De eerste e-literatuur
Nelsons multimediaal concept van de hypertekst leidde in de loop van de jaren tachtig van de twintigste eeuw tot een nieuw
Afternoon van Michael Joyce uit 1990 (http://www.eastgate.com) wordt als eerste hypervertelling beschouwd.
http://www.memmot.org/talan/
genre in de literatuur: de zogenaamde hypertekstliteratuur, de eerste vorm van e-literatuur. Via cd-roms kreeg de lezer een multimediaal traject aangeboden waarbij hij
à la carte, in een aan te klikken menu, zelf kon beslissen welke verhaalelementen en verhaallijnen hij wenste te volgen. De lezer kon interactief zijn eigen verhaal bij elkaar puzzelen en een vertelling in elkaar timmeren die niet alleen geschreven werd maar ook te beluisteren viel en geïllustreerd was.
Afternoon van Michael Joyce uit 1990 (http://www.eastgate.com) wordt als de eerste hypervertelling beschouwd. In de Nederlandstalige literaire
e-scene waren het vooral Louis Stiller en Didi de Paris die in het begin van de jaren negentig trachten aan te knopen bij het multimediale teksttapijt dat Joyce - geen familie van - met elektronische middelen had geweven. Stiller had tot voor kort met
album (http://www.album.nl/album2004.html) een eigen webstek waar je interessante voorbeelden van het hypertekstliteraire genre kon inkijken of binnenhalen, al dan niet tegen betaling. Stiller was niet alleen een doener maar ook een denker en gaf interessante commentaar bij deze eerste vormen van digitale literatuur. De Paris voelde zich eerder aangetrokken door het underground-karakter van een nieuw, anarchistisch medium dat de makers zelf naar eigen goeddunken konden bespelen, zonder tussenkomst van commerciële sluiswachters, zoals uitgeverijen. Hij maakte tussen 1992 en 1994 vijf afleveringen van zijn
Brain Drain Diskmagazine. Wie zich abonneerde op dit eerste Nederlandstalige
e-(maga)zine avant la lettre, kreeg een schijfje thuisbezorgd met sobere grafische en visuele tekstexperimentjes die bij Stiller en Joyce heel wat uitbundiger - en professioneler - waren gestoffeerd. Hoe dan ook, De Paris komt in Vlaanderen de eer toe dat hij er de e-literatuur introduceerde.
Ondertussen konden de hyperteksten op het web zelf worden ingekeken en hoefden schijfjes niet langer. Paul Mennes, ook nooit te beroerd om iets nieuws uit te proberen, startte medio jaren negentig een tekstplatform op waar iedereen die het wou zijn stukje verhaal kon neerpoten. Mennes zelf fungeerde als literaire ceromoniemeester die het openingsfragment schreef en daarna kon iedereen die wilde meeschrijven. Emp en Becky heette deze collectieve webtekst die het moest hebben van een absurde liefdesstory tussen twee verliefde wolkenkrabbers (de Empire State Building en het Chryslergebouw) in New York. (Tom Lanoye heeft deze setting trouwens geplagieerd toen hij ter gelegenheid van Antwerpen Wereld boekenstad in 2004 de Boerentoren zijn liefde liet verklaren