Vlaanderen. Kunsttijdschrift. Jaargang 53
(2004)– [tijdschrift] Vlaanderen. Kunsttijdschrift– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 287]
| |
De lenigheid van de gnawa
| |
Commerciële dansvormenLarbi is een volbloed Antwerpenaar (o10 maart 1976): een paar keer vermeldt hij dat het hem spijt dat hij niet vaker in ‘zijn’ stad kan werken of optreden. - Ondanks de verkiezingsresultaten van 13 juni? - Dit is mijn thuis... Het begin van Larbi's carrière wordt geassocieerd met zijn studie aan P.A.R.T.S. in Brussel, maar de goesting was er duidelijk al vroeger. Larbi omschrijft zichzelf als een product van de danscultuur van MTV, van deFoi, een opmerkelijk synthesemoment in het oeuvre van Sidi Larbi Cherkaoui.
[Foto: Kurt Van der Elst] dansers en danseressen van populaire televisieprogramma's. - Al snel had ik het gevoel: ‘Dat kan ik ook’ en wist ik: ‘Dat wil ik ook’... Hij kijkt dan ook niet neer op die commerciële dansvormen. Zoals bij tal van andere allochtone jongeren waren de dansvormen die je op televisie te zien krijgt de eerste vorm van contact met een geformaliseerde bewegingstaal. - Het feit dat ik die dingen heb leren overstijgen, dank ik in belangrijke mate aan de lessen van filosoof Ludo Abicht. Van hem heb ik geleerd hoe dingen naar elkaar verwijzen, hoe je dingen met elkaar kunt verbinden...
Met zijn commerciële danstaal - hiphop, breakdance - staat Larbi vanaf 1993 regelmatig op podia in discotheken en televisiestudio's. Als hij in 1995 de wedstrijd ‘Best Belgian Dancesolo’ wint - een initiatief van Alain Platel van Les Ballets C. de la B. - met een solo op muziek van the artist formerly known as Prince, krijgt hij tot zijn eigen verbazing te horen dat hij ‘heel hedendaags’ bezig is. - Wist ik veel... Ik had er toen geen idee van wat dat betekende. Hedendaagse dans? Waarom ook niet?
Enige formele dansopleiding zou hem goed van pas komen, wordt hem verteld. Larbi studeert een jaar aan het Departement Dramatische Kunst, Muziek en Dans van de Hogeschool Antwerpen in Lier ('95-'96), waar hij het klassieke dansidioom en jazzdans ontdekt. In 1996 gaat hij studeren aan P.A.R.T.S., de bekende dansschool van Anne Teresa De Keersmaeker. De techniek van William Forsythe en Trisha Brown, het repertoire van Rosas en de theaterworkshops van Damiaan De Schrijver (STAN) worden bepalend | |
[pagina 288]
| |
Beelden uit Foi.
[Foto: Kurt Van der Elst] Uiteindelijk zijn de Marokkaanse cultuur in Marokko en de cultuur van de Marokkaanse gemeenschappen hier twee totaal verschillende dingen. Tempus Fugit, een multiculturele en multidisciplinaire voorstelling, gecreëerd op het Festival van Avignon, juli 2004
[Foto: Kurt Van der Elst] voor zijn werk van de volgende jaren. Tijdens zijn studie hedendaagse dans verloochent Larbi zijn artistieke roots niet: hij danst bij een hiphop- en een jazzdansgezelschap. - Mijn allochtone roots liggen in Tanger - in het Arabisch sprekend deel van Marokko. Met de danscultuur van de Marokkaanse gemeenschap hier kon ik geen kant uit. En een formele artistieke danscultuur bestaat ginds niet of nauwelijks. Alleen die obsessie voor lenigheid, die verwijst naar mijn Marokkaanse achtergrond. Eigenlijk ben ik meer een gnawaGa naar eindnoot2 - die lenigheid, die soepelheid...
Tijdens zijn studie aan P.A.R.T.S. had Larbi moeten bedanken voor een eerste samenwerking met Alain Platel - voor Bernadetje. Pas na zijn traject aan de school van De Keersmaeker, als hij voelt dat hij er klaar voor is, stapt hij als danser in de voorstelling Iets op Bach van Platel bij Les Ballets C. de la B. Het wordt meteen Larbi's eerste grote tournee, die hem onder meer naar Canada, Hongkong, Japan en Australië zou voeren. Tijdens die tournee, in Edinburgh, maakt Larbi zijn eerste eigen choreografie voor de hedendaagse musical Anonymous Society op muziek van Jacques Brei, in samenwerking met Andrew Wale en met de muzikale leiding van Perrin Manzer Allen. Anonymous Society, waarin Larbi ook zelf als danser op de planken staat, behaalt de ‘Fringe First Award’ en de ‘Total Theatre Award’ in Edinburgh en de ‘Barclay Theatre Award’ in Londen. | |
Mengvormen, fusion, wederzijdse beïnvloeding, eclectismeIn 2000 brengt Les Ballets C. de la B. Rien de rien uit: Larbi Cherkaoui is lid van de artistieke kern van het gezelschap en tekent voor de regie en de choreografie. In Rien de rien komen een aantal mechanismen aan bod die Larbi ook in latere werken nog verder zal ontwikkelen: cellist Roel Dieltiens voert op het podium werken uit van o.a. Ligeti en Kodaly, net zoals Dirk Snellings, de Capilla Flamenca en Christine Leboutte dat in 2003 met andere muziekgenres zullen doen in de voorstellingen van Foi. Zanger en danser Damien Jalet brengt Larbi in contact met Italiaanse volksmuziek, een gegeven dat, via Christine Leboutte, eveneens een rol zal spelen in Foi. Rien de rien levert Larbi, behalve een lange internationale tournee, ook duidelijke erkenning op: bij de ‘Nijinski Awards’ in Monte Carlo wordt hij uitgeroepen tot most upcoming choreographer. Ligeti, Siciliaanse zang, Kodaly, Bach, popmuziek. Er zijn nogal wat mensen die het vreemd vinden dat een ‘jonge Marokkaan uit Antwerpen’ niets doet met Marokkaanse cultuurelementen: geen raï, geen Farid Al Atrache of Cheb Mami, geen luitmuziek... - Ik behoor sowieso tot een minderheid - de minderheid van dansers en choreografen in Vlaanderen. Wellicht behoor ik ook tot ‘andere’ minderheden. Maar als je het goed bekijkt, is iedereen wel op de één of andere manier lid van een minderheidsgroep. Ook de mensen van het Turnhoutse gezelschap Theater Stap behoren, strikt genomen, tot een minderheid. Wat mij boeit is het leggen van verbanden. Ik hou niet zo van die pogingen om iedereen op te sluiten in een aparte minderheid. Alsof alle allochtonen met hetzelfde bezig zouden zijn; dat op zich is al een gekke veronderstelling.
Na Rien de rien gaat Larbi, in samenwerking met Nienke Reehorst (Damaged | |
[pagina 289]
| |
Tempus Fugit, een multiculturele en multidisciplinaire voorstelling, gecreëerd op het Festival van Avignon, juli 2004
[Foto: Kurt Van der Elst] Goods) aan de slag met mentaal gehandicapte acteurs. Met de mensen van theatergezelschap Stap maakt hij in maart 2002 de voorstelling Ook. In juli van datzelfde jaar staat hij als danser en co-choreograaf op het Festival van Avignon, met de voorstelling It, in een regie van Wim Vandekeybus. Aan Larbi's meest opmerkelijke voorstelling tot op heden - Foi van Les Ballets C. de la B., dat in maart 2003 in première ging - gaat een langdurig proces vooraf, waarin de danser/choreograaf de verschillende eerder uitgezette experimenteerlijnen verder doortrekt. Als voorloper van Foi geldt de voorstelling d'avant (2002) gecreëerd in opdracht van de Schaubühne am Lehniner Platz in Berlijn. In d'avant duiken een aantal oude bekenden op, zoals danser en zanger Damien Jalet (Les Ballets C. de la B.), met wie Larbi al eerder Rien de rien had gemaakt. Ook in d'avant combineert Larbi met succes 13de eeuws zangmateriaal met een hedendaagse danstaal. Foi wordt een opmerkelijk synthesemoment in de ontwikkeling van Sidi Larbi Cherkaoui's eigen danstaal. Acteurs/dansers uit zijn eerdere traject bij Stap, live muziekuitvoering op het podium (Dirk Snellings en zijn Capilla Flamenca voor de 14de eeuwse muziek en Christine Leboutte voor de traditionele Italiaanse zang): de toeschouwers krijgen het werk van een volgroeid choreograaf te zien, die erin geslaagd is een uiterst persoonlijk idioom te ontwikkelen, die niet bang is van theatraliteit en die ongegeneerd put uit zeer uiteenlopende bronnen. In 2004 krijgt Foi de prijs voor de beste choreografie - ‘Movimentos Awards’ - in Wolfsburg. - Het gaat niet om mensen uit deze of gene gemeenschap, uit deze of gene minderheid. Als je op die manier tewerk gaat, sleep je meteen ook al de vooroordelen over die groepen en minderheden mee. Als ik met de mensen van Stap werk, behandel ik hen niet als leden van een groep mentaal gehandicap- Op de één of andere manier is iedereen lid van een minderheidsgroep. ten. Alleen als ik hen als waardevol individu benader, bereik ik resultaten. Ook in mijn hoofd moet ik voortdurend bijstellen. Eerst stel ik vast dat ze mijn aanwijzingen blijkbaar niet begrijpen, maar als ik dan overschakel naar een andere taal - lichaamstaal - zie ik dat ze perfect mee kunnen.
Het gesprek met Larbi vindt plaats enkele dagen vóór zijn vertrek naar Avignon, waar zijn nieuwste productie Tempus fugit in première gaat. Met duidelijk hoorbare Marokkaanse invloeden, deze keer. (‘Ik ben nog steeds een gnawa...’). Maar elke gedachte aan etnische zuiverheid, oriëntalisme of exotisme blijft Larbi vreemd. Mengvormen, fusion, wederzijdse beïnvloeding, eclectisme zijn ‘zijn ding’.
Gezien het spreidingscircuit waarin Larbi Cherkaoui zijn werk toont, hebben wellicht maar weinig mensen uit ‘zijn gemeenschap’ kennis kunnen maken met de vernieuwende danstaal die hij zich in enkele jaren heeft toegeëigend. - In het buitenland ligt dat soms anders. In Frankrijk komen jongeren wel eens af op mijn naam op de affiche. Het maakt hen nieuwsgierig, ze willen weten of ik wel echt van allochtone origine ben. Het zou ook een soort artiestennaam kunnen zijn. Op tournee in Tunesië kreeg ik eveneens veel reacties. Ik had de indruk dat ze trots op me waren... Ooit wil ik nog eens terug naar Marokko, met werk. Ik wil er vooral iets laten zien. Uiteindelijk zijn de Marokkaanse cultuur in Marokko en de cultuur van de Marokkaanse gemeenschappen hier twee totaal verschillende dingen. Met het podiumwerk van Abdellaziz Sarrokh, die andere choreograaf met allochtone wortels, blijkt Larbi maar weinig vertrouwd, alhoewel al meer mensen gewezen hebben op de voor de hand liggende parallellen. Zowel Sarrokh als Larbi Cherkaoui Tempus Fugit, een multiculturele en multidisciplinaire voorstelling, gecreëerd op het Festival van Avignon, juli 2004
[Foto: Kurt Van der Elst] hebben iets met commerciële dansvormen, met lenigheid, met spektakel... Het heeft iets met de sfeer van Sarrokhs werkplek te maken. Ik ervaar ccBe een beetje als een gesloten plek, waar Marokkanen op een kluitje zitten om er ‘Marokkaanse dingen’ te doen. Ik wil mensen als individu kunnen benaderen. Waar ze vandaan komen en tot welke groep of categorie ze behoren maakt mij niet zoveel uit. |
|