| |
| |
| |
Zes Vlaamse Efemeren
Een portfolio
Patrick Auwelaert
Om een of andere reden is ‘efemeer’ een begrip dat in is tegenwoordig. Vooral dan in de beeldende kunsten, waar het meestal op slaat. In het verleden was dat ook al het geval met begrippen als ‘epifanie’ (zie de gelijknamige groepstentoonstelling rond actuele kunst en religie in de Parkabdij van Heverlee in 2000) en ‘serendipiteit’ (het kernthema van de Poëziezomer in Watou in 1999). Plotseling waren ze daar, vrijwel niemand die wist waar ze vandaan kwamen of wie ze had opgedolven uit de goudmijn van Van Dale. Want voor alle duidelijkheid: het ging niet om neologismen, maar om bestaande begrippen. Alleen was er geen mens die ze gebruikte. Tot ze, als door een langzaam proces van osmose, geleidelijk aan doordrongen tot het vakjargon in de Vlaamse kunstwereld en er gemeengoed werden. Efemeer dus. Van Dale kent er drie betekenissen aan toe: 1. één dag durend; 2. (bij uitbr.) kortstondig, voorbijgaand; 3. (van een plantensoort of vegetatie) zich op een bep. plaats slechts zeer kort handhavend. Hier is vooral de tweede betekenis van toepassing. Het gaat dan om het werk van kunstenaars die enerzijds werken met niet in een kader te vatten of in brons te gieten media als licht, lucht, mist, klank, geluid, vloeistoffen, geur, enzovoort - media die na verloop van tijd hetzij door menselijke ingrepen, hetzij op natuurlijke wijze verdwijnen - of die anderzijds happenings organiseren of performances opvoeren, waarvan de eventuele vastlegging op film, video of foto slechts een momentopname is van een kunstwerk dat op het ogenblik
Benjamin Verdonck, Hirondelle/Dooi vogeltje/The Great Swallow, 2004
[Foto: Alexis Destoop]
| |
| |
Maria Blondeel, Wachtsoniek, HAS: A Sunny Day, 1998-2004
[Foto: Sarah Blee]
van de opname al voorbij is of bezig is te verdwijnen. Wat niet wil zeggen dat dat voorbijgaande niet kan worden herhaald, zij het op een identieke, veelal mechanisch bewerkstelligde manier, zij het in een lichtjes of sterk gewijzigde vorm. Want voor alle duidelijkheid: net als kunstenaars die met klassieke middelen werken - schilders, beeldhouwers, grafici - trachten tal van ‘efemere kunstenaars’ ook een zekere mate van duurzaamheid in hun werk te leggen. Daartoe bouwen ze of maken ze gebruik van bestaande installaties, instrumenten of toestellen die naar believen op actief of non-actief kunnen worden gezet. Een perfect voorbeeld van dit laatste is het werk van Ann Veronica Janssens: met één enkele spot slaagt zij erin een muur van mist of althans de illusie ervan op te roepen - een zinnenprikkelende ervaring. Het efemere in dit werk schuilt dus niet in de oordeelkundig geplaatste spot, maar in het effect ervan op de omgevende ruimte. Eens men de stekker van de spot uittrekt, is ook het effect en daarmee het kunstwerk verdwenen. In deze bijdrage brengen we een zestal ‘Vlaamse Efemeren’ samen. Hun werk mag dan niet zo duurzaam of blijvend zijn als dat van ‘niet-efemere kunstenaars’, het is daarom niet minder waardevol. Het ademt, het licht op, het geurt, het flappert met zijn vleugels, het schittert, het trilt, het vloeit. Kortom, het lééft.
| |
Benjamin Verdonck (o1972)
Studeert op 1 april 1995 af aan het Koninklijk Vlaams Muziekconservatorium Antwerpen, afdeling Podiumkunsten, bij Dora van der Groen.
Acteert onder andere bij het Zuidelijk Toneel, Toneelgroep Hollandia, De Roovers, Dood Paard, Walpurgis, Dito'Dito, Lampe, en Het Muziek Lod.
Maakt muziektoneelvoorstellingen i.s.m. ontwerpster Valentine Kempynck en Muziekmakerij Think of One.
Schrijft over en voor theater (Metamorphosen, I'm Happy Men, ik ben een pegelhuis) en maakt toneel (misschien wisten zij alles, wewilllivestorm).
Legt zich vanaf 2000 toe op een onderzoek naar kracht en functies van theatraliteit in de openbare ruimte. Het leidt tot projecten als Bara/ke 2000 ('00), Hirondelle/Dooi vogeltje/The Great Swallow ('04) en shopping=fun ('00 tot op heden). In het eerste wordt op het Baraplein in Brussel/Kuregem een paalwoning neergezet, waar Verdonck 14 dagen in woont en speelt. Hij praat veel met
| |
| |
de voorbijgangers. De laatste dag verandert zijn huis in een zwaan. Hij schrijft hierover een week lang in De Morgen. In het tweede project gaat het om een 7 dagen durend toneelstuk dat zich op 32 m hoogte in een zwaluwnest tegen het administratief centrum van de stad Brussel voltrekt over een man die komt, ziet en (in een poging zijn toeschouwers te omhelzen) valt. Een jaar later wordt dit toneelstuk opnieuw gespeeld tegen de Rotunda building in Birmingham.
Voor de periode 2006-2009 wordt zijn werk gesteund door het Nieuwpoorttheater (Gent), de KVS (Brussel) en Het Toneelhuis (Antwerpen).
Toekomstige projecten: een nieuw publiek werk in Antwerpen (oktober '06) en een nieuwe dansvoorstelling i.s.m. Fumyio Ikeda en Alain Platel (december '06).
Website: www.benjamin-verdonck.be
| |
Maria Blondeel (o1963)
Leeft en werkt in Sint-Amandsberg.
Werkt sinds midden jaren tachtig aan artistieke experimenten in het domein van de klankkunst. Legde zich meer specifiek toe op sonificatie en het omzetten van licht in geluid, om een ander inzicht te verkrijgen in complexe visuele processen. Won in 1995 voor haar audiovisuele installatie G de Oost-Vlaamse Provinciale Prijs voor Fotografie. Verwezenlijkte sonische lichtinstallaties en plaatsspecifieke werken voor voertuigen, telefoon en radio. Nam deel aan concerten en performances i.s.m. muzikanten en produceerde cd's en video's. Haar werk werd tentoongesteld in galeries, musea en op festivals in Europa, de V.S. en Azië.
Realiseerde Wachtsoniek, HAS: A Sunny Day, een permanente sonische lichtinstallatie voor telefoon, in opdracht van de Vlaamse Bouwmeester voor het Vlaams Administratief Centrum in Hasselt. In het kunstwerk wordt het licht in het atrium van het gebouw omgezet in geluid dat via de telefoon beluisterd kan worden. Naast het aanwezige daglicht wordt met artificiële lichtbronnen gewerkt die in wisselwerking staan met het daglicht en die bij valavond waarneembaar worden, waardoor de kantoorblokken vóór en na de kantooruren een ander uitzicht verkrijgen. Twaalf sensors zijn verbonden met klankgenerators die de frequenties van blokgolven moduleren. De gegenereerde toonhoogte stijgt of daalt met de intensiteit van het licht dat op een sensor valt. Overdag kan aldus naar het invallende zonlicht worden geluisterd. Afhankelijk van de weersomstandigheden en het tijdstip van zonsondergang en -opgang bepaalt het aantal lumen van de elektrische verlichting de toon. 's Avonds is er om het half uur een 12 minuten durende lichtcompositie te horen die Maria Blondeel schreef voor de 208 fluorescentielampen in de koofverlichting van de ramen.
Het werk kan telefonisch beluisterd worden op: +32 (0)11 74 29 29.
Website: www.mariablondeel.org
| |
Peter De Cupere (o1970)
Leeft en werkt in Antwerpen en Parijs.
Studeerde publiciteit en grafische vormgeving aan het Phiko Hasselt en vrije grafiek aan Sint-Lucas Brussel. Is laureaat van het Hoger Instituut voor Schone Kunsten Antwerpen.
Werkt met geuren in de vorm van geurinstallaties, zeepschilderijen, geurschilderijen, geurobjecten, zeepwerken, parfums, bloemen, geurfilms en geurhappenings. Maakt ook foto's, video's, tekeningen en maquettes rond geur.
Persoonlijke tentoonstellingen in o.a. het S.M.A.K. (Gent), Tim Van Laere Gallery (Antwerpen), Z33 (Hasselt) en Sint-Lucas Stichting (Brussel). Groepstentoonstellingen in o.a. Watou, Over The Edges (Gent), V.U.B. Gallery (Brussel), Sonsbeek 9 (Nl.), Hanne-Münden
Peter De Cupere, Olfactiano VII
[Foto: Copyright Peter De Cupere]
www.scentconcerts.com
(Dl.), San Gimignano (It.), Akademie der Künste (Berlijn), Barcelona en het Momu (Antwerpen).
Geniet recent vooral bekendheid met zijn Olfactiano VII, een ‘geurpiano’ die gebruikt kan worden in combinatie met geluiden, films of kleurenprojecties. Daarmee beoogt hij een soort van metazintuiglijke ervaring op te wekken die verder reikt dan louter kijken of ruiken. De Olfactiano VII werkt als een kruising tussen een piano en een orgel. De ‘geurcomponist’ maakt gebruik van regelbare luchtdruk om tot een ‘geursonate’ te komen. Het instrument telt 27 toetsen, wat toelaat om meer dan 4 374 combinaties te vormen, afhankelijk van de geurintensiteit. Telkens een toets ingedrukt wordt, komt uit een koker aan de achterzijde van het instrument de bijpassende geur vrij. Door het tegelijk indrukken van enkele toetsen kunnen aldus ‘geurakkoorden’ gevormd worden. De geurintensiteit hangt af van de plaats waar het ‘geurconcert’ doorgaat, van de ventilatie en de temperatuur in de ruimte en van het aantal deelnemers aan het concert. Alle mogelijke geuren zijn toepasbaar: van welriekende parfums tot etensgeuren. De Cupere gaf reeds geurconcerten in de Beursschouwburg te Brussel, tijdens ‘De Nachten’ te Antwerpen, in de tentoonstelling ‘Femcity’ te Mechelen en sporadisch ook voor blinden en slechtzienden.
Website: www.peterdecupere.com
| |
| |
| |
Lieve D'hondt (o1963)
Leeft en werkt in Gent.
Studeerde beeldhouwkunst aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten Gent ('83-'86) en mixed media aan de Hogeschool Gent, Departement Architectuur, Audiovisuele en Beeldende Kunst ('98-'00).
Tal van individuele tentoonstellingen, groepstentoonstellingen en samenwerkingsprojecten in binnen- en buitenland.
In het werk van Lieve D'hondt komen de klassieke werkprocessen van beeldhouwen, tekenen en architectuur terug, waarbij de grenzen tussen de verschillende disciplines vervagen. De multimedia-interventies en installaties bespelen de parameters aan/afwezigheid, tijd, ruimte, codes en verschijningsvorm. Constructie en reconstructie van structuren verwijzen subtiel naar het perceptieproces en de culturele context. Recente projecten focussen op de bezetting van ruimte en het interpreteren van haar betekenis en inhoud. De materiaalkeuze en de plaatsing van de elementen ten opzichte van elkaar en in de ruimte is weloverwogen gecomponeerd.
Het switch-project is een voortvloeisel uit de gelijknamige tentoonstelling in het Museum Dhondt-Dhaenens in Deurle ('03), die werd gerealiseerd door Edith Doove. Er werd gebruik gemaakt van zogenaamde bollenautomaten, waarbij de half doorzichtige bollen gevuld werden door diverse kunstenaars. Lieve D'hondt werkte met vijf bollen, die ze beschouwde als kleine architecturale lege ruimtes, waarin ze een voor haar kenmerkend werkje of element plaatste. De vijf inhouden samen stonden voor de kernthema's in haar oeuvre. De bollen werden gefotografeerd. Een bijkomend aspect daarvan was dat de omliggende ruimte in de bollen werd weerspiegeld, wat een interessant poëtisch perspectief opleverde.
Website: users.pandora.be/lievedhondt
Lieve D'hondt, switch03, 2003
[Foto: Lieve D'hondt]
| |
Bram Vreven (o1973)
Leeft en werkt in Den Haag.
Persoonlijke tentoonstellingen, groepstentoonstellingen en projecten in binnen- en buitenland.
De oorsprong van zijn werkzaamheden als beeldend kunstenaar ligt in 1998. Hij
Bram Vreven, Vloei-Flow III, 985 × 40 × 12 cm, 2005
[Foto: Bram Vreven]
zegde toen vaarwel aan zijn avonturen in de jazz en besloot een aantal klankinstallaties te bouwen. De aanleiding voor deze werken was de ontdekking dat veel mensen schijnbaar geen onderscheid (meer) konden maken tussen een akoestisch geproduceerd geluid en een reproductie via luidsprekers. Door beide
| |
| |
typen geluid in ondoorzichtige maar geluiddoorlatende witte zuilen te verpakken, verplichtte hij het publiek een auditief onderscheid te maken.
Besteedde in de daaropvolgende periode evenveel aandacht aan het visuele als aan het auditieve. Duidde zijn werken daarom niet meer als klankinstallaties aan, maar als installaties waar geluid een onderdeel van vormde. Daarnaast kreeg het element beweging een steeds belangrijker rol in zijn werk. Beweging verbond voortaan niet zelden het zicht- en hoorbare op een eigenzinnige, bijna choreografische manier.
In zijn recente werken gaat hij op zoek naar de bewegingsmogelijkheden van water. Onder de serienaam Vloei-Flow wordt deze vloeistof aan nauwkeurig gecontroleerde bewegingsprocessen blootgesteld. Een diversiteit aan vloeipatronen, golven en stromingen komt letterlijk naar de oppervlakte. Hierbij stelt Vreven zich de vraag in welke mate de ‘vloeiweg’ reproduceerbaar is. Valt die ene mooie rimpeling nog een keer over te doen? En zo ja, in welke mate is deze dan identiek aan haar voorganger?
Het hierbij gereproduceerde werk, Vloei-Flow III, toont 24 met water gevulde buisjes die om hun centrumas draaien. Ze kunnen extreem traag, maar ook vrij snel draaien, en zijn zeer precies te controleren. Dat verschaft Vreven de mogelijkheid uitgebreide ‘choreografieën’ voor het werk te realiseren, waarbij het contrast tussen de strakke mechaniek en het organisch bewegende water centraal staat.
Website: www.bramvreven.com
| |
Ann Veronica Janssens (o1956)
Leeft en werkt in Brussel.
Persoonlijke tentoonstellingen in o.a. Galerie Micheline Szwajcer (Antwerpen), Pratt Manhattan Gallery (New-York), Kunstverein München, Galeria Toni Tàpies (Barcelona), Venezia Biennale (It.), De Vleeshal (Middelburg) en het Musée d'Orsay (Parijs). Groepstentoonstellingen in o.a. The Museum of Contemporary Art (Los Angeles), Paleis voor Schone Kunsten (Brussel), Hayward Gallery (Londen), China, Museum Boijmans Van Beuningen (Rotterdam), Nicole Klagsbrun Gallery (New-York), Sydney (Austr.), Stockholm Konsthall (Zweden) en het MUHKA (Antwerpen).
Het werk van Ann Veronica Janssens is gerelateerd aan begrippen als waarneming, leegte, (on)stoffelijkheid en oneindigheid. Als een beeldhouwer werkt zij op minimalistische wijze met licht, geluid en ruimte. Haar werk valt op door een heldere vormgeving en de materiaalkeuze: transparant, glanzend of juist verdicht en schijnbaar ontoegankelijk. Dikwijls
Ann Veronica Janssens, Untitled, variable dimensions, 2002
[Foto: Courtesy Galerie Micheline Szwajcer]
weerkaatst het licht en ook de omgeving en dit zorgt voor een verrassend optisch effect. Ze gaat zelfs nog een stap verder en vult de tentoonstellingsruimte met ‘lucht’ in de vorm van stikstofdamp. Ook met klank kan ze haar accent op de ruimte laten doorwegen. Ze werkt altijd in situ en haar werk heeft altijd betrekking op de ruimte. In elke tentoonstellingsruimte brengt ze minuscule maar soms ook complexe ingrepen aan. Veel van die manipulaties staan in correlatie met de architectuur van het gebouw of de plaats waar ze tentoonstelt. De toeschouwer kijkt zo op een heel andere manier naar die omgevende ruimte. Janssens doet met haar vluchtige en vaak tijdelijke werken een beroep op de zintuigen van de toeschouwer. Wat overblijft, is een impressie, die uit het subtiele samenspel tussen waarneming en verbeelding is gevormd. Het bijgaande werk - een muur van mist die ze realiseerde in Galerie Micheline Szwajcer in 2002 - is daar een mooi voorbeeld van.
|
|