Mozart: La Clemenza di Tito
Mijn opdracht is een kunstwerk voor te stellen dat niet typisch christelijk is, maar bij mij wel iets spiritueels oproept en mijn eigen levensovertuiging verdiept. Ik koos voor ‘La Clemenza di Tito’ van Mozart. Hoe kwam ik daarbij? Ik herinner mij dat een Zwitser, met de naam Hammer, jaren geleden een boek schreef met als titel: ‘De theologie van Mozart’. Mozart was geen theoloog en het boek ging ook helemaal niet over God. Hij wilde aantonen dat vier spirituele waarden een grote rol speelden in Mozarts werken en dus ook, volgens de auteur, in zijn leven. Het waren: de waarheid, de liefde, de vergeving, het sterven. Hij illustreerde dat uitsluitend aan de hand van zijn zeven grote opera's. Telkens ik er een van beluister, stel ik vast dat er een paar van die vier in het licht gesteld worden. Maar alleen in ‘La Clemenza di Tito’ zijn ze alle vier present. Dat ligt hem aan de tekst en daar heeft Mozart zelf nauwelijks inspraak in gehad. Maar het sluit goed aan bij wat we in zijn andere opera's met nadruk horen over een paar van de vier genoemde waarden. En ik kom nog elke keer onder de indruk van de verklanking ervan.
Een onbemind werk en min of meer terecht. Mozart krijgt de opdracht rond 15 augustus 1791 en moet klaar zijn voor een opvoering op 6 september. Het zal immers gespeeld worden bij de feestelijkheden van de kroning van Leopold II tot koning van Bohemen. Praag was Mozart altijd genegen geweest en men wendde zich tot hem, maar bijzonder laat. Bovendien werkte hij toen aan
Die Zauberflöte en had hij zich verbonden onverwijld een Requiem te schrijven. Daarbij kwam dat, zoals gezegd, het libretto haast zonder inspraak vastgelegd was: een tekst van Metastasio, omgewerkt door Mazzola, over de zachtmoedigheid van keizer Tito. Mozart kon hiervan alleen een
opera seria maken en was dat genre al lang voorbij. Een laatste moeilijkheid: hij was uitgeput en ziek en zou het einde van het jaar niet meer halen. Het resultaat was een vocaal werk, niet
Pol Darge, De toverfluit, 1998, ets, 10 × 13 cm
echt een opera naar zijn zin, met een ouverture, een aantal aria's waaronder enkele bijzonder mooie en toch ook een paar ensembles, die hij in die periode zo graag schreef.
Vitellia is de dochter van de vroegere keizer Vitellius. Zij haat Titus omdat hij niet ingaat op haar charmes. Zo kan ze Sextus, de allerbeste vriend van Titus, die dolverliefd is op haar, toch overtuigen om de leiding te nemen van een samenzwering tegen hem. Titus wil huwen met Servilia, de zus van Sextus, maar die heeft zich al liefdevol toegezegd aan Annius. Titus laat haar vrij wanneer ze hem dit vertelt en wil nu Vitellia huwen. Maar intussen hebben de samenzweerders Rome in brand gestoken en men is overtuigd dat Titus er in gebleven is. Maar Titus ontsnapte en het blijkt algauw dat Sextus de hoofdverantwoordelijke is. Hij wordt gevat, maar kan niet uitleggen waarom hij dit alles deed. Hij wil Vitellia sparen, nu ze door de keizer ten huwelijk is gevraagd. Titus krijgt het ook niet over zijn hart zijn (voormalige) beste vriend te doen sterven, maar is uiteindelijk helemaal het hart in als Vitellia komt bekennen dat zij had aangestookt tot samenzwering.
In dit vrij conventionele scenario komen mooie teksten voor over de vier geciteerde waarden. Ik citeer er, in vertaling, twee uit de mond van Titus. ‘Als een keizer streng moet optreden, goden die me dierbaar bent, ontneem me dan het keizerschap of geef me een ander hart. Als ik de aanhankelijkheid van de mensen niet kan bereiken door vriendschap, ontneem me dan het keizerschap, want ik wil niet dat het steunt op angst.’ En wanneer men hem vraagt de daders van de opstand met de dood te straffen: ‘Deden ze het uit lichtzinnigheid, dan hecht ik er geen belang aan. Was het uit dwaasheid, dan beklaag ik hen. Hadden ze misschien gelijk in wat ze deden, dan ben ik hen dankbaar. En was het werkelijk uit slechtheid, dan vergeef ik hen.’
Servilia laat haar liefde voor Annius voorgaan op de titel van keizerin. Titus waardeert dat Servilia het huwelijk met hem afslaat omdat ze van Annius houdt. Sextus laat zich uit liefde verleiden tot onnoemelijk verraad. Titus doet het uiterste om hem daarover te kunnen verontschuldigen. Vitellia denkt enkel aan wraak en misbruikt de man die haar eindeloos liefheeft, maar gaat door de knieën door het edelmoedige voorbeeld van Titus. Het zou allemaal al lang vergeten zijn zonder de muziek van Mozart, die er ondanks alles in slaagt, doorheen zijn nochtans vlug geschreven muziek, enkele van zijn eigen opvattingen en gevoelens over spiritualiteit gestalte te geven. Omdat ze ook de mijne zijn, hoor ik ze er graag in weerklinken.
Arthur Luysterman