| |
| |
| |
Thriller- en misdaadliteratuur in Vlaanderen na de Tweede Wereldoorlog
Staf Schoeters
De vraag kan meteen worden gesteld waarom het misdaadgenre in Vlaanderen zonodig dient opgedeeld in voor- en na 1945? De reden is grotendeels te zoeken in het ontstaan omstreeks die tijd van een nieuw begrip met betrekking tot boeken en het leesgedrag in het algemeen: het pocketboek. Bij aanvang een langwerpig boekje met slappe omslag, dat precies paste in de zak van de legerbroek van de Amerikaanse G.l 's. die na de landing in Normandië (juni 1944) hun opmars richting Duitsland begonnen en geleidelijk aan het onder nazi-dictatuur bezet Europa bevrijdden. Deze uitgaven, bekend onder de benaming ‘Armed Services Editions’ (a non profit organization established by the council on books in wartime, intended for exclusive distribution to members of the American Armed Forces) waren de voorlopers van de latere commerciële pocketbooks die ook in Europa in het zog van het Marshallplan voor wederopbouw en ‘Amerikanisatie’ van de Europese cultuur, werden verspreid tegen het equivalent van 20 of 25 dollarcent. Pas in de jaren '50 begonnen ook Nederlandse en Vlaamse uitgeverijen goedkope boeken, ‘pocket-boeken’ op de markt te brengen naar het Amerikaans voorbeeld.
Een jonge, na-oorlogse generatie kwam zodoende in contact met Amerikaanse literaire kopstukken als Faulkner, Steinbeck, Caldwell en Hemingway, maar tevens met zwaargewichten uit de Amerikaanse misdaadliteratuur,
[Collectie Stadsbibliotheek, Antwerpen]
en de vertegenwoordigers van de ‘Californian School of Crimewriting’ in het bijzonder, met als voornaamste vertegenwoordigers o.a. Dashiell Hammett, Raymond Chandler, en James M. Cain. Een nieuwe generatie jonge Vlamingen, waaronder ondergetekende, raakte in de late jaren '50 begeesterd door de aan gang zijnde kruisbestuiving tussen ‘film-noir’ en ‘roman-noir’, met hoogtepunten in film en literatuur als ‘The Maltese Falcon’ (Dashiell Hammett), ‘The postman always rings twice’ (James M. Caine) en ‘The third man’ (Graham Greene).
In Vlaanderen kwam de misdaadroman en de policier later op gang dan in Nederland, wat voor een deel te wijten is aan de nefaste invloed van censuurnormen gehandhaafd door de rooms-katholieke clerus en hun politieke vertegenwoordigers, vooral dan met betrekking tot de verspreiding en promotie van literatuur in Vlaamse bibliotheken en boekhandels. De misdaadromans reflecteerden niet zelden een realistisch maatschappijbeeld en een seksuele vrijmoedigheid, wat
| |
| |
naar de toen geldende burgerlijke moraliteitsnormen maar beter onbesproken en onbeschreven kon blijven.
Het overzicht van ruim een halve eeuw misdaadliteratuur in Vlaanderen (van 1950 tot heden) binnen een bestek van een 10-tal pagina's noodzaakt beperkingen die onrecht doen aan zowel auteurs als hun werken. In dit overzicht viel de keuze dan ook veeleer op het recente en nieuwe dan het meer gedateerde. Namen van misdaadauteurs als Maria de Lannoy, Ludovic Leysen, Emil Verhaert, Phillipe Wouters en nog vele anderen, die in de jaren '50 met wisselend succes één of meer misdaadromans hebben gepubliceerd maar sindsdien aan de thrillerhorizon zijn verdwenen, zonder dat hun werk genade vond in een heruitgave, worden in dit overzicht niet weerhouden. Voor meer, zoniet alles over deze illustere voorgangers verwijs ik graag naar Kreatief- literair- en kunstkritisch tijdschrift 1991 - 3/4, een themanummer rond Vlaanderen moordt... (Misdaadliteratuur in Vlaanderen) waarin Chris Vandenbroucke de geschiedenis schetst van deze inmiddels illustere onbekenden, evenals in het werk Honderd jaar Nederlandstalige misdaadliteratuur, een werk verschenen bij Biblion uitgeverij Den Haag, 2000.
De oudere generatie blijft in dit overzicht vertegenwoordigd voor zover zij nog een rol speelt in het huidig thriller- of misdaadlandschap. Een criterium dat een invalshoek oplevert om meteen van wal te steken met ‘de deken’ van de Vlaamse thriller-auteurs: Louis van den Bergh (o 1920) beter bekend onder het pseudoniem Aster Berkhof.
| |
Berkhof
Aster Berkhof is onbetwist een van de eersten geweest die in Vlaanderen knap gestructureerde misdaadverhalen schreef die een halve eeuw na datum de tand des tijds hebben doorstaan. Een nieuw en een sterk gegeven in de reeks rond het hoofdpersonage Inspecteur Markus - waaronder als voornaamste titels: (1950) Inspekteur Markus in Marokko, (1955) De dood is in Napels, en (1959) De Chinese jonk - was de exotische locatie (meestal reisbestemmingen van de auteur) die voor veel sfeer en spanning zorgden en een inkijkje boden op uitheemse culturen. Spanning en maatschappelijk engagement werden de sterke troeven in latere werken, zo bijvoorbeeld in Happy town (1994) waarin hij op scherpe wijze het gesjoemel van bouwondernemers en vastgoedmakelaars in het Brusselse op de korrel neemt en deze linkt met onderwereldtoestanden en -figuren. Tussendoor schreef Berkhof ook enkele minder memorabele werkjes met een sterke avontuurlijke en romantische inslag. De auteur is nog altijd actief, maar het is afwachten of hij zich nog aan de misdaadliteratuur zal wagen.
| |
Geeraerts
Jef Geeraerts' Kodiak.58 (1979) wordt algemeen beschouwd als het startsein, althans voor wat betreft de officiële erkenning, van de Vlaamse misdaadroman. De auteur had immers kort voordien de prestigieuze ‘Staatsprijs’ ontvangen voor zijn literaire trilogie Gangreen. Voor het eerst ‘bekeerde’ een vooraanstaand literator zich tot de misdaadliteratuur, het was dus hoog tijd dat men het genre ernstig ging nemen. Rond het duo gerechtelijke inspecteurs ‘Vincke & Verstuyft’ bouwde Geeraerts een sterk oeuvre op, waarin literaire kwaliteit werd gecombineerd met maatschappijkritiek, spanning, gerechtelijke en technologische knowhow, een filmisch snelle opbouw en een vleugje erotiek. Het succes liet niet lang op zich wachten, De Zaak Alzheimer (1986) werd bekroond met de Gouden Strop. Na De Cu Chi cas' (1993) zag het er even naar uit dat zowel het personage Vincke als de auteur er de brui aan zouden geven. Vincke ging met pensioen en Geeraerts legde zich weer toe op zuiver literair werk. Het bloed kruipt echter waar het niet
Jef Geeraerts
gaan kan en in 1998 stonden auteur en personage er weer met De P.G., een knappe voortzetting goed voor de Hercule Poirot-prijs 1999. Het verhaal zou bovendien nog een staartje krijgen met Dossier K (2002).
| |
Vermeulen
John Vermeulen had in de jaren '70 reeds zijn sporen verdiend in het science-fiction genre met o.a. ‘Contract met een supermens’ (1980). Na een eerste aanzet met misdaadromans die verschenen bij de Zwarte Beertjes (Bruna&Zn / Utrecht) volgde een 5-delige reeks met Anson Wagner, een lid van de Europese geheime dienst (een evenknie van de Britse James Bond - 007), die Europese terreurdaden (klinkt nu heel actueel!) moet bestrijden in werken met welluidende titels als Apeliefde, Moordkinderen, 77o Kelvin en Wraakgodin. Erotiek en snelle actiescènes zetten de toon en worden doorgezet in later werk zoals o.a. in De gele dood, Beau Crime, Gif en Dodelijke paringsdans, een bundeling van verhalen die eerder verschenen in de Nederlandse Playboy. Knap en origineel was ook Solo Race (1988) een thriller die zich afspeelt op volle zee en waar de auteur zijn kennis en voorliefde verwerkt voor de zeilsport. Vermeulen zoekt het recentelijk meer in het fantasygenre en de historische roman en geniet met De Ekster op de Galg (over het leven van Breughel) en recentelijk ook met een historische roman over het leven van Mercator, populariteit met de Duitse vertaling.
| |
Schoeters
Staf Schoeters debuteerde in 1980 met een verhalenbundel Notities bij het onvermogen waarin enkele verhalen getuigden van een spanningsgehalte neigend naar het thrillergenre. De misdaad liet niet lang op zich wachten en in de jaren '80 en '90 schreef hij een tiental misdaadromans, psychologische thrillers annex literaire thrillers, waaronder Het Gelag wordt betaald, De Draak Achterna, Het Perspectief van de Worm, Rust in Onvrede, Labiele Basis, De Seismograaf, werken die bezwaarlijk onder één noemer zijn te vatten en die bovendien verschenen bij diverse uitgeverijen (De Roerdomp, Bruna & Zn, Manteau e.a.) een euvel dat meermaals herdrukken in de weg stond. Schoeters bewerkte ook
| |
| |
film- en tv-scenario's tot romans, zo o.a. voor Trouble in Paradise en De Bossen van Vlaanderen. Eind de jaren '90 sloeg de auteur de weg in naar de historische thriller met Ochrana en een trilogie De Schaduw van de Adelaar (bekroond met de Hercule Poirot-prijs 1998) De Wandelgangen van de Macht en De Wegen naar Ontvoogding werken waarvan de intrige gebaseerd is op gebeurtenissen in de woelige Napoleontische periode. In voorbereiding de historische thriller Belegerd Verleden over verraad en spionage in Vlaanderen tijdens de Grote Oorlog.
| |
Holsters
Van Bart Holsters verschenen in de jaren '80 vier spannende romans met als hoofdpersonage de sympathieke privé-detective Jean-Pierre Willems. Blokje om, hoekje om (1985) werd prompt bekroond met de inmiddels in onbruik geraakte Havanktrofee (voorloper van de Gouden Strop). Nadien volgden nog Geld maakt niet gelukkig, Koude kunstjes en Tarantula. Holsters (de auteur had een naam die gebeiteld zat voor het genre!) schreef vlotte en erg onderhoudende thrillers met ironie en spitse dialogen als voornaamste troeven. Zijn schrijfstijl evenals de maatschappijkritische elementen die in het werk aan bod komen, zouden kunnen worden opgevat als een voorafschaduwing van het werk van Pieter Aspe. Holsters keerde het genre niet helemaal de rug toe, want hij blijft actief als thrillerrecensent voor de krant De Morgen.
| |
Mendes
Een auteur die zwak debuteerde, maar gaandeweg aan vakmanschap en vooral ook bekendheid won, is Bob Mendes. De auteur
Bob Mendes
maakte zich sterk als uitvinder van de faction-thriller (mengeling van feiten en fictie) en bracht met wisselend succes werken als Bestemming terreur, Een dag van schaamte (intrige rond het Heizeldrama) en Het Chunnel syndroom (ramp met de Herald of Free Enterprise), daarna ging zijn werk als een raket de hoogte in en werd hij maar liefst tweemaal onderscheiden met de prestigieuze Gouden Strop voor Vergelding (1993) en De kracht van het vuur (1997). De auteur ging ontegensprekelijk in de leer bij Frederick Forsythe en Tom Clancy, beslist niet de eerste de besten op gebied van ‘faction’ en legde zich toe op de vuistregels waaraan internationale bestsellers moeten voldoen: een degelijke technologische research, een vlotte en dynamische stijl, van idealisme en ambitie doordrongen personages en een actievolle intrige die zich bij voorkeur ontspint op exotische locaties. De auteur kondigde enkele jaren geleden aan dat hij alles bereikt had en hij de pen zou ruilen voor de golfstok, maar na Dirty Dancing (2000), Bloedrecht (2001) en Medeschuldig (2003) is er ook voor 2004 weer nieuw werk aangekondigd. Mendes was ook de gangmaker van de thrillertrofee De Diamanten Kogel en bezieler van de Vereniging van Vlaamse Misdaadauteurs.
| |
Van Laerhoven
Bob Van Laerhoven schreef enkele thrillers met een hoog actiegehalte (de auteur zelf is thuis in gevechtsporten). De thema's liggen vaak in het verlengde van belevenissen en ervaringen opgedaan op een van zijn verre journalistieke reizen. Hoewel enkele van zijn eerste werken ook fantasy elementen bevatten, sluiten latere thrillers als Dubbelspoor (in samenwerking met Hugo Marynissen), Mosk (2000), Djinn (2001) en Papaver (2002) veeleer aan bij internationale politieke actualiteiten. Van Laerhoven hanteert een beeldrijke ietwat barokke schrijfstijl die boordevol kleur en beweging zit en die de sfeer van exotische locaties op treffende wijze weergeven. In 1994 maakte hij ook een romanbewerking van het succesvolle BRT-feuilleton ‘Niet voor publicatie’.
| |
Conrad
Patrick Conrad, dichter en Pink Poet (in 1969 verwierf hij de Arkprijs voor het vrije woord en in 1971 de tweejaarlijkse poëzieprijs
Patrick Conrad
van De Vlaamse Gids) grafisch kunstenaar en filmmaker - duidelijk een man van vele markten thuis - schreef ook enkele verdienstelijke en opvallend originele thrillers, waaronder Limousine (1994) Louisiana (1996) en Cargo (2000) tot de uitschieters behoren. Zijn romans zijn doordrongen van een surrealistische sfeer, waarin een zwoele erotiek wordt geserveerd met een vleugje decadentie en morbiditeit. De auteur bereikt poëtische effecten met een nochtans sobere en ironiserende stijl. Zijn hoofdpersonages zijn dynamische dromers, wier exuberant driftleven vaak aanleiding geeft tot geweld en existentiële crisismomenten. Samen met W. Soethoudt bewerkte hij in 1980 de film Slachtvee tot een roman en zelf maakte hij drie films, waarvan Mascara (met in de hoofdrol niemand minder dan Chalotte Rampling) de meeste ophef maakte.
| |
Bernauw en Didelez
Dat ook in het thillergenre een samenwerking tussen twee auteurs tot boeiende resultaten kunnen leiden, bewezen Patrick Bernauw en Guy Didelez. Beide auteurs hebben een neus voor bizarre en mysterieuze voorvallen in de geschiedenis en beschikken bovendien over een scherpe pen om daar op een journalistiek vlotte wijze (soms ook in de vorm van een essay) gestalte aan te geven. Het orakel ontgraven (1993) een spannende docudrama-detective - een aanpak die P. Bernauw solo had ingezet met Mysteries van het Lam Gods (1992) en Landru Bestaat Niet (1992) - brengt verhalen en essays over de omstreden dood van Albert I en het roerige leven van E.A. Poe. Samen dan weer schreven ze
| |
| |
jeugdthrillers, die werden bekroond en vertaald in meerdere talen, evenals toneel en hoorspelen. Didelez ontving in 1988 de ‘Trofee van de Grote Jury’ voor Raspoetin een thriller voor de jeugd. In 2003 verscheen van beiden de thiller voor volwassenen Speeltje, een flamboyante misdaadroman waarin gruwel en geweld worden gecombineerd tot een grotesk sprookje van bloed, zweet en tranen.
| |
Bouts
Axel Bouts debuteerde in 1981 met de roman Martin en Martins, wat hem meteen de prijs voor het beste literaire debuut opleverde. Bouts heeft de psychologische roman zeker niet afgezworen en blijft de burgerlijke hypocrisie hekelen in werken als Broers en zussen (1994). Filosofisch/ethisch geïnspireerd was de roman Daniël en met de familiekroniek Gelieve de familie te volgen (2000) schreef hij een roman die op treffende wijze de complexe interacties binnen een invloedrijke familie in het Kortrijkse blootlegt. Bekendheid verwierf Bouts vooral met een aantal politieromans die de gevoelige maar tevens doortastende inspecteur Toets ten tonele voeren. In Rosé de Provence en later ook in Nieuwemaan (2001) en Elektrocutie (2003) ontwikkelt Toets zich tot een figuur die in zijn bezadigd optreden en zijn menselijkheid overeenkomsten vertoont met een figuur als Maigret. Tussen jager en wild ontstaat zoiets als wederzijds respect, wat maakt dat het ontraadselen van het mysterie ontluistering en gevoelens van een persoonlijk verlies met zich meebrengt. De spanning situeert zich bij Bouts meer onderhuids en in de onderlinge verhouding tussen zijn personages, dan in snelle acties of bloedstollende confrontaties.
| |
Draulans
In 1990 dook in het genre heel even ook Dirk Draulans op met zijn debuut Paarse Dijen, een erotische thriller die qua intrige en stijl zo verfijnd en poëtisch was als het naakt op het voorplat liet vermoeden. Twee jaar later volgde Gele modder, (verwijzend naar het dodelijk mosterdgas) waarin de auteur de internationale illegale wapenhandel viseerde. In later werk legde Draulans zich vooral toe op de journalistiek en maakte hij reizen naar gebieden geteisterd door oorlog en geweld, wat later dan resulteerde in maatschappijkritische reisromans als De schaduw van Saddam (1992) Welkom in de hel (oorlogsverhalen uit Sarajevo en Bosnië - 1993) De mens van morgen (een speurtocht naar de bonobo in Congo/Zaïre - 1998). In 2000 zocht hij het iets dichter bij huis met Berichten uit de burgeroorlog in België.
| |
Een nieuwe golf
In de jaren '90 maakten recensenten zich nog de bedenking dat de Hercule Poirotprijs gedoemd was om beurtelings te worden uitgereikt onder een handvol Vlaamse thrillerauteurs, maar naar het eind van de eeuw toe tekende de toestand zich geheel anders af. Het aantal auteurs dat zich bekeerde tot het misdaadgild verdrievoudigde. De thriller zat wereldwijd in de lift (nog altijd) en het spannende boek ging ruim vijfenzeventig procent van de jaarlijkse omzet aan fictie uitmaken. Een mogelijke verklaring hiervoor is andermaal de kruisbestuiving tussen roman, cinema en deze keer ook televisie en video-verhuur. In het laatste decennium van vorige eeuw zagen talloze Britse, Amerikaanse, Duitse, maar ook Nederlandse en Belgische politiefeuilletons het licht, afleveringen die door miljoenen gretig en geregeld werden bekeken en die de honger wettigden naar steeds meer spanning, geweld en mysterie. Films als The Silence of the Lambs en Hannibal, gebaseerd op de gelijknamige thrillers van Thomas Harris, werden een wereldsucces en creëerden een rage voor nog meer films en thrillers met seriemoorden als thema. Het sneeuwbaleffect bleef niet uit. Een toename van het aanbod resulteerde in een nog grotere afname.
Een nieuwe generatie auteurs en filmmakers werd tot het genre aangetrokken en dat niet in het minst uit commerciële overwegingen. Ook in Vlaanderen liggen de oplagen, en dus ook het honorarium, van een modale thrillerauteur veelal hoger dan dat van een gereputeerd literair schrijver. Waarom de pen dan niet gedrenkt in bloed, aangezien nu toch ook de recensenten het genre op zijn literaire waarde weten te waarderen? Het hek was dan pas goed van de dam. Talloze uitgeverijen in Nederland en Vlaanderen gingen druk in de weer met het opzetten en uitbouwen van ‘misdaadfondsen’ die als paddestoelen uit de grond schoten en die voordien uitsluitend voorbehouden bleven aan literatuur met de grote ‘L’: AP-crime, Signature, De Geus, Meulenhoff, De Boekerij, BMP, De Geus, Orega, Davidsfonds-Literair, Archipel...allen hesen de misdaadvlag hoog in de mast en de kassa rinkelde als nooit tevoren. De crime-boot was vertrokken en wanneer die zal aankomen of zinken...? Geen recensent of uitgever die het kan voorspellen.
Maar tot dusver geen vuiltje aan de lucht. leder jaar weer groeien de rangen aan. In de gesprekken tussen uitgevers en debuterende auteurs gonst het van: ‘Maar je beschikt over een vlotte pen. Waarom zou je niet eens een spannend boek schrijven? Met als anker een politie-duo liefst, een duo dat je in een volgend boek - want het contract stipuleert minstens één boek jaarlijks - in lichtjes gewijzigde omstandigheden opnieuw kunt opvoeren. Succes verzekerd!’ Algemeen kunnen we stellen dat als een populatie welig tiert, procentueel ook de kans op individuele kwaliteit toeneemt, op voorwaarde dat de omstandigheden gunstig blijven en men zich niet al te veel bezondigt aan inteelt. Zo ook dus met de thrillerauteurs in Vlaanderen, die zich ondertussen hebben verenigd in een genootschap (www.misdaadauteurs.be) zonder dat ‘inteelt’ een directe bedreiging vormt.
| |
Teigeler
Een nieuwe ster die in de vruchtbare jaren '90 een sterke positie innam aan de Vlaamse thrillerhemel was ongetwijfeld Piet Teigeler. Voordien was hij in het genre al even actief onder het pseudoniem Woody Dubois, maar na een carrière als journalist komt hij pas echt in beeld in 1995 met Een dode op Sint-Anneke. Het Antwerpse politie-duo Carpentier en Dewit vormen een vaste waarde waarrond de auteur een politiereeks heeft opgezet waar de klad nog lang niet in zit. In zijn boeken vertrekt Teigeler meestal vanuit een actueel maatschappelijk gegeven dat hij met goed gevoel voor ritme en een scherp oog voor het menselijk tekort, weet aan te wenden voor een spannende en strakke intrige, waar de hand van een gewezen journalist zeker niet vreemd aan is. Zijn personages profileerden zich al vlug tot driedimensionale figuren, die de lezer steeds beter leert kennen en waarderen naarmate de reeks vordert. De romans spelen zich telkens af in een erg herkenbare Antwerpse regio, zoals blijkt uit titels als De koningin van de Vogelenmarkt is dood (1996), Elvis dood in Deurne (1996). De Zwarte dood (2000) leverde Teigeler de Hercule Poirot-prijs op. Na Karoshi (2001) waarin het duo ondermeer krijgt af te rekenen met de moeilijkheden rond de politiehervormingen, volgde in 2002 Het Dwaalspoor, een opgemerkt en gesmaakt tussendoortje (buiten de reeks rond Carpentier & Dewit) waarin de au- | |
| |
teur een hommage brengt aan de Antwerpse auteur Willem Elsschot door een pastiche te schrijven als vervolg op Het Dwaallicht. In 2003 ging de politiereeks verder met Dodenakker, die op sfeervolle wijze aanvangt op de Antwerpse stedelijke begraafplaats Schoonselhof.
| |
Aspe
Pieter Aspe heeft zich in nauwelijks acht jaar tijd weten op te werken als de best verkochte en meest gelezen auteur in Vlaanderen. Wie Aspe kent uit interviews op radio en televisie weet dat hij veeleer een teruggetrokken en timide man is die zijn succes zeker niet dankt aan een optreden met ‘toeters en bellen’. Dat zijn werk reeds van bij het begin: Het vierkant van de wraak (1995) dergelijke vlucht nam, kan mogelijk worden verklaard enerzijds door de sympathieke uitstraling van de hoofdpersonages adjunctcommissaris Pieter Van In en officier van justitie Hannelore Martens, en het inlevingsvermogen dat ze bij de lezer weten op te wekken, en anderzijds door de herkenbaarheid van de locaties (Brugge en omstreken) waar de acties veelal plaatsvinden. Deze elementen gecombineerd met de vlotte pen en, kort na het eerste verkoopssucces, de publicitaire backing van de uitgeverij, maakten van zowel de auteur als zijn werken een fenomeen binnen de Vlaamse letteren. Aspe schreef op nauwelijks acht jaar tijd maar liefst veertien boeken wat hem tevens onderscheidt als de productiefste onder de misdaadauteurs. Sinds 2000 schreef hij Blauw bloed, Dood tijd,
Pieter Aspe
Zoenoffer, Vagevuur, De vijfde macht, Onder valse vlag, De Japanse tuin (novelle), Pandora, en ‘13’. Het record van gemiddeld meer dan twee boeken per jaar werd hiermee gebroken, en hoewel in het verleden enkele romans haarfijne barstjes vertoonden als gevolg van schrijfmoeheid, mogen we desondanks stellen dat Aspe gewapend met een uitzonderlijk talent zich moedig verweert tegen de druk. Hopelijk slaat de malaise niet toe en krijgt Aspe niet in die mate genoeg van Van In dat hij hem - naar het voobeeld van Conan Doyle, die Sherlock Holmes vroegtijdig afvoerde in de Reichenbach watervallen - de verdrinkingsdood laat sterven in de Noordzee, net uit de kust van Blankenberge. Enkele romans werden bewerkt tot een succesvol televisiefeuilleton. Ook de DVD's liggen nu op stapeltjes in boekhandel en supermarkt.
| |
Dekoning
En nu we het toch over Sherlock Holmes hebben wil ik graag de aandacht vestigen op Ivo Dekoning, een Vlaamse S.Holmes adept en epigoon, die met Het Rode Spoor (2001) een knappe pastiche op de klassieke ‘casestudies’ maakte en een nieuw en boeiend avontuur aan de canon toevoegde. Reeds in 1990 kreeg hij de Armand Boni-prijs voor de op figuren van Conan Doyle, Holmes en Dr. Watson geïnspireerde novelle De Katafalk van Portelet Bay. Dekoning is lid van The Sherlock Holmes Society of London en samen met zijn vrouw richtte hij het Sherlock Holmesgenootschap The 221Bees op, met als motto To Bee or not to Bee...
| |
Hoorens
Zijn in het Angelsaksisch taalgebied de vrouwelijke misdaadauteurs haast niet te tellen, in Vlaanderen zijn zij zo zeldzaam als witte raven. Vera Hoorens is tot hiertoe onze enige en unieke crime-dame. Hoorens debuteerde in 1991 met Het asgrauwe licht, een literaire roman die in 1993 werd gevolgd door De eekhoornval. Het is wachten tot 2002 alvorens zij uitpakt met de rasechte thriller Het recht op de eerste nacht, een psychologische thriller over een jonge vrouw die in Ierland kennismaakt met een jonge kerel. De ontmoeting leidt tot een tragische confrontatie, waarna het psychopatisch duo een duivels pact sluit en er nog meer slachtoffers vallen. Hoorens, sociaal psychologe van beroep, zette met haar eerste misdaadroman een ijskoude thriller neer en het is nu uitkijken naar meer.
| |
Soetewey
Een opmerkelijke en psychologisch goed onderbouwde en filmisch gestructureerde misdaadroman schreef ook Rudy Soetewey, met Inbraak (2001) een werk dat genomineerd werd zowel voor de Hercule Poirot-prijs als voor de Gouden Strop. Het thema: een morbiede patsituatie tussen een nachtelijke inbreker en opgeschrikte bewoners, werd op harde en realistische wijze uitgewerkt. Een sterk element in het werk van Soetewey is ongetwijfeld de spitse en harde dialoog die de spanning opdrijft tot een origineel en verrassend eind, en die naargelang het verhaal vordert steeds wranger en drastischer wordt (enigszins vergelijkbaar met scènes uit het toneelstuk en de gelijknamige film Who's afraid of Virginia Woolf). Niet verwonderlijk dus dat Soetewey ook aardig wat toneelwerk op zijn actief heeft, waaronder enkele komische pastiches op het suspense-genre, zoals o.a. Tot de dood ons scheidt en Een weekendje moorden. Als auteur van literair werk maakte hij ook naam met de novelle Bedrieglijke eenvoud (een verzameling verhalen in de traditie van Roald Dahl), De laatste reis (een originele historische roman met een ontknoping op de Titanic) en Dubbelkrijt (een ontluisterende psychologische roman over hedendaagse toestanden in het onderwijs).
| |
Van Camp
Gaston van Camp die eerder bekendheid verwierf met talloze reisromans trad in 2002 toe tot het misdaadgild met de historische detective-roman De zaak Myrtion. Middels de beproevingen en avonturen van het hoofdpersonage Homeros Grafikos, een nuchtere maar nieuwsgierig aangelegde Griek die in het Oude Rome ten tijde van keizer Vespasianus actief is als vertaler en schrijver. Als een privé-detective ‘avant la lettre’ raakt hij verzeild in avonturen die afgezien spanning en actie, een schitterende evocatie brengen van het leven ten tijde van de Romeinse Oudheid. Zijn tweede historische thriller De zaak Crispina (2003) vertrekt vanuit dezelfde historische poolpositie en meer werk met Homeros Grafikos in de hoofdrol is op komst. Het werk doorstaat een vergelijk met wat Steven Saylor (V.S.) doet in hetzelfde tijdsgewricht, en dat in de eerste plaats dankzij zijn vlotte vertelstijl en zijn gedegen kennis van de Romeinse Oudheid.
| |
| |
| |
Deflo
Een beloftevolle auteur van psychologische politiethrillers is Luc Deflo die in 1999 van start ging met Naakte zielen. Zijn debuut was niet meteen een schot in de roos. Sadistisch geweld en seksuele afwijkingen lieten weinig ruimte voor subtiele karaktertekening van daders en het Mechelse politieduo Bosmans en Deleu. Deflo werd evenwel sterker naarmate hij verderging. Bevroren hart (2000) confronteerde de speurders met het mysterie rond een anonieme vrouw die door bevriezing om het leven is gebracht, en in Lokaas (2001) beginnen de problemen wanneer het gehavende lijk van een rijkswachtcommandant wordt aangetroffen. Het spoor leidt naar drugstrafieken en politieke corruptie. Op zijn best komt de auteur in Kortsluiting (2002) waarin hij veel aandacht besteedt aan de psychologie van zijn personages en een indringend beeld wordt geschetst van de claustrofobische gedachtewereld van een schizofreen. In Sluipend gif (2003) verplaatst de auteur zich op overtuigende wijze in de geestesgesteldheid van een opgejaagde en gestalkte
Luc Deflo
vrouw. Haar nachtmerrie eindigt echter niet wanneer haar achtervolger om het leven komt. Deflo's jongste Onschuldig (2004) is een voorlopig hoogtepunt in het oeuvre van de auteur. Inspecteur Deleu komt in nauwe schoentjes te staan omwille van zijn buitenechtelijke relatie met een collega. Een en ander leidt ertoe dat hijzelf verdacht wordt van verkrachting. Gevatte dialogen en een gevoelige, emotionele opbouw van de personages tillen deze roman uit boven vroeger werk. Van twee werken werden de filmrechten verkocht. Wordt vervolgd op het witte doek...
| |
De Bruyn
Patrick De Bruyn is eveneens een sterke vertegenwoordiger binnen het subgenre ‘psychologische thriller’. Hij debuteerde in 1998 met File een snelwegthriller, waaruit mag blijken dat files wel degelijk uw gezondheid kunnen schaden. Daarna volgde Indringer (2000) die door De Morgen recensent Fred Braeckman werd omschreven als bevattende de spannendste en snelste eerste honderd bladzijden uit de hele Vlaamse misdaadliteratuur. Het dochtertje van een jonge vrouw wordt ontvoerd en de daders gaan hierbij op bijzonder drieste wijze tewerk. Als de vrouw op de eisen van de ontvoerders ingaat wordt ze geconfronteerd met een mysterie met vertakkingen over zowat de hele wereld. Ondanks duizelingwekkende plotwendingen weet de auteur het verhaal geloofwaardigheid te verlenen. De spanning wordt tot de laatste pagina's volgehouden. In Verminkt (2004) moet een man lijdzaam toezien hoe zijn vrouw en dochtertje worden gegijzeld. Door zijn bemoeienissen dreigt hij zijn gezin mee te sleuren in een spiraal van geweld en waanzin. Met veel psychologisch inzicht toont Patrick De Bruyn de kwetsbaarheid van de modale mens in een maatschappij die alsmaar dreigender en schizofrener wordt.
Patrick De Bruyn
| |
Lauryssens
Stan Lauryssens is een auteur die niet alleen over misdaden schrijft, maar er in eerste instantie zelf ook mee te maken kreeg. In een vorig leven schreef hij romans die journalistiek oogden maar dat niet altijd waren. Ooit raakte hij betrokken bij kunstzwendel wat hem gevangenisstraf opleverde in Spanje. Meer over deze periode kan men lezen in het autobiografische Costa del Crimen. Na het te boek stellen van zijn wapenfeiten als buurman van Salvator Dali in Dali en ik, onderscheidde hij zich met de knappe fictionele biografie Mijn heerlijke nieuwe wereld over het leven en de liefdes van Maria Nys Huxley. Zwarte Sneeuw (2002) een originele en niet bepaald van branie gespeende spannende roman (volgens insiders bevat de roman een aantal autobiografische elementen) boordevol romantiek, kolder, horror, maar verrassend genoeg ook melancholie en jeugdsentiment en mede daardoor goed voor de Hercule Poirot-prijs. Dezelfde personages, omstandigheden en flitsende filmtechnische aanpak zette Lauryssens door in Dode lijken (2003), een bloedstollende roman waarin grappen en grollen worden afgewisseld met gruwel en spanning. Het is nu uitkijken naar Rode Rozen, het sluitstuk van de trilogie, voorzien voor het najaar 2004.
| |
Dhooge
Bavo Dhooge is een bijzonder bezige bij onder de misdaadschrijvers. Na een eerste niet echt opgemerkte roman Spaghett' (2001) kwam een jaar later de doorbraak met Smak, het eerste avontuur rond de cynische privédetective van het ‘ruwe bolster, blanke pit’ - soort. Pat Somers opereert in het Gentse en gaat zijn vijanden te lijf met wrange humor en gewiekste methoden die hem meer dan hem lief is in moeilijkheden brengen. Dit geslaagde thrillerdebuut was goed voor de Schaduwprijs 2003. Datzelfde jaar werkte de auteur mee aan de TV1-serie Sedes & Belli', een spannende detective-reeks over het reilen en zeilen van een detectivebureau met talrijke herkenbare locaties aan de Belgische kust. Dhooge bewerkte het scenario tot de thriller Salieri die sterker was dan het feuilleton. In 2003 volgde Schaduwspel een roman met als hoofdthema een ambivalente vader/zoon relatie,
| |
| |
Bavo Dhooge
maar tevens een boek over de tennissport, waarvoor de auteur kon putten uit zijn korte carrière als tennisprof. Met Strafschop (2003) nam hij het professionele voetbalwereldje op de korrel. Pat Somers en diens team worden ingehuurd door AA Gent wanneer hun sterke coming man Josip Mandic door een onbekende bedreigd wordt. De intrige slingert tegen hoge snelheid langs de gebruikelijke obstakels en hete hangijzers eigen aan het milieu, zoals omkoopschandalen en de problemen rond illegale verblijfsvergunningen. De sprankelende humor in de oneliners drijven het tempo op.
Onlangs verscheen ook Surprise, een verhalenbundel met gevoelige verhalen rond verlies en leed. Spookbloem zijn jongste thriller wordt momenteel verdeeld in de boekhandel.
| |
Baudewyns
Het Zwartbergplan (2000), het thrillerdebuut van Benny Baudewyns, toonde de voorkeur van de auteur voor grootschalige en internationale complotsituaties die qua opzet en uitwerking de werken van Ludlum in herinnering brengen. Bij aanvang bleek de auteur niet het nodige in huis te hebben om deze belofte in te lossen. De Emerson Locomotief was in datzelfde bedje ziek (een groots opgezette intrige waarvan de eindjes niet echt op bevredigende wijze samenkomen en een veeleer laag geloofwaardigheidsgehalte) ook al dachten anderen daar anders over en zodat Baudewyns voor deze thriller de Diamanten Kogel kreeg, die in 2002 voor de eerste keer werd uitgereikt. Sterker en geloofwaardiger was Het Von Staussen Complex (2003) waarin het hoofdpersonage middels een aankondiging in de krant verneemt dat zijn Duitse grootvader betrokken raakte bij een hallucinant Nazi-experiment, waarvan de schadelijke gevolgen nog lang niet zijn uitgeroeid. Nazi-Duitsland en de Tweede Wereldoorlog vormen ook de rode draad in Het Madagascar debacle (2004). Een Duitse wetenschapper wordt de speelbal van de Nazi's in de race naar het ontwikkelen van een kernwapen. Baudewyns zit deze keer op een goed niveau wat betreft intrige-opbouw, stijl en de uitwerking van de personages en komt hiermee op gelijke hoogte met het aanbod uit het buitenland.
| |
Tulkens
Joris Tulkens, auteur van literaire verhalenbundels, zoals De macht van het getal (1988) (cerebrale verhalen met een filosofische inslag en een vleugje magisch-realisme) waarvan het titelverhaal door de VRT werd verfilmd, zette pas op rijpe leeftijd de stap naar de misdaad. Eerst gingen nog vooraf de literaire verhalenbundel Het leven een feest (1991) dat hem een vooraanstaande plaats onder de verhalenschrijvers van Vlaanderen bezorgde, de historische roman In de ban van Mohammed (1993) en de psychologische roman
Benny Baudewyns
De Schaduwganger (1996) over een gevoelige relatie tussen het hoofdpersonage en zijn schizofrene broer. In 2000 verschijnt Tulkens' thrillerdebuut De dode danseres een misdaadroman tegen de achtergrond van een dreigende Nieuwe Orde. De auteur volhardde in de misdaad met Dodelijk vuur (2003) een politieke thriller die mooi het midden houdt tussen een who- en whydunit.
| |
Van Laere
Stefan Van Laere schreef als literair manusje van alles boeken over diverse onderwerpen als de Tango, zijn favoriete whisky's, en een sciencefiction roman De Koffie (2001). In zijn thrillerdebuut Boteronderzoeken politiecommissaris Bracke (niet toevallig een Tango-adept en een whisky-kenner) en zijn rechterhand Cornelis de moord op een kind. Het slachtoffer lijkt op rituele wijze gewurgd doormiddel van een zijden sjaaltje. De auteur zette geloofwaardige en sympathieke personages neer, maar teveel losse eindjes in de intrige maakten dat het geheel niet echt overtuigde. In Tango mortale (2004) (hoe kan het ook anders) is de intrige al te zeer opgehangen aan de stokpaardjes van de schrijver (Tango en malt whisky) opdat er veel ruimte overblijft voor spannende zaken, ook al doet de auteur zijn best door Bracke een snoepreisje te offreren naar Buenos Aires, en de plot op te vrolijken met echtelijke ruzies, een ontploffing, een geweldpleging, en een aanklacht gericht tegen de commissaris zelf. Merkwaardig ook is dat Stefan Van Laere de lezer van recepten voorziet in de voetnoten.
| |
Sonnst
Huurmoordenaars in Vlaanderen waren het enigszins vergezochte en nogal hectisch uitgewerkte gegeven in de eerste thriller van Jonathan Sonnst, Deadline (2000) die opzien baarde dankzij het moordduo Robinson & Hilton. De kritiek hield het erbij dat de dialogen schuldplichtig waren aan de dialogen in de films van Tarantino. Dezelfde hoofdvertolkers maakten het jaar daarop ook de dienst weer uit in Dansende Asse.
Beter werk bracht de auteur in 2003 met Razborka, een roman-noir gangsterdrama gesitueerd in de vervallen mijnstad St.-Maura aan de Schelde, een wat vervallen mijnstad die werd omgetoverd tot een gokparadijs. Sonnst munt uit in sterke, ironische dialogen en geeft blijk van een sterk observatievermogen. Hij weet mensen en gebeurtenissen treffend te omschrijven op een wijze dat ze beklijven. Dat is zeker het geval voor de ietwat tragische hoofdfiguur, een illusionist die klusjes klaart voor een bijzonder geschifte en gewelddadige gangster van mythologische proporties Victor Le Fou, die ook als spilfiguur
| |
| |
Jonathan Sonnst
optreedt in Pijnhandel (2004) waar manipulaties in de bokswereld het gegeven uitmaken. De romanwereld van Sonnst wordt bevolkt door een uitheems fauna van gekken en gangsters. Erg overtuigend zijn de dolle maar knap geënsceneerde acties en de spitse, ruige dialogen die zo sterk zijn als de hamerslagen die in deze spannende roman worden uitgedeeld.
| |
Martens
Dirk Martens is journalist en hoewel hij zijn hand nooit waagde aan whodunits, schreef hij verhalen over de rauwe macht van het noodlot, en over de perverse esthetiek van moord, executie, verkrachting en verraad. In zijn eerste thriller De man van Lambda treedt bovendien het eerste duo homoseksuele politiespeurders uit de Vlaamse literatuur op. Na wat de auteur zelf omschrijft als ‘een asgrauwe novellenbundel’ De man die op het perron sprong (1998) en een tweede bundel met bizarre vertellingen uit een ontregelde wereld die gelijkenissen vertoont met de onze, maar er tegelijk ook sterk van verschilt (een beetje analoog de fantastische wereld van de Gentse auteur van fantasy, horror en misdaad: John Flanders) een thema dat ook is terug te vinden in de verhalenbundel De Verdoemden (2001).
| |
Van Lier
Hubert van Lier richtte samen met resencent Leo Geerts ‘De Schrijversacademie’ op met als doelstelling het schrijversvak (proza, filmscenario en theater) op professionele manier te doceren aan gegadigden. Van Lier is ook voorzitter van de onlangs opgerichte Vereniging van Vlaamse Misdaadauteurs (waarvan de website eerder werd vermeld). Als auteur is hij verantwoordelijk voor twee speurdersromans: Voltaire en de zaak Chemaio (2000) en Voltaire en de Europese Unie, die in de pers op wisselend succes werden onthaald. Wat betreft opzet en uitwerking doen de romans ietwat oubollig aan, en het is duidelijk dat Van Liers verdiensten veeleer liggen in zijn organisatorische kwaliteiten met betrekking tot schrijven & literatuur dan in een creatieve bijdrage.
| |
Van de Cruys
Marc Van de Cruys schreef tot hiertoe twee Antwerpse misdaadnovelles. De zaak van de ontvoerde erfgename (2001) speelt in het naoorlogse Antwerpen, en De Spaanse Connectie (2003) zou men kunnen omschrijven als een romantische thriller met een niet onverdienstelijke en verrassende ontknoping. Stijl en intrige van beide werken zitten geënt op de hardboiled Amerikaanse detectives uit de jaren '40 en '50.
| |
De Wever
Pieter De Wever, duidelijk ook een man van vele stielen en ambachten, schreef eerder non-fiction werken over diverse onderwerpen variërend over een sociale geschiedenis van Vlaanderen De streek kan haar volk niet voeden (2001) tot Lezen brengt de gezondheid ernstig in gevaar (2002) over het uitgeversvak, De geheimen van het verzet (2002). Tenslotte bekeerde De Wever zich ook tot de misdaad met twee boeken behorend tot de inspecteur Hofman-reeks: De hakbijlmoorden (2003) en nog in datzelfde jaar Apollo's wraak.
En tot slot twee auteurs die tot dusver nog maar één thriller op hun actief hebben, maar die in dit weliswaar beperkt overzicht toch niet mogen ontbreken: Dirk Van De Walle, met Zingarini (2001) en Max Moragie met Bezettingsgeld (2003) een spannende roman rond verraad en corruptie tijdens de Duitse bezetting van Antwerpen in de Tweede Wereldoorlog.
| |
Tot slot
Nog voor deze tekst ter perse gaat worden al weer vijf thrillerdebuten van Vlamingen aangekondigd. Het heeft geen zin ze hier in extremis te vermelden want ik heb ze nog niet gelezen. Eens te meer blijkt dus dat de thriller, ook deze van eigen bodem, zich sterk profileert. Dat er steeds meer geschreven en gelezen wordt zou ons met betrekking tot de toekomst hoopvol moeten stemmen, maar we mogen hierbij niet té euforisch worden, want kwantiteit gaat niet zelden ten koste van kwaliteit. Tussen het koren van het laatste decennium zit veel kaf. Het is goed mogelijk dat het grote publiek vroeg of laat het genre de rug zou toekeren als de modale Vlaamse thriller op literair niveau ondermaats zou uitvallen. Het kunstmatig opgedreven aanbod van een bedenkelijke kwaliteit kan met andere woorden leiden tot inflatie. Auteurs die tot het genre worden aangetrokken door de commerciële successen van enkele Vlaamse thrillerkopstukken zullen vlug ondervinden dat het schrijven van een beklijvende spannende roman meer vergt dan het combineren van gevatte dialogen met bloederige scènes. Wil een debutant kans maken om uit te groeien tot een blijvende waarde dan zal hij een visie moeten ontwikkelen met betrekking tot mens en maatschappij die dieper snijdt dan het verlangen om tegemoet te komen aan de vraag naar vrijblijvend tijdverdrijf. Ook uitgevers en redacteurs zullen zich de komende tijd moeten toeleggen op een degelijke begeleiding van de auteurs binnen hun fonds, in plaats van hen steeds maar op te jagen tot méér productie op kortere tijd. Het devies zo treffend geformuleerd door onze noorderburen: we hangen het aan de mast en we zien wel of er iemand voor salueert, zou op lange termijn wel eens een ontluistering van het thrillergenre kunnen inluiden.
Tot slot nog een bedenking. Uit het onderzoek van enkele vooraanstaande sociologen is gebleken dat de misdaadroman vooral piekt daar waar mensen van misdaad en onrecht gespaard blijven. Een veilig en geborgen leven zou ons nieuwsgierig maken naar vormen van geweld waar we in de realiteit gelukkig niet mee te maken krijgen. Toch mooi dan dat er vandaag de dag zoveel misdaadromans en thrillers worden gelezen!
|
|