Vlaanderen in het exlibris
Tony Oost
Voor een kunsttijdschrift als ‘Vlaanderen’ hoort het om bij het exlibris ook naar ‘Vlaamse’ motieven te zoeken.
Over wat ‘Vlaams’ nu precies inhoudt, bestaat geen eenduidigheid, maar we menen toch enkele thema's als typisch voor Vlaanderen te mogen erkennen, thema's die spontaan opkomen bij het oproepen van ‘Vlaanderen’.
Vooreerst is er de veelvuldige verwijzing naar Vlaanderens verleden, meer speciaal de middeleeuwen, het hoogtepunt voor Vlaanderen in een Europees perspectief waar in het bijzonder het ontstaan en de ontwikkeling van koppige steden een belangrijke stap betekenen. Trotse uitingen hiervan zijn de belforten, de stadhuizen, de kerken, de lakenhallen, de stadsomwallingen en andere versterkingen als het Antwerpse Steen en het Gentse Gravensteen. Vergeten we ook niet de begijnhoven, de abdijkerken en de abdijschuren, de veldkapelletjes en de wegenkruisen. Dit historisch verleden werd gerecupereerd in de 19de eeuw om identiteitsredenen, die ook vandaag nog doorzinderen.
Naast dit architecturaal landschap wordt er steevast ook verwezen naar het natuuren cultuurlandschap: de bruisende Noordzee, de door westerwinden krom getrokken bomen in de wijdse polders, slingerende rivieren als Schelde en Leie en de rechte lijn van de Damse Vaart. Korenwiegende akkers en grazende koeien in golvende weiden vervolledigen dit romantische beeld.
Binnenskamers vertaalt zich dit in rijkgeklede stedelingen in hun stenen gotische interieurs en bruegeliaanse gemoedelijkheid bij de plattelanders. Geharnaste ridders met klauwende leeuwen op schild en vlag trekken op briesende paarden ten strijd langs onin-neembare kastelen. Tijl en Nele stappen hand in hand. De sluwe Reynaert de Vos zet de naïeve Bruin de Beer weer een hak en koning Nobel, die...
Vlaanderen is ook een blauwvoet en meeuwen, Jan van Gent en een leeuw, Klokke Roeland en de Ijzertoren, ‘Levet Scone’ en ‘Nooit meer oorlog’, ‘AVV-VVK’, Onze-Lieve-Vrouw en kinderweelde, ‘Vliegt de blauwvoet’...
Vlaanderen, dat is ook personen die een rol speelden of toebedacht kregen in Vlaanderens bewustwording: Breydel en De Coninck, Zannekin, Albrecht Rodenbach, Cyriel Verschaeve...
Vlaanderen betekent voor velen automatisch cultuur: kunst van de Vlaamse Primitieven, Bruegel, Rubens, Ensor, Panamarenko en Raveel, literatuur met Hebban olla vogala, Willem die Madoc maakte en Jacob van Maerlant, Conscience en Gezelle, Claes en Claus, Streuvels en Timmermans, Brusselmans en Lanoye.
Vlaanderen is beiaardtonen die over daken dwarrelen, ‘Zij zullen hem niet temmen’ dat jaarlijks over de Ijzervlakte rolt en Willem Vermandere met zijn duizend doden...
Vlaanderen is ook gemoedelijk eten en drinken, zingen en vendelzwaaien, stoeten en processies, beewegen en Ijzerbedevaarten...
Vlaanderen is ook mythe en werkelijkheid.
Vlaanderen is echter ook nog veel meer...
Met dit in het achterhoofd doorworstelden we nieuwsgierig de duizenden exlibris van Belgische kunstenaars uit de verzameling van het Internationaal Exlibriscentrum op zoek naar motieven die naar een beeld van en over Vlaanderen verwijzen. Ze zijn talrijk, oppervlakkig en doordacht, kitsch en kwaliteit, sober en overladen.
Bepaalde uitgebeelde thema's kunnen niet exclusief ‘Vlaams’ worden genoemd. We denken hierbij vooral aan de populaire Tijl Uilenspiegel en Reynaert de Vos. Beide zijn, hoewel verankerd in de streek, onderwerpen die een veel ruimere uitstraling kennen. Ze kunnen in het exlibris van iemand voorkomen omwille van de persoonlijke interesse in het motief en niet, of veel minder, als uitdrukking van de belangstelling voor Vlaanderen. Voorbeelden zijn o.a. Gerard Gaudaens boekmerk uit 1972 voor de ambtenaar Jos Aernout met een guitige Tijl Uilenspiegel en een sluwe Reynaert of dat van Denijs De Backer voor de Lierenaar J.M.A. De Belder uit 1984 met Tijl met spiegel en uit als voorgrond voor Lierse gebouwen. Voor Reynaertkenners als Willy Feliers en Rik Van Daele zijn trouwens verscheidene exlibris over Reynaert de Vos door Vlaamse én buitenlandse kunstenaars vervaardigd.
Een groot aantal exlibris roepen een middeleeuwse sfeer op: statige personages in kledij uit die tijd en bovendien geplaatst in gotische interieurs. Bij een aantal speelt het gebeuren zich ook af in Vlaanderens Gouden 16de Eeuw. Deze boekmerken getuigen meer van de interesse voor deze boeiende periode, van een nostalgie naar deze roemrijke tijd, zonder dat het een nadrukkelijke verwijzing inhoudt naar het verleden van Vlaanderen. Een aantal boekmerken van André Vlaanderen, Luc De Jaegher, Victor Stuyvaert of Désiré Acket -om maar enkelen te noemen- is hiervan het sprekende voorbeeld. Ze dateren uit de jaren 20, 30, 40 en zelfs nog 50 van de vorige eeuw.
Indien je familienaam reeds verwijst naar Vlaanderen, is het vanzelfsprekend dat Vlaamse motieven in je exlibris voorkomen.
De graficus André Vlaanderen, de sinds 1930 in Brugge wonende Nederlander, maakte op 3 mei 1931 voor zijn zoon André Pierre een exlibris waarop o.a. het Brugse Belfort voorkomt. Vader Vlaanderen maakte trouwens voor meerdere boeken bezitters een exlibris met Vlaamse motieven, o.a. voor Maurits Van Coppenolle (1936, 1944), Egied Stubbe (1942), Alexander Rombaut (1944) en Antoon Van Vlaenderen (1944).