Even wat (getemperd) chauvinisme... Piet Arfeuille, (docent aan de toneelacademie in Maastricht, regisseur, acteur en dramaturg), toonde zich recent zeer gedreven en bedreven in wat, nog wat veraf misschien, installatietheater zou kunnen genoemd worden. Stapsgewijs, via verkenning en experiment, kwam hij tot een ver doorgedreven ‘vorm’ van cross-over-theater in Are you ready, are you ready for love?, dat die nieuwe term (voorzichtig) inhoud geeft.
Een gesprek met Piet Arfeuille naar aanleiding van zijn interpretatie van Ödön Von Horvath's Casimir en Caroline. Niet door iedereen op gejuich onthaald omwille van de sociaal-politieke ambiguïteit die sommigen in zijn visie meenden te herkennen én te moeten afkeuren, maar in een heel krachtige cross-over die tot de verbeelding van menig theaterliefhebber sprak. Cartoontheater met grote tekstballonnen. Niet in de suggestieve zwart-wit van Maus maar, tegelijk chaotisch en krachtig, in de schreeuwerige stripkleuren van de vormverblinding.
In het spoor van, bijvoorbeeld, Guy Casiers, zoekt Arfeuille de cross-over op het theater maar dan een cross-over die, anders dan bij Casiers, het instrumentarium van de ‘andere’ media zowel als de anekdotiek van het verhaal overstijgt. Een dubbele ambitie waarvan de theatrale consequenties hem duidelijker werden bij de montage van Woydzek. Filmisch toneel, cinematografisch theater is pas interessant als het tot stand komt zonder de zichtbare aanwezigheid van de technische middelen van camera en projectie. Fotografie heeft haar eigen wetmatigheid die op het toneel niet of maar sporadisch en fragmentarisch werkt. Acteurs in de lege ruimte zetten, zoals Peter Brook voorschrijft; de ruimte fotografisch evoceren, zoals Hopper en Thielmanns dat zo virtuoos doen; de spanningen tussen acteurs en ruimte filmisch tonen met alleen (nieuwe) theatrale middelen zoals de uitdaging uitnodigend afdwingt, dat zijn voor Piet Arfeuille de voorwaarden en garanties voor een geslaagde cross-over. Terug naar Woydzek. In die productie wordt een crossover van de cross-over voorbereid. Een grauwe, betonnen gang als de versteende claustrofobie van een bunker, wit elektrisch TL-licht dat flikkerend tegen de vaalheid danst, een grote, loodzware, metalen deur. Alles toe, dicht als een foto. In die haast onwezenlijke (virtuele) ruimte projecteert de regisseur de personages. Veel speelruimte (actieradius) hebben ze niet. Ze ‘evolueren’ op het snijpunt van de verticale as van het hier op de horizontale as van het nu. Daardoor ontstaat een heel aparte soort spanning die door de tekst veel eer en veel meer wordt onderschraagd dan ‘opgeroepen’. Tekst is in die beeldencompositie zelfs niet echt primordiaal meer. Het komt op de emoties aan. Er is natuurlijk de anekdotiek van het verhaal, maar die vertelt zichzelf. Hoe overstijgt de emotie de epiek, het
narratief gebeuren? Hoe genereert de acteur de emotie van binnen uit? Hoe komt een cross-over tot stand boven de techniciteit van de multimediale montage? Kan de beeldhouwer antwoord bieden?
Beeldend kunstenaar Anthony Gormley slaagt er in de grote emoties te modelleren door zijn krachtige beelden heel strak in de ruimte te positioneren en daardoor een intense geladenheid te geven. Bij het aanschouwen van Gormley's werk (recent te zien op het strand van Oostende), lijkt het erop alsof de sculpturen spontaan tot stand komen vanuit een innerlijke, een inwendige energie, dat de vormexpressie van binnen uit wordt gemodelleerd door een stuwende energie. Die scheppende energie wil Piet Arfeuille naar het theater transfigureren. Daarom coacht hij zijn acteurs op een heel andere dan de ‘traditionele’ manier, veel minder vanuit een determinerende tekstanalyse, maar vanuit de visie dat het lichaam een soort container is waarin energie kan opgeroepen, opgepompt worden. Als die energie van binnenuit het lichaam stuurt bekom je sculptuur, beeld, positie die op een zeer beeldende manier de emotie opwekt die uit een tekst spreekt maar die niet langer exclusief door die tekst wordt gedragen. De nieuwe dimensie (herdimensionering) die door dat proces aan de sculptuur van het personage wordt gegeven overstijgt de signaaltaal van de acteur. En dat is al heel dicht bij de cross-over die Piet Arfeuille wil realiseren.
In
Are you ready, Are you ready for Love? dat hij in Nederland creëerde gaat Arfeuille nog een stap verder dan in Woydzek. Zijn ambitie was een manier te vinden om met het verhaal meer te vertellen dan alleen maar het verhaal. Om onder, naast of boven
In Are you ready for love bestaan de personages gewoon vanuit de poëzie van hun zijn, zonder de controle van een maatschappelijk imperatief om zich te gedragen of iets hoog te houden.
[Foto: Joep Lennarts]
het verhaal het eeuwige verhaal van de existentie, van leven en dood te vertellen. Daarom wilde hij zijn acteurs gewoon laten bestaan en uit zichzelf de energie en de concentratie laten ontwikkelen of genereren die daarvoor nodig zijn. Het gegeven is ontleend aan de roman
Fanfan van Alexandre Dujardin (1993). Nogal archetypisch en van romantische snit. Een wat vereenzaamde en vereenzelvigde jongeman leeft een routineus en weinig avontuurlijk leven op de as werk-flat-werk-flat. Adept van de grootstedelijke situatie ziet hij zijn levensverwachtingen en dromen versmacht worden door het liberalisme. Hij wordt een personage uit een schilderij van Hopper: zijn eenzaamheid leidt tot zelfvergetelheid en die leidt tot een soort ultiem intimisme. In de flat naast de zijne woont een meisje op wie hij