Te gast
Gwendolyn Sommereyns, al jong meester in compositie
In juni 2005 werd Sommereyns meester in compositie met grote onderscheiding aan het Lemmensinstituut in Leuven. Ze was toen nog net geen 23 jaar oud. Ze werd geboren op 24 november 1982 in Leuven, woonde in Tervuren, en sinds vorig jaar met haar man in Heverlee. Thuis was er veel belangstelling voor cultuur, muziek en beeldende kunsten. Via ballet kwam ze terecht bij de piano en van de piano naar het horen en zelf optekenen van muziek, wat wij componeren noemen. Het werd van haar twaalfde een behoefte. Haar eerste stukjes waren voor piano. Toen ze veertien jaar werd erkende Sabam haar als componist. Als er wat borrelt in mijn hoofd moet het eruit, schrijft Sommereyns, en dan is het leuk wanneer uitvoerders verstaan wat achter de partituur schuil gaat en het nieuwe werk dan ook graag uitvoeren. In Neerpelt volgde ze een compositiestage bij Wim Henderickx. Vooraleer ze meester in compositie werd nam ze deel aan diverse wedstrijden. Ze werd tweemaal laureaat van de Muzizoek compositiewedstrijd: een eerste keer met het strijkkwartet Endeavour in 2002, en een jaar later met Avalon, een compositie voor gemengd koor. Cascade voor harp solo werd bekroond met twee prijzen tijdens de ISME - compositiewedstrijd in 2003. Hetzelfde jaar kreeg ze de aanmoedigingsprijs voor het werk Phoenix. Ze laat zich graag inspireren door mythen en sagen. Ik ben er altijd dol op geweest. Die werelden zijn net echt genoeg om verstaanbaar te zijn, maar gelijktijdig onecht genoeg om tot onze verbeelding te spreken. Bovendien draaien die sterke verhalen steeds om universele thema's die actueel blijven (en tijdloos zijn) en ons daarom zo kunnen raken. De feniks, het symbool voor de onsterfelijkheid, verrijzenis en leven na de dood, en bij de Egyptenaren geassocieerd met Ra, was haar inspiratiebron voor het gelijknamige werk voor harmonieorkest.
Met Poor Corydon, op teksten van Shakespeare, voor gemengd koor behaalde ze in 2005 de eerste prijs van de Nationale Koorcompositiewedstrijd Capella di Voce / Euprint. In Sinong Tao Kaya, voor sopraan en slagwerk, ligt een passioneel Filippijns gedicht uit de 19de eeuw aan de basis. De sopraanpartij verwerkt thema's uit de tekst zoals leven, liefde, dood en kosmos, en de slagwerker ondersteunt de stem of reageert op de dramatische inhoud. Sommereyns houdt van het lyrische en melodische en zelfs in complexe werken als Traces, geschreven voor het Spectra Ensemble, vindt men er sporen van terug.
Klaagzang voor Kayano, naar de gelijknamige gedichten van Marcel Pira, gaat over de bom op Nagasaki. Doorheen zeven gedichten ondergaat de auteur de verschillende fasen als een soort verwerkingsproces. Deze tektsten laat ze gedeeltelijk zingen door een sopraan en voordragen door een spreker, en verder gebruikt ze klarinet, bassethoorn en slagwerk. Momenteel werkt Sommereyns aan een groter werk voor symfonieorkest en aan een opdracht voor het Goeyvaerts Consort.
Simonne Claeys