tot docent. Hier wil men meer aansluiting bij het algemene kunstgebeuren. Men hoopt de aandacht te trekken van tentoonstellingsmakers en museumdirecteurs. Maar deze hebben op hun beurt alleen maar oog voor actuele kunstvormen, video's en installaties. Spijtig genoeg neemt hierdoor zowel nationaal als internationaal de belangstelling voor deze kunstrichting bij de studenten af. Dit betekent meteen ook de achteruitgang van de traditionele technieken. Deze teruggang is vooral te merken bij de lithografie. Het zeldzaam worden van persen en stenen versnelt uiteraard ook deze tendens.
Het belang dat het exlibris krijgt in de ateliers van de trajecten grafisch ontwerp is ook wel te wijten aan de opgang van de digitale technieken. De computer opent nieuwe mogelijkheden voor het maken van een exlibris. Een exlibris gemaakt a.h.v. deze techniek noemt men een computer generated design exlibris, aangeduid met afkorting CGD.
Elk academiejaar opnieuw is het ontwerpen en het maken van een exlibris een van de vaste opdrachten voor mijn studenten. Met prachtige resultaten! De studenten ervaren het belang van deze opdracht en zien dat het harmonisch samengaan van tekst en beeld zeer belangrijk is. De wensen van de opdrachtgever op een beperkt formaat realiseren, verhoogt de moeilijkheidsfactor alleen maar. Deze opdracht wordt dan ook beschouwd als een echte uitdaging. Wel moet ik vermelden dat we bijna uitsluitend met hedendaagse technieken werken zoals zeefdruk en computer. Dit is naar mijn mening normaal in onze nieuwe, digitale wereld.
Actualisering gesteund op een rijk verleden en op een breed kunsthistorisch kader is in de exlibriswereld ook zeer belangrijk.
Het zal de lezer ondertussen wel duidelijk zijn dat het exlibris een belangrijke plaats inneemt in mijn leven en dat ik deze fascinerende ervaring aan jongeren wil doorgeven. Zij betekenen immers onze toekomst én deze van het exlibris.
Ook in het lager en middelbaar onderwijs in Vlaanderen zien we sporadisch enkele pogingen om leerlingen een exlibris te laten ontwerpen. Veelal komt het initiatief van een geïnteresseerde leerkracht (soms een exlibriskunstenaar!) of na een bezoek aan het Internationaal Exlibriscentrum in Sint-Niklaas. Daar wordt tijdens een workshop geleerd om een exlibris te maken en af te drukken met de linosnedetechniek of de plasticgravure.
Onderwijs is een gegeven. De toepassing en de realiteit zijn andere gegevens.
Het exlibris vindt zijn plaats in het boek, het boek vindt dan weer zijn plaats in de bibliotheken.
Je zou alvast verwachten dat hier de ideale toepassing van het exlibris ligt.
Helaas, wanneer de lezer een boek ontleent, zou hij op elke eerste pagina een exlibris moeten vinden. De meeste bibliotheken gebruiken echter stempels, al dan niet volledig goed afgedrukt. Een spijtige vaststelling.
Dan zijn er nog de bibliofielen en de verzamelaars. Gelukkig hebben zij belangstelling voor het exlibris. Hier ook weer een maar. De snelle opmars van de nieuwe technieken gaat grotendeels aan hen voorbij en ze geven enkel opdrachten aan vertrouwde, traditionele kunstenaars. Ondanks het feit dat steeds meer vooraanstaande exlibriskunstenaars het digitaal gegenereerde boekmerk ernstig nemen en er actief mee aan de slag gaan, bespeur ik er in brede verzamelaarskringen nog steeds een zekere aversie tegen. Die afkeer kon, niet geheel ten onrechte, aanvankelijk nog worden gebaseerd op de povere uitvoering en technologische onvolmaaktheid van de eerste computerexlibris. Anno 2006 zijn de digitale mogelijkheden vrijwel onbeperkt en is de artistieke kwaliteit reeds zeer hoog. Gelukkig vergroot de groep verzamelaars die oog heeft voor actualiteit en vernieuwing. Deze belangstelling groeit zowel in België als internationaal. Een mooi perspectief voor de studenten en jonge exlibrisontwerpers!
Een andere mogelijkheid om in de exlibriswereld de aandacht te trekken, is deelnemen aan wedstrijden. Wereldwijd worden die regelmatig georganiseerd. De een is al belangrijker dan de andere zodat selecteren voor deelnemers aangewezen is. Een van de belangrijkste en oudste wedstrijden is deze georganiseerd door de stad Sint-Niklaas. In 2007 wordt reeds de 16de editie gehouden. Tal van studenten werden al in deze wedstrijd bekroond en vonden vervolgens hun weg naar het internationale exlibrisgebeuren. Graag citeer ik hier de namen van enkele jonge exlibrisontwerpers: Gaëtan Begerem, Stephanie Bos (afb. 37), Stefanie De Graef, Goedele Goegebuer, Ann Kestens, Debora Lauwers (afb. 40), Daan Linsen, Julie Ruysschaert, Jan Vandierendonck, Stefanie Van pellicom (afb. 38, 39, 41) en Katinka Wuytack, allen studenten en oudstudenten van de Hogeschool Gent, departement Koninklijke Academie voor Schone Kunsten.
Voor het academiejaar 2005-2006 realiseert Stefanie Van pellicom voor haar afstudeerproject een map met 20 concrete exlibrisopdrachten voor verschillende internationale opdrachtgevers. Een levend bewijs dat exlibris terug in de belangstelling staat.
Ook de interesse voor het CGD-exlibris groeit, gezien de talrijke deelnemers aan wedstrijden uitsluitend georganiseerd voor deze discipline. In de eerste en tweede editie van de internationale exlibriswedstrijd georganiseerd door het F.I.S.A.E., de overkoepelende organisatie van alle exlibrisfederaties wereldwijd, werden telkens meer dan duizend exlibris ingestuurd door overwegend jonge kunstenaars. Deze belangstelling is vooral te merken in België en Turkije, de koplopers van het hedendaagse exlibris. Het was dan ook geen verrassing dat de Vlaamse Debora Lauwers de eerste laureaat werd van deze wedstrijd.
Een rondvraag bij Nederlandse instellingen leverde een teleurstellend resultaat op. Slechts één school meldde dat binnen de opleiding Toelatingstraject Cibap, een éénjarige vooropleiding voor het Cibap Vakcollege Zwolle, sporadisch aandacht wordt besteed aan het vervaardigen van een exlibris. Dit gebeurde meestal in samenhang met linodruk, waarbij ook een verband werd gelegd met de cultuurhistorische context.