Samenstelling Stefan van den Bossche
Poëtisch bericht
Gedichten voor deze rubriek kunnen uitsluitend digitaal worden aangeboden via svdbossche@hotmail.com, met vermelding van postadres en bank- of postrekening.
Over de inzendingen wordt niet gecorrespondeerd.
Auteurs van gepubliceerde gedichten ontvangen achteraf een bewijsexemplaar en een honorarium.
De zee
In Lissabon proef je de zucht van verte,
waait een zoute bries door meisjesharen,
wanneer helden op cederhouten schepen,
hen stil groeten over de portokleurige zee.
Dit was een stad van wrakken en tonijn,
monsters speelden er met dolfijnen mee
De fado streelt er het eelt op de harten,
troostte achtergeblevenen bij de vloedlijn
En ik heb geluisterd naar het stille breken,
van stervende krabben die scharen wetten
Zag klippen van botten en ongeboete netten,
hoorde jouw stem in de branding smeken
Rotskathedralen hakten hier het ruwe water,
passaten waren de erosie van gouden kerken
in een zeilstad, waar ik op verlaten stranden,
je eeuwige liefde las, de golven wenkten.
Het plein
Wat banken, speeltuig, loomheid
mijn voetstap die even aarzelt,
Vrouwen kwelen volksheid,
luiken en blinden koesteren het voorjaar,
zwaluwen ondertekenen de schone lei
van blauw en vlokkig wit, ik buig-
met versleten zool en ziel,
tussen krijttekening en touwgetrek,
voor kokette bloemen en meisjes
En als mensen verdwenen zijn,
glinsteren guirlandes en lantaarns
over mijn hemelbed en sluimer ik
tussen mijn diepste wensen, de lente in
Mazurka
een verhaal voor de maan drijft
een lichaam rond het lied danst
zegt zij en bij de landing stoten wij op
fossielen, foto's, brokken keramiek, zelfs
zuigplekken, partituren, mozaïeksteentjes
een bakker zonder wetenschap wakker wordt
de cockpit in stilte het verhaal overstijgt
zegt zij en schakelaars en luiken klappen dicht
op het kneden dat de donkere kamer ophemelt
en de driekwartstap die ze mij nog moet schenken
Huishouden
we spreken de stoel af, het venster,
daarbuiten de put. hier het laken
en daaronder het naakte slopende meisje
midden de muur hangt ingekaderd
het toeziend oog; de camera's doen hun werk
en zonder hieraan afbreuk: een stoel wordt
geen stoel, houdt huis. zo ook het raamkozijn,
het tekort van de put. het haar dat haar bewaakt
de slaap sloopt niet meer droomt onafgesproken.
het venster graaft zich in het uitzicht in - eerlijk is eerlijk