Te gast
Klaas Verplancke
Klaas Verplancke (Zwevegem, 1964) profileerde zich de jongste jaren als een veelzijdig kinderboekenillustrator. Naar aanleiding van zijn overzichtstentoonstelling op Picturale 2005 in Ronse onthulde hij een metershoge gevelillustratie. Het was een uitdaging om een gewone illustratie om te zetten naar een weeren windbestendig groot formaat. Illustrator en auteur Klaas Verplancke houdt wel van dergelijke uitdagingen. Zijn werk is heel herkenbaar in de figuratie maar hij zoekt telkens naar nieuwe manieren om een inhoud, een emotie zo treffend mogelijk op papier te zetten. Daarom experimenteert hij met technieken, kleuren en materialen.
Zijn eerste illustraties voor een kinderboek maakte hij in 1990. Als ‘dienende’ illustrator bij het werk van andere auteurs tekende hij aanvankelijk semi-realistisch. De humor, die al van in het begin aanwezig was, trad gaandeweg meer op de voorgrond. Hij maakte een tijdlang vooral karikaturale, grappige tekeningen, onder meer in de informatieve boeken die hij samen met Marita de Sterck publiceerde en in zijn eigen boek De bolletjestrui. In 2000 verscheen Ozewiezewoze, een bundel klassieke kinderliedjes verzameld door Jan van Coillie, met vrolijke compilatietekeningen in een uitgekiende vormgeving. Voor het gedurfd experimenteren, het groot creatief vermogen, de verfijnde humor en de vorm- en kleurbeheersing van dit boek kreeg hij in 2001 een Bologna Ragazzi Award.
De tekeningen in Ozewiezewoze zijn met de computer ingekleurd maar Klaas Verplancke laat zich niet vastpinnen op een succesformule. Hij werkte eerder al met scraperboard, met collages en composities die hij fotografeerde en bewerkte. In Jot schildert hij voor het eerst met waterverf op canvaspapier. In dat werk - en nog sterker in Wortels, in Reus en Nopjes - concentreert hij zich op eenvoud in de compositie en op een doordacht scenario waarin emotie, dramatiek en sfeer voorop staan. Hij legt veel expressie in de lichaamstaal van zijn figuren en werkt met minimale decors die een grote suggestieve kracht uitstralen. Zijn boeken zijn telkens projecten waarbij tekst en tekeningen samengaan maar waarbij ook papierkeuze, kleur, formaat en belettering belangrijk zijn.
Klaas Verplancke laat indrukken uit andere kunstvormen, zoals fotografie, schilderkunst, strips en film, op hem inwerken en haalt er verteltechnieken uit die hij naar zijn hand zet.
De met een Boekenpauw bekroonde illustraties in
Heksje Paddenwratje van Henri van Daele zijn ondeugende portretjes, geïnspireerd op oude tarotkaarten. Naargelang het onderwerp, laat hij zich inspireren door de donkere, aardse sfeer van Permeke, in
Djuk het kolenpaard van Ford Lapijn van Henri van Daele of door de bizarre creaturen van Jeroen Bosch in
Wat de ezel zag van Frank Adam. Klaas Verplancke is goed in visuele knipoogjes, in het vatten van verschillende betekenislagen in één
[uit: Wortels]
beeld. Zo schilderde hij in het boek
Woorden Wekken twaalf illustraties over lezen, waarin hij speelt met koppen, brillen, boeken en armen
Klaas Verplancke is een van onze toonaangevende illustratoren. In 2004 maakte hij als eerste Vlaamse illustrator deel uit van de jury in Bologna en hij is genomineerd voor de Hans Christian Andersen Award 2006. Hij is een gedreven vakman die sterk met zijn werk bezig is en steeds nieuwe wegen zoekt.
Ria de Schepper