Vlaanderen. Kunsttijdschrift. Jaargang 53
(2004)– [tijdschrift] Vlaanderen. Kunsttijdschrift– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 284]
| |
Een hinkstapspel: Charif Benhelima
| |
Charif Benhelima - enkele biografische notiesVan Charif Benhelima kreeg ik na het gesprek een netjes geprinte biografie met opsomming van tentoonstellingen (solo en groeps-), publicaties, studies en residenties. Onthouden we: Geboren 1967, studies: Sint Lucas - Brussel + HISK - Antwerpen + ICP - New York City / residenties: New York + Parijs. Tussen de regels door geven we nog mee: vader gastarbeider, Marokkaan - België uitgezet / moeder, Belgisch - vroeg gestorven. Een leven in pleeggezinnen en instellingen. Om meteen een kernvraag te kunnen stellen: Waarom fotografie? Omdat fotografie ‘tout court’ te maken heeft met herinneringen. Op het moment dat de sluiter het beeld vastlegt op negatief, verbant de tijd het heden naar het verleden. En omdat Charif Benhelima slechts acht foto's heeft van zijn leven voor zijn achttiende, waaronder slechts één van zijn moeder. Het vastleggen van het nu voor later is een belangrijke drijfveer. Om misschien tevergeefs te willen vermijden dat hij opnieuw zou moeten vaststellen dat er van dat vroeger niets meer over is. | |
Welcome to Belgium‘Welcome to Belgium’ is het resultaat van een negen jaar durend fotografisch onderzoek naar het gevoel van vreemdeling te zijn. Beelden van kinderen van ouders die door hun afkomst onderaan de maatschappelijke ladder bengelen. Foto's genomen vanuit het perspectief van kinderen, op hun ooghoogte, met een focus op hetgeen de aandacht van de kinderen zelf zou verdienen. Welcome to Belgium (1990-1999), San Damiano, maart 1997
Ik ben nu 31 jaar. Mijn moeder overleed toen ik 8 jaar was en mijn vader werd het land uitgezet toen ik 3 jaar was. Voor het eerst durf ik zeggen: ‘Mijn moeder werkte in een fabriek en mijn vader was gastarbeider. Het staat op mijn geboortebewijs.’ Kinderen in een stedelijke, anonieme wereld doen datgene wat kinderen altijd en overal doen: spelen, bewegen,... De beelden met de stad als decor bekrachtigen de ontheemding en vervreemding. Vluchtelingen in het Klein Kasteeltje, met hier en daar ook weer kinderen die zich in een wereld van formaliteiten bewegen. Het gebouw is alomtegenwoordig, mensen zijn eerder passanten. Een reeks foto's die het wachten van illegalen in het opvanghuis San Damiano - Schaarbeek, tastbaar maakt: een voet onder een deken, anonieme slapers, volledige stilstand. | |
[pagina 285]
| |
Welcome to Belgium (1990-1999), San Damiano, januari 1997
En tenslotte een serie foto's van Héléna Benjouira, een Tunesische jonge moeder, vechtend tegen haar verslaving. Netjes gedefinieerd als illegaal, clandestien. In de zolderkamer ontbreekt een kleerkast, koffers doen plaatsvervangend dienst. Met antroplogisch, methodisch geduld heeft Charif Benhelima een verhaal opgebouwd met een aantal van zijn geportretteerden. Geen ‘snelwerk’ door het oog / de lens van een buitenstaander. Slechts weinig fotografen slagen erin zo respectvol met hun onderwerp om te gaan. En je kan je niet anders dan afvragen of zijn eigen levensgeschiedenis bij zijn subjecten onbewust geen herkenningspunten heeft opgeleverd. Is het toeval dat Charif Benhelima in zijn eerste grote werk verhaalt hoe het is om in de marges van de maatschappij te staan? Is het zijn eigen ‘outsider status’ die hem tot een bijzonder empathische aanpak inspireert? Omdat dit werk in wezen over zichzelf gaat, is voyeurisme hier nooit van toepassing. De reeks Welcome to Belgium resulteerde in een boekGa naar eindnoot1 dat bij lezing duidelijk maakt dat de autobiografie van Charif Benhelima zelf de leidraad is van heel het documentair project. Het gelijknamig boek opent met een uittreksel uit Vivre et Travailler en Belgique (1964) waarmee in de Maghreb mannen werden aangespoord om naar België te komen. Een aantal korte citaten van Charif Benhelima zelf geven de ontkenning weer van het eigen levensverhaal dat pas op het einde voluit erkend en uitgesproken wordt: ‘Ik ben nu 31 jaar. Mijn moeder overleed toen ik 8 jaar was en mijn vader werd het land uitgezet toen ik 3 jaar was. Voor het eerst durf ik zeggen: “mijn moeder werkte in een fabriek en mijn vader was gastarbeider. Het staat op mijn geboortebewijs”.’ En in een groot wit vlak, de kleine pasfoto van de moeder. Het Welcome van de titel slaat dan ook op Charif Benhelima zelf, zoals Dirk Lauwaert in een artikelGa naar eindnoot2 opmerkt, en op zijn vader: ‘Een “welkom Arbeiders” dat zo complex uitpakte en voor velen een bitter maar nooit meer af te sluiten hoofdstuk werd. Een welkom dat levens juist niet voltooide maar tot een levenslang “onvoltooid” veroordeelde. Het fatale welkom klinkt diep na in de zoon. Hij dankt er zijn plaats in de maatschappij aan’. Harlem on my mind (1999-2002), W. 126th St. NYC
| |
New york - Harlem on My Mind‘In New York was ik voor het eerst een echte vreemdeling maar voelde ik me voor de eerste keer ook volledig Belg’ - aldus Charif Benhelima. Hier experimenteert hij met de polaroid 600 in een documentaire reeks over Afro-Amerikanen, Harlem on My Mind. Door gebruik te maken van dit relatief goedkoop medium dat vaak met amateurisme wordt geassocieerd, introduceerde hij voor zichzelf een nieuwe manier om met de werkelijkheid om te gaan. De polaroid is een traag medium (één beeld per 25 seconden) en laat weinig manipulatie toe. De realiteit wordt haast compromisloos vastgelegd. Juist dit kan voor de kunstenaar bevrijdend werken: de nadruk ligt niet meer op techniciteit of compositie maar op de toevalligheid: ‘Ik moest alleen maar aanwezig zijn en rondwandelen’. Licht wordt gevangen door weerspiegelingen, de polaroids worden opgeblazen tot cibachromen. Wat opvalt, is de wazigheid van de gezichten van de geportretteerden. Harlem on My Mind is geen uitdrukking van wat het is om Afro-Amerikaan te zijn, maar eerder een reflectie van de kunstenaar zelf op zijn onderwerp en op zichzelf. In deze fotoreeks speelt ook de tijd zijn cynische rol: door de diffuse kwaliteit van de foto's lijken de beelden gedateerd, enkele details wijzen op een duidelijk heden. Een beeld van een wachtende in jeansoverall lijkt zo uit een bluesdocumentaire van de jaren twintig te komen. Graffiti op de muur verraden een ander tijdperk. Door deze techniek te gebruiken onderstreept Charif Benhelima dat hij als Belgische kunstenaar van plaats verwisselt met zijn Afro-Amerikaanse subjecten. Het is alsof hij voor het eerst - al is het niet fysisch - thuisgekomen is en zij de ‘verplaatsten’ zijn. OokHarlem on my mind (1999-2002), W. 150th St. NYC
| |
[pagina 286]
| |
Aharon aharon haviv (2004-2005, Parijs-Berlijn). #7
nu valt, net als bij Welcome to Belgium, op dat de afgebeelde mensen niet in New York ‘thuis’ lijken te horen. En ook zij zijn ‘lotgenoten’ van Charif Benhelima, hun levensverhaal evenzeer het resultaat van een economische geschiedenis waarbij arbeidskrachten verplaatst werden, in dit verhaal niet zozeer van de Maghreb naar België maar van Afrika naar Amerika. | |
Een valse documentaire studie: Aharon aharon havivIn New York leert Charif Benhelima nog iets over zichzelf. Een verkoper in een New Yorkse fotozaak (B&H) wees hem op de joodse oorsprong van zijn naam. Zijn ‘ondiep’ herkomstverhaal (‘ik ben nog nooit in Marokko geweest en weet er bijzonder weinig van af’) krijgt ineens een volkomen ander perspectief. Een aantal dwingende vragen vormen meteen de aanleiding om dieper te graven in de geschiedenis van de joodse Marokkanen en bij uitbreiding de joden in Arabische landen. Momenteel werkt Charif aan Aharon aharon haviv: ‘de laatsten zijn het dierbaarst’ waarbij hij het begrip ‘Fake documentary’ introduceert en vertrekt vanuit het identiteitsvraagstuk van de Arabische joden. Het werk moet resulteren in 160 portretten van inwonersAharon aharon haviv (2004-2005, Parijs-Berlijn), #43
van de Maraiswijk in Parijs, de oudste Sefardische wijk in Europa. Opnieuw maakt hij gebruik van polaroid 600. Naast nieuwe portretten maakt hij secundaire foto's, afbeeldingen van bestaande foto's. De foto's worden genomen met flits en het gebruik van een glasplaat die de flits weerkaatst zodat het aangezicht achter een lichtsluier verborgen blijft. Op het einde is het absoluut onduidelijk wie rechtstreeks gefotografeerd is en wat een secundaire foto is van een reeds bestaand portret, zodat tevens even onscherp wordt wie sefardische jood is en wie niet-joodse Arabier is, wie nu is, wie vroeger was, wie ik was en wie ik ben...... | |
Een hinkstapspel: het zoeken naar het eigen ik en naar het statuut van de fotografie.In het werk van Charif Benhelima beïnvloeden zo het identiteitsconcept (wie ben ik) en het realiteitsidee (wat is echt) elkaar, hetgeen zich uit in de gekozen thematiek en gebruikte technieken. De fotograaf maakt geen studie van zijn onderwerpen, hij reflecteert eerder over hun positie in de geschiedenis en over zijn plaats in die geschiedenis. Welcome to Belgium als documentaire fotografie wordt een fotobiografie waarbij dat wat niet getoond wordt - het eigen ontbrekende familiealbum - op zijn minst even belangrijk is als het gefotografeerde. Het is een negen jaar durend project om zichzelf eindelijk te kunnen affirmeren. Het persoonlijk verhaal Meer dan dertig jaar leven zonder te weten waar je vandaan komt of zonder je eigen wortels te kennen. verweeft zich met het afstandelijke documentaire beeld in de gelijknamige publicatie. Het gebruik van de polaroid 600 in Harlem on My Mind herleidt beeldmanipulatie tot een minimum: ‘you get what you see’ - als het ware. En wat we zien is een reflectie van de kunstenaar op de positie van Afro-Amerikanen in New York en het besef dat hij eigenlijk een volkomen vreemdeling is in New York maar minder ‘misplaatst’ lijkt dan heel wat zwarte New Yorkers. Of nog: ‘Daar ben ik getransformeerd van gediscrimineerde tot een “white western male”.’ En (voorlopig) tenslotte is er de fictieve documentaire reeks waarin rechtstreekse portretopnames naast secundaire portretten worden getoond in Aharon aharon haviv- de laatsten zijn het dierbaarst en het gebruik van de flitslamp en een glasplaat identiteiten wist, omdat je meer dan dertig jaar kunt leven zonder te weten waar je vandaan komt of zonder je eigen wortels te kennen. De vraag blijft welk belang je eraan moet hechten. |