dergelijke muzikanten eerst actief binnen de eigen gemeenschap, luisteren bruiloften en andere feesten op en zingen voor hun eigen publiek in hun eigen taal. En dan komen er langzaamaan contacten, wordt er al eens samengespeeld met ‘autochtonen’ en van het een komt het ander.
Zo zien we vandaag groepen als bijvoorbeeld Olla Vogala (Vlaanderen, Noord-Afrika), Nada (België, India, Tunesië), Nahda (Marokko, Tunesië, Irak), Melike (Turkije, Irak, Vlaanderen, Marokko), Al Harmoniah (Vlaanderen, Noord-Afrika) of Luthomania (Vlaanderen, Marokko, China), om er maar enkele te noemen. Olla Vogala werd opgericht door violist Wouter Vandenabeele wiens muziek heel veel invloeden geabsorbeerd heeft, van Vlaamse, Franse en Ierse tradities tot klassieke muziek, met minimalistische en repetitieve trekjes en jazzy grooves. Olla Vogala werd genoemd naar de oudste zinsnede in de Vlaamse literatuur en zette aanvankelijk enkele oude muziekliefhebbers op het verkeerde been. Maar dit was - en is - een Vlaamse wereldmuziek big band, met Vlaamse en Noord-Afrikaanse muzikanten, onder wie de Algerijnse zanger Djamel. Olla Vogala was iets nieuws in Vlaanderen en blonk uit door de kwaliteit van de muziek. De band bestaat uit meer dan twintig muzikanten die nooit in elkaars vaarwater zaten en die muziek maakten waar alle invloeden welkom waren. Etnische oorsprong was gewoon niet relevant. Goede zangers/zangeressen en goede muzikanten, dat was de enige norm. Dat principe geldt natuurlijk niet alleen voor Olla Vogala, maar voor alle groepen. Jazzmusici hebben hier lang geleden al het goede voorbeeld gegeven en ook vandaag is saxspeler Pierre Vaiana, zelf van Siciliaanse oorsprong, bijzonder actief in het samenbrengen van Europese en Afrikaanse muzikanten.
Voor de opening van de Gentse Handelsbeurs ontwikkelde Wouter Vandenabeele een project met zangeressen Savina Yannatou (Griekenland) en Lamia Bèdioui (Tunesië) en een goed jaar later bracht hij er - in samenwerking met Vredeseilanden - een Vlaams-Senegalees project, Hamdallaye. Om dit voor te bereiden trok hij eerst naar Senegal om daar samen met lokale muzikanten uit de groepen van Ngaari Law en Daby muzikale ideeën uit te wisselen en elkaars muziek te leren aanvoelen en begrijpen. Dit leverde niet alleen resultaat op in de Handelsbeurs, maar leidde ook tot een tournee in Senegal samen met Ambrozijn zodat deze folkgroep ook een Afrikaanse doop kreeg. Wouter ontmoette er in het noorden Peulviolist Issa Mbaye Diary Sow, afkomstig uit Mauritanië. Hij is iemand die al sinds zijn jeugd muziek maakt, die in Senegal ook conservatorium gevolgd heeft en er lid is van de groep Diawn. Hij en Wouter vonden elkaar in het vedelen en treden nu geregeld op als duo, of begeleid door West-Afrikaanse percussionisten.
Ik boom nog even door op Wouter Vandenabeele omdat hij belangrijk is voor de multiculturele muziekbeleving in Vlaanderen en omdat hij de geest van de tijd in zich draagt - alleszins, zonder rechtstreeks aan politiek te doen, de geest die indruist tegen de extreem-rechtse neigingen van vandaag.
De laatste jaren heeft hij met Olla Vogala ook residentie gehouden tijdens het Bijlokefestival eind augustus, waarbij hij telkens ook gastmuzikanten of zangers/zangeressen kon uitnodigen, zoals de Italiaanse folk- en wereldmuziekdiva Lucilla Galeazzi. Zij was er ook bij in juni op de culturele Olympiade in Athene waar Olla Vogala te gast was met muziek van de tien jaar geleden overleden Griekse componist Manos Hadjidakis. Wouter bewerkte zijn muziek en bracht die met een uitgebreide versie van Olla Vogala die aan het Griekse publiek liet horen hoe de liederen van Hadjidakis klinken in het Nederlands, het Portugees, het Noors of het Hongaars. Want ook hier was er een multiculturele bezetting met zangeressen Teresa Salgueiro van de bekende Portugese groep Madredeus, Lucilla Galeazzi, Kari Bremnes uit Noorwegen, Catherine Delasalle (Française in Vlaanderen), Beata Palya uit Hongarije, de Zuid-Afrikaanse Faith Kekana, Stella Khumalo en Khululiwe Sithole, en ook Eva De Roovere uit Vlaanderen. Olla Vogala zelf werd dan nog aangevuld met de in Vlaanderen heel actieve Malinese koraspeler N'Faly Kouyaté (ook bekend van Afro Celts Sound System), de Japanse percussionist Joji Hirota, de Chinese fluitist Guo Yue, de erhuvirtuoos (Chinese vedel) Dong Jinming en de Australiër Matthew Doyle op didgeridoo. Dit was het Olympisch ideaal succesvol omgezet in een multiculturele muziektaal.
Wie ook meespeelde was de Iraakse qanunspeler (een qanun is een getokkelde zither) Osama Abdulrasol die al een tijdje in ons land woont en ook al te gast was bij Oblomow. Hij studeerde Arabische muziek in Bagdad, westerse klassiek in Londen en heeft samen met zangeres Melike Tarhan de groep ‘Melike’ gevormd. Melike is in Gent geboren
In Vlaanderen had volksmuziek te lijden onder het imago van versteende volksdansgroepen, flauwe zang hier en daar en bovendien een beetje verbrand door een Vlaams nationalisme dat in de orlog de verkeerde kant gekozen had.
uit Turkse ouders en heeft naast Germaanse talen ook muziek gestudeerd, zowel klassieke Turkse en westerse muziek als volksmuziek. Haar eerste cd verscheen eerder dit jaar met als thema het verhaal van een jongen die naar de oorlog moet in Çannukkale en er zijn leven laat. De muziek is deels traditioneel, deels gecomponeerd in een Turkse stijl met westerse elementen erbij en het is Osama Abdulrasol die de muzikale leiding heeft. Ook hier zien we weer bekende Vlaamse namen opduiken zoals die van violisten Wouter Vandenabeele en Stefaan Smagghe en cellist Lode Vercampt, naast zowel Turkse als Arabische gastmuzikanten. Maar als men er even bij stilstaat: als iemand die in Gent geboren is en een Turkse achtergrond heeft, muziek wil maken, is het logisch dat hij of zij zowel uit de Turkse als uit de westerse erfenis put en muzikanten vraagt die in de buurt wonen. En dat zijn zowel Vlamingen als Walen, Turken en Arabieren.
Vlamingen, Walen, Brusselaars, Arabieren, Congolezen - echte Belgen, quoi.
Osama Abdulrasol is trouwens ook lid van het Marokkaans-Tunesisch-Iraaks ensemble Nahda dat muziek brengt uit de Arabische renaissance op het einde van de 19de eeuw, begin 20ste eeuw, een muziekstijl die door de Egyptische diva Oum Khalthoum bekend geworden is. Dit ensemble mag men niet verwarren met Nada, met de Tunesische zangeres Ghalia Benali in het gezelschap van de Vlaamse sitarspeler Bert Cornelis, tablaspeler Pierre Narcisse, violist Luc De Gezelle en gitarist Tom Theuns van Ambrozijn die zelf ook wel graag af en toe sitar speelt. Arabo-Indiase fusies dus binnen dit ensemble. Dit alles maar om duidelijk te maken hoeveel er aan het gebeuren is in Vlaanderen.