| |
| |
| |
‘Raison d'état’ en persoonlijke tragiek
Het levenslot van Filips van Oostenrijk en Joanna van Castilië
Albert Janssens
Bella gerunt alii,
tu, felix Austria, nube.
In de capilla real van de kathedraal van Granada wijst een Spaanse gids de toerist een kleine zinken kist aan, als het ware achteloos neergezet in een hoek van de crypte. Met een routine, voortvloeiend uit vele herhalingen, vertelt hij over de omzwervingen van die doodskist met de stoffelijke resten van Filips de Schone en het bizarre gedrag van zijn weduwe. Wanneer ik er hem opmerkzaam op maak dat Filips in Brugge geboren werd en dus eigenlijk een Vlaming is, krijgt het gezicht van de gids heel even een lege uitdrukking en stokt de routine. Hoe kan dat nu dat zijn Felipe el Hermoso, die trouwens officieel Filips van Oostenrijk heet, in Brugge zou geboren zijn?
| |
De geboorte van Filips van Oostenrijk bijgenaamd de Schone
Voor Filips de Schone is het inderdaad allemaal in die Vlaamse stad begonnen op 22 juni 1478. Zijn geboorte op zich, was eigenlijk reeds, zij het slechts gedeeltelijk, de vervulling van de politieke plannen van zijn grootvader, de Bourgondische hertog Karel de Stoute. Gedurende een kleine eeuw hadden de hertogen van Bourgondië voortdurend aan macht en invloed gewonnen met als gevolg een quasi permanent conflict met de Franse kroon. De trotse Karel de Stoute die wat macht en rijkdom betrof, in geen enkele West-Europese vorst zijn meerdere moest erkennen, voelde het als een vernedering aan dat hij als hertog en leenman, titulair en juridisch ondergeschikt was aan zijn aartsvijand de koning van Frankrijk. Hij startte dan ook onderhandelingen met de Duitse keizer van dat ogenblik, de Habsburger Frederik III. Dit was immers de enige heerser in West-Europa die hem de titel van koning van Bourgondië kon verlenen. De wortel die Karel voor de neus van de keizer zwaaide was een huwelijk tussen zijn enige dochter en erfgename Maria van Bourgondië en Maximiliaan de opvolger van Frederik. Hun gemeenschappelijke kleinzoon zou beide gebieden de facto in zijn persoon verenigen. Die onderhandelingen waren echter om allerlei redenen in 1473 afgesprongen. Toen Maria van Bourgondië door het onverwachte overlijden van haar vader in januari 1477, als jonge en onervaren heerseres plots geconfronteerd werd met een inval van de Franse legers in haar gebieden samen met een binnenlandse revolte, werd het oude plan weer geactiveerd. Op 21 april 1477 tekenden beide partijen het huwelijkscontract bij procuratie in het Prinsenhof te Brugge. De hertogin werd symbolisch beslapen door de hertog van Beieren in naam van Maximiliaan van Oostenrijk. De hertog lag boven de dekens met een been gepantserd als symbool voor de militaire bijstand die de bruidegom zijn bruid
beloofde. Het huwelijk werd daadwerkelijk gesloten en geconsumeerd op 18 en 19 augustus 1477 in Gent. Hierdoor was ook het gevaar geweken dat Maria uiteindelijk zou bezweken zijn onder de steeds toenemende druk van de Franse kroon om een ‘Frans’ huwelijk te sluiten. De geboorte van Filips was het sluitstuk van heel die politieke berekening.
| |
De doopplechtigheid van Filips de Schone
Maximiliaan van Oostenrijk bevond zich midden een militaire campagne tegen de Franse koning toen het bericht van de geboorte van zijn zoon Filips hem bereikte. De tijd nodig om een bestand te sluiten verschafte ook de gelegenheid aan ieder die enigszins naam had in de Bourgondische erflanden om zich naar Brugge te haasten en aanwezig te zijn op de doopplechtigheid van de troonopvolger. Op het feest van Petrus en Paulus, acht dagen na de geboorte, werd Filips van Oostenrijk met Bourgondische pracht en praal in de Sint-Donaaskerk te Brugge gedoopt. Ook het Brugse stadsbestuur wilde bij die feestelijkheden niet achter blijven en had opdracht gegeven om een houten voetbrug te construeren 2,5 meter breed en 1,5 meter hoog, over heel de afstand van het Prinsenhof tot aan de Sint-Donaaskerk.
Dit portret van Johanna de Waanzinnige werd geschilderd door Juan de Flandes, die in Spanje werkzaam was tussen 1598-1604
| |
| |
Wieg van Filips de Schone, Brussel, Kon. Museum voor Geschiedenis
De bedoeling was dubbel. Zo kon het adellijke gezelschap zich te voet naar de kerk begeven zonder zich daarbij te bekommeren om de vuile straten. Want niettegenstaande de stad een groep professionele vuilnisruimers, de zogenaamde muederaars, in dienst had, bleef de netheid van de straten een probleem. Wie het zich financieel kon veroorloven, zoals bijvoorbeeld de hofadel, trok zware onhandige overschoenen aan om de dure en sierlijke schoentjes voor binnenshuis te beschermen. Dit zou dus in dit geval niet nodig zijn. Anderzijds was de doop voor de Bruggelingen de gebeurtenis van het jaar. Een kijkstuk van de eerste orde. De beroemde namen zouden worden aangegaapt en de rijke kledij die ze droegen becommentarieerd. Het gewone volk werd uiteraard niet toegelaten in de kerk. Daarom was het voor de opeengepakte menigte in de straten een opsteker dat het schouwspel als het ware op een verhoogde toneelscène aan hen zou voorbijtrekken. Voor de toeschouwers was het hoogtepunt van het spektakel ongetwijfeld de hertoginweduwe van Bourgondië, Margareta van York die met de boreling op de arm voor iedereen goed zichtbaar voorbij wandelde. Maar het klokkengelui, het musiceren, de vreugdevuren, de ‘esbattementen’, de vreugdekreten ‘noel’ en het uitstrooien van geld slaagden er toch niet helemaal in de politieke dimensie van de gebeurtenis te doen vergeten. Nadat de doopplechtigheid voltrokken was, kwam het gezelschap langs dezelfde weg terug naar het Prinsenhof. Op de Grote Markt aangekomen stak Margareta van York de naakte boreling omhoog zodat iedere aanwezige kon zien dat de baby wel degelijk van het mannelijk geslacht was. De hoofdreden die de Franse koning gaf voor zijn aanval op de Bourgondische bezittingen, was dat dit mannelijke lenen waren die dus niet door een vrouw, Maria van Bourgondië, konden
geërfd worden. Dit zou zich in de toekomst niet meer voordoen want nu beschikte men in de Bourgondische erflanden wel degelijk over een mannelijke opvolger.
| |
Filips door de Vlamingen ‘gegijzeld’
Na de geboorte van Margareta van Oostenrijk, Filips zuster (10 januari 1480), vroegen de Gentenaars aan het vorstenpaar dat beide kinderen permanent in hun stad zouden verblijven. Aanvankelijk weigerden de aartshertogen, maar uiteindelijk werd als compromis aanvaard dat de jonge prinsen in een soort beurtsysteem telkens 4 maanden in de diverse staten waaruit het rijk was samengesteld zouden wonen. Gent zou in die nieuwe regeling als eerste gaststad fungeren. Toen de afgesproken termijn van 4 maanden verstreken was, weigerden de Gentenaars evenwel de kinderen te laten vertrekken. Zij stelden dat het hun recht en privilege was om in te staan voor de opvoeding van hun natuurlijke vorsten. De relaties tussen de stad Gent en de Bourgondiërs verliepen al een tijd bijzonder stroef en ook Maximiliaan was niet meteen de vorst die de Gentenaars zich gedroomd hadden. Zij beseften dat de fysieke controle over de kinderen hen bij toekomstige conflicten ongetwijfeld een betere uitgangspositie zou verschaffen. Dit politieke getouwtrek om de persoon van de kleuter Filips van Oostenrijk kreeg een ronduit mensonwaardige dimensie na het overlijden van zijn moeder. De hertogin overleed op 27 maart 1482 in het Brugse Prinsenhof aan de gevolgen van een jachtongeval. Op dat ogenblik werd Filips, die nog geen 4 jaar was, de nieuwe vorst van de Bourgondische bezittingen. De Staten-Generaal erkende hem als dusdanig. Tot zijn officiële meerderjarigheid zou het regentschap worden uitgeoefend door zijn vader Maximiliaan van Oostenrijk. De Staten-Generaal bezat echter geen beslissingsbevoegdheid. De diverse vorstendommen waaruit het rijk bestond, waren autonoom en onafhankelijk ten opzichte van elkaar. Zodoende kwamen de afgevaardigden in de Staten-Generaal eigenlijk alleen maar de beslissing van hun eigen vorstendom meedelen. Dit verklaart waarom het graafschap Vlaanderen in
zijn eentje een afwijkend standpunt kon innemen en doorvoeren. Onder impuls van de stad Gent wezen de Vlamingen het regentschap en de bestuurlijke voogdij van Maximiliaan af. Hij was geen familie van de overleden vorstin was hun argumentering. Het graafschap Vlaanderen wilde het bestuur in naam van de officiële vorst Filips laten uitoefenen door enkele vooraanstaande edelen verwant aan het hertogelijk geslacht van Bourgondië samen met, vanzelfsprekend, een vertegenwoordiging van de drie grote Vlaamse steden. Aanvankelijk leek het erop dat de beide partijen tot een vergelijk zouden komen. Maximiliaan leek bereid zijn aanspraken in te ruilen tegen de jaarlijkse betaling van een fors bedrag. De stad Ieper en vooral Brugge waren geneigd op dit voorstel in te gaan maar opnieuw lag Gent dwars. Zij wilden niet betalen voor iets wat zij als hun recht beschouwden. In de loop van 1483 mondde het verzuurde diplomatiek overleg uit in een gewapend conflict. De Vlaamse steden onder leiding van Gent voerden de strijd in naam van de natuurlijke vorst Filips de Schone.
| |
| |
De ‘gegijzelde’ kleuter Filips de Schone werd in die zoveelste machtsstrijd tussen de Vlaamse steden en de Bourgondische heersers gebruikt om het legitieme van de Vlaamse strijd aan te tonen. De twee strijdende partijen in die burgeroorlog heetten respectievelijk de Filippijnen en de Monetanen. Voor een buitenstaander leek het er dus op dat de zoon Filips met zijn aanhang in opstand gekomen was tegen zijn vader Maximiliaan die omwille van zijn onlesbare geldzucht schamper hertog Moneta werd genoemd, en vandaar de naam van zijn aanhang de Monetanen. Om propagandadoeleinden zeulden de Vlamingen met de kleine Filips rond om hem zo vaak mogelijk aan de bevolking te tonen wat soms een zielig schouwspel opleverde. De Heilige Bloedprocessie in Brugge waar traditioneel bijzonder veel volk van zowat overal op afkwam, leek de Vlamingen zo'n ideale gelegenheid. Op 3 mei 1484 werd Filips naar de Heilige Bloedprocessie gevoerd, meer met de bedoeling om gezien te worden dan om zelf iets te beleven. Een ooggetuige verhaalt dat het kleine jongetje voor heel het gebeuren eigenlijk weinig interesse toonde maar dat zijn aandacht toch werd getrokken toen de Brugse ambachten voorbij stapten. Zij droegen de herkenningstekenen van hun beroepsactiviteit in miniatuur bij zich. De hoedenmakers droegen een kleine hoed, de boogmakers een miniatuur boog, de kuipers
Portret van Filips de Schone (Londen, National Trust, Upton House) Waarschijnlijk het portret dat gebruikt werd tijdens de onderhandelingen van zijn huwelijk met Joanna van Castilië
een tonnetje enzovoort. Filips verliet het venster op de verdieping van het huis waaruit hij de processie bekeek en kwam de straat op. Hij wilde die modellen graag hebben als speelgoed. Dit voorval illustreert het schrijnende van de positie van het jongetje Filips de Schone. Amper 5 jaar, gescheiden van zijn familie, wilde hij alleen maar zoals elk kind van die leeftijd, spelen en zich amuseren. Heel het politiek conflict gebeurde wel in zijn naam, maar ging volledig aan hem voorbij. Die episode in zijn leven moet diepe psychische wonden hebben nagelaten.
Wanneer hij in het najaar van 1496 samen met zijn nieuwe bruid, zijn blijde intrede deed in Brugge merkte men daar op dat het reeds 12 jaar geleden was dat hij nog in de stad, toch zijn geboortestad, geweest was. Na de overgave van de Vlaamse steden in het opvolgingsconflict einde juni 1485, werd Maximiliaan ook in Vlaanderen officieel regent in naam van zijn zoon. Filips werd aan het toezicht van de Vlamingen onttrokken. Hierdoor bleef hij buiten schot tijdens de nieuwe opstand in Vlaanderen (1488-1492) toen men er niet voor terugschrok om zijn vader Maximiliaan drie maanden gevangen te houden.
| |
De meerderjarige vorst
In 1493, aansluitend op het einde van de tweede opstand tegen Maximiliaan, werd Filips de Schone op vijftienjarige leeftijd meerderjarig verklaard. Men kan moeilijk zeggen dat de jonge vorst inspanningen deed om zich bij zijn onderdanen geliefd te maken. Een van zijn eerste bestuursdaden bestond erin om de privileges die zijn moeder Maria van Bourgondië in 1477 onder druk aan de steden had moeten toekennen, te herroepen. Het ogenblik was in ieder geval goed gekozen. Vanuit de verslagen en leeg gevochten steden viel er geen reactie te duchten. Hierbij is overduidelijk de invloed van zijn vader Maximiliaan te herkennen. Vrijwel aansluitend bij die meerderjarigheid werden onderhandelingen begonnen tussen de Habsburger Maximiliaan van Oostenrijk en de katholieke koningen van Spanje Ferdinand van Aragon en Isabella van Castilië met het oog op een dubbel huwelijk tussen hun kinderen. Het spreekt voor zich dat hierbij uitsluitend politieke redenen een rol speelden. De beide vorstenhuizen hadden elkaar tijdelijk gevonden via hun gemeenschappelijke vijand de koning van Frankrijk. Maximiliaan voerde om diverse redenen reeds heel zijn volwassen leven vanuit de Nederlanden oorlog met de Franse kroon. De Spaanse vorsten van hun kant voelden zich bedreigd in hun aanspraken op het koninkrijk Napels. De Franse vorst had immers de druk op de Italiaanse stadstaten en de Paus opgevoerd om ongehinderd een militaire raid dwars door Italië uit te voeren teneinde het koninkrijk Napels te veroveren. Daarom trok de Grote Bastaard van Bourgondië in de zomer van 1496 naar Valladolid waar hij bij procuratie in naam van Filips de Schone het huwelijk sloot met de Spaanse infante Joanna van Castilië. Een Spaanse vloot bracht de bruid vervolgens naar de Nederlanden. In Vlaanderen en vooral in Brugge werd uitgekeken naar de komst van de vloot, maar het
graafschap werd genegeerd en Joanna meerde aan in Middelburg in het graafschap Zeeland. Het moet een eerste grote ontgoocheling geweest
Dit harnas van Filips de Schone werd in Vlaanderen gemaakt omstreeks 1500. Madrid, Kon. Verzameling van de Wapenuitrusting
| |
| |
zijn voor de nieuwe bruid toen ze vernam dat haar bruidegom niet ongeduldig op haar komst stond te wachten maar integendeel in Landeck (Tirol) bij zijn vader verbleef. Uiteindelijk ontmoetten de twee jongelingen elkaar in Lier waar op 20 oktober 1496 het kerkelijk huwelijk werd ingezegend.
| |
Joanna infante van Spanje
In het laatste kwart van de 15de eeuw was in het Iberisch schiereiland de finale episode begonnen van wat men traditioneel omschrijft als de reconquista, de herovering van het grondgebied op de Moren. Alleen het Emiraat Granada probeerde zich nog staande te houden tegen de christelijke vloedgolf. Dit werd voor de emir een hopeloze en ongelijke strijd, zeker nadat Spanje de facto tot een eenheid gekomen was door het huwelijk tussen Ferdinand de heerser over Aragon en Isabella vorstin van Castilië. In januari 1492 werd de laatste Moorse vorst van het schiereiland verdreven wat nadien aan Ferdinand en Isabella de eretitel Los Reyes Catolicos opleverde hen toegekend door paus Alexander VI Borgia die zelf een Spanjaard was.
Het huwelijk van de infante Joanna met Filips de Schone, leek op het eerste zicht een gebeurtenis zoals er in die tijd dertien in een dozijn gingen. Door een samenloop van omstandigheden draaide het uiteindelijk uit op de vorming van een van de machtigste rijken uit de West-Europese geschiedenis. Op het ogenblik van haar huwelijk kwam Joanna in de lijn voor de Spaanse troon niet alleen na haar broer Juan en haar oudere zuster Isabella, twee gezonde jonge volwassenen, maar ook nog na hun eventuele nakomelingen. Men moest dus al een enigszins wereldvreemde optimist zijn om op dat ogenblik Joanna te zien als toekomstige troonopvolgster in Spanje.
Als tweede luik van de afspraak tussen de Habsburgers en de Spaanse vorsten voerde dezelfde Spaanse vloot die Joanna naar de Nederlanden had gebracht, Margareta van Oostenrijk mee naar Spanje voor haar huwelijk met de Spaanse troonopvolger Juan. Hij was diegene die in zijn persoon
Deze zgn. saladehelm van Filips de Schone, werd in Vlaanderen gemaakt omstreeks 1495-1500 in staal en goud. Madrid, Kon. Verzameling van de Wapenuitrustingen
Portret van Filips de Schone uit circa 1493 toegeschreven aan de Meester van de Magdalenalegende Privé-verzameling
daadwerkelijk de eenheid van Spanje zou verwezenlijken. Korte tijd later reeds sloeg het noodlot toe. Juan overleed kinderloos. De doodsoorzaak werd toegeschreven aan een te vurige en intense beleving van zijn wittebroodsweken. Dit is niet zomaar een ordinaire hofroddel maar is wat daadwerkelijk in de familie zelf werd verteld en geloofd. Zoveel jaar later refereerde keizer Karel in de goede raad die hij schriftelijk aan zijn zoon Filips II meegaf aan de vooravond van diens huwelijk, aan de risico's die verbonden waren aan huwelijksgedragingen zoals die van zijn oom Juan. De kinderloze weduwe Margareta van Oostenrijk keerde terug naar de Nederlanden. De plaats voor de troonopvolging werd nu ingenomen door de infante Isabella, koningin van Portugal. Maar in augustus 1498 stierf zij in het kraambed bij de geboorte van haar zoon Michael die nu op zijn beurt de erfgenaam werd van de drie kronen van het schiereiland namelijk van Portugal, Aragon en Castilië. Het jongetje overleed echter voortijdig in 1500 waardoor de weg naar de troon vrijkwam voor de infante Joanna echtgenote van Filips van Oostenrijk, heerser over de Bourgondische erflanden en erfgenaam van de Habsburgse bezittingen.
| |
Joanna la loca
Joanna is de geschiedenis in gegaan onder de bijnaam ‘de Waanzinnige’. Nogal wat auteurs voelden zich aangetrokken tot dit specifieke facet van Joanna's leven en namen standpunten in die heel het spectrum besloegen van het vertellen van ‘zottenverhalen’ tot het compleet negeren van welke vorm van krankzinnigheid ook. Joanna werd nog tijdens haar leven krankzinnig verklaard en opgesloten. We kunnen ons hierbij afvragen wat de tijdgenoten van Joanna als kenmerkend beschouwden bij krankzinnigheid? Hoe vulden zij dit begrip in en correspondeerde de mentale conditie van Joanna met die opvatting? In de middeleeuwen maakte men onderscheid tussen twee soorten krankzinnigen. Een eerste groep werd in de Nederlanden aangeduid met de term ‘dullen’. Dit waren de gevaarlijk gestoorden die een bedreiging vormden voor de fysieke veiligheid van hun medeburgers en daarom werden opgesloten in het ‘dullen- | |
| |
huus’ en daar, indien nodig, in de boeien werden geslagen. Toch merkwaardig dat men nu en dan met die gevaarlijke zieken in een open kar door de straten reed om medelijden op te wekken en giften los te weken. Een andere groep geesteszieken werd omschreven als ‘armen’ wat moet geïnterpreteerd worden in een bijbelse context als armen van geest. Wij zouden nu spreken van mentaal gehandicapten, technisch uitgedrukt: geboren imbecielen of idioten. Zij leefden tussen de andere burgers maar omdat zij economisch niet konden functioneren kregen ze van overheidswege een zekere materiële tegemoetkoming.
Het is overduidelijk dat Joanna tot geen van die beide categorieën behoorde. Tot het ogenblik van haar afreis naar de Nederlanden was er geen enkele aanwijzing te vinden van welke soort van geestelijke aberratie ook. Dat ze levensbedreigend voor anderen zou geweest zijn wordt niet door feiten ondersteund. Behalve dan die ene keer, vanuit haar obsessionele jaloersheid wat haar echtgenoot
Huwelijkscontract van de ‘Katholieke Koningen’: Isabella van Castilië en Ferdinand van Aragon Valladolid, archief van Simancas
betrof, toen ze een hofdame, al dan niet een vermeende maîtresse van Filips, te lijf ging en deerlijk toetakelde. Dit is een uitzonderlijk geval en daaruit besluiten dat ze een gevaar betekende voor haar omgeving zou een foute veralgemening zijn. Ze was ook niet achterlijk, het tegendeel lijkt eerder waar te zijn. Naast haar moedertaal Spaans, sprak ze ook vloeiend Frans en Latijn. Dit laatste leverde haar zelfs de bewondering op van de humanist Jean Louis Vivez. Volgens de middeleeuwse invulling van het begrip was ze dus niet krankzinnig.
Dat men haar toch officieel krankzinnig verklaarde toont duidelijk aan dat er in heel die affaire ook andere motieven hebben meegespeeld. Maar vanuit de hedendaagse benadering was er mentaal toch wel iets niet helemaal in orde met Joanna. Zo zijn er voorvallen en getuigenissen in overvloed waaruit blijkt dat zij een ziekelijke jaloersheid toonde wat haar echtgenoot betrof. Dit gevoel werd in de loop van de tijd alleen maar sterker om uiteindelijk een regelrechte obsessie te worden. Vrij spoedig na haar aankomst in de Nederlanden werd om zo te zeggen heel haar Spaanse entourage terug naar huis gestuurd. Dit zal bij haar zeker op dat ogenblik het gevoel van eenzaamheid en vervreemding hebben versterkt. Hierdoor stelde zij misschien te hoge verwachtingen in haar echtgenoot om de ontstane leegte op te vullen? Maar van de kant van Filips kwam die verhoopte steun niet. Alles wijst erop dat hij dit huwelijk vooral als een verplicht nummertje zag dat na verloop van tijd plots enkele interessante perspectieven opleverde zoals de heerschappij over Spanje. Maar een grote bekommernis van de kant van Filips voor de misschien wel excessieve verlangens van Joanna lijkt in de relatie niet aanwezig te zijn geweest. Zo was hij niet aanwezig bij haar aankomst in de Nederlanden. Later, wanneer Joanna hoogzwanger was van hun vierde kind Ferdinand en de geboorte nog slechts een kwestie van een paar weken was, liet Filips zijn vrouw alleen achter in Spanje om te bevallen. Hij vertrok, zonder dat er hoogdringendheid bestond, naar de Nederlanden. Dit zijn maar enkele, zij het toch wel schrijnende voorbeelden die aantonen dat respect en aanhankelijkheid in het huwelijk zeker niet bij Filips dienden gezocht. Dit staat dan weer in schril contrast met de zeer sterke aanvallen van jaloersheid die Joanna manifesteerde.
Dat men zich ook in de familie stilaan bewust werd dat er iets aan de hand was met haar mentale gezondheid, werd voor het eerst duidelijk in het testament van Joanna's moeder, Isabella van Castilië. Zij stelde daarin klaar en duidelijk dat Joana de erfgename was van de troon van Castilië. Haar man Ferdinand zou gewoon koning van Aragon blijven zoals voorheen. Maar dan voegde zij er veelbetekenend aan toe: ‘Indien op het ogenblik van mijn dood, Joanna niet in Castilië is, of als ze (later) afwezig is, of nog als ze wel aanwezig is maar niet wil of niet kan regeren, dan zal Ferdinand besturen in haar naam’. Dit is een vreemde tekst. Op het eerste zicht lijkt het logisch dat er rekening wordt gehouden met de mogelijkheid dat de toekomstige vorstin voor langere tijd uit het koninkrijk afwezig blijft (lees: in de Nederlanden is) en dat dan maatregelen genomen worden die de continuïteit van bestuur in Spanje moeten verzekeren. Maar het is wel eigenaardig dat zoiets in een testament wordt vastgelegd. Men zou ver- | |
| |
wachten dat de nieuwe vorstin wel zelf iemand zal aanduiden die haar kan vervangen als ze afwezig is. Vooral de zinsnede ‘..als ze niet wil of niet kan besturen..’ is hier veelbetekenend. Op dat ogenblik stond de mentale geschiktheid van Joanna om te regeren dus reeds ter discussie.
Joanna was zeker niet wat men in de volkse terminologie ‘knettergek’ zou noemen, anders lijkt het onwaarschijnlijk dat de Cortès in 1505 tijdens een plechtige zitting haar officieel zou erkend hebben als koningin van Castilië. Ook bij die gelegenheid heeft Filips de Schone zich niet van zijn mooiste kant laten zien. Hij had er namelijk voor gezorgd dat er precies op dat ogenblik een vernietigend verslag over haar geestelijke gezondheid, opgesteld door haar Spaanse huismeester Martin de Moxico, in Spanje werd verspreid. Filips hoopte hierdoor als prins-gemaal aangesteld te worden als regent over Spanje in naam van zijn vrouw. Vanaf dat ogenblik is het voor de moderne historicus zeer moeilijk nog langer de feiten van de propaganda te onderkennen. Aan iedere mededeling over de geestestoestand van de vorstin kleefde immers de mogelijkheid van een dubbele agenda van de berichtgever. Onmiddellijk nadat Joanna de Spaanse troon had bestegen, brak er een hevige politieke strijd uit tussen haar vader Ferdinand van Aragon en de aartshertog-gemaal Filips de Schone met als inzet de bevoegdheid om het feitelijke bestuur over Castilië in haar naam te voeren. De Cortès van zijn kant hoopte eveneens zijn invloed op de zwakke vorstin te vergroten. De Castiliaanse hoge adel had immers geen al te hoge pet op van Ferdinand van Aragon en die vreemde Oostenrijker zagen ze al helemaal niet zitten. Het conflict leek uiteindelijk toch te zullen
Loden doosje waarin het hart van Filips de Schone werd bewaard. Het lag begraven in de Brugse O.-L.-Vrouwekerk, waar het nog steeds wordt bewaard.
kantelen in het voordeel van Filips de Schone. Ferdinand werd onder druk van de Castiliaanse adel verplicht zich terug te trekken in zijn eigen gebied Aragon. Coup de théâtre wanneer Filips de Schone in 1506 (net terug in Spanje vanuit de Nederlanden) in verdachte omstandigheden overleed! Er bestonden vermoedens dat er al eens eerder een weliswaar mislukte vergiftigingspoging tegen de aartshertog was ondernomen. Heeft men de tweede maal meer succes gehad?
Of Joanna interesse had in staatszaken kan niet uitgemaakt worden maar vast staat dat zij nooit een bestuursbeslissing of initiatief genomen heeft van welke aard dan ook. En hierdoor was zij dus inderdaad ongeschikt om zelfstandig het bewind te voeren. Er is slechts een korte uitzondering hierop, de periode onmiddellijk volgend op de dood van Filips. In een voor haar doen ongewone opleving van energie vaardigde Joanna een reeks maatregelen uit. Het werd een pure wraakactie tegen de door haar zo gehate ‘Vlaamse’ raadgevers van haar overleden gemaal. Zij annuleerde namelijk al de toelagen die Filips aan zijn Bourgondische vertrouwelingen had toegekend en ze verwijderde die leden uit de Kroonraad die hij er had binnengehaald. Na die korte opleving verviel de vorstin in volkomen apathie en weigerde verder nog welk document ook te ondertekenen.
Nu Filips de Schone overleden was, nam Ferdinand van Aragon het regentschap op zich en besliste in 1509 om zijn dochter op te sluiten in het slot van Tordesillas. De mening onder de Castiliaanse bevolking of Joanna werkelijk krankzinnig was dan wel het slachtoffer van politieke manoeuvres bleef verdeeld. Nog in 1520 was de eerste daad van de opstandige comuneros tegen Karel V, naar Tordesillas te gaan om hun ongelukkige koningin te bevrijden. De daden die vanuit de huidige tijd als ‘zot’ bestempeld werden zoals het doortrekken van Spanje met de lijkkist van Filips de Schone waarbij de kist regelmatig werd opengemaakt om naar het lijk te kijken en waarbij Joanna systematisch zou geweigerd hebben in nonnenkloosters te overnachten zogezegd uit jaloersheid, zijn uit hun verband gerukt. Het openen van de kist gebeurde om zich ervan te vergewissen dat het lijk nog aanwezig was want Joanna vreesde dat de ‘Vlamingen’ het lichaam van hun vorst naar Vlaanderen wilden ontvoeren om het daar te begraven. De relatie tussen Joanna en de ‘Vlamingen’ was immers niet zo best. Voor het vermijden van die nonnenkloosters bestaat er een nog trivialer verklaring. Joanna werd beschermd door een eenheid lansknechten die als lijfwacht optraden.
Portret van Maximiliaan van Oostenrijk uit de late 15de eeuw Wenen, Kunsthistorisch Museum
Zij vreesde voor haar leven. Was haar echtgenoot immers niet in verdachte omstandigheden omgekomen? Welnu die militairen werden niet toegelaten in een vrouwenklooster. Een definitieve uitspraak over de mentale gezondheid van Joanna kan niet gegeven worden. Een ding staat nochtans vast: als Joanna in 1509 (toen ze opgesloten werd in Tordesillas) niet krankzinnig was, dan is ze dit in de loop van de vele jaren eenzame opsluiting (zij is gestorven in 1555) zeker geworden.
Zowel Filips van Oostenrijk als Joanna van Castilië zijn bij manier van spreken grotendeels in de schaduw van de geschiedschrijving gebleven. De aandacht van de auteurs werd eerder opgewekt door hun flamboyante ouders. Voor Filips waren dit respectievelijk Maximiliaan van Oostenrijk en Maria van Bourgondië en van de kant van Joanna, de katholieke koningen van Spanje Ferdinand van Aragon en Isabella van Castilië. Maar zelfs die belangstelling valt in het niets als men dit vergelijkt met de bibliotheken die vol geschreven zijn over hun oudste zoon Karel V.
| |
Bronnen
Alfred De Ridder, Philippe d'Autriche, Biographie nationale, tome 15, p. 178-200: Ludwig Pfandl, Juana la loca, su vida, su tiemo, su culpa, Madrid 1965. Rodriguez Villa, La reina dona Juana la loca, Madrid 1892 en Janine Villars, La reine folle d'amour. Le roman de Jeanne de Castille, Paris, 1961.
|
|