taire bevatte uiteraard kritiek op het kolonialisme, maar ik heb tegelijk mijn vader vergeven. Kazungu toont dat het gesprek vandaag toch mogelijk is, als we dat willen. Ik denk dat dat ook de basis is van het wereldwijde succes van die film. Iedereen herkent er een stukje van zichzelf in. Iedereen is tenslotte het resultaat van een vermenging. Ook in België verklaart dat de interesse van de media voor de film - al heeft het zeker ook te maken met het feit dat Kazungu heel succesvol gelanceerd werd op het Open Doek filmfestival in Turnhout. Van zo'n ondersteuning ben je toch altijd afhankelijk.
Hoe verklaar je de quasi-afwezigheid van regisseurs van allochtone afkomst in het filmwereldje in Vlaanderen?
Op de eerste plaats omdat het zo'n gesloten wereldje is. Ik had dit soort producties ook niet kunnen maken aan het begin van mijn carrière. Nu maak ik deel uit van het wereldje, ken ik God en klein Pierke en vinden mijn producten dus makkelijker hun weg. Een allochtoon die zich een weg wil banen in de filmwereld kan het in Vlaanderen wel bijna vergeten. In Franstalig België of Nederland zijn er meer kansen. Vlamingen zijn gewoon over het algemeen erg conservatief. Zij riskeren zich niet aan onbekend talent. Toch geloof ik dat daar kentering in kan komen. Kijk naar het buitenland: de Vlamingen behoren waarschijnlijk tot de beste ontwikkelingshelpers ter wereld, ze zijn dus niet per definitie veroordeeld tot xenofobie of racisme. Er zitten kansen in deze maatschappij, we moeten ze alleen bovenspitten. Daarvoor moeten Vlamingen wel af geraken van hun historische complexen en van hun conservatieve reflex.
Kan film daartoe bijdragen?
Dat zou kunnen, als mensen toegang zouden krijgen tot andere films. Het probleem
Vlamingen zijn over het algemeen erg conservatief. Zij riskeren zich niet aan onbekend talent.
is dat de mainstream media het venster naar de wereld niet opzetten, maar steeds kleiner en geslotener maken. We zijn bergaf beginnen gaan met Jambers en vandaag moet de hongersnood in Soedan wijken voor de hond van mijn buur die kakt op mijn stoep. Intussen - of daardoor - stemt een kwart van de Vlamingen op een rechtse en racistische partij. Als ik mijn ogen sluit, zie ik de jaren dertig weer aangemarcheerd komen. Toch gaat het feest hier vrolijk verder. Het schip van een open en verdraagzame samenleving loopt op de klippen, maar het orkest van de gecommercialiseerde televisie speelt onverstoord verder. Nogmaals: het verdringen van de geschiedenis leidt tot toekomstige vergissingen.
Een ander project waarbij u - als raadgever - betrokken bent, is de enscenering van Les Nègres van Jean Genet in een regie van Rik Henké. Is dat ook een poging om het publiek een historisch bewustzijn te schoppen?
Absoluut. Genet heeft in de jaren vijftig de logica van uitsluiting aangeklaagd. Hij werd zelf verstoten, dus hij wist waarover hij sprak. Daarom koos hij consequent voor de zwakkeren: voor de Palestijnen, voor de Black Panters,... Voor hem bestaat ‘de neger’, de minderwaardige mens in de zin zoals ook John Lennon over ‘the nigger of the world’ zong, enkel en alleen in het hoofd van de blanke overheerser. Alle acteurs in het stuk zijn zwarten. Je hebt de groep negers die een blanke vrouw vermoord hebben en je hebt de negers die hen - volgens blanke maatstaven - oordelen. Het sterke aan het stuk is dat de eerste groep ‘zwart’ wordt omdat ze aan de zelfkant van de samenleving zitten, terwijl de andere ‘wit’ wordt omdat ze macht uitoefenen over het leven van die zwakkeren. In die zin is het ook een omkering van de Amerikaanse Black Minstrel Show, waarin een blanke zich zwart schminkt om de rol van entertainer te spelen.
Als Genet het stuk in 1958 schreef en jullie brengen het in 2004 op de planken en via video op het scherm, betekent dat dan ook dat de Europese samenleving de voorbije vijftig jaar niet echt grondig veranderd is?
Op het vlak van multiculturaliteit zeker niet, neen. Alleen al het feit dat we voor deze productie niet anders konden dan in Nederland op zoek te gaan naar voldoende zwarte, professionele acteurs, zegt heel wat over de manier waarop België met zijn eigen kolonie is omgegaan en over de wijze waarop er ook vandaag nog onvoldoende aandacht is voor de Afrikaan in ons verleden. Vlaanderen heeft een achterstand van honderd jaar op zijn eigen geschiedenis, en beseft dat niet eens. Was het maar een kwestie van koppige slechte wil, dan kon je er makkelijker tegen vechten. Nu is het een zaak van collectieve blindheid. Hoe kan je dan hopen dat mensen zien wat er gebeurt? De draagwijdte van de groei van het Vlaams Blok zal pas over twintig jaar duidelijk worden. Wij worden op cultureel gebied achteruit geslagen, onder andere omdat de andere grote partijen het discours en het programma van het Blok overnemen en uitvoeren. Niet de vreemdelingen zijn het probleem, de ontredderde samenleving is het probleem. Als ik programmadirecteur zou zijn op een Vlaamse televisiezender, dan zou ik al die mopperende Vlamingen die alleen maar vol van zichzelf zijn, in het donker zetten: ze zouden niet meer aan bod komen. Wat ik wel zou tonen, zijn alle mensen die open staan voor de wereld en voor hun medemensen, alle pogingen om het gesprek over grenzen aan te gaan. De ontmoeting en de onzuiverheid, daarin ligt de hoop voor de toekomst.
Dit nummer van Kunsttijdschrift Vlaanderen staat vol allochtone kunstenaars. Is dat een goed alternatief?
Neen. Ik wil de opzet niet bekritiseren, maar ik zie er niet veel heil in om met die paar allochtonen op een kluitje bij elkaar te gaan staan en elkaar te omarmen. Bovendien ben ik geen allochtoon, ik ben een Belg. Voor mij is het gewoon een kwestie om aandacht te hebben voor de zwaksten, welke kleur, naam of afkomst ze ook hebben. Ik voel niets voor een opsplitsing in wij en zij. Dat leidt alleen maar tot een situatie - zoals we nu meemaken - dat machteloze asielzoekers in hun asielcentrum aangevallen worden door gemaskerde mannen. En niemand reageert. Dat kan toch niet langer zo?
Het derde project waarmee u momenteel aan de slag bent, is Ishango. Daarin draait het om een beentje dat 20.000 jaar geleden in het huidige Oost-Kongo gevonden werd en waarin de allereerste wiskundige reeksen gegroefd werden.
Ishango is mijn stokpaardje, omdat het bewijst dat Les Nègres - de verworpenen