig en nauwgezet een exemplaar kleeft in het boek waarvoor je het de hele tijd al in gedachten had bestemd.
En last but not least zijn er de vele genoeglijke uren dat je je verzameling bekijkt, catalogeert en klasseert en plannen maakt om nieuwe opdrachten te geven (enige budgettaire voorzichtigheid is aangewezen!)...