Van Antwerpen naar Sint-Niklaas: Graphia en het Internationaal Exlibriscentrum
De Brugsche Kring voor Boek en Prent houdt op te bestaan in januari 1956. In het zelfde jaar verschijnt de laatste kunstmap van de A.B.C.D.E.. De laatste kunstmap van de A.E.K. in 1964 betekent eveneens het einde. Er is duidelijk nood aan vers bloed en nieuwe initiatieven.
Op 12 april 1958 komen enkele verzamelaars en kunstenaars, Désiré Acket, Nelly Degouy, Albert Collard, Gerard Gaudaen, de Nederlandse initiatiefnemer Johan Jansen en Leo Winkeler te Hoogboom (bij Antwerpen) samen: ‘Graphia’, een nieuwe vereniging voor exlibris en grafiek is geboren.
Ze geeft hetzelfde jaar reeds een tijdschrift uit, Bulletin (vanaf 2000 Boekmerk), dat naar typisch Belgische gewoonte tweetalig is, want Graphia wil het gehele land bestrijken. De oprichters willen degelijke informatie over exlibris brengen en de grafiek bevorderen en verspreiden. Ruilbijeenkomsten, tentoonstellingen, voordrachten en demonstraties behoren tot de geplande activiteiten. Bovendien wenst de vereniging te bemiddelen bij opdrachten en bladen grafiek en publicaties uit te geven. De eerste voorzitter wordt Piet Boeynaems, vlug opgevolgd door Frank Severin, die de vereniging kort leidt.
In 1980 reageren uitsluitend Vlaamse leden op een oproep tot deelname aan een nieuw bestuur: Graphia is een Vlaamse exlibrisvereniging geworden. Een Waalse komt niet van de grond. De nieuwe vereniging omschrijft haar betrachtingen als ‘het aanmoedigen en het ondersteunen der grafische kunsten in al haar vormen, doch in het bijzonder het exlibris en de gelegenheidsgrafiek, onder meer door het groeperen van de verzamelaars ervan’. De uitgave van een kwalitatief tijdschrift is de hoofdbetrachting, maar kost geld. Pas in 2006 verschijnen de eerste kleurillustraties bij de overigens zeer lezenswaardige artikels. Naast speciale kunstmappen en grafiekbladen krijgen de leden jaarlijks - en traditiegetrouw - originele exlibris. Door het schenken van prijzen wil de vereniging kwaliteitsvolle exlibris belonen. Ruildagen behoren eveneens tot de vaste activiteiten.
Door een voorzitterwissel verhuist Graphia naar Sint-Niklaas. De band tussen deze Vlaamse stad en exlibris/prentkunst wordt met de jaren hechter. Na het belangrijk contact in 1963 door deelname aan het eerste Grafisch Weekend aldaar, volgen er nog andere. Gerard Gaudaen, een van de stichtende leden, is inwoner van Sint-Niklaas, exlibriskunstenaar en leraar aan het plaatselijk Atheneum, waar hij via de Vriendenkring van de Oud-Atheneumstudenten (VKOAS) initiatieven rond exlibris en prentkunst stimuleert. Na de oprichting van het Internationaal Exlibriscentrum maken Graphia en VKOAS deel uit van de adviesraad van het centrum en van de jury van de internationale exlibriswedstrijden, die beide ook een prijs toekennen. Bovendien wenst het stadsbestuur Sint-Niklaas te profileren als een centrum voor exlibris en prentkunst.
De oprichting van het Internationaal Exlibriscentrum op 15 maart 1975, waarbij Gerard Gaudaen een belangrijke rol speelt, ligt bijgevolg in de beginperiode van de steeds intensere band tussen Sint-Niklaas en het exlibris. Gestart met de verwerving van de collectie Rhebergen, bezit het centrum wereldbekendheid, niet alleen omwille van de uitgebreide collectie (nu 160.000 bladen exlibris en gelegenheidsgrafiek), maar nog meer door de organisatie van gewaardeerde exlibriswedstrijden die in 1977 nationaal starten, maar sinds 1979 internationaal zijn. Het stadsbestuur stelt telkens vier prijzen ter beschikking. De Biënnale voor Kleingrafiek vormt het hoogtepunt: proclamatie van de wedstrijd, tentoonstelling van de geselecteerde boekmerken met bijhorende catalogus, exlibrisruildag.
Reeds tweemaal geeft het stadsbestuur een prijs in de recente F.I.S.A.E.-wedstrijden voor computerexlibris om zo nieuwe grafische technieken en beloftevolle jongeren te steunen.
Het exlibrisgebeuren in België kent een bewogen verleden, maar de 21ste eeuw kondigt zich hoopvol aan. Vooreerst is er een groeiende deelname van jongeren aan de wedstrijden, dank zij enkele enthousiaste leerkrachten. De behaalde prijzen binnen en buiten België bewijzen dat ze kwaliteit brengen. Op wetenschappelijk vlak gebeurt er, in vergelijking met het buitenland, nog te weinig onderzoek naar het exlibris in België. In 2006 verschijnt de eerste licentiaatsverhandeling over een exlibrisonderwerp. Een aanzet voor een doctoraal onderzoek over de exlibriscollectie van de weduwe van Armand Rassenfosse aan de Universiteit Luik is spijtig genoeg vroegtijdig afgebroken. Hopelijk zet dit anderen aan om ook in het Franssprekend deel van België, dat in het verleden een belangrijke rol speelde, tot een heropleving te komen.
Het Internationaal Exlibriscentrum van Sint-Niklaas, de enige officiële instelling in België die het exlibris als exclusief werkterrein heeft, kan als verankering voor de bevordering van het exlibris een rol spelen. De steun en medewerking van alle geïnteresseerden is hierbij van belang, gezien het woelig wedervaren van het Belgisch boekmerk in de voorbije eeuw.